De eerste explosies worden al snel gemeld na het ingaan van de wapenstilstand India en Pakistan

Een bestand is één ding, maar blijft het ook in stand?

Op zaterdagavond bij de beroemde India Gate, een triomfboog voor gesneuvelde Indiërs in de Eerste Wereldoorlog, is de 23-jarige Sathiik Raj sceptisch. Het is dan enkele uren nadat bekend is geworden dat Pakistan en India de wapens zullen neerleggen. De Amerikaanse president Donald Trump had de primeur. „Eerst zien dan geloven”, zegt Raj.

Hij krijgt al snel gelijk. Binnen enkele uren nadat het bestand op zaterdagmiddag is ingegaan worden explosies gemeld vanuit Kajsmir, de regio die in z’n geheel door India én Pakistan wordt geclaimd. „Wat is er in hemelsnaam gebeurd met het bestand?”, vraagt een lokale deelstaatminister, Omar Abdullah, zich af op X. Hij meldt dat er explosies zijn geweest in de stad Sriningar.

Dát er een bestand was, kwam voor de meesten onverwacht. Zo moest de verbazing zichtbaar indalen bij presentatoren van het journaal op NDTV. De Indiase zender was al ruim 72 uur vrijwel non-stop aan het uitzenden over het opgelaaide conflict met buurland Pakistan. „Er is een staakt-het-vuren? Vrede! Dat is alles wat we wilden”, constateerden ze verheugd terwijl ze kort daarvoor nog hadden vastgesteld dat India „Pakistan een les leert”.

Dat juist de VS een rol speelde bij het sluiten van de wapenstilstand, was onderdeel van de verbazing. Op donderdag had vice-premier JD Vance nog gezegd het conflict te zien als „niet onze zaak”. Wie welk aandeel had in de wapenstilstand moet de komende dagen duidelijk worden. Een Indiase regeringsbron zei tegen persbureau AFP dat het bestand tussen India en Pakistan rechtstreeks tussen de twee landen is overeengekomen. De Pakistaanse minister van Buitenlandse Zaken Ishaq Dar zei op nieuwszender Geo News dat naast de VS ook Saoedie-Arabië en Turkije een belangrijke rol hadden gespeeld. Hij bedankte alle landen die zich hadden ingespannen.

Het staakt-het-vuren dat Trump zaterdag wereldkundig maakte, was beperkt van inhoud. Er werd alleen afgesproken om de wapens neer te leggen. Een diplomatieke oplossing voor de langlopende ruzie tussen de buurlanden die escaleerde na een aanslag waarbij 26 toeristen werden omgebracht, is er nog niet. Maandag praten de partijen verder – over het delen van water uit de rivier Indus en over het al dan niet steunen van terroristen door Pakistan.

Evacuatie van gewonden in het door Pakistan gecontroleerde deel van Kajsmir op zaterdag 10 mei, voordat de Amerikaanse president Trump bekendmaakte dat India en Pakistan de wapens zouden neerleggen. Stringer/EPA

Politieagenten zaterdag met spandoeken op een bijeenkomst ter ondersteuning van de Indiase strijdkrachten in Chennai, India.

Foto Riya Mariyam / Reuters

Arme mensen de dupe

Zaterdag voelde voor de 56-jarige Rathika als „erop of eronder”, zegt ze terwijl ze met boodschappen in de hand naar huis loopt vanaf de buurtwinkel in de wijk Jangpura, in het zuiden van hoofdstad New Delhi. „Er hing iets in de lucht – of misschien hoopte ik dat maar. Elke keer wakker worden en proberen in te schatten welke intenties de militairen nu weer hebben. Ik werd er onrustig van.”

Een vrouw van 25 uit het centrum zegt zaterdagmiddag te hopen „dat het schieten snel stopt” omdat altijd „gewone en arme mensen de dupe zijn”. Tegelijk vindt ze dat India in de komende onderhandelingen „niet te soft” moet zijn. „Pakistan moet niet over ons heenlopen – anders gebeurt zoiets als in Pahalgam weer”. Pahalgam is het bergdorp in het Indiase deel van Kasjmir waar op 22 april toeristen werden omgebracht. Getuigen vertelden later dat de mannen – vrouwen en kinderen werden ongemoeid gelaten – die geen Koranverzen uit het hoofd kenden, werden doodgeschoten. India beschuldigde Pakistan ervan achter de terreurgroep te zitten die de aanslag opeiste. Pakistan ontkende.

De vrouw van 25 bezocht zelf Pahalgam twee weken voordat de aanslag er plaatsvond. „Zo kwetsbaar zijn we dus, blijkbaar.” Dat voelt ook haar vriendin die haar dit weekend kwam opzoeken in New Delhi. „Ik vond het wel spannend om te reizen onder deze omstandigheden, eigenlijk. De hoofdstad is toch veel meer doelwit dan de stad waar ik woon, Bengaluru in het zuiden.”

Sathiik Raj verwachtte de afgelopen dagen niet dat de beschietingen ook de hoofdstad zouden bereiken. „Ik ben niet echt bang geweest dat Delhi geraakt zou worden, hoor”. De steden en militaire bases die te maken kregen met (grotendeels verijdelde) drone- en raket-aanvallen liggen meer richting de grens met Pakistan, in de deelstaten Punjab en Rajasthan en het Indiase deel van Kasjmir. „Ik heb daar wel heel veel beelden van gezien”, gaat Raj verder. „Op sociale media, zo heb ik het meeste nieuws over de militaire operaties gevolgd. Er zijn een paar accounts die geverifieerde informatie verspreiden. Maar het is wel opletten, er werd ook veel nepnieuws gedeeld – door accounts die ons willen laten geloven dat de Pakistaanse krijgsmachten India telkens verslaan en onze militaire bases verwoestten.”

Kinderen in een trein met vluchtelingen uit het grensgebied in de buurt van de stad Jammu.

Foto Money SHARMA / AFP

Aan het einde van de avond zegt de Indiase minister van Buitenlandse Zaken Vikrak Misri in een persconferentie dat India „gepast” zal antwoorden op het schenden van het bestand.