N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Roland Garros De aantrekkingskracht van Roland Garros is groter dan ooit. Nergens heeft een graveltoernooi zoveel allure als in Parijs. Oude helden worden er geëerd, maar het complex is ook voorbereid op de toekomst.
Harde klappen zullen er volgend jaar zomer vallen op het Court Suzanne Lenglen. Letterlijk. Want in het stadion waar de Argentijn Diego Schwartzman en de Griek Stefanos Tsitsipas op vrijdag een gravelgevecht voerden, zal vanaf 27 juli het boksen tijdens de Olympische Spelen van 2024 plaatsvinden. Terwijl even verderop in het Stade Philippe Chatrier tennissers om de gouden medailles strijden. Zo groeit Roland Garros uit tot een multifunctioneel complex waar veel meer mogelijk is dan alleen het afwerken van tennispartijen in een periode van drie weken in mei en juni. Al zal het grandslamtoernooi de komende decennia de belangrijkste trekpleister blijven op het park naast het Bois de Boulogne.
Een megalomaan plan om Roland Garros te verhuizen naar een ander deel van stad is definitief van de baan. Vanaf het moment dat Parijs de Spelen op 13 september 2017 kreeg toegewezen, was het duidelijk dat het driehoekige stuk grond tussen de Avenue de la Porte d’Auteuil en de Boulevard d’Auteuil uitgebreid ging worden. Al waren de mogelijkheden daartoe zeer beperkt. Vrijwel ieder plan stuitte op verzet van buurtbewoners en natuurbeschemers. Toch werd er een duurzaam en groen alternatief gevonden waarmee vrijwel alle partijen kunnen leven. Al blijft het ruimtegebrek een groot probleem.
Je kunt over de hoofden lopen als je op het over het park vanuit Stade Philippe-Chatrier langs de botanische tuin des Serres-d’Auteuil loopt naar Court Simonne-Mathieu, het nieuwste stadionnetje, dat in 2018 in gebruik werd genomen en plaatsbiedt aan vijfduizend toeschouwers. Dit is onderdeel van een masterplan waarbij een stuk grond van 1.300 vierkante meter aan het complex van 6.000 vierkante meter is toegevoegd. Een tennisarena in de stijl van het ernaast gelegen kassencomplex waar planten uit alle verschillende continenten te bewonderen zijn. Geheel in de stijl van de Spelen van Parijs die ‘de groenste ooit’ moeten worden.
Nieuwe zakelijkheid
Het Court Simonne-Mathieu, genoemd naar de Franse winnares bij de vrouwen in 1938 en 1939, staat symbool voor de metamorfose die het tenniscomplex de afgelopen jaren onderging. Het Stade Philippe Chatrier kreeg in 2019 een indrukwekkende facelift waardoor het toernooi sinds 2020 over een court central beschikt met een uitschuifbaar dak. De nieuwe overkapping van het Court Suzanne Lenglen wordt na de huidige editie van Roland Garros afgemaakt. De verbouwingen kostten circa 400 miljoen euro.
Door de vernieuwingen is er wat van de charme van het park verdwenen. Vooral de sloop van Court 1, die bekendstond als ‘de stierenvechterarena’, deed pijn bij tennisliefhebbers en de profs zelf. De toeschouwers zaten daar zo dicht op de baan dat ze de spelers bijna aan konden raken. Vooral in de stadions heeft een wat intiemere sfeer plaatsgemaakt voor nieuwe zakelijkheid. Met comfortabelere zitplaatsen, luxe boxen en verbeterde sanitaire voorzieningen. Het is een antwoord op de steeds groter groeiende vraag.
De aantrekkingskracht van Roland Garros is groter dan ooit. Nergens ter wereld heeft een graveltoernooi zoveel allure als in Parijs. Het ademt historie, is in deze tijd van het jaar altijd het middelpunt van het internationale toptennis en is voorbereid op de toekomst. Op tal van plekken worden Fransen herinnerd aan successen van weleer. De tijd dat local heroes mee kunnen doen om de titel is voorbij. De laatste Fransman die de Coupe des Mousquetaires won, was Yannick Noah veertig jaar geleden. ‘1983’ is nu als een retromerk onderdeel van de kledinglijn van het toernooi. Bij de vrouwen was Mary Pierce in 2000 de laatste Franse winnares van de Cupe Suzanne Lenglen, genoemd naar de Française die in de jaren twintig van de vorige eeuw het vrouwentoernooi zes keer won.
Altijd is er de hoop op nieuw Frans succes. Want het chauvinistische publiek ziet toch het liefste aan landgenoot winnen. Niet zelden schreeuwden de fans de thuisspelers naar een zege. Zoals afgelopen dinsdagavond toen de Fransman Gaël Monfils tegen de Argentijn Sebastian Baez opstond uit een vrijwel zekere sportieve dood en hem in vijf sets versloeg. „Een gekke nacht”, luidde de kop op de voorpagina van sportkrant L’Equipe de volgende dag. Maar het optreden van Monfils kreeg geen vervolg. Hij trok zich voor een optreden tegen de Deen Holger Rune terug met een polsblessure. Toernooi-directeur Amélie Mauresmo moest na vijf dagen al lijdzaam constateren dat alle Fransen in het enkelspel bij de mannen en de vrouwen zijn uitgeschakeld. En ook geen enkele Nederlander haalde dit keer de tweede week.
Piloot
Op Roland Garros worden helden uit het verleden geëerd. Op een klein pleintje achter het Stade Philippe-Chatrier staan op Le Jardin des Mousquetaires de beeldjes van ‘de vier musketiers’ Henri Cochet, Jean Borotra, Jacques Brugnon en René Lacoste. Dit viertal schreef in september 1927 – drie jaar na de eerste Zomerspelen in Parijs – geschiedenis door in de Verenigde Staten de Davis Cup te veroveren. Het was deze zege die de Fransen destijds deed besluiten een nieuw tennispark aan te leggen. Het park werd vernoemd naar Roland Garros, een voormalig lid van de sportclub Stade Français die als piloot in 1918 was omgekomen. Rafael Nadal had van 2004 tot en met 2022 veertien keer ‘de sleutel’ in handen, maar de geblesseerde Spanjaard behoort nu ook tot de historie.
Op het stuk grond in het deftige zestiende arrondissement van Parijs werden aanvankelijk vijf tennisbanen aangelegd. Het complex werd tijdens de Tweede Wereldoorlog nog door Duitsers gebruikt om gevangenen vast te zetten. In de loop der jaren groeide Roland Garros stapje voor stapje groter. Op het nog altijd verreweg kleinste park van de vier grandslamtoernooien liggen zestien gravelbanen. Langs de promenades staan boetiekjes, ijscokarretjes, souvenirwinkels en cafeetjes. Verder is sinds 1985 ook het trainingscentrum van de Franse tennisbond op Roland Garros gevestigd.
De Franse tennisbond is eigenaar van Roland Garros. Onder leiding van de in 1993 overleden voorzitter Philippe Chatrier ontwikkelde het toernooi zich sterk. Met name in financieel opzicht. Het toernooi, dat in 1972 door 51.000 mensen werd bezocht, hoopt dit jaar meer dan de 613.586 toeschouwers van vorig jaar welkom te heten bij de dag- en avondsessies, die steevast uitverkocht zijn. Voor de tennissers zelf is deelname aan Roland Garros steeds lucratiever. Het totaal aan prijzengeld bedraagt dit jaar 49,6 miljoen euro. Met 2,3 miljoen euro voor de winnaars van het enkelspel. Dat staat in schril contrast met de amateurboksers die begin augustus 2024 in de olympische finales om de medailles strijden.