De opvolger van Klaas Knot bij DNB: radicaal zichzelf maar qua visie zijn ze een Siamese tweeling

‘Olaf Sleijpen, directeur Monetaire Zaken, eet met toewijding een bakje skyr alsof skyr de betere kaviaar is.”

„Olaf Sleijpen, die tijdens vergaderingen onderuit gezakt in zijn stoel hangt en doet alsof hij meeleest terwijl je hem ziet denken: ik had nu een cocktail op Capri kunnen drinken.”

„Olaf Sleijpen (…) te paard naar de vergadering van de ECB in Frankfurt am Main (…). Olaf draagt een zwarte cape waarop in witte letters staat: parler-vrai.”

Abonnees van Het Financieel Dagblad konden vorig najaar de indruk krijgen dat er een heuse cultfiguur met de naam Olaf Sleijpen rondliep in de directiegangen van De Nederlandsche Bank. Schrijver Arnon Grunberg liep ‘stage’ bij de financieel toezichthouder en deed daarvan wekelijks verslag in het FD. Naast de hoofdpersoon in Grunbergs schrijfsels, president Klaas Knot, figureerde nadrukkelijk Knots naaste collega Olaf Sleijpen. Een beetje vreemd, onaangepast, zo kwam Sleijpen over. Eigenzinnig ook, anders dan andere DNB’ers. Radicaal zichzelf, dat sowieso.

Enige karikaturisering van de werkelijkheid is Arnong Grunberg niet vreemd, maar in essentie wist hij Sleijpen goed te treffen. Wat Grunberg ook opmerkte: „Vermoedelijk zijn er twee soorten DNB’ers. Zij die Knot volgen: vergaderen is yoga met andere middelen. En zij die Sleijpen volgen: vergaderingen zijn als de zweetvoeten van mijn partner die ik tolereer.”

Voor de Knot-volgers breekt wat dat betreft een nieuwe periode aan. Want Knot moet op 30 juni – na exact veertien jaar – definitief de deur achter zich dichttrekken om plaats te maken voor de man die als zijn tegenhanger werd neergezet: Olaf Sleijpen. Maar anders dan Grunberg suggereert, is dat vooral een keuze die nauwelijks een rimpeling zal veroorzaken, noch in het toezicht, noch in het monetair beleid, de twee belangrijkste taken van DNB.

Want karakterologisch mogen de twee verschillen, economisch-inhoudelijk lijken Knot en zijn opvolger wel een Siamese tweeling. Beiden werkten voor hun benoeming het grootste deel van hun carrière al bij DNB, beiden studeerden in Groningen (hoewel Limburger Sleijpen eerst in Maastricht) en beiden hebben een sterke voorliefde voor met name de intenationale economie. Demissionair minister van Financiën Eelco Heinen (VVD) en de Raad van Commissarissen van De Nederlandsche Bank kiezen dus voor continuïteit, in tijden van geopolitieke onrust met een dreigend handelsconflict en een voortdurende oorlog in Oekraïne.

Inhoudelijk de juiste man

De raad van commissarissen van DNB, voorgezeten door oud-topambtenaar en bewindsman Martin van Rijn (PvdA), nam het voortouw in de selectie van Olaf Sleijpen (Schin op Geul, 1970), met hulp van externe recruiters. De raad hield tijdens de zoektocht contact met het ministerie van Financiën. Na goedkeuring van Heinen stemde het demissionaire kabinet in met zijn benoeming.

Sleijpen beschrijft zichzelf als ‘typische nerd’ die slecht was in sport en flink is gepest

De profielschets die de raad van commissarissen in februari dit jaar opstelde, bevat een veelzijdige eisenlijst: „diepgaande kennis” op monetair en financieel vlak moet samengaan met aanzienlijke internationale ervaring en managementervaring. DNB-president zijn is een functie in de publieke schijnwerpers: een „goede maatschappelijke antenne” is nodig, een „overtuigende persoonlijkheid” en „het vermogen om duidelijk en overtuigend te communiceren”, aldus de profielschets.

