Op een lange, zwarte, glanzende muur prijken ruim 25.000 namen. Het is een granieten aanklacht van zo’n honderd meter, waar het bloedige verleden van El Salvador op haast klinische manier is teruggebracht tot de namen van de slachtoffers uit de burgeroorlog die van eind jaren zeventig tot begin jaren negentig in het land woedde.
Niet alle namen op het monument in de hoofdstad San Salvador zijn van Salvadoranen. Wie geduldig zoekt, ziet vier Nederlandse namen onder jaartal 1982 in het zwarte steen gebeiteld staan. Kuijper. Ter Laag. Koster. Willemsen. Vier journalisten, die destijds werkzaam waren voor omroep IKON. Ze bezochten begin jaren tachtig het Midden-Amerikaanse land om verslag te doen van de bloedige strijd tussen de linkse guerrillastrijders en het militaire regime. Een reis die ze het leven zou kosten.
Hoewel het 43 jaar geleden is, weet Óscar Garza de vier journalisten nog goed voor de geest te halen. Garza zat begin jaren tachtig vast in de beruchte Mariona-gevangenis en werd gemarteld door het militaire regime omdat hij meevocht met de guerrilla. In die gevangenis werd hij bezocht door de Nederlandse filmploeg.
Niemand vroeg ze om naar El Salvador te komen. Toch deden ze dat. Wij zijn ze voor altijd dankbaar
„Ze waren heel geïnteresseerd in ons verhaal”, zegt Garza. „Zij waren de eerste en enige buitenlandse journalisten die toegang tot ons kregen, dus dat schiep een band. Ze namen de tijd voor ons.” Garza, met een olijfgroen shirt en een grote grijze snor, zegt dat het getuigt van dapperheid om tijdens deze periode van repressie journalistiek werk te doen. „Niemand vroeg ze om naar El Salvador te komen. Toch deden ze dat. Om ons verhaal naar buiten te brengen. Wij zijn ze voor altijd dankbaar en blijven naar alle herdenkingsdiensten gaan. Dat is het minste dat we terug kunnen doen”.
Garza vertelt hoe vijf dagen na het bezoek van de journalisten een gevreesde gevangenisbewaker met een grote glimlach naar hem toekwam. „’We hebben ze gedood’ zei hij tegen mij. Ik wist gelijk waar hij het over had”, zucht Garza.
De reis naar Chalatenango
Vijf dagen na het bezoek aan de gevangenis besluit de Nederlandse filmploeg naar de provincie Chalatenango te gaan, ruraal gebied waar de guerrilla het deels voor het zeggen had en waar hard werd gevochten met het regeringsleger. Bij het plaatsje Santa Rita spreken ze af met leden van de guerrilla. Als ze daar op 17 maart aankomen, worden ze door twee leden van de guerrilla opgewacht, zoals afgesproken. Wat ze niet weten, is dat achter een heuvel in het veld dat ze moeten oversteken al sinds de vroege ochtend vijfentwintig militairen liggen te wachten. Op het moment dat de journalisten in de hinderlaag lopen, wordt het vuur geopend. Koos Koster, Joop Willemsen, Jan Kuijper en Hans ter Laag komen ter plekke om het leven.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133019139-d1ae5a.jpg|https://images.nrc.nl/XS3k7QpE_1puZFLEL4wYPTkRxIo=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133019139-d1ae5a.jpg|https://images.nrc.nl/VNx1u_LJWKsSSZfTuiRZ3mivyCU=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133019139-d1ae5a.jpg)
Foto Rob Croes/Nationaal Archief
De moorden schokken Nederland, maar het berechten van de daders blijkt geen makkelijke opgave. Pas als een VN-waarheidscommissie in de jaren negentig onderzoek gaat doen naar de burgeroorlog, komt er schot in de zaak. Onderzoekers weten boven tafel te krijgen wie er achter de moorden zit en vanuit welke kazerne de opdracht daarvoor is gegeven. Een amnestiewet zorgt dat berechting jaren op zich laat wachten. Pas in 2017, een jaar nadat de amnestiewet is ingetrokken, kunnen nabestaanden aangifte doen tegen de hoofdverdachten.
De directe opdrachtgever van de moorden blijkt naar de VS gevlucht. Tegen deze legerkolonel, Reyes Mena, is een uitleveringsverzoek ingediend. De Salvodoraanse regering zegt actief aan de uitlevering te werken. Twee andere verdachten zijn overleden. Twee levende verdachten zijn stokoud.
