Ondanks afsteekverboden in grote gemeenten beleefde de brandweer de drukste jaarwisseling sinds 2020. In Utrecht en Arnhem werd dit jaar, ondanks het verbod, vaker een beroep gedaan op de brandweer dan in de negen jaren ervoor.
Dat blijkt uit een analyse van de berichten die brandweerlieden naar elkaar sturen via het communicatie- en oproepsysteem P2000, dat voor iedereen met de juiste ontvanger af te luisteren is. NRC kreeg via de website 112-nu.nl inzage in alle meldingen die sinds 2015 verstuurd zijn. Meldkamers gebruiken het systeem voor het aansturen van brandweerauto’s en/of -personeel in sms-achtige berichten.
In Utrecht steeg ondanks het afsteekverbod het aantal meldingen van 73 in de nacht van 2023 op 2024 naar 117 deze jaarwisseling – het hoogste aantal ooit. In Arnhem was het aantal meldingen ook niet eerder zo hoog: in totaal 102 meldingen.
In Rotterdam zou het afsteekverbod volgens de gemeente moeten leiden tot een „veilig en gezellig Oud en Nieuw voor iedereen”. Voor vuurwerkliefhebbers was er het nationale vuurwerk op de Erasmusbrug.
In de praktijk werd in Rotterdam de brandweer sinds 2020 niet meer zo vaak opgepiept. De Rotterdamse brandweerman Eric Linthuis zou niet eens meer kunnen zeggen waar hij met Nieuwjaar allemaal is geweest om te blussen. Van de ene plek naar de andere, 36 in totaal, kriskras door de stad. Een woningbrand, ontstaan door een afgewaaide vuurpijl. Een „buitenbrand”, waarbij mensen op straat rommel in de fik hebben gestoken en waar steeds meer pallets, en haast traditiegetrouw deelscooters op worden gegooid. „Soms is het beter om met de gasten die eromheen staan af te spreken: maak het niet groter, want dan moeten we terugkomen en dan moet het uit.”
In totaal waren er negentien gemeenten waar het verboden was om vuurwerk af te steken, waaronder Amsterdam, Zutphen en Utrechtse Heuvelrug.
Branden in vuilcontainers
Een duidelijk effect van de verboden is in de cijfers van de brandweer niet te zien. Als je alle meldingen van de gemeenten met een afsteekverbod bij elkaar optelt, kom je op 900. Dat aantal was in deze gemeenten niet zo hoog in de afgelopen negen jaar, de periode waarover NRC gegevens heeft. Linthuis, de Rotterdamse brandweerman, merkte wel dat er minder vuurwerk werd afgestoken. Maar: „Het vuurwerk wordt wel zwaarder. Cobra’s, shells, dat soort ellende. Het veroorzaakt veel meer schade.” Een veertienjarige jongen kwam in Rotterdam om het leven toen hij vuurwerk afstak. Ook in Tiel overleed een 47-jarige man nadat hij tijdens de jaarwisseling gewond raakte door zwaar vuurwerk.
In Arnhem waren opvallend veel branden in vuilcontainers – 72 stuks, voornamelijk in ondergrondse containers, vertelt Anton Slofstra, brandweercommandant van Gelderland-Midden, waar Arnhem onder valt. „Dan gooien mensen vuurwerk in die container. Waarom weet ik ook niet.” Ondanks de toegenomen meldingen was de sfeer in de stad door het afsteekverbod wel beter dan vorig jaar, zegt hij. „Toen hadden we meer grimmige situaties.”
Drukste dag van het jaar
Het aantal meldingen bij de brandweer liep voor heel Nederland op. In totaal werden er ruim 3.600 meldingen verstuurd – een stijging van zo’n 30 procent ten opzichte van het jaar ervoor. Die stijging was in vrijwel het hele land te zien. In een aantal steden, zoals Tilburg (waar overigens ook een afsteekverbod gold), Zwijndrecht en Gorinchem, was een daling te zien.
