Voor het Rotterdamse restaurant Prachtig steekt het Willemsplein als een hoekige punt de Maas in. Hoog, rechts torent de Erasmusbrug over het plein en het grote terras daar, gevuld met stoelen en picknicktafels en kleurrijke slingers van lampjes. Het is rond 20.00 uur, een zomerse avond. In de schaduw van die beroemde brug, achter het restaurant, hoort kickbokstrainer Reniël Renato David Litecia – zwart Vans-petje, korte zwarte dreads – naar eigen zeggen geschreeuw.
Gewoon een gevecht, verwacht hij, iets wat hij kan sussen. Maar als hij op het geluid afrent, ziet hij een jongeman in grijze broek en zwarte jas op enkele meters van de voet van de Erasmusbrug met twee lange vleesmessen op een skater insteken.
De 32-jarige Litecia schreeuwt, en ziet hoe de man zich omdraait en andere voorbijgangers volgt richting de ingang van Remastered. Daar, in dat gebouw dat in zes zalen een 3D-kunstervaring van de Hollandse Meesters biedt, gooien bezoekers met stoelen en tafels om hem op afstand te houden.
Litecia haalt twee trainingsstokken uit zijn tas, die hij breekt, en geeft de verdachte „een paar tikjes in zijn gezicht”, vertelt hij later aan RTV Rijnmond. Hij pakt de messen af en gooit ze weg. De kickbokser houdt er een pink-uit-de-kom aan over, de verdachte een bebloed gezicht. De aangesnelde agenten boeien hem tussen de toegangspoortjes.
Zwitserse zwaargewonde
Volgens Litecia overleefde de skater het niet. De politie meldt vrijdagochtend dat hulpdiensten een 32-jarige Rotterdammer die de verdachte stak, inderdaad vergeefs heeft proberen te reanimeren. Een tweede slachtoffer, een 33-jarige Zwitser, is zwaargewond naar het ziekenhuis gebracht. Ook bevestigt de politie dat Litecia de man overmeesterde, dat de verdachte, een 22-jarige man uit Amersfoort, daarbij gewond is geraakt en dat „veel mensen” getuige waren van dit „heftige incident”.
Meerdere van die getuigen meldden dat de dader „Allahu akbar” zou hebben geroepen; „God is groter”. De politie bevestigt aan NRC deze getuigenissen mee te nemen in het „grote onderzoek”, dat het begonnen is aan de hand van onder meer camerabeelden. Of de vermeende dader, die een bekende van de politie is, inderdaad God aanriep tijdens de aanval hebben rechercheurs nog niet geverifieerd.
Gevraagd naar de toedracht zegt de politie niet in „een tunnelvisie” te willen belanden en het onderzoek af te wachten. Over de psychische toestand van de verdachte wil een woordvoerder evenmin iets zeggen.
Het verging de successievelijke generaties van de neo-Mini als het lam op weg naar schaap. Het retrowagentje verloor zijn springerige charme en zijn slanke leest. Van opzij leek de voorlaatste Mini nog wel wat, maar zijn te groot gegroeide koplampen hadden iets oenigs. Hij was een kind met een waterhoofd. De futuristische, met led-strepen doorsneden en/of met led-ringen omlijste koplampen van het nieuwe model zijn een hele verbetering. De klassieke rondheid bleef, de valse retronostalgie is weg. Pak van mijn hart. Ik mag de Mini wel. Hij is zo prettig kinderachtig, en hij rijdt zo leuk.
Mini’s bouwen lijkt geen kunst. Je moet duur en knotsgek zijn. De nieuwe stekker-Mini tilt die speerpunten naar een volgend level. De testauto kost 51.087 euro. Zoveel geld voor een tweezitter, achterin zitten gaat niet meer, is een quantum leap naar de ondergang van het avondland. In dat doemscenario is hij het Paard van Troje. Onder de Europese huid zit al Chinese tech verstopt.