Sleijpen, die al jaren Knot vergezelt naar de ECB-vergaderingen in Frankfurt en hem elders vaak vervangt, zal niet schrikken van deze eisen. Sleijpen werkt al jaren bij De Nederlandsche Bank: hij begon er in 1993 als econoom bij de afdeling Internationale Zaken. Ook was hij van 2001 tot 2004 adviseur van ex-ECB-president Wim Duisenberg, de eerste president van de Europese Centrale Bank. Na een kort uitstapje naar de pensioenwereld keerde hij in 2011 weer terug bij de bank.

In zijn huidige functie als directeur monetaire zaken is hij onder meer verantwoordelijk voor economisch beleid en onderzoek, financiële stabiliteit, financiële markten, betalingsverkeer en marktinfrastructuur, en statistiek. In een eerste reactie zei Heinen dan ook dat Sleijpen „een uitstekende kennis van monetaire zaken, kennis van de financiële sector en een internationale blik” heeft.

„Olaf is een inhoudelijk sterke, integere en verbindende leider”, zegt vertrekkend president Klaas Knot over hem. „Ik heb het volste vertrouwen dat hij DNB met gezag en visie zal blijven ontwikkelen. Ik wens hem daarbij alle succes en voldoening.”

En voorzitter van de rvc Martin van Rijn schrijft in een reactie: „Olaf Sleijpen is een autoriteit op het snijvlak van monetair beleid, financiële stabiliteit en Europese samenwerking. Hij combineert inhoudelijke diepgang met bestuurlijke ervaring, heeft een sterk ontwikkeld maatschappelijk kompas en een brede achtergrond binnen DNB – zowel in het monetaire domein als in het toezicht.”

Sleijpen erft van Knot een organisatie met ruim 2.300 medewerkers. Als DNB-president beslist hij mee over het monetair beleid van de eurozone, in de bestuursraad van de Europese Centrale Bank. DNB is toezichthouder van banken, pensioenfondsen en verzekeraars en doet vaak economische aanbevelingen aan het kabinet.

De koers moet verlegd worden

Helemaal rimpelloos zal de overgang van Knot naar Sleijpen echter niet zijn. „Sleijpen staat voor de belangrijke taak het toezicht van DNB verder te moderniseren”, aldus demissionair minister Heinen vrijdag. Daarmee liet hij een klein beetje licht schijnen op het benoemingsproces van de afgelopen maanden. Want dat duurde deze keer erg lang. Bronnen in Den Haag suggereerden dat dit te maken kon hebben met de bezoldiging van de nieuwe president. Klaas Knot verdient 500.000 euro per jaar en wijkt daarmee fors af van het maximum dat is vastgesteld in de Wet Normering Topinkomens. Voor 2025 is dat 246.000 euro per jaar. Ook Sleijpen gaat meer verdienen dan deze zogenoemde Balkenende-norm: hij begint op 450.000 euro per jaar. De beloning van de DNB-president wordt hiermee verder teruggebracht richting de WNT-norm, zegt Financiën.

Nog opmerkelijker is dat Heinen de benoeming van Sleijpen ook aangrijpt om een debat te starten over de maximale zittingsperiode van een president van DNB. Sleijpen is nog benoemd volgens de nu geldende termijn van zeven jaar (met maximaal een keer verlenging). Heinen wil dat veranderen zodat een DNB-president nog maximaal twee keer vijf jaar kan dienen. Veertien jaar vindt hij echt te lang, „dan ontstaat het risico van verkokering”.

Het is de tweede keer in relatief korte tijd dat de politiek ingrijpt in de zittingsduur van een DNB-president. In 2010, vlak voordat Knot benoemd werd, had het kabinet net besloten dat een DNB-president maximaal twee termijnen van zeven jaar mocht zitten. Die beperking gold daarvoor niet. Destijds werd dat besluit gekoppeld aan de onvrede die er in Den Haag bestond over de manier waarop toenmalig DNB-president Nout Wellink zich in de de bankencrisis had opgesteld.

