
Foto Juan Manuel Román
N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Wekelijks een opmerkelijk beeld van een wetenschappelijke gebeurtenis. Deze week: een flesje uit de buurt van Sevilla.
Ook de oude Romeinen roken graag lekker. Dat blijkt uit de chemische analyse van de inhoud van een flesje dat gevonden werd bij bouwwerkzaamheden in Carmona, een stadje in de buurt van Sevilla dat aan het begin van onze jaartelling bij het Romeinse Rijk hoorde. Onderzoekers troffen in de acht centimeter grote ampul olie van patchoeli aan, een stof die tot op de dag van vandaag vaak wordt gebruikt in parfums.
Medewerkers van de universiteit van Cordoba publiceerden hun analyse vorige maand in het wetenschappelijk tijdschrift Heritage. Hun vondst deden ze in 2019, toen onder de Sevillastraat 52 een Romeins mausoleum werd blootgelegd. In de grafkamer lagen zes glazen urnen met daarin de as van drie mannen en drie vrouwen. In de urn van één van de dames, een vrouw van een jaar of veertig, bevond zich een flesje van het soort dat de Romeinen gebruikten om cosmetische producten in te bewaren.
Dit unguentarium was gemaakt van kwarts, een mineraal dat vooral werd verwerkt in luxeproducten. Een stopper van bitumen sloot het flesje af. De onderzoekers zagen dat eronder een gestolde massa zat en besloten die aan een chemische analyse te onderwerpen.
Daarbij troffen ze dus onder meer etherische olie van patchoeli aan. Deze plant (Pogostemon cablin) kwam vooral voor in Zuidoost-Azië en moet dus via goed verknoopte handelsnetwerken de Romeinse provincie Hispania hebben bereikt.
Het is uit andere bronnen bekend dat parfums in de Oudheid al sinds 3000 voor Christus werden gebruikt, maar met deze vondst in Spanje is voor het eerst chemisch geanalyseerd welk geurwater de Romeinen gebruikten.