Maar bij Mini telt uitsluitend wat je ziet, het label en de show. Niemand anders heeft dat ronde infotainmentdisplay, een digitaal aquarium vol excentriek gearrangeerde touchscreengadgets. En geen concurrent heeft achterin zo weinig ruimte, al is daar volgens Mini niks van waar. Dat adviseert het achterbankje neer te klappen en is bespottelijk verrukt over het resultaat. „Met tot 800 liter kun je bijna alles meenemen.” Niet zeggen, Mini. Bagage is in de ogen van de Minimens voor tokkies. De neo-hipster neemt het vliegtuig naar Ibiza. Adequater is de leus waarmee het merk de auto als symbool munt. ‘Laat jezelf zien’. Exact, daar draait hij om. De Mini is de lijst om jouw portret.
Zoom in voor alle details van de Mini Cooper ElectricKlik op de punten voor uitleg over de details.Foto Merlijn Doomernik
Anderzijds rijd je voorbeeldig volelektrisch. En de SE-versie, 218 pk, brengt je met een netto batterijcapaciteit van 49.2 kWh stukken verder dan de 200 kilometer van de vorige stekker-Mini. Ondanks zijn onthutsende RDW-gewicht van 1.680 kilo komt de actieradius in de testweek regelmatig boven de 400 kilometer uit. Mini doet wat het belooft. Het door de fabrikant opgegeven verbruik van 14,6 kWh voor de SE is haalbaar. Opnieuw treft hoeveel rendement moederbedrijf BMW bij de kleinere modellen uit compacte batterijpakketten weet te halen.
Neem hem vooral met glazen dak. Dan zie je de stoplichten die door de lage voorruit buiten beeld blijven. Onderdeel van het optiepakket XL, hoorn des overvloeds van dolle extraatjes voor de 8.300 euro die je als big spender toch al wilde stukslaan.
Haute couture
Ik schreef dat Mini’s maken simpel was. Dat is het natuurlijk helemaal niet. Het is de hoge kunst trendvolgers het gevoel te geven dat ze zelf trends zetten. Omdat Mini-klanten nooit grenzen verleggen, willen ze een auto die wél zichtbaar uit de band springt. Mini is haute couture voor de confectiegemeenschap. Het is grandioos hoe virtuoos het die spagaat maakt. De geest komt rechtstreeks van de catwalk. Dat stofje op het dashboard! Alsof ze in een retrofuturistisch Parijs modehuis weer toekomst zagen in een zestig jaar oude heupbroek van Mick Jagger.
Vermoeiend is hij ook. De Mini is een kind van de prikkelcultuur. Ditjes, datjes, beeldjes, geluidjes. De Harman Kardon-tweeters in de deur zijn computermuisjes à la Barbie. Het infotainmentscherm is een kermisachtige brocante vol verborgen schatten. Oog en oor vinden geen rust. Alles is afleiding, alles vraagt aandacht, alles lijkt bezig doodvermoeiend speels nooit geformuleerde wensen te vervullen. De efficiency-modus illustreert zijn milieuvriendelijkheid op het display met beelden van een klapwiekende kolibrie. Die blijft fladderen zolang je zuinig rijdt. Je gaat niet onderweg met het touchscreen klooien. Harder en dus on-economischer rijden is de enige manier om van de animatie af te komen. Maar dan verandert de vogel in een springende panter, ook geen pretje. JEZUS!
Snoezig is het opbergdoosje tussen de voorstoelen, met een lusje.
Foto’s: Merlijn Doomernik
De goed zittende stoelen zijn me iets te elektrisch. Na het instappen op de achterbank, olympische opgave, glijdt de eerst naar voren opgeschoven passagiersstoel zonder enige consideratie met de knieën elektrisch terug naar de uitgangspositie. Een zwakker bottenstelsel dan het mijne was verbrijzeld. Veiligheidshalve kroop ik maar achter het stuur, waar ik vaststelde dat die leuke, gekke, debiele Cooper SE opnieuw een grandioze stuurmansauto is geworden. Werd het toch weer smullen. Hij geeft je je kind-zijn terug. Veel volwassenen zijn zo verdord dat ze voor de bevrijdende ervaring grif een halve ton neertellen. Ik herken de aandrang. Het is geen lifestyle. Het is vluchten.
