Het was even schrikken voor fans van de lokale FC. Honderden amateurvoetbalclubs kregen deze zomer een verkeerd puntenaantal toebedeeld in wedstrijdverslagen op de sites van regiokranten als De Gelderlander, De Stentor en Tubantia. De oorzaak: niet een massale off-day van sportredacteuren, maar een kink in de kabel bij het computerprogramma dat de berichten schrijft.
Uitgever DPG Media startte het ‘robotjournalistieke’ project dit voorjaar. De redactie van het Algemeen Dagblad (AD), waar de regiokranten mee samenwerken, verzamelt per gemeente uitgesplitste data over sport, weer of demografische trends. De computer combineert ze met een door een redacteur geschreven sjabloon en levert per gemeente een kant-en-klaar artikel af. Zo wordt onder de standaardkop ‘Dit is hoe de eerste teams uit [plaatsnaam] dit weekend speelden’ opgesomd wie er scoorden en wat het nieuwe puntenaantal is.
Dat laatste klopte eind mei dus niet, door fouten in de van de KNVB afkomstige data. „Clubs gingen ons bellen, van: we hebben helemaal geen zes punten, maar negen”, vertelt Joris Gerritsen, hoofdredacteur van De Gelderlander en lid van een DPG-werkgroep voor robotjournalistiek. De fout zat door de hele dataset heen. „Toen moesten er in één keer 342 artikelen offline.”
Lees ook
Nieuwsmedia waarschuwen: ChatGPT kan verdienmodel journalistiek ondermijnen
Net als in andere sectoren is in de journalistiek veel te doen over kunstmatige intelligentie (AI), met name ‘generatieve’ AI. Het populaire programma ChatGPT van marktleider OpenAI produceert griezelig goede teksten en er wordt hardop gefilosofeerd wat dat kan betekenen voor de schrijvende journalistiek.
Maar hoewel individuele journalisten regelmatig experimenteren met ChatGPT – zie inzet – houden grote nieuwsmedia de boot af. Ze richten hun pijlen op het simpele broertje van AI: robotjournalistiek. Wanneer iets precies AI is, is onderwerp van discussie, maar Gerritsen zegt over het DPG-project: „Er zit geen zelflerend mechanisme achter, wat kenmerkend is voor AI. Wij spreken daarom van robotjournalistiek.”
Oranje auto’s
Het ANP experimenteerde al in 2017 met robotjournalistiek, Het Financieele Dagblad in 2018. Beide proeven stierven een stille dood. DPG kondigde al in 2017 robotberichten op regioniveau aan. Waarom was de tijd nu pas rijp? „Pas sinds vorig jaar heeft elke gemeente een eigen pagina op AD.nl. Dat moesten we eerst regelen”, zegt adjunct-hoofdredacteur van AD Regio Mark Langeslag.
Zo kan wie in Nunspeet woont, voor lokaal nieuws naar ad.nl/nunspeet, et cetera. DPG heeft niet genoeg journalisten om die pagina en die van de 341 andere Nederlandse gemeentes dagelijks te vullen. Dat is waar de DPG-software om de hoek komt kijken. Die publiceert zijn berichten automatisch op de verschillende pagina’s. Van het aantal oranje auto’s per gemeente, tot het aantal sterfgevallen in het afgelopen jaar. Gerritsen: „We merken dat mensen er behoefte aan hebben om te weten wat er in hun eigen gemeente speelt.”
Nadeel is dat de nieuwswaarde niet altijd even hoog is. De sterfte in de meeste gemeentes bleek bijvoorbeeld heel gemiddeld, wat saaie koppen opleverde als ‘Sterftecijfer in Nunspeet rond landelijk gemiddelde’. En ook CBS-data over lichaamsbeweging leverden massaal dezelfde kop op: ‘Meeste volwassenen in Nunspeet bewegen niet voldoende’. Dat voegt allemaal weinig toe, erkent Langeslag. „Van zulke dingen leren we. Door veel uit te proberen is onze leercurve steil en dat zien we terug in het groeiende aantal lezers van deze berichten.”
Voor die lezers is niet altijd duidelijk waar ze naar kijken. Boven de berichten over sterfte en lichaamsbeweging staat enkel de naam van de redacteur die het tekstsjabloon schreef, en niet dat die tekst daarna nog door de software is aangepast.
Topman Erik Roddenhof zei eerder dit jaar tegen NRC dat robotjournalistiek bij DPG ook taken van de mens kan gaan overnemen. Joris Gerritsen belooft dat robotjournalistiek zijn redacteuren niet gaat vervangen. Die blijft hij nodig hebben om te doen wat technologie niet kan: „Naar een brand, of de burgemeester interviewen.”
