N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Utrecht In Utrecht komt één van de grootste binnenstedelijke autovrije wijken van Nederland. Wie willen daar wonen? En hoe krijg je thuis pakketjes?
Midden in Nederland moet dit jaar de eerste paal de grond in voor een wijk van de toekomst. De nieuwbouwwijk Merwede, op een oud bedrijventerrein langs het Merwedekanaal, op tien minuten fietsen van station Utrecht Centraal. Je ziet er al één grote zandvlakte, een verrassende leegte binnen de ring.
Er komen in Merwede 6.000 woningen voor 10.000 stadsbewoners te staan. Er komen in de gebouwen 21.500 parkeerplekken voor fietsen.
En nul auto’s op straat.
Merwede wordt een van de grootste binnenstedelijke, autovrije stadswijken van Nederland (34 voetbalvelden). Of „nagenoeg autovrij”, zoals de gemeente het een beetje nuanceert.
In Merwede komen geen autowegen, stoplichten of autoparkeerplekken. Er liggen alleen meanderende paden voor fietsers en voetgangers.
„Ik geef er veel presentaties over, er is altijd discussie, en er zijn altijd mensen die er niet in geloven”, zegt stedenbouwkundige Marco Broekman, een van de hoofdontwerpers van de wijk. „Die zeggen: het is wishful thinking, Utopia, het gaat niet werken. Ik heb een eigen auto nodig. Ik moet mijn zoon ieder weekend naar voetbal brengen. Ja, alsof dat niet ook met een deelauto kan.”
Meerdere gemeenten hebben al autoluwe stadsdelen, zoals Delft, Leeuwarden en Maastricht. Amsterdam bouwt bijvoorbeeld aan de autoluwe Sluisbuurt, Den Haag aan de Binckhorst en Utrecht krijgt het autovrije Beurskwartier.
Maar met de omvang en opzet is Merwede in Utrecht een proeftuin. De gemeente richt voor Merwede deze maand, samen met betrokken marktpartijen, een ‘mobiliteitsbedrijf’ op, is dinsdag bekendgemaakt. Dat moet tien jaar lang onder meer vier ondergrondse parkeergarages aan de rand van de wijk exploiteren. Hier kunnen bewoners hun auto stallen, maar niet iedereen: er is plek voor een op de vier huishoudens om een privéparkeerplek te huren voor 200 euro per maand.
Alles op wielen
Het mobiliteitsbedrijf gaat ook ‘mobiliteitswinkels’ runnen. Via een app kun je hier van alles op wielen huren: van gewone fietsen, tot e-bakfietsen, e-hogesnelheidsfietsen en lichte elektrische wagentjes voor transport. Er zijn ook 250 e-auto’s en e-bestelbusjes te huur. Alleen komen die de wijk niet in, want elektrisch of niet: het blijven auto’s.
Die e-auto’s moeten uiteindelijk ook als batterijen functioneren, die bijdragen aan duurzame energie voor de wijk. Er komt een groot ondergronds warmte-koude-opslagsysteem om Merwede te verwarmen en te koelen. De helft van de daken krijgt zonnepanelen, de andere helft moet groen worden.
Vooraf weet niemand zeker of Merwede een succes wordt. „We weten een heleboel wel, maar ook een heleboel nog niet over hoe het precies gaat werken”, erkent Marien Kleinjan van gebieds- en vastgoedontwikkelaar AM.
Als de brandweer niet past, dan rijden ze gewoon de perkjes kapot. Dat is geen discussie
Finn van Leeuwen gemeentelijk projectleider
Vragen genoeg. Zoals: wie willen straks pionieren in een autovrije wijk – en wie kunnen privéparkeren betalen? Wordt de openbare ruimte geen rommeltje met slingerende deelwielers? Hoe bevoorraad je wijkwinkels? En wat als de brandweer moet uitrukken?
Hoe steden proberen inwoners de auto uit te krijgen
Heel groen, heel druk
In de hippe broedplaats Kanaal30, met nu nog een vol parkeerterrein, staat al een maquette van Merwede. Het eerste dat opvalt: al die vrijgekomen ruimte door het weglaten van auto’s is alweer benut. De wijk van de toekomst wordt heel groen, maar ook heel druk. Het is een lange strook vol met woongebouwen in allerlei vormen en maten.
Merwede (24 hectare) krijgt straks de hoogste bevolkingsdichtheid van Utrecht, bevestigt gemeentelijk projectleider mobiliteit Finn van Leeuwen. Omgerekend: ongeveer veertigduizend mensen per vierkante kilometer, ruim tien keer zoveel als nu het gemiddelde in Utrecht.
Hoge grondprijzen zijn niet de reden voor het hoge aantal woningen, het is de wens van politiek en bestuur, zegt de gemeente. Er zijn veel woningen nodig, want Utrecht is een van de snelst groeiende steden van Nederland. De bevolking groeit tot 2035 naar verwachting met 26 procent tot 454.000 mensen.