Of het nu gaat om de toeslagenaffaire of de oorlog in Oekraïne, techbedrijven spelen een steeds grotere rol in de samenleving. In haar boek ‘De Tech Coup’ legt cyberexpert Marietje Schaake uit hoe (grote) techbedrijven onze democratie en vrijheid bedreigen, en hoe we de macht terug kunnen grijpen. Met Pieter van der Wielen praat zij over de invloed die Elon Musk heeft op de Amerikaanse verkiezingen. Over hoe fake news ertoe leidt dat mensen twijfelen aan wat nog waar is online, en zo het democratische proces bedreigt. Over het cruciale belang van onafhankelijk toezicht en controle op (technologische) innovatie, en hoe tech-lobbyisten dit proberen te dwarsbomen. En over hoe we zonder na te denken overal onze gegevens achterlaten en zo onbewust meehelpen AI-systemen te trainen. We zijn weliswaar laat met het aanpakken van de macht van techreuzen, maar, benadrukt Schaake: het is nog niet te laat.
Bijna iedereen heeft wel eens het verhaal gehoord van dokter Faust. Een zestiende-eeuwse geleerde die, volgens het verhaal van Goethe, in zijn zucht om meer te weten en meer te kunnen, zijn ziel aan de duivel verkocht. Je geweten even aan de kant zetten om belangrijke kortetermijndoelen te bereiken. Aan dat verhaal zullen ze bij de NSC-fractie in de Tweede Kamer liefst niet te veel herinnerd worden. Ze lopen daar de afgelopen dagen zichtbaar rond met twee zielen in hun borst, zoals bij die geplaagde dokter Faust: tobbend over hun deels weggegeven democratisch rechtsstatelijke ziel aan de ene kant, en de gemaakte afspraken waarvan de scherpe kanten nu naar boven komen aan de andere kant. Dat wringt en zet zaken op scherp.
Zo moest nieuwbakken NSC-fractievoorzitter Nicolien van Vroonhoven nog voor de Algemene Politieke Beschouwingen goed en wel waren begonnen al terugkomen van een uitspraak in de Volkskrant waarin ze zei dat ze het uitroepen van een asielcrisis, zoals het kabinet voornemens is, niet zou steunen bij een negatief oordeel van de Raad van State daarover. In een tweet op X schoot Wilders daarover uit zijn slof: „Ik zou er nog maar eens goed over nadenken, Nicolien van Vroonhoven, want Nederland heeft een giga asielcrisis en die wordt niet opgelost door bij voorbaat al de benen te nemen en te dreigen met een tegenstem van NSC.” Waarop Van Vroonhoven enigszins bakzeil haalde door te zeggen dat bij een negatief advies van de Raad van State het kabinet terug naar de tekentafel zou moeten.
Principiëler in discussies
De schermutselingen maken een paar dingen duidelijk. Ten eerste dat de coalitiegenoten het extraparlementaire element van het kabinet toch vooral lijken op te pakken om elkaar publiekelijk, buiten het parlement om, in de haren te vliegen. Ten tweede dat Wilders, als meest ervaren lid van de hele Kamer nu Omtzigt ziek thuis zit, de maat slaat en dat dat waar NSC voor staat, nog meer in de verdrukking komt. Dat maakt het driedubbel lastig voor Van Vroonhoven, van wie bekend is dat ze misschien nog wel principiëler dan Omtzigt in rechtsstaat, democratie en Grondwetsdiscussies staat, en daarom moeite heeft met de positionering van de PVV. Vooral tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen werd dat duidelijk.
