N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Duurzaamheid De Puy de Dôme is werelderfgoed. Als de Tour deze berg zondag opgaat, komen sportieve, commerciële en duurzame belangen elkaar tegen.
‘Good grief.” Andrew Harris stuurt zijn auto in de berm langs de provinciale weg. Voor hem strekt zich een goudgeel graanveld uit, op de achtergrond tekent zich tegen de blauwe hemel de Puy de Dôme af. Maar het is Harris te doen om de rij campers die aan de openbare weg staan opgesteld. Met zijn telefoon in de hand, om foto’s te maken, stapt hij uit. „Dit is vreselijk.”
Harris is even daarvoor vanuit Clermont-Ferrand de D941 opgedraaid, het begin van de slotklim van de negende etappe van de Tour de France, komende zondag. De finish is óp de Puy de Dôme. Voor Harris is het een rit met een dubbele lading. Aan de ene kant is de Brit een wielerliefhebber en kijkt hij uit naar de strijd op de flanken van de uitgedoofde vulkaan. Maar Harris is ook vulkanoloog, verbonden aan de Universiteit van Clermont-Ferrand. Samen met zijn collega’s doet hij onderzoek naar de vulkanen – de puys – in het gebied dat onderdeel is van het Centraal Massief. Deze Chaîne des Puys staat samen met de Limagne-breuklijn sinds 2018 op de Unesco Werelderfgoedlijst.
Het is de reden dat de aanwezigheid van de rij campers Harris zorgen baart. „Ze kamperen op een werelderfgoedplek. Dit zou niet moeten mogen.” Snel maakt hij een paar foto’s, die hij doorstuurt naar collega’s. „Als iemand van Unesco dit ziet … Zo wordt het gebied niet beschermd tegen vervuiling door massatoerisme.”
Ook de Tour de France kan niet meer om klimaatverandering en de gevolgen daarvan heen. Vorig jaar werd een etappe tijdelijk stilgelegd omdat klimaatdemonstranten op het parcours zaten. Toen de temperaturen tot boven de veertig graden opliepen, leidden beelden van de Tour-organisatie die het parcours koelde met water tot ophef, omdat er in Zuid-Frankrijk sprake was van bosbranden en droogte.
De Tour speelt zelf een rol in klimaatverandering. Fietsen is in de kern een duurzaam vervoermiddel, maar de Ronde van Frankrijk is een van de meest vervuilende sportevenementen ter wereld, met de Olympische Spelen en het WK voetbal. In het gevolg van de 176 renners reizen drie weken lang meer dan duizend voertuigen mee, variërend van helikopters tot vrachtwagens en van auto’s tot motoren. De fans komen met tienduizenden tegelijk kijken. In 2021 stootte de Tour ruim 216.000 ton CO2 uit, rekende Tour-organisator ASO uit. Evenveel als bijna 14,5 duizend gemiddelde Nederlanders samen in datzelfde jaar.
Columniste Marijn de Vries schreef vorig jaar over de Puy de Dôme: Stink-Tour
Dat is het probleem van grote sportevenementen zoals de Tour, zegt Erik Bronsvoort van Shift Cycling Culture, een Nederlandse ngo die zich inzet voor een duurzamere fietsindustrie. „Ze brengen heel veel mensen op de been, en heel veel mensen zorgen voor heel veel CO2-uitstoot.” Dit vervuilende evenement zal finishen op een plek die moet worden beschermd omdat het „van uitzonderlijke en universele waarde is voor de mensheid”, zoals de website van Unesco vermeldt. Op de Puy de Dôme komen zondag sportieve, commerciële en duurzame belangen elkaar tegen.
Beroemde duels
Het is voor het eerst sinds 1988 dat de renners de vulkaan weer beklimmen. In het verleden werden op de smalle, slingerende weg beroemde duels uitgevochten, zoals in 1964 toen Jacques Anquetil en Raymond Poulidor zij aan zij omhoogreden. Eddy Merckx kreeg in 1975 op de Puy de Dôme van een toeschouwer een vuist in zijn lever geplant, waarna hij de Tourzege aan Lucien van Impe moest laten. Joop Zoetemelk kwam er twee keer als etappewinnaar boven, in 1976 en 1978.
De Ronde van Frankrijk is echter al 35 jaar niet meer langsgeweest. Het circus van de Tour werd te groot voor de smalle weg naar boven, later kwamen daar milieubezwaren bij. In 2010 werd de vulkaan afgesloten voor gemotoriseerd verkeer en fietsers. Daarvoor in de plaats kwam een elektrische trein, die dagelijks toeristen naar de top vervoert.
Terwijl de trein geruisloos naar boven rijdt, van buiten geel en groen beplakt ter ere van de komst van de Tour, vertelt Andrew Harris hoe de lokale overheid de Tour-organisatie lange tijd afhield. „De boodschap was: we gaan het Unesco-project niet opofferen voor een dagje plezier.” Tot grote frustratie van Tour-directeur Chistian Prudhomme, die al sinds zijn aanstelling in 2004 droomde van een nieuwe etappe met aankomst op de Puy de Dôme.
Alles veranderde toen het departement waaronder de Puy de Dôme valt, in 2021 een nieuwe president kreeg. Lionel Chauvin had er minder moeite mee als de Tour zou langskomen, vertelt Harris. „Chauvin zei: dit gaan we doen. Het lijkt alsof hij er niet om geeft dat het Unesco-project wordt opgeofferd.”
Maar er zijn voorwaarden gesteld aan het Tourbezoek: bij hoge uitzondering zijn op de laatste vier kilometer van de etappe, als de weg naar boven krult, geen fans en nauwelijks media welkom. Ook van de teams mogen er minder auto’s naar boven. Op het geluid van de helikopters na zullen de renners hun laatste kilometers afleggen in stilte.