Van Leeuwen: „Het wordt vrij krap in Merwede. Het zijn echt heel veel mensen op een klein stukje stad.”
Die dichtheid was ook een van de zorgen in de lokale politiek. Het plan haalde het in 2021 in de gemeenteraad met driekwart van de stemmen: de coalitie van GroenLinks, D66 en ChristenUnie, plus op het laatste moment VVD en de lokale partij Student & Starter. Andere oppositiepartijen vonden de wijk te vol. Cees Bos van eenmanspartij Stadsbelang Utrecht sprak van „Calcutta aan de Merwede, de anus van Nederland”.
In de naastgelegen Rivierenwijk was ook protest, vertelt wethouder Lot van Hooijdonk (mobiliteit, GroenLinks). Daar wordt versneld betaald parkeren ingevoerd, mede om een parkeervlucht uit Merwede te voorkomen. Verder komen er voorlopig twee fiets- en wandelbruggen over het kanaal naar de Rivierenwijk, in plaats van vijf in het grotere gebied. Van Hooijdonk: „Mensen hebben toch het gevoel: ik woon hier lekker en straks krijg ik allemaal volk door mijn straat.”
Een van de oplossingen om zo’n drukke wijk als Merwede leefbaar te maken, is afwisselende architectuur, zegt Broekman. Geen strakke torenflats, maar negentien blokken met verschillende stijlen en materialen en verspringende etages. „Tot hoge, rechte wanden kun je je als mens moeilijk verhouden.”
Een andere oplossing is veel, afwisselend en glooiend groen. Er komt een park langs de kanaalkant, een „groen dwaalspoor” door de hele wijk, en ieder woonblok krijgt een groen openbaar binnenterrein. Bij één blok moet dit zelfs een verhoogde „Utrechtse Heuvelrug” worden, vertelt Broekman.
Die binnenterreinen zijn één van de spannende dingen, zegt Maarten Stam van ontwikkelaar AM: „Je deelt je tuin niet alleen met de buren, maar in principe met de hele stad.” Overdag kan het een speelplek voor kinderen zijn, een plek om te zonnen of te lezen, maar ’s avonds gaat het binnenterrein dicht. Om twee uur ’s nachts wil je geen „dampende muziek” in je binnentuin, zegt Stam.
De natuur in de stad is ook welkom. Naast zesduizend woningen moeten er zesduizend nestplaatsen komen voor de „Big Five van Merwede”, zoals ze worden genoemd. Dat zijn de huismus, gierzwaluw, egel en vleermuis plus amfibieën en insecten: kikkers, libellen, vlinders, bijen.
Geen woonwijk, maar stadswijk
Hoe moet een autovrije wijk als Merwede functioneren? Het idee is dat alles – in ieder geval veel – op loop- of fietsafstand is en de ov-verbindingen goed moeten zijn.
„Het wordt geen woonwijk, maar een stadswijk”, zoals Broekman het zegt. Er zijn dus allerlei stadse voorzieningen, zoals twee supermarkten en twee grote pleinen, horeca en een bouwmarkt, kinderopvang, twee basisscholen en een middelbare school, een sporthal, een gezondheidscentrum met apotheek.
De drukke Europalaan aan de westkant wordt teruggebracht tot een tweebaans autoweg. Hier komt ook een nieuwe busbaan, en in de verre toekomst misschien een snelle tram of een metro.
Juist in een autovrije wijk, moeten fietsenstallingen toegankelijk en prettig zijn, zegt Broekman. Geen koude kelders met tl-licht, maar bewoners krijgen inpandige „fietskamers” op de begane grond met kleur, glas en veel daglicht.
Een ‘gebiedsorganisatie’ met een buurtconciërge gaat toezicht houden op Merwede. Bijvoorbeeld of bezoekers hun fietsen in de stallingen voor bezoekers zetten. „Ik kan me voorstellen dat je dat mensen even moet aanleren”, zegt Stam van AM. „Het is fijn als de openbare ruimte niet volstaat met fietsen.”
Op een paar plekken aan de rand kunnen auto’s de ondergrondse parkeergarages inrijden: de „inprikkers”. Hier komen ook twee ‘hubs’ met de mobiliteitswinkels, plus ‘pakketwanden’ om postpakketten op te halen. Iets groots of zwaars zoals een wasmachine kan wel met een e-karretje bezorgd worden.
De supermarkten zitten ook aan de rand van de wijk, waar vrachtauto’s kunnen laden en lossen. Lastiger wordt het bevoorraden van bijvoorbeeld de geplande markthal met hotel verderop in de wijk. Het is wat omwonenden daar prettiger vinden, denkt projectleider Van Leeuwen. Smokkelen met een busje dat één of twee keer per dag langskomt? „Of wil je 34 cargobikes per dag?”