Van Vroonhoven weet, net als veel anderen in de coalitie, dat het uitroepen van een asielcrisis door de regering, waardoor de normale asielprocedures aan de kant worden gezet, op basis van de Vreemdelingenwet 2000 eigenlijk niet kan. Die wet bevat weliswaar een mogelijkheid af te wijken van de normale procedures in geval van ‘buitengewone omstandigheden’, maar we weten ook dat de huidige opvangcrisis niet als zodanig kan gelden. Buitengewone omstandigheden zijn, zo zocht Eric van der Burg (destijds staassecretaris namens de VVD) op verzoek van de Tweede Kamer in 2022 uit, door externe factoren veroorzaakte vormen van overmacht, zoals oorlog, natuurrampen of epidemieën. Zaken die je wel in eigen macht hebt, zoals opvangcapaciteit, vormen daarom geen overmacht. Ook massale toestroom van vluchtelingen geldt niet als tot afwijking van de normale vreemdelingenregels (die in de EU altijd één-op-één zijn afgestemd met de EU-asielregels) rechtgevende omstandigheid, zo sprak het Hof van Justitie van de EU uit in 2022. Daar ging het om de massale toestroom van vluchtelingen in Litouwen vanuit Wit-Rusland, een land dat allerlei mensen invloog om Baltische staten zo in de moeilijkheden te brengen.
Lees ook
Coalitie weer in sfeer van crisis: kabinet-Schoof voert een gevecht met de buitenwereld én met zichzelf
Zinloze symboolpolitiek
Maar zelfs dan mag je asielzoekers niet zonder meer de kans ontnemen een verzoek te doen. Dat weten de hoofdrolspelers Dilan Yesilgöz (VVD) en Ruben Brekelmans (Defensie, VVD) (zij kennen die brief van Van der Burg dondersgoed), net als Marjolein Faber (Asiel en Mirgatie, PVV) en premier Schoof. Zoals die ook weten dat een brief met een verzoek om een opt-out van Europese (asiel)regels zinloze symboolpolitiek is.
Op een opt-out kan je alleen hopen op het moment dat de EU-verdragen worden gewijzigd. Dat is sinds het verdrag van Lissabon (2009) niet meer gebeurd, en dat gaat de komende jaren ook niet gebeuren. Dat nog los van de vraag of de andere 26 lidstaten Nederland zomaar zouden gaan vergunnen dat het alleen de lusten van de EU-samenwerking krijgt, en zij de lasten.
Het moet knagen aan Van Vroonhoven en andere NSC’ers. Heilloos, populistische spierballenvertoon voor de bühne aan moeten zien en bitter worden beloond door juist alle ballen in het debat hierover te krijgen toegespeeld. Het moet daarom een grote opluchting voor Van Vroonhoven zijn geweest toen ze op de tweede dag van de beschouwingen iets kon laten zien van haar rechtsstatelijk-grondwettelijke geweten.
Inlichtingenplicht
Premier Schoof werd door oppositieleden gevraagd of hij de juridische onderbouwing voor het aanstaande asielnooddecreet met de Kamer wilde delen. Dat weigerde hij aanvankelijk, zeggende dat er nog geen besluit was genomen. Daar had hij mee weg kunnen komen als de Kamermeerderheid het hem had gegund. Hij gaf aan dat hij ‘klem’ zat en dat had hem ruimte kunnen geven om de Kamervragen van de oppositie wat te traineren en zo tijd kunnen kopen voor zijn asielcrisisbesluit. Maar Van Vroonhoven sneed hem de pas af, na een betoog van Frans Timmermans (PvdA) over de aangescherpte inlichtingenplicht die de bewindslieden sinds 2022 hebben tegenover de Tweede Kamer; ook onderliggende, interne stukken en beleidsnotities moeten voortaan met de Kamer worden gedeeld. „Artikel 68 Grondwet” zei ze slechts aan de interruptiemicrofoon.
De Kamer roffelde op de bankjes, Schoof raakte geïrriteerd. En toen de stukken na een onnavolgbare kronkelroute alsnog ongelakt zichtbaar waren, maakten die duidelijk hoe onrechtsstatelijk en ongrondwettelijk de plannen voor de inzet van het noodrecht waren. Het debat ontspoorde. Wilders wil toch door met de onzalige plannen, maar het gelijk van NSC is nu al binnengehaald door die vrijage met de oppositie en de daaropvolgende openbaarmakingsactie. Of Nicolien van Vroonhoven daarmee haar ziel terugkocht… dat zullen we nog moeten zien.