Politiek gezien lijkt de keuze van Heinen niet op veel weerstand te stuiten. En ook onder financieel economen wordt de verkorting van de zittingsduur van de centrale bankier niet als problematisch gezien.

Asportief en liberaal

Sleijpen groeide op in Limburg. In de podcast Leaders in Finance, waarin financiële kopstukken wekelijks worden geïnterviewd, vertelt Sleijpen dat hij in een beschermde omgeving op het platteland van Zuid-Limburg is opgevoed. Zijn ouders noemt hij sociaal begaan en beschrijft hij als linkse CDA’ers. Vader werkte bij het Centraal Bureau voor de Statistiek in Heerlen, vlak voor zijn pensioen als hoofd personeelszaken, zijn moeder was huisvrouw en actief in de gemeentepolitiek. Zelf is hij later lid geworden van de VVD, en zelfs kandidaat raadslid voor die partij in Amsterdam.

Hij noemt zichzelf „geradicaliseerd” op zijn „oude dag” het gebied van homo-emancipatie

Cum laude behaalde hij zijn papieren op het gymnasium en de universiteit. Op de basisschool al, vertelt hij in de podcast, noemden zijn klasgenoten hem professor. Zijn bril hielp niet mee, zegt hij. „Ik was ook heel slecht in sport. De typische nerd.” Sleijpen werd flink gepest, vertelde hij.

Nout Wellink, een van zijn voorgangers als DNB-president, stimuleerde hem om te promoveren. Sleijpen vond Europa altijd al sinds hij jong was interessant. Vanwege de ligging van Limburg middenin Europa, en omdat hij studeerde in Maastricht in de tijd dat het Verdrag van Maastricht gesloten is. In zijn proefschrift, dat hij in vijf jaar schreef terwijl hij ook werkte voor de DNB, beantwoordde hij de vraag of de Europese monetaire unie een begrotingsunie vereist. Sleijpen probeerde lessen te trekken uit de Verenigde Staten en concludeerde dat „een monetaire unie niet per se succesvol is, wanneer zij vergezeld gaat van een politieke unie.” Maar hij schrijft ook: wat geldt voor de Verenigde Staten, geldt niet automatisch voor de Europese Unie.

Het debat over een politiekere unie is nog altijd actueel, zeker nu gezamenlijke Europese investeringen in defensie, klimaat, techniek en innovatie weer op de agenda staan. Hier zal Sleijpen echter, net als Knot, nauw aansluiting moeten blijven houden met het ministerie van Financiën. Een al te eigenzinnige koers van DNB inzake Europese financiering wordt als ongewenst gezien.

Er nog een eigenschap van Sleijpen waar hij zich publiekelijk mee afficheert: zijn seksuele geaardheid. Sleijpen zit namelijk in de Raad van Toezicht van Het Blauwe Fonds. Dat is een stichting die projecten ondersteunt die lhbti-emancipatie bevorderen. In de podcast noemt hij zichzelf „geradicaliseerd” op zijn „oude dag” het gebied van homo-emancipatie. Sleijpen, zelf homoseksueel, zegt de tolerantie te zien afnemen. Hijzelf heeft nooit intolerantie ervaren, maar hij heeft gedurende zijn carrière ook mensen leren kennen die hard voor hun plekje hebben moeten knokken. Daarvan leerde hij: voor je rechten moet je vechten. „We moeten ons iedere dag bewust zijn van het feit dat het anders kan en in de grootste delen van de wereld ook anders is.”

En hoe, tenslotte, kijkt columnist Arnon Grunberg naar de benoeming van een van zijn favoriete karakters? Het FD vroeg hem om een reactie: „Hij zal de economie te lijf gaan met gezond relativerings- en analytisch vermogen. De economie kan met een gerust hart bij hem op de divan gaan liggen.”