Luister naar de podcast Over de puzzel die de inrichting van Nederland heet
Huisafval kunnen bewoners kwijt in perscontainers in hun woonblok. Die container geeft een seintje als hij vol is, en dan komt een kleine e-vuilnisauto hem ophalen. Van Leeuwen: „De inzamelkosten zijn pak ’m beet drie keer zo hoog als voor een gemiddeld huishouden in Utrecht. Dat is voor de gemeenteraad best lastig te verkopen. Die moet zeggen: beste inwoners, jullie afvalstoffenheffing stijgt voor díé nieuwe wijk.” Zulke kosten horen bij vernieuwing, zegt Van Leeuwen, en als meer wijken het afvalsysteem overnemen, dalen de kosten weer.
Een auto staat 80, 90 procent van de tijd stil en neemt ruimte in waar we niet wonen. Dat is toch belachelijk?
Marco Broekman stedenbouwkundige
Er zullen situaties blijven waarin een auto onmisbaar blijft. Voor „1 procent” van het ‘normale verkeer’ zal de gemeente daarom een ontheffing verlenen. Als je verhuist, bijvoorbeeld. Van Leeuwen: „Het is niet zo dat je wordt gedwongen met een bakfiets te verhuizen.” Er zullen mensen worden geboren én sterven in Merwede. Broekman: „Er komt waarschijnlijk een verzorgingshuis, en dus regelmatig ook een lijkwagen .”
En ook voor hulpdiensten moet de wijk bereikbaar zijn, al zijn de fiets- en wandelpaden bewust niet afgestemd op brandweerwagens. Van Leeuwen: „Het is heel simpel: als de brandweer naar binnen moet, en het past niet, dan past het toch. Dan rijden ze gewoon de perkjes kapot. En dat weten ze ook, dat is geen discussie.”
Mix van bewoners
Het is afwachten welke mix van bewoners Merwede zal krijgen. De woningen worden voor 30 procent sociale huur, voor 25 procent middensegment en 45 procent duurdere vrije huur of koop.
Als je een lager inkomen hebt, en voor je werk of bijvoorbeeld mantelzorg een eigen auto nodig hebt, is 200 euro maandhuur voor een privéparkeerplek een „serieuze prijs”, snapt projectleider Van Leeuwen. Op enkele kilometers afstand van Merwede kun je wel voor een lager tarief een parkeerplek huren.
Voor mindervaliden kan een autovrije wijk ook een drempel zijn. Op aandringen van de politiek krijgen zij daarom een korting op een parkeerplek.
„Het wordt spannend of stedelijk georiënteerde gezinnen hier hun plek vinden”, vindt Kleinjan van AM. Denk aan drukke vaders en moeders die vechten om wie de auto mag gebruiken.
Zullen ouderen het zien zitten om lopend of fietsend boodschappen te doen? Een autovrije wijk helpt vitaal te blijven, en er zijn genoeg ontmoetingsplekken voor ouderen, werpt Broekman tegen. Als Merwede niet aantrekkelijk voor ouderen zou blijken, is het project „eigenlijk niet geslaagd”, zegt Stam van AM. „In een grote wijk met 6.000 woningen wil je een afspiegeling van Utrecht.”
Merwede zal zich moeten bewijzen voordat het project afgebouwd wordt. Als over enkele jaren na bouw van de eerste 4.250 woningen blijkt dat het verkeer rond de wijk afneemt, volgt groen licht voor de overige 1.750 woningen. Ook het mobiliteitsbedrijf moet laten zien dat het rendabel is. De verwachting is dat marktpartijen op termijn vertrekken en de gemeente grootaandeelhouder wordt.
Zo’n wijk van de toekomst vraagt van alle partijen meer inzet, zegt wethouder Eelco Eerenberg (ruimtelijke ordening, D66). „We hebben gezegd: dit is uniek, dit moet in één keer goed gaan. Zeker in de tekenfase heb je als gemeente een stevigere rol, anders gaat het niet vliegen.”
Ook de marktpartijen, van vastgoedbeleggers tot woningcorporaties, krijgen een andere rol dan gewoonlijk. Van Leeuwen van de gemeente: „Ontwikkelaars zijn gewend: ik bouw, lever een blok op, verkoop het en ben weg.” Kleinjan van AM: „Hier gaan we tien jaar zorgen dat de wijk goed blijft functioneren.”
Uiteindelijk is een autovrije wijk gezonder, klimaatvriendelijk, en nodig in een groeiende stad, gelooft de gemeente. „Een auto staat 80, 90 procent van de tijd stil en neemt ruimte in”, zegt stedenbouwkundige Broekman. „We kunnen op die ruimte niet wonen, geen groen maken, geen speelplekken. Dat is toch belachelijk?”