De ploeg van Rutte IV: wie viel op? Wie bleef onzichtbaar? En wie komt er dit jaar in beeld?


Kabinet-Rutte IV Een jaar geleden trad het kabinet-Rutte IV aan. Dit zijn de meest én de minst opvallende bewindslieden. En wie zal er binnenkort van zich laten horen?

Het kabinet-Rutte IV trad dinsdag precies een jaar geleden aan. Na de stroeve formatie in 2021 had de doorstart van Rutte III – in dezelfde samenstelling van VVD, D66, CDA en ChristenUnie – veel weg van een verstandshuwelijk. De onderlinge verhoudingen tussen de kopstukken was moeizaam, het vertrouwen bij de kiezers laag. En toen moest de oorlog in Oekraïne nog beginnen, met behoorlijk ingrijpende gevolgen ook voor de Nederlandse economie en samenleving.

Hoe hebben de bewindslieden van Rutte IV het eerste jaar doorstaan? Wie vielen op? Wie niet? En wie zullen de komende tijd in beeld komen?

Meest opvallende bewindslieden

Als langst zittende premier is Mark Rutte stevige kritiek wel gewend: van de oppositie, opiniemakers, demonstranten en van anonieme haters op sociale media. In 2022 kwam er een nieuwe vorm van weerstand bij: die uit eigen kring. Dat was voor het eerst sinds zijn premierschap ruim twaalf jaar geleden begon. Kritische VVD’ers keerden zich tegen het stikstofbeleid van Ruttes kabinet en de verplichte spreiding van asielopvang onder gemeenten. Ook lokale VVD-bestuurders roerden zich. Volgens een deel van de eigen achterban heeft Rutte zijn oor te veel te luisteren gelegd bij D66 en voert Rutte IV een te progressief, links beleid.

Het is geen toeval dat, ná Rutte, de twee bewindslieden die in 2022 het vaakst in het nieuws waren juist over deze twee beleidsterreinen – stikstof en asiel – gaan. Christianne van der Wal-Zeggelink, de minister voor Natuur en Stikstof en Eric van der Burg, de staatssecretaris voor Asiel en Migratie. Zij worstelden zichtbaar met hun lastige portefeuilles en voerden felle debatten met de Kamer.

Extra complicatie is dat ook zij van de VVD zijn en dus eveneens verzet van eigen kiezers en partijleden te verduren krijgen. Van der Wal werd in augustus ook openlijk vanuit het kabinet aangevallen. CDA-leider Wopke Hoekstra probeerde haar stikstofplannen onderuit te halen.

Sigrid Kaag (D66) had een strenge minister van Financiën willen worden. Al kort na haar aantreden liet ze doorschemeren dat het voortdurend compenseren van burgers en bedrijven, zoals tijdens de coronacrisis was gebeurd, niet eeuwig kon doorgaan. Het liep anders. De energieprijzen, al hoog voor haar aantreden, gingen door het dak als gevolg van de Russische oorlog in Oekraïne. Bovendien bleek dat de economie zo gezond was dat de extra overheidsschuld van de coronajaren al snel afnam.

Er kwamen toch weer compensatie- regelingen. Zo werd Kaag alsnog wat ze aanvankelijk niet wilde zijn: een uiterst genereuze minister van Financiën. In 2023, beloofde ze onlangs, wordt het écht anders. Daarnaast heeft ze nog een ambitie: de leiding pakken bij het opstellen van nieuwe Europese begrotingsregels.

Minister Conny Helder (Volksgezondheid en Sport, VVD) kwam in het nieuws om de verkeerde redenen: het WK voetbal in Qatar en de ‘mondkapjesdeal’ van haar voorganger Hugo de Jonge. Terwijl haar echte opdracht, de ouderenzorg verbeteren, groot is. De vergrijzing neemt toe, doordat ook de jongsten van de babyboom-generatie met pensioen zijn gegaan, en de personeelstekorten in de zorg zijn groot. De thuiszorg en huisartsen zijn overbelast, verpleeghuizen ook.

De strategie die Helder in juli presenteerde is verder inzetten op ‘zelfredzaamheid’ van ouderen: „zelf als het kan, thuis als het kan, digitaal als het kan.” Dat betekent beeldbellen met de wijkverpleegkundige en een sensor die alarm slaat als een oudere is gevallen. Verpleegkundigen, verzorgenden en artsen zijn kritisch.

Wie wel opviel om de inhoud: vicepremier Carola Schouten (Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, ChristenUnie). Toen zij een jaar geleden op het bordes stond, had ze nog geen idee dat haar armoedeportefeuille door gierende inflatie zó sterk in de belangstelling zou komen te staan.

