Harrie Lavreysen tilde zijn baanfiets triomfantelijk in de lucht na zijn wereldtitel op de sprint in het Deense Ballerup. Net zoals de wereldkampioenen Tadej Pogacar (weg) en Mathieu van der Poel (gravel) dat de afgelopen weken deden. Lavreysen kan zich meten met de grootste kampioenen. Hij werd voor de zesde keer op rij wereldkampioen sprint, nadat hij deze WK eerder titels pakte op de teamsprint en de kilometertijdrit. Daarmee staat de teller voor de drievoudig olympisch kampioen van Parijs nu op zestien regenboogtruien in totaal. Geen renner was in de lange historie van het baanwielrennen succesvoller.
In de finale van de sprint versloeg Lavreysen in twee heats landgenoot Jeffrey Hoogland, die hem in de eerste rit tevergeefs probeerde te verrassen met een surplace. Lavreysen zette onweerstaanbaar aan na de voorlaatste bocht en het verschil was gemaakt. In de tweede rit kwam Hoogland er geen moment aan te pas. „Het is gestoord”, sprak de wereldkampioen na afloop lachend bij de NOS. „Ik heb een lekker dagje gehad, een supertoernooi gereden en de wereldtitel is binnen.”
Lees ook
Lavreysen in Parijs
Wereldrecord op laagland
Vrijdagavond had Lavreysen (27) zich ook al superieur getoond in de finale van de kilometer tijdrit. Bij zijn eerste deelname op dit niet-olympische onderdeel bleef hij viervoudig wereldkampioen Hoogland (31) ruim voor, in een wereldrecord op laaglandbanen: 57,321. Met zijn vijftiende wereldtitel onttroonde hij de Fransman Arnaud Tournant als recordkampioen. „De WK baan worden al meer dan honderd jaar verreden en kennen veel mooie records en ranglijstjes”, reageerde Lavreysen na zijn historische prestatie. „Dat ik bovenaan een van die lijstjes mag staan, is heel bijzonder.”
Hetty van der Wouw (26) behaalde zondag net als op de Spelen van Parijs zilver op het onderdeel keirin. Goud was voor de Japanse Mina Sato, brons voor de Britse Katy Marchant. „Hoe kan je nou weer tweede worden”, had Van der Wouw zich naar eigen zeggen na afloop afgevraagd. Eerder werd ze deze WK tweede op de teamsprint en de individuele sprint. Na de huldiging overheerste de blijdschap. „Drie keer tweede, dat is gewoon heel goed.”
Israël heeft zondag luchtaanvallen uitgevoerd op vestigingen van de aan Hezbollah gelieerde financiële organisatie Al-Qard Al-Hassan in Beiroet, melden Libanese staatsmedia. Volgens staatspersbureau NNA waren er elf aanvallen in de zuidelijke buitenwijken van Beiroet, waaronder eentje vlakbij de internationale luchthaven.
Er werd na de aanvallen veel rookontwikkeling geconstateerd in de buurt van het vliegveld en elders ook brand, maar het Franse persbureau AFP meldt dat er nog wel vliegtuigen landen. Het internationale vliegveld is van cruciaal belang voor humanitaire hulp en als evacuatiepunt voor mensen die Libanon willen ontvluchten.
Het Israëlische leger had kort van tevoren via onder meer X gewaarschuwd dat het de financiële instellingen aan zou vallen. Volgens Israël financiert Al-Qard Al-Hassan aanvallen van Hezbollah op Israël. „Het doel van deze aanval is het ondergraven van het economische functioneren van Hezbollah, zowel tijdens de oorlog maar ook om herbouw en herbewapening na afloop te bemoeilijken”, zegt een medewerker van de Israëlische inlichtingendienst tegen persbureau Reuters.
De hiv-epidemie lijkt na vijftien jaar weer te groeien in Nederland. Dat blijkt uit nieuwe schattingen over het aantal hiv-infecties, die Stichting hiv monitoring (SHM) heeft gedeeld met NRC. Die groei lijkt bovendien al in 2020 te zijn begonnen.
SHM moet de omvang van de hiv-epidemie schatten, omdat lang niet altijd zeker is in welk jaar een infectie heeft plaatsgevonden. Het kan lang duren voordat het virus hiv klachten veroorzaakt, waardoor een infectie vaak pas jaren later wordt gediagnosticeerd.
Het was al bekend dat het aantal diagnoses al een aantal jaar niet meer daalt. Sinds 2020 blijft dat steken boven de 400 per jaar. Dat werd tot nu toe geweten aan een inhaalslag na de coronapandemie en beter testbeleid.