„Zelfs voor de Tour zijn er grenzen”, zegt Karine Bozzacchi. Zij is namens de ASO verantwoordelijk voor het sociaal-maatschappelijk beleid van de Tour. Dat er geen toeschouwers mogen komen kijken, vindt Bozzacchi niet vervelend. „Ik denk dat het voor unieke televisiebeelden gaat zorgen. En op de andere bergen zijn de fans weer welkom.”
Ook de renners lijken zich niet druk te maken om het gebrek aan support. „Het is veiliger en het zorgt voor een kleinere impact op het milieu”, zegt Michael Woods. De Canadees van het team Israel Premier Tech is begaan met het klimaat. Om zo min mogelijk CO2-uitstoot te produceren, vliegt hij weinig en gebruikt hij nauwelijks de auto. Naar de koers neemt hij eigen bestek mee. Volgens hem zijn andere renners positief en geïnteresseerd in zijn ervaringen. Hij heeft zijn buurman in Andorra, de Nederlandse renner Robert Gesink, zover gekregen een elektrische auto aan te schaffen en zonnepanelen neer te leggen.
Lang niet alle renners zijn zo. Guillaume Martin van team Cofidis, die zoveel mogelijk de trein pakt naar wedstrijden om zijn klimaat-impact te beperken, vindt dat te weinig profs met duurzaamheid bezig zijn. In zijn ogen gaan de veranderingen in het peloton veel te langzaam. „Kijk naar het weggooien van bidons en andere dingen. Dat is nu minder dan een aantal jaar geleden, maar het gebeurt nog steeds. Ik vind dat schokkend. Hoe kun je dat nou nog doen met alles wat we weten?”
Bij teams is hetzelfde beeld zichtbaar. Een paar ploegen, zoals het Nederlandse DSM-Firmenich en het Belgische Soudal-Quickstep, doet aan „offsetting”, het compenseren van de eigen CO2-uitstoot. Een aantal teams rijdt rond met hybride of elektrische auto’s. Het Spaanse Movistar draagt deze Tour een shirt van recyclebaar plastic om aandacht te vragen voor klimaatverandering, iets wat team EF Education Post in de Giro d’Italia deed. Maar veel ploegen zijn níet bezig met het klimaatprobleem.
Compostbakken en kortingsacties
Voor Tourorganisator ASO is duurzaamheid een belangrijkste thema, zegt Karine Bozzacchi. Volgens haar zijn er op het gebied van mobiliteit en afvalmanagement grote stappen gemaakt. „Voor het eerst rijden al onze trucks op biobrandstof, we hebben het aantal elektrische en hybride voertuigen uitgebreid en er zijn compostbakken geïntroduceerd voor het voedsel dat wordt weggegooid.”
Volgens Bozzacchi vormen de toeschouwers de grootste bron van de uitstoot van de Tour, meer dan 94 procent. Daarom zijn er kortingsacties om met de trein te komen in plaats van met de auto, zijn er parkeerplaatsen voor fietsen ingericht naast het parcours en heeft de ASO een campagne voor het publiek gelanceerd. „Op die manier proberen we de fans bewuster te maken.” Bozzacchi wijst erop dat de CO2-uitstoot van de Tour sinds 2013 met 40 procent is afgenomen. „En we offsetten onze eigen uitstoot volledig.” Volgens haar beweegt de Tour in de goede richting. Daarom wil de ASO elke twee, drie jaar nieuwe uitstootcijfers gaan publiceren. „Het gaat erom dat je jezelf elk jaar verbetert. Dat willen we laten zien.”
Maar volgens Bronsvoort van Shift Cycling Culture is volstrekt onduidelijk waar ASO haar uitstootcijfers op baseert. „Dat getal van 216.000 ton staat wel op hun site, maar wat nemen ze daarin mee? Ze zijn totaal niet transparant. Ik zie alleen maar mooie uitspraken en weinig concrete doelen. Zo kun je moeilijk meten hoe goed ze het doen.”
Toegenomen toerisme
Bovenop de Puy de Dôme is het uitzicht ver en weids. Veel van de meer dan tachtig vulkanen in de keten kun je zien, wijst Harris. Hij noemt de maatregelen op de Puy de Dôme „het absolute minimum wat ze konden doen”. Die rij met campers op een paar kilometer afstand, die gaat niet verdwijnen verwacht hij, terwijl ook dat beschermd gebied is. „Alle aandacht gaat nu naar die ene berg, en daar stopt het voor hen.”
Met ‘hen’ doelt hij op de lokale overheid. „Je kunt de ASO weinig kwalijk nemen, zij hebben zich gehouden aan de eisen die hier zijn gesteld.” Hij ziet met lede ogen aan hoe lokale bestuurders de erkenning van Unesco vooral hebben aangegrepen om toeristische en commerciële activiteiten te ontplooien. Voor duurzaamheid en behoud van de unieke natuur in de regio, is nauwelijks aandacht meer, zegt Harris. „Sinds 2018 is het aantal bouwprojecten explosief gestegen.”
Ter illustratie pakt hij er een artikel uit de lokale krant La Montagne van afgelopen week bij. „Hier staat hoe alle hotels de komende weken volledig volgeboekt zijn. De verwachting is dat toerisme structureel zal toenemen, en dat is te danken aan de komst van de Tour.”
Desondanks gaat hij toch kijken als de renners zondag langskomen. „Ik haat mezelf erom, maar ik doe het uit respect voor de sporters.” Hij verwacht dat het zal uitmonden in een duel tussen de topfavorieten Jonas Vingegaard en Tadej Pogacar. „Het zal helaas alleen maar over die strijd gaan, en verder niks.”