Het lijkt een eeuwigheid, maar toch is het nog geen twee weken geleden: de Amerikaanse president Trump kondigde in het weekeinde van 2 februari plots torenhoge heffingen aan op import uit Canada en Mexico – twee landen waar de Verenigde Staten al dertig jaar een vergaand vrijhandelsakkoord mee hebben.
Voor beleggers was dit, op de eerstvolgende maandag wanneer de beurzen open zouden gaan, dé kans om te zien of de financiële markten zich onder Trumps handelspolitiek zouden gedragen zoals voorspeld. De theorie in kort bestek: invoerheffingen drijven de inflatie in de VS op. Dat leidt tot hogere rentes, en die hogere rentes drijven de koers van de Amerikaanse dollar op. De praktijk, die maandag: aanvankelijk gebeurde exact wat was voorzien. De rente op langjarige staatsleningen ging omhoog, de dollar-index, die de gemiddelde koers van de dollar meet ten opzichte van de belangrijkste andere valuta’s, eveneens.
Maar rond het middaguur begon de stemming al om te slaan. En zo eindigde de dag zo’n beetje als die begon. Dat was ruim vóór middernacht van maandag op dinsdag, toen Canada en Mexico met kleine concessies aan Trump een maand uitstel van de heffingen wisten te bewerkstelligen.
De zogenoemde ‘Trump Trade’ – verkoop staatsleningen en koop dollars – liet het afweten. Waarom? Misschien had iedereen voorafgaand aan Trumps aantreden als president zodanige posities ingenomen dat de nieuwe werkelijkheid al in de koersen was verwerkt – en er dus niets gebeurde toen die werkelijkheid aanbrak. Maar het is óók goed mogelijk dat beleggers, algoritmes en handelaren op de financiële markten moeilijk kunnen omgaan met de onvoorspelbaarheid en ogenschijnlijke chaos van de eerste weken Trump. Wel invoerheffingen, toch weer niet. En daarna, deze week, toch weer wel – op staal en aluminium. Om maar een voorbeeld te noemen.
Met risico’s – positief en negatief – kunnen de financiële markten alles. Daar zijn ze in zekere zin ook voor bedoeld: plakken van een prijs op het risico van een misoogst, oplopende inflatie, meevallende economische groei en noem maar op. Maar met chaos en onzekerheid kunnen ze weinig.
Trumps beleid van deregulering en lagere belastingen belooft in theorie veel goeds voor de bedrijfswinsten – als je het lot van de planeet buiten beschouwing laat. Vandaar dat de nieuwe president goed let op Wall Street, als maatstaf voor zijn succes. Waarbij overigens moet worden gezegd dat Democratische presidenten doorgaans beter voor de koersen zijn dan Republikeinse. Kijk maar:
Maar wat gebeurde er op maandag 27 januari, toen het nieuws op de beurzen doordrong dat het Chinese AI-model DeepSeek vrijwel even goede resultaten levert als Amerikaanse kunstmatige intelligentie, maar dan tegen een fractie van de kosten en zonder de meest moderne computerchips?
Een groot deel van fenomenale koersstijging van de afgelopen jaren komt voor rekening van de grote techbedrijven die aan het front van de ontwikkeling in AI staan. En toch ging er sinds het nieuws maar 3 procent van hun gezamenlijke waarde af. In het licht van hun koersstijging van de afgelopen jaren is dat letterlijk een blip on the screen.
Zo lijken de financiële markten op dit moment gevangen in een vreemd soort roerloosheid, als een konijn dat in de koplampen kijkt. Hier zie je dat voor rente, dollar en verrassend ook crypto. Sinds de jaarwisseling gebeurt er, gezien de heftigheid van al het nieuws, relatief weinig mee.
Komt er dan helemaal niets van zijn plaats? Goud is een uitzondering. Dat stijgt maar door en bereikte deze week een nieuw record. Naar de reden is het gissen. Goud is vaak een vluchtheuvel. Maar waarvoor? Buitenlandse centrale banken kopen er steeds meer van op, en dat kan een teken zijn dat zij de rol van Amerika en zijn dollar als spil in het mondiale financiële systeem niet langer zonder meer vertrouwen. Liever buitenlandse reserves aanhouden in goud dan in dollars. Maar er zijn vast meer redenen achter de stijging.
Was er nog meer te beleven? Mochten mensen in de verleiding zijn gekomen te investeren in Trumps eigen memecoin – een crypto-‘munt’ met zijn naam – dan hebben ze heel wat meegemaakt. De crypto, $TRUMP, werd voor 7 dollar in de markt gezet, twee dagen voor Trumps inauguratie – ook nog geen vier weken geleden trouwens. Hij knalde naar 75 dollar en liep sindsdien leeg naar 15 dollar nu. The New York Times liet becijferen dat de Trumps zelf er via commissies bijna 100 miljoen mee verdienden, terwijl ruim 800.000 beleggers er daarna 2 miljard verlies op maakten. $MELANIA, kort daarna gelanceerd, decimeerde vrijwel, van 12 dollar naar 1,40 dollar.
Dom? Misschien is het een teken des tijds. Als de werkelijkheid te onvoorspelbaar wordt om een prijs aan te geven, waarom zou je dan niet net zo goed investeren in iets wat gewoon niet bestaat? Toch zou je op de hele gang van zaken een financiële toezichthouder of consumentenbeschermer moeten zetten. O wacht, die staan als het zo doorgaat straks allemaal met hun spullen in een doos op straat.
