De kleine buidelmol is een spectaculair voorbeeld van convergente evolutie

De kleine buidelmol leeft als een mol, graaft als een mol en ziet eruit als een mol. Toch is de uit Australië afkomstige buidelmol in de verste verte geen familie van de mol die in Europa voorkomt. De soorten worden gescheiden door 130 miljoen jaar evolutie. De kleine buidelmol is nog het meest verwant aan buideldassen en buidelhazen, ook uit Australië.

Dat de buidelmol toch zo sterk lijkt op de Europese mol is volgens biologen die het genoom van de dier ontrafelden een spectaculair voorbeeld van ‘convergente evolutie’. Daarbij komt de evolutie in de loop van miljoenen jaren langs verschillende lijnen met dezelfde ‘oplossing’ op de proppen. Hoe soorten zich ontwikkelen wordt dan gestuurd door dezelfde omgevingsfactoren, in dit geval een permanent ondergronds bestaan.

De kleine buidelmol heeft net als de Europese mol sterk gedegenereerde ogen en gespecialiseerde graafpoten. Graven in de Australische woestijn is echter toch net even wat anders dan in de Europese bodem. Waar de Europese mol gangenstelsels en molshopen kan maken, storten de gangen die de Australische mol graaft onmiddellijk weer in. Het graven van dit dier is daarom wel beschreven als ‘zwemmen door het zand’.

Dat vergde nog een subtiele aanpassing: de buidel van het dier zit niet aan de bovenkant maar aan de onderkant. Dat voorkomt ‘zandhappen’.



Delen