Nu lijkt het virus ook daadwerkelijk meer rond te gaan. In 2023 hebben naar schatting 309 mensen hiv opgelopen, aldus SHM. In 2020 hebben volgens de nieuwe berekeningen 270 infecties plaatsgevonden, in 2022 287.
Dat zou een keerpunt betekenen in de al jaren succesvolle Nederlandse hiv-bestrijding. Die bestaat met name uit laagdrempelig (anoniem en gratis) testen bij de GGD, snelle behandeling na een infectie en de beschikbaarheid van hiv-preventiepil PrEP.
Maar de laatste jaren daalt het condoomgebruik, met name onder jongeren, en gaan seksueel overdraagbare aandoeningen als chlamydia, gonorroe en syfilis meer rond. „Het is dan niet gek dat de hiv-cijfers ook stijgen”, zegt Mark Vermeulen, directeur van Aidsfonds-Soa Aids Nederland.
Vorig jaar schatte SHM het aantal infecties in 2022 nog op 141. Dat betekende toen een flinke daling ten opzichte van eerdere jaren, die werd toegeschreven aan enerzijds sneller testen en behandelen – zodat het virus niet ongemerkt kan worden doorgegeven – en anderzijds de bredere inzet van hiv-preventiepil PrEP.
De reden dat die schatting nu aangepast en zelfs verdubbeld is, is „dat het nu veel duidelijker is dat het aantal diagnoses niet verder daalt”, laat Ard van Sighem, onderzoeker bij SHM weten. „Voor 2023 zijn er al meer diagnoses bij ons bekend dan vorig jaar om deze tijd voor 2022.” Een andere reden is dat er weer relatief meer recent opgelopen infecties gevonden worden.
SHM waarschuwt dat door verlate registraties het aantal hiv-diagnoses in 2023 nog verder kan stijgen van 424 tot bijna 500. Dat zou de eerste grote stijging betekenen sinds 2008. Die is het sterkst onder mannen die seks hebben met mannen, maar ook onder andere mannen stijgt het aantal diagnoses.
Aidsfonds-Soa Aids Nederland maakt zich vooral zorgen over de stijging van het aantal hiv-diagnoses onder jongeren, met name bij mannen die seks hebben met mannen. In die groep stijgt het percentage 30-minners dat een hiv-diagnose krijgt, terwijl onder andere mannen en vrouwen met een nieuwe hiv-diagnose het aandeel 30-minners daalt.
De belangenorganisatie wil dat weer nationale preventiecampagnes worden opgezet, zoals het promoten van condoomgebruik en PrEP. „PrEP is effectief”, benadrukt directeur Mark Vermeulen. „Maar niet iedereen gebruikt het altijd of weet van het bestaan af.”
Met „het strengste asielregime ooit” belooft het kabinet-Schoof in het regeerprogramma de asielmigratie te beteugelen. En in Den Haag is bijna iedereen, van rechts tot links, het erover eens dat in elk geval ‘iets’ moet gebeuren. Maar in de discussie over het ‘hoe’ (kiest het kabinet voor staatsnoodrecht of een spoedwet?), sneeuwt het ‘wat’ onder.
Pas op vrijdag, na de laatste ministerraad voor het herfstreces, zou bekend kunnen worden of het kabinet en de coalitie overeenstemming kunnen vinden over de manier waarop de beoogde asielmaatregelen ingevoerd kunnen worden.
„Je moet zaken altijd aanpakken bij de bron”, zei minister Marjolein Faber (Asiel, PVV) afgelopen dinsdag tijdens het wekelijkse vragenuurtje in de Tweede Kamer. „De bron is dat we een te hoge instroom hebben.” Maar juristen en migratie-experts zetten grote vraagtekens bij de slagkracht van de asielmaatregelen uit het regeerprogramma – zeker met het oog op het beperken van de asielcijfers.
Al deze maatregelen zijn bedoeld om het hier nét iets ellendiger te maken voor asielzoekers
De meeste maatregelen gaan over zaken die met de Vreemdelingenwet worden geregeld. Daar is nu het meeste om te doen, omdat het kabinet deze wet via het noodrecht buiten werking wil stellen. In plaats daarvan wordt dan nieuw beleid in ‘algemene maatregelen van bestuur’ gegoten, waarover het parlement niets te zeggen heeft.