Daarnaast heeft ze een van de grootste naoorlogse stelselhervormingen door de Tweede Kamer geloodst: een nieuw pensioenstelsel. In de debatten hierover wist Schouten de meest technische, gedetailleerde vragen te beantwoorden, soms uit het hoofd. Dat deed ze niet vol vuur, maar kalm en feitelijk. Dat betaalde zich uit in ruime steun: ook de oppositiepartijen PvdA, GroenLinks, SGP en Volt stemden voor.

Minst opvallende bewindslieden

Christophe van der Maat (VVD) was een jaar geleden een onbekend gezicht in politiek Den Haag. En dat is de staatssecretaris van Defensie nog steeds een beetje. Toch heeft de Brabantse oud-gedeputeerde niet stilgezeten. Om het forse personeelstekort bij Defensie – 9.000 vacatures – op te lossen wil hij het werk aantrekkelijker maken: vrouwen krijgen bij gelijke geschiktheid voorrang, de lonen gaan omhoog, en jongeren kunnen een jaar stage komen lopen.

Van der Maat moet ook iets doen aan het gebrekkige materieel en het slecht onderhouden vastgoed. De krijgsmacht verkeert in zo deplorabele staat dat hij bij werkbezoeken schrok. Wachten was geen optie: door het uitbreken van de oorlog in Oekraïne moest Van der Maat versneld extra munitie, gevechtsvliegtuigen en drones bestellen.

Water, wegen, de trein en Schiphol – de twee bewindslieden die politiek verantwoordelijk zijn voor deze wezenlijke behoeften van de moderne mens zijn opvallend weinig in het nieuws geweest: Mark Harbers (VVD) en Vivianne Heijnen (CDA), respectievelijk minister en staatssecretaris van Infrastructuur & waterstaat. Het duurde tot eind november voor het duo met zijn beleidsbrief kwam over hoe zij verstandig en duurzaam water- en bodembeheer zien. Dat is een onlosmakelijk onderdeel van het klimaat- en natuurbeleid de komende decennia.

Behalve grote investeringsplannen in wegen en spoor is er een immense hoeveelheid achterstallig onderhoud. De recente acute afsluitingen van de A7 bij Sneek en de Nelson Mandelabrug in Zoetermeer maakten akelig duidelijk dat de staat van de infrastructuur problematisch is. De Rekenkamer wijst hier al jaren op.

Ook Aukje de Vries (VVD) maakt kans op de trofee voor het minst zichtbare kabinetslid. Maar voor een staatssecretaris op het onderwerp Toeslagen is dat eerder een goed teken. Helemaal soepel verloopt de hersteloperatie voor de Toeslagen- affaire niet. De complexe afhandeling van duizenden individuele zaken vreet tijd en drie ombudsmannen waarschuwden eind december nog in NRC dat schuldeisers beslag dreigen te leggen op de compensatie voor kinderen. Tegelijkertijd blijven veel tips over belasting- en toeslagenfraude op de plank liggen. De Vries signaleerde al dat zelfs de schadeafhandeling een nieuwe prooi dreigt te worden voor fraudeurs. Ze zal ook in 2023 moeten blijven laveren tussen de zachte en de harde hand.

Voorganger Alexandra van Huffelen groeide als staatssecretaris op het Toeslagendossier juist uit tot één van de bekende gezichten van de regeringsploeg. Althans, onder de gedupeerden. Doorlopend verschenen filmpjes waarin Van Huffelen hen op de hoogte stelde als er nieuws te melden viel over het schadeherstel – en dat was zelden goed nieuws. Nu is Van Huffelen (D66), verantwoordelijk voor de betrekkingen met het Caribische deel van het koninkrijk en digitalisering, vrijwel onzichtbaar.

Toch oogst ze ook nu met een deel van haar portefeuille veel aandacht. Samen met minister Micky Adriaansens (Economische Zaken, VVD) is ze verantwoordelijk voor de Europese digitale identiteit. Die moet het makkelijker maken voor EU-burgers om buiten de eigen landsgrenzen bijvoorbeeld een bankrekening te openen of doktersrecept af te halen. Een groot deel van de Tweede Kamer is er sceptisch over: zijn de systemen wel veilig genoeg? En verliest Nederland niet opnieuw soevereiniteit aan Brussel?

Ook staatssecretaris Maarten van Ooijen (Volksgezondheid, ChristenUnie) was niet erg zichtbaar. Terwijl de jongste bewindspersoon van Rutte IV (32 jaar) verantwoordelijk is voor thema’s die regelmatig het nieuws halen: jeugdzorg, dakloosheid en leefstijl en preventie. Vooral de jeugdzorg vraagt veel aandacht: die loopt vast door een combinatie van weinig personeel en veel aanmeldingen, ook voor lichte hulpvragen. Daardoor lopen de kosten snel op. Al meer dan een jaar onderhandelt Van Ooijen met de gemeenten over een efficiëntere jeugdzorg. Hij hoopte voor de Kerst een akkoord te kunnen sluiten, maar dat lukte niet. Belangrijkste knelpunt: geld. Van Ooijen wil direct 1 miljard euro bezuinigen. Gemeenten betwijfelen hoe realistisch dat bedrag is.

