De ambtenaar die activist wordt: ja graag

Overheid Hou niet krampachtig vast aan het ideaal van de ambtenaar als neutrale beleidsuitvoerder, betoogt . Deze tijd vraagt om activistische ambtenaren die zoeken naar onconventionele middelen.


Foto LEX VAN LIESHOUT/ANP

Soep op schilderijen, blokkades op snelwegen, en stilgelegde opera’s. 2022 liet een nieuwe golf van klimaatactivisme zien: geweldloos en origineel. Dit bleek het recept om eindelijk het achtuurjournaal te halen en bij de talkshowtafel aan te mogen schuiven – om vervolgens nog even aan die tafel te blijven plakken.

Ook binnen de wetenschap was 2022 een jaar vol activisme. In Eindhoven, Twente en Rotterdam bezetten studenten en werknemers tijdelijk gebouwen en eisten onder andere het verbreken van banden met de fossiele industrie. Begin 2023 volgde de Universiteit van Amsterdam.

Een wetenschapper die zich wil uitspreken als activist kan zich gesterkt voelen door een lange traditie en kan dat doen zonder het aanzicht van de wetenschap aan te tasten.

Hoe anders is dit bij de ambtenarij, waar activisme lange tijd niet leek te bestaan en vooral als ongepast werd ervaren. Tot 2022. Een groep Amsterdamse ambtenaren stelde een brandbrief op: zij kunnen zich niet meer verenigen met het klimaatbeleid, de uitvoering daarvan en de prioriteit die de gemeente Amsterdam eraan geeft. De brief werd door 10 procent van de 18.000 Amsterdamse ambtenaren ondertekend en ging als een schokgolf door de ambtelijke en bestuurlijke organisatie. Eindelijk ging het gesprek niet over urgente raadsvergaderingen en beleidsnota’s, maar ontstond de ruimte om elkaar in de ogen te kijken en de vraag te stellen, zowel als ambtenaar en als mens: doen we nu echt genoeg om de enorme crises die ons te wachten staan het hoofd te bieden?

Een bommetje dat verder rijkt dan de ring A10. Al snel was de ophef daar: moet een ambtenaar niet gewoon een neutrale uitvoerder van beleid zijn? En is er geen managementoverleg waar deze zorgen gedeeld kunnen worden? Als ambtenaar spreek je immers via de lijn, en niet via de krant.

Neutraliteit onhaalbaar

Het is echter maar de vraag of deze ambtenaren daadwerkelijk hun boekje te buiten gaan. Dit activisme kan wel degelijk voortkomen uit hun professionele inschatting. Met het huidige klimaatbeleid wordt de opwarming van de aarde niet tot 1,5 graad beperkt. Het is niet in lijn met het Akkoord van Parijs of de Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de VN. En het botst met door de overheid zelf opgestelde doelen en andere beleidsvelden. Met dit activisme wijdt de ambtenaar zich nog steeds aan de kerntaak, maar kijkt simpelweg verder dan de grenzen van het eigen afgebakende beleidsterrein, directe beleidsdirectie of bewindspersoon. Met de complexiteit van de opgaven waar veel ambtenaren aan werken, kan dat ook niet anders.

Daarnaast is het ideaal van de neutrale en waardenvrije ambtenarij überhaupt niet haalbaar en wenselijk. Een individu brengt altijd een unieke identiteit en maatschappelijke achtergrond met zich mee, zoals klasse, gender, etniciteit, geboorteplek, maar ook normen, waarden en een wereldbeeld. En dat is maar goed ook, want zo kan een organisatie ‘meer zien’, en die diversiteit zal leiden tot betere uitkomsten. Diversiteitsbeleid is geen sociaal project maar maatschappelijke noodzaak, dus laten ambtenaren hun unieke identiteit beter niet thuis als ze hun overheidsgebouw binnenstappen.

In de wetenschap, de journalistiek en het onderwijs wordt deze discussie al langer gevoerd. ‘Normatieve professionaliteit’ heet dat met een duur woord. Het betekent zoveel als: een goede professional heeft niet alleen technische kwaliteiten maar beschikt ook over een moreel kompas. Waarom dit nodig is, is de afgelopen tijd pijnlijk duidelijk geworden in bijvoorbeeld de dossiers rond de gaswinning in Groningen of de Toeslagenaffaire. Waar waren de ambtenaren die aan de bel trokken?


Lees ook: Het was zo’n goed idee: een podcast over morele dilemma’s van ambtenaren. Tot ze hem hoorden

Lastige gesprekken voeren niet genoeg

Eén oplossing is die van Erik Pool, programmadirecteur Dialoog & Ethiek bij de rijksoverheid, die zich ervoor inzet dat ambtenaren ‘het lastige gesprek’ beter met elkaar voeren, en – op soms wel heel creatieve wijze – hier meer tijd voor vrij wil maken.

Dit lijkt mij onvoldoende. De huidige situatie vraagt om activistische ambtenaren die niet stil kunnen blijven zitten en zoeken naar onconventionele routes – bondjes vormen, brandbrieven schrijven, klokkenluiden, werkweigering – omdat de politiek niet levert wat zij wel heeft beloofd. Dit gaat soms buiten de formele parlementaire route om, maar blijft wel binnen de wet.

Wel ligt er een enorme verantwoordelijkheid bij zowel de ambtenaren als bij hun organisaties om de potentiële kracht van activisme goed te kanaliseren. Normativiteit mag nooit grenzeloos zijn; dat is een schrikbeeld, net zoals het andere uiterste dat is, die van een koude en dode professie. Maar in een tijd waarin dat ambtelijk activisme alleen maar gaat toenemen, staan we voor een fundamentele keuze: of we houden krampachtig vast aan het onrealistische ideaal van de waardevrije uitvoerder van beleid, of we omarmen een ambtelijke professionaliteit waarin ook activisme soms een rol speelt.