De gevreesde precedentwerking
De zaak rond de IKON-journalisten is de eerste uit de tijd van de burgeroorlog die door de VN is onderzocht en voor de rechter komt. Oscar Pérez, directeur van mensenrechtenorganisatie Comunicándonos, is vanaf het begin betrokken geweest bij de zoektocht naar gerechtigheid voor de vier Nederlanders.
„De burgeroorlog speelt nog steeds een hele grote rol in deze maatschappij”, zegt Pérez, gezeten naast de lange, zwarte muur met namen van slachtoffers. „Met name buiten de stad hebben heel veel families mensen verloren. Het veroordelen van daders was jarenlang onmogelijk vanwege de amnestiewet. Nu hopen we de eerste stap te zetten door de moordenaars van de IKON-journalisten te laten berechten. We hopen dat daar een precedentwerking van uit gaat”.
Die mogelijke precedentwerking leidt ook tot tegenwerking, vanuit de Salvadoraanse strijdkrachten. De eerste zitting, die eind april gepland was, werd een dag van tevoren uitgesteld omdat de advocaat van de verdachten niet aanwezig kon zijn – naar eigen zeggen vanwege medische redenen. In krantenadvertenties spreken militairen hun steun uit aan de verdachten, die in deze kringen worden gezien als helden. Men vreest dat één veroordeling vele oude wonden zal openrijten en de staat voor de komende decennia in het beklaagdenbankje zal zetten. Ondanks die tegenwerking zeggen Pérez, en verschillende mensenrechtenorganisaties met hem, dat ze zullen doorgaan tot er gerechtigheid is voor de Nederlandse journalisten.
Hoofdstuk afsluiten
Om de herinnering aan de journalisten levend te houden is in Chalatenango, op de plek waar het viertal in 1982 uitstapte om opgehaald te worden door de guerrillastrijders, een monument opgericht. Vier witte kruizen, met daarop de namen en foto’s van de vier journalisten, met daarboven een witte hand die een tulp vast houdt. „Tulpen van hoop”, zo wordt op het monument gerefereerd aan de Nederlanders.
Saskia ter Laag, zus van de doodgeschoten geluidsman Hans ter Laag, bezocht het monument in april. Op de dag dat de rechtszaak had moeten beginnen, ging zij samen met haar zus Sonja en Gert Kuijper, broer van Jan Kuijper, naar Chalatenango. „Ik wil het hoofdstuk vooral afsluiten. Deze daders in de ogen kijken en hen vragen waarom mijn broer en hun collega’s moesten sterven”, zei Ter Laag destijds tegen NRC. Wat een veroordeling voor haar zou betekenen, wist ze niet. „Deze strijd is decennialang deel van mijn leven geweest. Maar we kunnen dan in ieder geval zeggen dat we er alles aan gedaan hebben”.
Ik wil de daders in de ogen kijken en hen vragen waarom mijn broer en hun collega’s moesten sterven
De reis was zwaar, zei Ter Laag. Het is deels de reden dat ze er nu niet bij is. Mede om een teleurstelling als drie maanden eerder te voorkomen, toen ze een dag voor aanvang van de rechtszaak moest vernemen dat de zitting werd uitgesteld.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133019150-d392b8.jpg|https://images.nrc.nl/qkEoU5e5e5tXPmOaqdd9fzDv4P8=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133019150-d392b8.jpg|https://images.nrc.nl/LwCbokRfLqSzaJOi4TA8TDNofgc=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133019150-d392b8.jpg)
Foto Rodrigo Sura/EPA
Voor Saskia ter Laag was haar bezoek aan de plek waar haar broer Hans werd vermoord, vermoedelijk de laatste keer dat ze in El Salvador was. „Wat hier is gebeurd, heeft mij het leven lang beziggehouden. Mijn dochter werd er op een gegeven moment gek van. Die wilde eigenlijk niet meer naar huis komen. ‘Mam, het gaat hier thuis altijd over Hans’, zei ze”.
„Ik zou het heel erg vinden als de daders van deze moorden worden vrijgesproken”, zuchtte Saskia Ter Laag. „Hoe ik daarmee moet omgaan, weet ik echt niet”.