Van wie gaan we nog horen?

Groene industriepolitiek is hip, maar dat is aan Micky Adriaansens (Economische Zaken, VVD) niet te merken. Aan de coalitie ligt het niet: niet alleen D66 en ChristenUnie, ook CDA en VVD hebben het klimaatbeleid omarmd en er zit meer dan 30 miljard euro in een klimaatfonds. Een groot deel daarvan is bedoeld om de industrie te helpen vergroenen. Toch wil dat niet vlotten. Adriaansens wist tot nu toe slechts met drie van de twintig grote uitstoters afspraken te maken. Ze wil dat dit jaar geregeld hebben.

Als iemand in Rutte IV barst van de plannen, is het Hugo de Jonge (CDA). De minister van Volkshuisvesting ging op zijn nieuwe post voortvarend van start: een Nationale Woon- en Bouwagenda, zes beleidsprogramma’s, betere huurbescherming, concrete bouwafspraken. Het komend jaar zal De Jonges enthousiasme getest worden. Daarbij springen vooral de provincies in het oog. Zij hebben met de minister afgesproken meer dan 900.000 woningen te bouwen en zullen dit jaar moeten laten zien hoe ze infrastructuur, woningen, groen, landbouw en energie op hun grondgebied willen inpassen. Het is nog maar de vraag of de provincie- besturen die na de verkiezingen in maart aantreden er hetzelfde over denken als De Jonge.

Leraren zijn enthousiast over de ministers van Onderwijs, Dennis Wiersma (VVD) en Robbert Dijkgraaf (D66). Ze praten aanstekelijk over het belang van goed onderwijs en dus van goede leraren. Maar er is een schreeuwend lerarentekort en het gemiddelde niveau van het onderwijs daalt. In april trok het kabinet 990 miljoen euro extra uit om het werken op een basisschool financieel even aantrekkelijk te maken als dat op een middelbare.

Ook de kwaliteit van de universiteiten is de afgelopen vijftien jaar in de verdrukking gekomen. Het aantal studenten groeide, van 165.000 tot 328.000 in 2020, maar de budgetten verdubbelden niet. Dijkgraaf kreeg in het regeerakkoord 10 miljard extra om de druk op studenten en docenten te verlagen.

Hans Vijlbrief (D66), staatssecretaris van Mijnbouw, heeft het afgelopen jaar veel energie gestoken in Groningen. Maandelijks reisde hij naar Loppersum, om met gedupeerden van de aardbevingen te spreken. Bij de parlementaire enquête over de gaswinning zei hij dat hij „razend” is op de NAM, die niet alle rekeningen wil betalen. Een belangrijk moment voor hem – en voor het hele kabinet – wordt de presentatie van het rapport van de enquêtecommissie, in februari. Het is wel zeker dat daarin een hard oordeel zal staan over zijn voorgangers. De vraag is of hij daar de verantwoordelijkheid voor moet nemen. Vijlbrief deed er tot nog toe luchtig over: „Ik doe gewoon mijn werk, als de Kamer geen vertrouwen meer in mij heeft, dan sturen ze mij naar huis.”

Karien van Gennip (Sociale Zaken, CDA) werd vooral bekend om een uitspraak in het AD. Franse jongeren uit probleemwijken zijn welkom in de Nederlandse horeca en tuinbouw, zei ze. De komende maanden zullen we meer gaan horen over haar plannen – die op zijn zachtst gezegd ambitieus zijn. Zo wil Van Gennip de kinderopvang vanaf 2025 bijna gratis maken voor alle werkende ouders. Lastig, want ze moet zien te voorkomen dat daarmee nóg langere wachtlijsten ontstaan. Net zo taai zijn de regels rond werk. Van Gennip wil het duidelijker maken voor bedrijven wanneer zij een zzp’er mogen inhuren, en voor welke werkzaamheden iemand in loondienst moet komen.

De man met de minste vlieguren in het kabinet staat de komende weken voor een zware klus. Het is aan Piet Adema (ChristenUnie), die begin oktober de voortijdig vertrokken landbouwminister Henk Staghouwer opvolgde, om een deal met de agrarische sector te sluiten. Dat landbouwakkoord zal de weg vrij moeten maken voor twee andere grote kwesties van het kabinet die zijn vastgelopen: het stikstofdossier van Christianne van der Wal en de woningnood. Zonder wenkend toekomstperspectief zullen conventionele boeren niet willen meewerken aan de strikte stikstofdoelen van het kabinet. En zonder die strikte stikstofdoelen is er (juridisch) geen ruimte voor de ambitieuze bouwplannen van Hugo de Jonge.

Illustraties Rik van Schagen