Dit zijn de nieuwste kiezers: achttien achttienjarigen aan het woord

Nieuwe stemmen Hun debuut in het stemhok nadert: NRC sprak achttien achttienjarigen.

Fotografie Hedayatullah Amid, Merlin Daleman en Olivier Middendorp

Je bent achttien jaar, in Nederland. Je bent geboren in 2004 of 2005, in een wereld ná 9/11, na de invoering van de euro, na de moord op Pim Fortuyn en Theo van Gogh. Facebook bestaat al sinds je geboorte en is inmiddels achterhaald. Mark Rutte was altijd de minister-president – je kunt je geen andere herinneren.

Hoe ziet je leven eruit? Wat houdt je bezig? Wat vind je belangrijk en waar maak je je zorgen om? Denk je na over de toekomst? En ga je, misschien wel voor het eerst, stemmen?

NRC sprak achttien mensen van achttien jaar om daarachter te komen. Achttien Nederlanders uit alle hoeken van het land en lagen van de samenleving. We spraken ze in de weken voorafgaand aan de verkiezingen. Thuis, op hun stageplek, op school, op straat, op de skatebaan, in het winkelcentrum. We namen een kijkje in hun levens, soms in hun telefoons.

Bij haar vader in Apeldoorn zet 6-vwo’er Zerremin Araz kordaat thee neer op de salontafel vol zoetigheden („Dat hoort toch?”) en ze ploft op de bank. Soms klapt ze in haar handen om haar woorden kracht bij te zetten. In Gemert doet de moeder van Daan van Moorsel de deur open. Hij staat zwijgend achter haar in de gang, armen over elkaar. „Moet ik erbij blijven?” Ze verdwijnt toch maar naar een andere kamer. Mees Pluijmen beantwoordt vragen op de Assendelftse kermis, tijdens zijn werk, terwijl de City Hopper rondjes draait. „Wacht, even kaartjes halen.”

David van Dullemen gaat in kleermakerszit op zijn skateboard zitten en kletst onbevangen over het leven in Almere. Amiena Jatta zigzagt tijdens de pauze op de Open Schoolgemeenschap Bijlmer in Amsterdam-Zuidoost tussen medeleerlingen door – ze is na de havo nog vwo gaan doen en is wat ouder dan de rest. Femke Jansen, in trainingspak, speelt in een kantoortje op haar stageadres in het Brabantse Stevensbeek rustig met een bos sleutels. Ze is gymdocent op een school voor speciaal onderwijs, waar ze kinderen van haar eigen leeftijd lesgeeft.

Achttien zijn betekent vrijheid. Je mag een biertje drinken, een rekening openen, trouwen, zonder begeleiding autorijden. Je leeft op het randje van volwassen zijn, maar voelt je soms nog een beetje kind. Woon je op jezelf, dan behoor je tot een minderheid. De wooncrisis laat je vaak geen keuze. „Je kunt letterlijk geen woning vinden”, zegt Jessie Alli uit Nieuwegein, „dus dan denk je: oké, laat maar”. En soms vind je thuis wonen zo slecht nog niet. Femke: „Je was wordt gedaan, je eten wordt gemaakt.”

Je hebt het waarschijnlijk druk. Met studie, werk, stage, familie, vrienden. „Elke dag na het studeren heb ik wel iets gepland”, zegt Lotus Jonathans op diens studentenkamer vol Pride-vlaggetjes. Die studeert, zit bij twee verenigingen en speelt basgitaar in een bandje. Ook Wouter Blanckaert uit het Zeeuwse dorpje Scheldevaartshoek doet niet graag niks. „Je leest weleens dat dat slecht is, maar ik kan niet zeggen dat ik er last van heb.” De Friese Fenna Jongsma woont doordeweeks op de campus van de landbouwschool in Dronten, werkt zaterdag bij de slager en gaat dan door naar de keet met vrienden. Zondagochtend geeft ze om zes uur bij een bedrijf in de buurt de kalfjes te eten.