Enkele beoogde maatregelen springen in het oog. Zoals het afschaffen van de permanente asielvergunning en het schrappen van het nareisrecht voor jongvolwassen kinderen van statushouders. En het afwijzen van een aanvraag als een asielzoeker niet komt opdagen bij het gehoor met de Immigratie- en Naturalisatiedienst.
Europa
De ruimte voor het kabinet om asielmaatregelen te nemen, „is heel klein”, zegt emeritus hoogleraar immigratierecht Peter Rodrigues (Universiteit Leiden). Het nationale asielrecht bestaat voor het grootste deel uit Europese regels. Neem de Vreemdelingenwet: het gros van de bepalingen is gebaseerd op Europese richtlijnen. Bovendien staan Europese wetten en regels altijd boven nationaal recht en beleid.
Toch ziet Rodrigues drie maatregelen in het regeerprogramma die juridisch vallen te verdedigen: het afschaffen van de voornemenprocedure, het afschaffen van nareisrecht voor meerderjarige kinderen en het schrappen van de permanente verblijfsvergunning. Of het „mensen die echt bescherming zoeken” gaat tegenhouden? Hij vraagt het zich sterk af.
Op het gebied van nareis van meerderjarige kinderen is Nederland soepeler dan wat Europese regels voorschrijven, zegt immigratiejurist Mark Klaassen. Op dat vlak is strenger beleid dus mogelijk, al zullen nog steeds statushouders hun jongvolwassen kinderen hiernaartoe willen halen. Ze zullen zich dan beroepen op het recht op familieleven, dat geregeld is in het Europese mensenrechtenverdrag. Het kabinet kan dit verdrag niet naast zich neerleggen, ook niet als het staatsnoodrecht van toepassing is. De IND moet dan toetsen of de afwijzing in strijd is met het recht op familieleven. Klaassen: „Dat is een veel ingewikkeldere afweging.”
Afgelopen vijf jaar werden iets meer dan vijfduizend nareisaanvragen voor meerderjarige kinderen ingediend, blijkt uit IND-cijfers. De dienst heeft nog niet alles in behandeling kunnen nemen, maar op iets minder dan de helft hiervan kwam een positieve beoordeling.
Lees ook
De asielzoekers moeten nog komen maar de onrust is er, in Ugchelen. ‘Mijn vrouw heeft camera’s aangeschaft. Straks gebeurt er iets met de auto’
Veertigduizend
De permanente verblijfsvergunning afschaffen is volgens Rodrigues en Klaassen mogelijk, maar ook hier kunnen statushouders zich beroepen op de Europees geregelde ‘langdurig ingezetenenstatus’. Een statushouder moet dan bewijzen dat hij werk en voldoende inkomen heeft. In de huidige situatie ligt dat anders: de IND beoordeelt na vijf jaar alleen of iemand nog recht heeft op asiel en is ingeburgerd. Sinds 2021 werd ongeveer 80 procent van de in totaal ruim veertigduizend aanvragen voor een permanente vergunning positief beoordeeld.
Als de IND van plan is een aanvraag af te wijzen, dan krijgt de asielzoeker nu eerst de gelegenheid daarop te reageren. Dit komt het negatieve besluit ten goede, zegt emeritus hoogleraar Rodrigues, omdat het dan beter in elkaar zit. Een asielzoeker moet met sterke argumenten komen als hij naar de rechter stapt. In 2023 oordeelde de IND in ruim een derde van de gevallen alsnog positief. Ook moest de IND aan het eind van dat jaar nog op ongeveer 22.000 bezwaarschriften reageren. Als de voornemenprocedure wordt afgeschaft, zullen asielzoekers vaker naar de rechter stappen. Rodrigues voorziet een verdere belasting van de IND en rechtbanken.
De maatregelen die het kabinet wil nemen, zien Rodrigues en Klaassen, raken alleen asielzoekers die hun weg naar Nederland al hebben gevonden. Hetzelfde geldt voor het afwijzen van aanvragen van asielzoekers die niet komen opdagen bij interviews met de IND. Immigratiedeskundige Klaassen kan zich voorstellen dat het kabinet hieraan paal en perk wil stellen. Vooral asielzoekers uit veilig verklaarde landen zouden dit doen om de asielprocedure te vertragen.
Exacte cijfers zijn niet beschikbaar, blijkt uit navraag bij de IND. Klaassen merkt op dat het EU-recht een beperkt aantal redenen noemt voor het afwijzen van een aanvraag. Niet-opdagen bij een gehoor „staat daar niet bij”, oordeelde ook de Nederlandse Orde van Advocaten eerder deze maand in een rechtsstatelijke toets van het regeerprogramma.
