De vaccinatiegraad onder kinderen blijft dalen. Hoe erg is dat?

Infectieziekten Als de trend doorzet, dan bestaat de kans „dat we meer uitbraken van mazelen krijgen”, zegt het RIVM. Dat virus is „superbesmettelijk”.

Kinderen worden gevaccineerd tegen HPV, een virus dat onder meer baarmoederhalskanker veroorzaakt.
Kinderen worden gevaccineerd tegen HPV, een virus dat onder meer baarmoederhalskanker veroorzaakt. Foto Olivier Middendorp

Voor het tweede jaar op rij is het deel van de jonge kinderen dat alle basisvaccinaties heeft gekregen gedaald. De vaccinatiegraad in de jongste leeftijdsgroep, kinderen tot twee jaar, zakte in 2022 onder de 90 procent, blijkt uit een donderdag gepubliceerd rapport van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Het baart het RIVM zorgen. Vooral de vaccinatiegraad onder baby’s voor mazelen is alarmerend: die dook voor het eerst in jaren ruim onder de 90 procent, terwijl het mazelenvirus wereldwijd aan een opmars bezig is.

De vaccinatiegraad van mazelen is voor ons de graadmeter, zegt Jeanne-Marie Hament, programmamanager van het Rijksvaccinatieprogramma bij het RIVM. „Die ziekte komt nog steeds voor en is superbesmettelijk. Hij heeft een R-getal van 20 tot 35, wat wil zeggen dat één besmet persoon tot 35 anderen kan besmetten.”

Uitbraken

Voor een goede groepsimmuniteit raadt de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) voor mazelen een vaccinatiegraad van 95 procent aan. In Nederland lag die tot nu toe tussen de 90 en 95 procent. „Dat bleek afdoende, op de uitbraken na in gebieden waar minder mensen zich lieten vaccineren, bijvoorbeeld vanuit geloofsovertuiging. Maar als de trend doorzet en de vaccinatiegraad steeds lager wordt, is de kans groter dat we meer uitbraken van mazelen krijgen.”

In het Verenigd Koningrijk is al een zorgwekkende stijging te zien, daar waren van januari tot april dit jaar 49 gevallen van mazelen, bijna evenveel als in heel 2022, met name in Londen.

Het RIVM zet zich nog niet schrap voor grote uitbraken van mazelen in Nederland. „De lage vaccinatiegraad zien we nu vooral in de jongere groepen. Oudere kinderen en volwassenen hebben nog voldoende immuniteit, zij zijn goed gevaccineerd. Maar die daling moet niet verder doorzetten. Dan wordt het risico op uitbraken van mazelen steeds groter.”

Reizigers

Ook de lagere vaccinatiegraad van de andere ziekten baart zorgen. Het Rijksvaccinatieprogramma biedt bescherming tegen difterie, kinkhoest, tetanus, polio, bof, mazelen en rodehond. Daarnaast kunnen kinderen van tien een vaccinatie tegen HPV krijgen, dat onder meer baarmoederhalskanker veroorzaakt, en 14-jarigen een prik tegen hersenvliesontsteking (meningokokken). „Voor al die ziekten wil je groepsimmuniteit houden, ook de ziekten die we nu in Nederland niet zien, zoals difterie. In andere landen komen die wel voor, dus reizigers en vluchtelingen kunnen ze meebrengen”, aldus Hament.

Het RIVM gaat nu onderzoeken waardoor de vaccinatiegraad blijft dalen. Mogelijk komt het doordat sommige jonge ouders minder positief over inentingen denken. In 2022 was de groep jonge ouders die negatief tegenover het Rijksvaccinatieprogramma staat enkele procenten groter dan in 2013, bleek uit een peiling van het instituut. Dat zou een gevolg kunnen zijn van de coronapandemie, waarin het wantrouwen van vaccinaties is aangewakkerd. „We willen in gesprek met deze ouders, om te horen welke zorgen er zijn”, zegt Hamert. Het overgrote deel van de ouders staat overigens nog altijd positief over vaccineren.

Ook kijkt het RIVM naar hoe ze mensen met een migratieachtergrond beter kunnen bereiken. Hament: „Vooral in grote steden blijft de vaccinatiegraad achter, en we willen alle kinderen een gelijke start kunnen geven.” Het RIVM denkt aan begrijpelijkere informatie, gesprekken met professionals, en aan een betere bereikbaarheid van vaccinatielocaties.

Lees ook: Onderzoek: verband tussen vaccinatiebereidheid en sociaal-economische status