De Amerikaanse vijandigheid tegen universiteiten ‘hadden we al zien aankomen’

Twee medewerkers van de Wageningse hoogleraar Kirsten de Beurs kregen een maand geleden een mail van de Amerikaanse Geologische Dienst (USGS), waarmee ze samenwerken in een project. Bij de mail zat een lijst met 36 vragen, en het verzoek die snel in te vullen en te retourneren. De lijst zorgde voor commotie, en ging snel rond in academisch Nederland. NRC schreef er een artikel over.

De Beurs wil nu graag tekst en uitleg geven over die lijst, en over het bedrijven van wetenschap in de Verenigde Staten, waar ze zelf twintig jaar heeft gewerkt. Onder andere in Oklahoma. „Een van de meest conservatieve staten in het land”, zegt De Beurs via een videoverbinding.

Ze is twee jaar geleden teruggekeerd naar Nederland. „Dat je vragenlijsten moet invullen is heel normaal in de VS. Dat is in Nederland anders”, zegt De Beurs, die als hoogleraar remote sensing aan Wageningen University & Research nu een groep van circa 60 mensen leidt, die aan de hand van ruimtelijke data en modellen veranderingen in landschappen bestudeert. „Maar met deze lijst waren er wel wat rare dingen.”

Van de 36 vragen op de lijst, zijn er, in de ervaring van De Beurs, 30 waarvan ze zegt: oké, die heb ik vaker gezien. „Het zijn in principe geen foute vragen.” Daarom verbaasde ze zich, in zekere zin, over het artikel in NRC, zegt ze. (Net als een gepensioneerde lezer van de krant, die mailde dat hij in zijn jaren als gastdocent aan Duitse hogescholen en universiteiten bij aankomst altijd pagina’s lange vragenlijsten moest invullen).

De vraag bijvoorbeeld of je organisatie ooit subsidie heeft gekregen vanuit China, Rusland, Cuba, Iran. „Standaard”, zegt De Beurs. Of de vraag: creëert dit project meetbare voordelen voor de Amerikaanse binnenlandse industrie, werknemers of sectoren? „Supernormaal. De overheid wordt steeds preciezer in waar ze geld aan uitgeeft, en wil zorgen dat het niet op de verkeerde manier gebruikt wordt.” De Beurs heeft ook weleens een projectvoorstel gedaan waarvoor ze satellietdata van ruimtevaartorganisatie NASA nodig had. „Ik moest ervoor tekenen dat Chinese studenten en onderzoekers niet naar deze data mochten kijken. En ik had vrij veel Chinese studenten.”

Een deel van de vragenlijst, met aandacht voor gelijkheidsbeleid en milieurecht.
Foto Merlin Daleman

Maar je moest zo’n vragenlijst wel altijd invullen als onderdeel van je projectvoorstel, vóórdat het voorstel werd af- of goedgekeurd, zegt De Beurs. Nu kregen haar medewerkers de vragenlijst halverwege het driejarige project, waarin ze met de USGS samenwerken aan detectie van bosbranden. Daarnaast waren er nieuwe vragen, „waar ze moeite mee had”. Bijvoorbeeld vraag 16: kun je bevestigen dat dit geen klimaat- of milieurechtproject is, of zulke elementen bevat? De Beurs: „Hier gaat de politiek zich met de wetenschap bemoeien. Het tast de onafhankelijkheid van de universiteit aan.” Of neem vraag 15: kun je bevestigen dat dit geen DEI-project is? DEI staat voor, vertaald: diversiteit, gelijkheid, inclusie. „Lange tijd moest je in de VS juist per se zo’n element in je voorstel hebben staan. En nu opeens juist niet. Dat kan gewoon niet.”

In overleg met het bestuur van de universiteit is de vragenlijst niet ingevuld. De medewerkers van De Beurs hebben de USGS nog wel per mail gevraagd waarom ze de lijst hadden gestuurd. Het antwoord was kort, zegt De Beurs. „We hadden die lijst niet mogen krijgen. Dat was het.”

Als je op de universiteit werkt, dan heet het al snel dat je lui bent, je bent een vieze liberaal

Kirsten de Beurs

Dat de regering-Trump zo’n vijandige houding heeft tegenover de wetenschap en universiteiten, en ingrijpende bezuinigingen doorvoert, verbaast De Beurs overigens niet. „We hebben dit al best wel een tijdje aan zien komen, zegt De Beurs op basis van haar ervaring aan de universiteit van Oklahoma, waar ze van 2015 tot 2022 hoogleraar was aan de afdeling geografie en milieuduurzaamheid. De conservatieve regering van de staat, zegt ze, was al heel lang heel negatief over universiteiten en de wetenschap. Op een manier die „heel onprettig” was. „Als je op de universiteit werkt, dan heet het al snel dat je lui bent, je bent een vieze liberaal, je bent de boel aan het bedonderen, of je werkt mee aan een soort conspiracy.” Het is een van de redenen geweest dat ze naar een andere baan buiten de VS is gaan zoeken. „En ik ben niet de enige.”

Die negatieve houding ten opzichte van de wetenschap had effect op studenten, zag De Beurs. „De meesten komen uit de staat zelf en zijn ook overwegend conservatief.” Toch gaan ze naar de universiteit, „want ze hebben een academische opleiding nodig als ze ergens willen komen”. Doordat ze aan de universiteit veel leren, zeggen velen op een gegeven moment, goh, ik kijk nu toch wel anders tegen veel zaken aan. De Beurs: „Maar dan gaan ze naar huis, naar een verjaardag van een van de ouders, van een opa of oma, of van een tante, en dan zijn ze het opeens heel erg oneens met hen. En dan voelen die studenten zich opeens een buitenstaander.”

Voor Nederlanders, en Europeanen, is dat extreem conservatieve deel van Amerika lange tijd niet heel zichtbaar geweest, zegt De Beurs. „Men kreeg het niet zoveel te zien. Maar het is er gewoon al heel lang. Het is een onderdeel van de VS. En dat onderdeel is nu aan de macht.”