De jaarwisseling is de drukste dag van het jaar voor de brandweer. Alleen op uiterst stormachtige dagen is meer brandweerinzet noodzakelijk. Zoals op 18 februari 2022 toen storm Eunice West-Europa teisterde, en in Nederland zeker vier mensen om het leven kwamen. In een etmaal werd de brandweer bijna 4.000 keer opgepiept.
Dan gaat het relatief vaak om meldingen waar weinig haast bij geboden is, zoals een boom op de weg die moet worden opgeruimd. Tijdens Nieuwjaar gaat het veel vaker om ‘PRIO 1’-meldingen, waar iemand mogelijk in levensgevaar is en een brandweerwagen met zwaailichten en sirenes mag uitrukken. Wordt alleen gekeken naar deze meest urgente oproepen, dan is zelfs op de rustigste jaarwisseling meer brandweerinzet nodig dan tijdens storm Eunice. In de nacht van 2021 op 2022, toen vanwege de coronapandemie een landelijk vuurwerkverbod gold, gingen er zo’n duizend berichten uit met het hoogste prioriteitsniveau – zo’n vierhonderd meer dan tijdens een van de zwaarste stormen in vijftig jaar.
Vanaf middernacht piekt het aantal meldingen naar zo’n 500 per uur
Een P2000-bericht staat niet gelijk aan één incident, zegt brandweercommandant Martin Evers bij de veiligheidsregio Haaglanden. „Bij elke opschaling heb je meerdere meldingen, soms wel tien of twaalf. Je hebt de eerst melding van een brand, dan de melding dat het een middelgrote brand is, dan een grote brand enzovoorts.”
Zo steeg in Den Haag het aantal meldingen, maar bleef het aantal incidenten ongeveer gelijk, schat Evers. Zijn korps had te maken met veel opschalingen – voorgaande jaren waren het er één of twee, dit jaar tien. Dit jaar waren er dus ernstigere incidenten, extra belastend voor de brandweer. „Je bent dan urenlang veel mensen en materiaal kwijt, die kun je dan niet elders inzetten.”
Alles in vlammen
De drukte van een doorsnee jaarwisseling begint al op de avond van 30 december. Er komen dan al meer meldingen binnen dan op een gemiddelde dag: zo’n twintig per uur, terwijl dat er normaal gesproken tien zijn.
De rust keert dan even terug – stilte voor de storm. Vanaf Oudjaarsdag, twee uur ’s middags klinkt de pieper steeds vaker: in een uur tijd kwamen er door het hele land 88 meldingen binnen, een verdubbeling ten opzichte van een gemiddelde dag. Die stijging zet door en tussen elf en twaalf uur ’s avonds komen er 237 meldingen binnen. Tussen middernacht en 2 uur ’s nachts piekt het aantal meldingen naar zo’n 500 berichten per uur.
Het aantal P2000-brandweermeldingen per uur
Alles lijkt in vlammen op te gaan: „brandmelding wegvervoer (scooter)” in Amsterdam, „brandmelding afval” in Delft, „brandmelding wegvervoer (auto)” in Nieuwegein. Nog een autobrand in Rotterdam, brand in een „container (ondergronds)” in Zaandam, brand in een sporthal in Heukelum, afval in de fik in Den Haag, een brandende auto in Den Haag.
Veel brandhaarden zijn „vuurwerk gerelateerd”, zegt brandweercommandant Evers: vuurpijlen die woningbranden veroorzaken. Of knalvuurwerk in een ondergrondse container. Die doen niet onder voor de granaat van een Leopard II-tank, zegt hij. Evers kan het weten: „Ik ben 35-jaar reserve-officier geweest bij een verkenningseenheid en weet hoe tankgranaten klinken.”
En toch, zegt de Rotterdamse brandweerman Linthuis, is Nieuwjaar een leuke dag om te werken. „Mensen die spontaan een fijn nieuwjaar komen wensen, waar we een oliebolletje van krijgen, die wat te drinken aanbieden.” Dit jaar moest hij bij de Erasmusbrug door de menigte die naar de vuurwerkshow stond te kijken. Een andere wagen kwam eerder er al en kon het alleen af. „Toen hebben we toch nog even kunnen genieten van het vuurwerk op de brug.”