De moskee is te klein – voor de uitbreiding wordt geld ingezameld

Het is deze woensdag zes uur ’s ochtends als de drukte aan de Groningensingel in Arnhem-Zuid aanzwelt. Eerst loopt de parkeerplaats voor het voormalige schoolgebouw vol, daarna de parkeervakken in de straat entenslotte die in de omliggende straten. Voor buren is deze periodieke verstopping intussen een vertrouwd tafereel. Rond gebedstijden heerst er ’s avonds en op vrijdagmiddag topdrukte.

In de maand ramadan kreeg de Nour al Houdamoskee iedere avond tot wel zes- à zevenhonderd personen te verstouwen. Woensdag, tijdens het eind van de vastenmaand, zijn er zeker achthonderd mannen en vierhonderd vrouwen in en rond het gebouw. Overal hopen zich stapels sneakers op – bidden doet men blootvoets. Als blijkt dat zowel de voormalige aula als de gymzaal vol zitten wordt in allerijl blauw dekzeil op de stoep gelegd om de laatkomers te faciliteren. „Met dank aan Allah blijft het droog”, klinkt het opgetogen.

Om het verkeer in goede banen te leiden wemelt het van de vrijwilligers in groene en oranje hesjes, die er tot in de wijde omtrek alles aan doen moskeegangers zó te laten parkeren dat de overlast enigszins binnen de perken blijft. Om de parkeerwachters te bedanken heeft het bestuur deze ochtend van Eid-al-fitr voor alle vrijwilligers een ontbijt klaar staan – zoet Marokkaans platbrood, gekookte eieren, verse muntthee. „Dat hebben ze wel verdiend”, zegt bestuursvoorzitter Khaled Mouhouti, die vandaag in witte gebedskledij met stemmig grijs colbert gekleed is.

Overal in het gebouw liggen sneakers.
Foto Merlin Daleman

Theorie en praktijk

Na een maand vasten is het vandaag feest in de moskee. Overal hangen gouden opblaasballonnen waarmee de gelovigen elkaar Eid Mubarak toewensen. „Maar voor mij begint de ramadan juist vandaag”, zegt de 51-jarige Rashid Harrak. „De Profeet zegt: je moet het hele jáár goed zijn voor mens en dier.” Hij maakt een vergelijking met autorijden. „Je moet het zo zien: de ramadan is de theorie, de rest van het jaar de praktijk. Dan komt het erop aan te laten zien wat je geloof betekent.”

Wat volgt is een klassiek bekeringsverhaal. „Tot mijn 24e zat ik in de criminaliteit. Ik verdiende bakken met geld en dacht dat ik daar gelukkig van zou worden. In plaats daarvan belandde ik meermaals in de cel.” Met het vuur van een ware gelovige in de ogen zegt hij: „In Marokko, waar ik vandaan kom, is de islam onderdeel van de cultuur. Pas toen ik zelf de Koran en vooral de Hadith [overgeleverde verhalen over de profeet Mohammed en zijn volgelingen] ging bestuderen zag ik hoezeer dat geloof bepaald wordt door traditie. Zo is het in Marokko heel gebruikelijk om een hond te schoppen. Terwijl de Profeet juist vol barmhartigheid voor dieren is.”

Eid Mubarak wensen de gelovigen elkaar.
Foto Merlin Daleman

Ongevraagd dist hij het ene na het andere verhaal op, over hoe de Profeet een boom een knuffel geeft en zijn leerlingen maant hun kamelen niet te zwaar te belasten. „Geloof me” zegt hij, „als ik met mijn dochters bij de kinderboerderij of in de dierenwinkel ben en een koranvers reciteer, begint de haan te kraaien.” Harraks verhaal klinkt – in verschillende varianten – vaker in Islamitisch Cultureel Centrum Nour al Houda. Juist in de seculiere Nederlandse samenleving vormt het geloof voor velen een baken. „Het is hier makkelijker om de echte islam te belijden als in Marokko, waar iedereen moslim is”, zegt Harrak.


Lees ook
Iftar op school: ‘De geloven lijken op elkaar, alleen de rituelen zijn anders’

Aanvankelijk hoopte de organisatie dat er 30 mensen zouden deelnemen aan de iftar op het Antoniuscollege in Gouda. Het werden er 93.

Het verklaart waarom de moskee een ernstig tekort aan ruimte heeft. „En dan hebben we ook nog een imam met een geweldige stem. Hij heeft deze ramadan in twintig dagen de hele Koran gereciteerd. Echt indrukwekkend.”

Het bestuur denkt 900.000 euro nodig te hebben voor een verbouwing die ervoor moet zorgen dat het alle bidders kan herbergen. Deze ramadan is er weer ruim 100.000 euro ingezameld, vertelt voorzitter Mouhouti. „Er wordt wel eens geklaagd. Waarom moeten we wéér betalen? Wanneer begint die bouw nu eens? Maar bouwen kost nu eenmaal veel geld en we betalen alles uit eigen zak.”

Een kleine tien jaar terug wist de gemeenschap ook het aankoopbedrag – zo’n 1 miljoen euro – op te brengen, dus Mouhouti vertrouwt erop dat ook de verbouwing gefinancierd wordt. „Maar we zamelen niet alleen voor onszelf geld in. Door giften uit de moskee konden we deze ramadan ook iedere avond de vasten breken met zo’n negentig ouderen en behoeftigen.”

De moskee werd woensdag bezocht door zo’n 1.200 mensen.
Foto Merlin Daleman

Altijd vergeving

Het steekt wel eens, wil Mouhouti nog kwijt. Al die inspanningen voor elkaar en voor de samenleving, en dan tóch beschouwd worden als maatschappelijk probleem waartegen de grootste partij van het land voortdurend te hoop loopt. Terwijl veel jongeren bij de moskee binnenkomen als „deugnieten” en juist door de godsdienstoefening veranderen in betrokken ouders en burgers.

Harrak, die meermaals een cel van binnen zag, ziet zijn geloof als „een pensioen”, voor na zijn overlijden. „Voor moslims is er altijd vergeving, zelfs al heb je honderd man vermoord. Alleen een atheïst die in de fout gaat, heeft straks een probleem.” Maar, benadrukt hij, dat betekent niet dat hij andersgelovigen anders behandelt. „We ademen allemaal dezelfde zuurstof. Dus als ik 1 miljoen heb en mijn buurman heeft 1.000 euro nodig, dan is het mijn plicht om hem te helpen. Of hij nu gelooft of niet.”

Voor de buren van de moskee is het ongetwijfeld een opluchting dat de vastenmaand voorbij is. Mouhouti: „We kregen maar één keer bezoek van de politie. Sommige bezoekers hadden hun auto voor carports in de buurt hiernaast geparkeerd. Stom hè?” Hij sprak de foutparkeerders er meteen op aan. „Tsja, we blijven mensen, hè.”