Dit duizend jaar oude manuscript werd ooit aan stukken gesneden door een Leidse boekbinder

Ergens in een boekbinderij in Leiden, tussen 1600 en 1602, sneed een boekbinder een waardeloos geacht elfde-eeuws manuscript vol Latijnse psalmen aan stukken om er boekbanden mee te verstevigen. Dat ieder Latijns woord van een Oudengelse vertaling was voorzien kon hem ongetwijfeld niks schelen.

Nu zijn 21 van die stroken perkament opgedoken in vier delen van een Grieks woordenboek in het Regionaal Archief Alkmaar. En onderzoeker en anglicist Thijs Porck (Universiteit Leiden) heeft daardoor ineens een belangrijk deel van de biografie van dit versneden manuscript gereconstrueerd.

Van hetzelfde manuscript waren eerder enkele stukjes gevonden in archieven in Cambridge, Haarlem, het Duitse Sondershausen en het Poolse Elblag. De Haarlemse en Poolse fragmenten werden ook gebruikt als versteviging in boeken die een connectie met Leiden blijken te hebben. „Maandenlang heb ik de fragmenten met elkaar vergeleken. Afmetingen, liniëring, lettervormen, taal en versiering komen met elkaar overeen. En ja, ze komen dus allemaal uit hetzelfde handschrift als dat in de Alkmaarse boekbanden”, aldus Porck. De Leidse onderzoeker beschrijft de conclusies van zijn speurtocht en de nieuwe Oudengelse woordvormen die hij in de tekst ontdekte in het wetenschappelijke tijdschrift Anglo-Saxon England dat deze maand verschijnt.

De opsnijding is goed te dateren tussen 1600 en 1602 omdat de Alkmaarse en Haarlemse boeken in 1601 in Leiden zijn aangekocht. Ook zijn de door de boekbinder gebruikte schutbladen goed te dateren op basis van watermerken. Ook studeerde de eigenaar van het boek in het Poolse Elblag tussen 1600 en 1602 in Leiden. Dat andere versnijdingen van het manuscript uiteindelijk in Cambridge en Duitsland terechtkwamen is ook niet verwonderlijk, omdat de Leidse universiteit ook toen veel buitenlandse studenten trok. Dat zij een mooi (en stevig) gebonden boek uit Leiden bezaten, verbaast niet.

onderzoekerThijs Porck Als romanticus grijp ik natuurlijk deze grote kans

Maar hoe komt een middeleeuws Engels manuscript rond 1600 in Leiden terecht? De voor de hand liggende oorsprong: één van de vele honderden middeleeuwse Engelse kloosters die rond 1540 werden opgeheven toen de Engelse koning Hendrik VIII zijn van Rome onafhankelijke Church of England stichtte. Bergen met ouderwets geworden Latijnse katholieke manuscripten uit de rijke bibliotheken werden toen op de Europese markt gedumpt. Mogelijk hebben die decennia later ook hun weg naar de boekenmarkt in Leiden gevonden.

Maar er is ook ándere mogelijkheid, zegt Porck, „en dat is eentje met een prachtig verhaal”. Want het manuscript waarvan Porck 21 stroken in Alkmaar vond, was niet zomaar een gewoon kloostermanuscript. „Het is echt van luxe kwaliteit, met grote marges en veel mooie initialen.”

En laat nou bekend zijn dat er amper veertig jaar voordat die Leidse boekbinder zijn mes in dat manuscript zette, precies zo’n luxe elfde-eeuwse psalter met Oudengelse ‘glossen’ (bijgeschreven woordjes) zich in Brugge bevond, in dezelfde Lage Landen als Leiden. „En dat is het enige psalter met Angelsaksische glossen dat in deze tijd bekend is op het continent”, zegt Porck, „en daarna is er nooit meer iets over dat manuscript vernomen.”

Omgekomen koning

Volgens een overgeleverde beschrijving uit 1561 van de Brugse kerk van Sint Donatus was dat oude psalter een geschenk uit 1087 aan die kerk geweest, door de Angelsaksische prinses Gunhilde. Die zus van de bij Slag bij Hastings (1066) omgekomen Engels koning Harold Godwinson was naar het vasteland gevlucht voor de nieuwe Normandische overheersers.

„Het boek in het Latijn wordt vandaag nog steeds het psalter van Gunhilde genoemd”, aldus de beschrijving van het boek uit 1561, „en het bevat ook uitleg in Saksische taal die hier nu niemand meer echt kan begrijpen” – ‘cum enarrationibus linguæ Saxonice, quas hic nemo satis intelligit’.

Dat dat manuscript kort daarna van de kerk van Sint Donatus bij een Leidse boekbinder kon terechtkomen is niet onaannemelijk. Want rond 1580 hadden jarenlang de calvinisten de macht in Brugge, en net als in Engeland onder Hendrik VIII werden toen de kerkelijke bibliotheken geplunderd. „Het is allemaal circumstantial evidence, maar het is helemaal niet onwaarschijnlijk dat het versneden manuscript Gunhildes psalter is”, zegt Porck. „En als romanticus grijp ik dan natuurlijk deze grote kans op een geweldig verhaal voor dit manuscript.”