Bullshitgenerator
Mediahuis, de grote concurrent van DPG en uitgever van onder andere NRC, kopte deze zomer in een persbericht dat het de „volledig AI-gedreven sportsite Resport.nl” lanceerde. In feite bestaan de artikelen op Resport uit door mensen geschreven ANP-kopij. Wel kan technologie van OpenAI nieuwe koppen bedenken en zou het socialmediaberichten gaan schrijven. Maar de socialkanalen van Resport zijn inactief.
Niettemin kreeg de komst van de ‘AI-nieuwssite’ breed aandacht. Ook toen voetbalmedium Voetbal International (VI) in maart een experiment aankondigde waarbij de term AI viel, werd dat volgens co-hoofdredacteur Pieter Zwart „groter gemaakt dan het was”. „Mensen maakten ervan dat we hele site gingen vervangen door robotjournalistiek.”
VI heeft een speciaal domein op de site met uitslagen per voetbalwedstrijden. Wie doorklikt naar de wedstrijdgegevens, kan nu ook een door de software van de Zweedse start-up United Robots geproduceerde samenvatting tegenkomen. Net als bij DPG zijn het vrij spartaanse opsommingen van het wedstrijdverloop. „Het is vooral bedoeld voor mensen die het fijner vinden om een tekst te lezen dan naar een scoresheet te kijken.” Al voegen beginzinnen als ‘PEC Zwolle heeft het moeilijk gehad in het duel met Excelsior’ wel iets van sjeu toe. „Het taalmodel is gevoed met VI-verslagen, zodat hij ons taalgebruik overneemt.”
Lees ook
AI kan een journalist ‘superpowers’ geven, maar moet dat ook?
Nadat de ontwikkeling met United Robots was begonnen, duurde het „heel lang” voordat de technologie ingezet kon worden, aldus Zwart. En nog steeds maakt het systeem fouten, zoals een thuisclub voor een uitclub aanzien. Verder is Zwart niet ontevreden, al hoopte hij dat de teksten door redacteuren gebruikt konden worden als basis voor een uitgebreider wedstrijdverslag. „Maar onze verslagen hebben een journalistieke invalshoek, bijvoorbeeld door te focussen op een speler die opviel.” De VI-robot meer creatieve ruimte geven, is ook weer geen optie. „Dan wordt het al snel een soort bullshitgenerator. En het moet wel kloppen.”
Ook nieuwssite NU.nl, ook van DPG, experimenteerde recent met AI. Het liet technologie van OpenAI samenvattingen van drie zinnen schrijven boven een deel van de nieuwsartikelen. „Je kunt je afvragen, heb je daar AI voor nodig? Maar we vragen al zoveel van onze redacteuren”, zegt hoofdredacteur Lindsay Mossink.
Afsluiten met: fijne dag!
Een voorzichtig positieve conclusie is dat lezers van de AI-stukken vaker dan anderen naar NU.nl terugkeren, aldus Mossink. Maar niet dat ze de stukken beter uitlezen – waar de redactie wel op mikte, in de veronderstelling dat de samenvattingen de nieuwsgierigheid verhogen.
Elke samenvatting werd eerst door een mens gecontroleerd. Mossink: „In de samenvattingen zaten best wel wat dubbelingen en er waren hier en daar aannames ingeschreven.” Al met al heeft het experiment „nog niet opgeleverd waar we op hoopten”. Ontmoedigd is NU.nl niet: binnenkort begint een tweede test. De kosten zijn alvast geen bezwaar: drie maanden gebruikmaken van de benodigde techniek van OpenAI kostte NU.nl minder dan 100 euro.
De journalistiek wordt regelmatig gewaarschuwd voor het missen van de AI-boot. Net als toen het internet opkwam, zouden media het initiatief te veel aan commerciële bedrijven als Google en OpenAI laten. Die voorzichtigheid heeft te maken met de gevaren van AI, zoals het verzinnen van feiten. Wie is er dan verantwoordelijk: mens of computer? Lindsay Mossink van NU.nl vindt het belangrijk dat de journalistiek AI óók als kans ziet, „niet om inhoud over te nemen, maar als gereedschap om het nieuws toegankelijker te maken”. Een ander voorbeeld daarvan is artikelen laten omzetten naar simpele taal, voor laaggeletterden.
Artikelen helemaal door AI laten schrijven gaat op dit moment niet. De techniek ‘snapt’ niet hoe een journalistiek stuk eruit moet zien, zegt Langeslag. „Dan sluit hij bijvoorbeeld af met: fijne dag!” Mossink: „We zijn nog ver verwijderd van in vertrouwen een groot deel van onze journalistieke inhoud aan deze technologie overlaten. En dan nog is de vraag of je het moet willen.”