Je hebt nog een zee van tijd, op je achttiende. Hoe zie je die voor je? „Ik zou op mijn dertigste wel een paar kinderen willen”, zegt Jos Vermeer. Zijn gereformeerde ouders hebben er vier en dat vindt hij gezellig. „Maar ik kijk ook wel hoe de wereld er dan uitziet. Je hoort veel over overbevolking.”

Blijft de aarde leefbaar? En hoe moet dat met al die oorlogen, zoals nu in het Midden-Oosten? De een trekt zich weinig aan van maatschappelijke problemen, de ander kan zich dat niet veroorloven. Imraan Skori probeert betrokken te zijn: „Ik help waar ik kan.” In zijn moskee organiseerde hij een dialoog over Israël en Palestina. „De verdeeldheid in Nederland wordt alleen maar groter. Somber? Nee, dat ben ik niet. Soms wel teleurgesteld.” Lotus demonstreerde laatst voor betere transzorg, in Nijmegen. „Mijn eerste keer. In de praktijk waren het allemaal queer mensen op een grasveld, wel gezellig eigenlijk.”

Maar je bent achttien, en je richt je óók op jezelf. „Ik ben er nog niet uit wat ik later ga doen, dat wil ik het liefst nu al weten”, zegt Wouter. „Verder maak ik me weinig zorgen, in Nederland is het goed geregeld.” Bram Grömmers doet een studie die over klimaatverandering gaat. „Maar het is niet dat ik ’s ochtends wakker word en denk: nou, laat ik eens even het Amsterdamse waterpeil checken.” Daan is glazenwasser en heeft zijn doelen al bijna bereikt. „Ik hoef eigenlijk alleen nog een huis. Ik wil fatsoenlijk werk, gezond zijn. Gevarieerd en warm kunnen eten. Een vriendin heeft het niet breed, zij heeft nooit geld om leuke dingen te doen. Dat vind ik zielig om te zien.”

De eerste keer dat je een politieke gebeurtenis zag, online of op televisie, en écht onthield, is voor de oudere volwassenen om je heen schrikbarend kort geleden. „Ik was twaalf en keek naar een debat met Trump bij opa en oma”, zegt Jos. „Ik verbaasde me, ze scholden elkaar bijna uit. En ik was er toen nog niet, maar er is ooit iemand vermoord in Nederland. Ik weet niet of hij president was, maar hij was wel… geliefd in ieder geval. Hoe heet hij ook alweer?” Fenna weet nog dat Geert Wilders de meer-of-minder-uitspraak deed over Marokkanen. „Wel raar dat hij dat opeens zei.”

En nu mag je stemmen. Hoe bereid je je voor op de verkiezingen? „Niet”, zegt Mees op de kermis. „Als ik eerlijk ben, heb ik in de hele Tweede Kamer niet veel vertrouwen. De ene zegt betere dingen dan de andere, maar eigenlijk maken ze het allemaal niet heel erg waar.” Femke vindt dat ze haar tijd aan betere dingen kan besteden. „Maar aan de andere kant is stemmen ook ergens goed voor.”

5-vwo’er Carel Posthumus uit Heemstede heeft een paar filmpjes gekeken over wat partijen vinden. „Soms denk ik: ‘Hé, wie is dit of dat?’ Dan zoek ik het op. Laatst kon ik bijvoorbeeld niks vinden over Nieuw Sociaal Contract, de Omtzigt-club… Wacht, dat noteer ik meteen even. ‘Omtzigt checken’. Zerremin kijkt debatten, leest het nieuws, volgt NOS-stories en de pagina Politieke Jongeren op Instagram. „Ik wil weten wat er speelt.”

Student Pieter Dolmans – wiens opa Erwin Nypels D66 mede oprichtte – vindt het „best wel leuk” dat hij mag gaan stemmen. Hij is er veel mee bezig. „Maar jeetje, als je het nou toevallig niet interessant vindt – dan lijkt het me wel een heel gedoe.”