Maar niet alles wat het kabinet wil aanpakken, staat in de Vreemdelingenwet geregeld. Met een „tijdelijke asielcrisiswet” moet de „acute asielinstroom en opvangcrisis” verder bestreden worden. De tijdelijke wet, die nog moet worden ingediend en behandeld door het parlement, moet zeker twee jaar gelden. Het kabinet wil via deze weg bijvoorbeeld de behandeling van asielaanvragen opschorten en de spreidingswet intrekken.
Verlenging
De Vereniging Nederlandse Gemeenten, VluchtelingenWerk en andere betrokkenen waarschuwen veelvuldig dat de crisis in de opvang niet wordt opgelost met het intrekken van de spreidingswet. Die werd begin dit jaar ingevoerd om asielzoekers eerlijker over gemeenten in het hele land te verdelen. Parallel hieraan wordt gewaarschuwd tegen de „asielbeslisstop”. „Je hebt nu al een enorme wachtrij bij de IND”, zegt Klaassen. „Zo creëer je een grotere berg aan aanvragen, met nog meer mensen in de opvang. Bovendien verplicht het EU-recht lidstaten om asielaanvragen ‘zo spoedig mogelijk’ af te ronden.”
Europese regels schrijven voor dat de IND binnen zes maanden moet beslissen of iemand een asielvergunning kan krijgen. Deze termijn is sinds september 2022 met vijftien maanden verlengd. „Nederland maakt al maximaal gebruik van de rek die erin zit”, merkt Rodrigues op. De wachttijd voor gezinshereniging bedraagt inmiddels 87 weken. Bovendien is voor zelfs de hoogste bestuursrechters van de Raad van State onduidelijk „of en hoe vaak” minister Faber ,, aansluitend gebruik mag maken van de bevoegdheid om de beslistermijn voor asielverzoeken te verlengen”. In dat licht is het Hof van Justitie in Luxemburg om opheldering gevraagd, dat nog antwoord moet geven.
Of het strengere beleid mensen die echt bescherming zoeken gaat tegenhouden, valt te betwijfelen
Polen kondigde eerder deze maand een asielstop aan, dat op begrip kan rekenen van Europese leiders. Daar kan Rodrigues, die naar de letter van de wet kijkt, niet zo veel mee. „Kennelijk is politiek bedrijven wat anders dan kijken wat juridisch mogelijk is”, zegt hij. Het is maar de vraag of Nederland op dezelfde politieke steun in Europa kan rekenen.
Ook dit kabinet staat voor de ingewikkelde taak om uitgeprocedeerde asielzoekers te laten vertrekken. Faber wil dit „zoveel mogelijk, ook gedwongen”. Zo moesten in 2020 ruim 14.600 mensen worden uitgezet, van wie 4.000 vrijwillig of gedwongen vertrokken. In dat jaar verdwenen 6.800 uitgeprocedeerde vreemdelingen van de radar, de overheid weet niet waar deze mensen zich bevinden.
België
Dit jaar werd tot en met september voor bijna 13.000 mensen beslist dat ze uit Nederland moeten vertrekken: zeker 4.680 vertrokken met medeweten van de overheid, ruim 4.200 verdwenen van de radar. Hoe Faber deze cijfers wil opkrikken, is nog niet bekend.
Hoeveel asielzoekers uit Nederland weg zullen blijven zodra al deze maatregelen worden ingevoerd? „Dat gaat heel erg tegenvallen”, denkt immigratiedeskundige Klaassen. Hij benadrukt dat de meeste maatregelen „geen rechtstreeks verband” laten zien met „keuzes die mensen maken om naar Nederland te komen”. Uit eerder onderzoek is gebleken dat de aanwezigheid van familieleden en mensen uit dezelfde sociale groep het sterkste bepalen of iemand hiernaartoe komt, dus niet hoe soepel of streng het asielbeleid wordt ervaren.
„Alles ademt een sfeer uit die migrantonvriendelijk is”, merkt Rodrigues op. Ook Klaassen denkt „dat al deze maatregelen beogen het hier nét iets ellendiger te maken voor asielzoekers die moeten kiezen tussen Nederland en België”. Maar met het oog op het aanzienlijk terugdringen van de aankomstcijfers „stelt het allemaal niet zoveel voor”.
Lees ook
Detentiecentrum voor uitgeprocedeerden overvol: uitzettingen gaan niet door