‘Ik was doodsbang. Het metaal van de kooi kwam met een klinkend geluid tegen de boot aan, de golven spatten hoog op. Ik had net de week ervoor mijn duikbrevet gehaald en ik kon eigenlijk niet eens goed zwemmen. De eerste haai zwom op het aas af. Ik kreeg het steeds warmer. Ging ik dit echt doen? Maar toen het dier weinig interesse in het vlees bleek te hebben, werd ik al rustiger. Eenmaal in de kooi sloeg mijn angst om in fascinatie. Haaien zijn al langer op deze aarde dan bomen, toch weten we amper iets van ze.”
Promovendus Gibbs Kuguru werkt nu aan de universiteit van Wageningen. Hij belandde na een tip van zijn studieadviseur op een Zuid-Afrikaanse boot die toeristen in een kooi laat duiken met witte haaien. Die werkstage lag dichter bij zijn kinderdroom dan de studie geneeskunde in Amerika waar hij kort daardoor van was weggevlucht. „Op zaterdagochtend om 7 uur lag ik als achtjarige niet in bed maar keek ik natuurdocumentaires over leeuwen, neushoorns en de trekking van wildebeesten. Ik vond het gek dat mensen van over heel de wereld naar mijn land kwamen om dingen te zien die ik vrijwel nooit zag. De grote natuurparken lagen op een paar uur rijden van ons huis in Nairobi, maar we gingen er zelden heen omdat ik acht broers en zussen heb. Mijn droom was om wildlife-bioloog te worden maar ik herkende mezelf niet in de mensen die ik in de documentaires zag. Daarom leek me dat geen optie.”
Na zes jaar op de duikersboot, belandde je toch bij de biologie en deed je voor een master genetica onderzoek naar de genetische variëteit bij hamerhaaien in Zuid-Afrika. Wat kwam daar uit?
„Hamerhaaien zijn wereldwijd een bedreigde soort. Ze komen in Zuid-Afrika voor maar we wisten niet veel van de lokale populatie. Uit mijn onderzoek bleek dat er weinig diversiteit in de populatie zat. Bij een predatorsoort die enkele jongen per jaar krijgt, die er lang over doen om op te groeien, wil je meer diversiteit hebben. Ik besprak die resultaten op conferenties en een jaar later kreeg de soort een beschermde status in Zuid-Afrika. Toen wist ik: als ik verschil wil maken, moet ik verder in onderzoek.”
Onderzoek zelf leidt niet altijd meteen tot nieuw beleid. Vaak is daar meer voor nodig.
„Dat klopt. Daarom vind ik wetenschapscommunicatie ook belangrijk en ken ik in de landen waar ik onderzoek doe alle beleidsmakers op het gebied van visserij en geef ik workshops en praatjes voor lokale vissers. Over een paar jaar zijn er misschien geen haaien meer. Het is niet genoeg om een wetenschappelijk paper te publiceren. Je moet creatiever zijn.”
Een andere manier waarop Kuguru zijn onderzoek verspreidt, is via documentaires. Zo maakte hij met andere biologen voor National Geographic een documentaire over kleurverandering bij witte haaien. Daarvoor maakten ze slim gebruik van het gedrag van de roofdieren die tijdens een aanval op een zeehond uit het water springen en zo helemaal te zien zijn. Dat doen de dieren alleen in Zuid-Afrika. Waarom is niet bekend. De onderzoekers lokten de haaien met een nepzeehond. Voor de zeehond hadden ze een kleurenbord met grijstinten gemonteerd op een drijvende stellage. Op het moment dat de haai uit het water sprong, werd hij vanaf de boot gefotografeerd. Zo konden de wetenschappers de kleur van de haai goed vergelijken met het bord met grijstinten.
Jullie stellen in de documentaire dat het erop lijkt dat haaien in de aanval bleker worden. Hoe kan een haai van kleur veranderen?
„We denken dat het aangestuurd wordt door adrenaline dat vrijkomt tijdens een aanval. We hebben in het lab proeven gedaan op huidweefsel van de witte haai dat we blootstelden aan adrenaline. Dat zorgde ervoor dat de pigmentcellen, de melanocyten, samentrokken en lichter werden. Onder invloed van melanocyt-stimulerend hormoon maakten de cellen meer pigment aan en werden donkerder.”
En doordat hij lichter wordt, valt hij minder op?
„Dat is onze hypothese. Het zou kunnen verklaren waarom witte haaien altijd uit het niets lijken te komen. Die blekere kleur geeft een voordeel tussen de 10 en 15 meter diepte waar ze jagen. Daar komt nog wel zonlicht, maar een stuk minder. Alles is daar valer van kleur.
„Helaas hebben we maar een paar haaien kunnen fotograferen. Ik zou de studie graag voortzetten maar daarvoor moet ik eerst nieuwe subsidie vinden. Dat is lastig. Haaienfanaten als ik vinden het geweldig om zulke mysteries op te lossen maar het levert niet direct toepassingen op voor de mens. Terwijl het mensen misschien wel positiever naar deze dieren laat kijken.”
Voor zijn promotieonderzoek kijkt Kuguru ook naar huidverkleuringen, maar dan bij zwartpuntrifhaaien bij de Malediven. Zij hebben steeds vaker witte vlekken.
Is het een genetische afwijking die door inteelt vaker voorkomt?
„Dat is onze hypothese. Er is inteelt door extreme overbevissing. De verkleuring, bekend als leucisme, komt in meer diersoorten voor. Mensen kennen het als vitiligo. Leucisme kan gepaard gaan met andere afwijkingen zoals onvruchtbaarheid en doofheid. We weten nog niet wat de gevolgen zijn voor haaien maar ik ben er niet gerust op. En stel dat je dit met bijvoorbeeld gene drives [een toepassing van genetische modificatie om snel en efficiënt een genetische eigenschap door een populatie te verspreiden] kunt oplossen, dan zal dat altijd tijdelijk zijn omdat je niets aan het onderliggende probleem doet: consumptie door de mens.”
In je presentaties laat je grafieken zien uit het WNF rapport The Shark and Ray Meat Network uit 2021. Wat opvalt is dat Spanje de wereldhandel in haaienvlees domineert als exporteur, zowel qua waarde als volume. Italië is de grootste importeur wat waarde betreft.
„Schokkend hè? Iedereen kijkt altijd naar China als het gaat om de handel in haaienvlees, maar Europa is verantwoordelijk voor 22 procent van de handel. Vaak weten mensen niet eens dat ze haai of rog eten omdat het vermomd op de menukaart staat als bijvoorbeeld Kalbsfisch in Duitsland, caldeirada de pata roxa in Portugal of als rock salmon in Engeland. Het is tijd dat we naar onszelf kijken in plaats van met de vinger naar het oosten te wijzen.”
Zie je jezelf meer als onderzoeker of als natuurbeschermer?
„Diep in mijn hart ben ik een onderzoeker, altijd al geweest. Iemand die graag nieuwe dingen ontdekt en hierover vertelt. Maar als we niet uitkijken zijn er binnenkort geen haaien meer om mooie verhalen over te vertellen, en dat maakt me onvermijdelijk ook een natuurbeschermer.”