De aankondiging van het einde van het Amerikaans anti-aids-programma werkt al verlammend

Eén warrig besluit van de Amerikaanse regering en de hiv-bestrijding over de hele wereld ligt plat. Eerder deze week kondigde de Amerikaanse overheid te stoppen met het financieren van anti-aidsprogramma PEPFAR. Daarmee worden hiv-medicijnen, -tests en -preventieprojecten gefinancierd. Die mededeling is sindsdien deels verzacht door de regering zelf en tijdelijk opgeschort door een federale rechter. Maar de uitwerking is nog steeds verlammend.

Overal in de wereld zijn klinieken gesloten en projecten stilgelegd. Medewerkers van lokale projecten hebben vanuit de VS te horen gekregen dat ze niet met de pers mogen praten. De directeur van de Pan American Development Foundation op Curaçao en Aruba hangt vrijwel direct op als hij hoort dat hij een journalist aan de lijn heeft. „Ons is maandag gevraagd geen mededelingen te doen. De situatie is té veranderlijk.”

Het besluit van de Amerikaanse president Donald Trump is onderdeel van het streven om buitenlandse hulp te reduceren, zo niet af te schaffen. De verzachtende uitleg van de regering kwam dinsdag van minister van Buitenlandse Zaken Marco Rubio, die liet weten dat levensreddende medicijnen zijn uitgezonderd van de maatregel en dat die mogen worden verstrekt totdat het programma van PEPFAR is geëvalueerd. „Mensen durven nu niks te doen”, zegt directeur Mark Vermeulen van het Aidsfonds telefonisch vanuit Washington. „Zo’n stop to work order, die eerder werd afgekondigd, betekent dat iedereen meteen moet ophouden met de distributie van door de Amerikaanse regering gefinancierde medicijnen of het laten draaien van preventie-programma’s. Dat een rechter die maatregel voor enkele dagen heeft opgeschort, biedt geen soelaas. Het risico dat je alles met terugwerkende kracht moet terugbetalen aan de VS, is veel te groot.”

Verpleegkundige Sister Sally Naidoo test een jongen op hiv in de Right To Care aids-kliniek in Johannesburg, Zuid-Afrika.
Foto Foto24/Gallo Images/Getty Images)

De Oegandese president Yoweri Museveni met toenmalig Amerikaanse president George W. Bush bij de Aids Support Organization. Foto Brooks Kraft LLC/Corbis via Getty Images

20,5 miljoen patiënten

Tientallen hoge ambtenaren van de dienst voor buitenlandse hulp, USAID, zijn afgelopen week op non-actief gesteld. „De afdeling global health staat daar leeg”, zegt Vermeulen. „We weten hoe dit soort regeringen, ook bijvoorbeeld in Hongarije of Oeganda, opereren. Verwarring zaaien, chaos creëren is deel van hun agenda. Trump kan nu al zeggen: missie geslaagd.”

De betekenis van de Amerikaanse bijdrage aan de bestrijding van hiv en aids, begonnen tijdens het presidentschap van de Republikein George W. Bush (2001-2009), valt nauwelijks te overschatten. Met 7,5 miljard dollar per jaar helpt PEPFAR volgens zijn eigen gegevens zo’n 20,5 miljoen mensen aan de anti-hiv medicatie.

Ook in Zuid-Afrika, het land met de grootste hiv-epidemie, waar de nationale overheid inmiddels 80 procent van de hiv-bestrijding financiert, heeft de nieuwe, harde Amerikaanse beleidslijn grote gevolgen. Ecclesia de Lange, directeur van de confessionele hulporganisatie Inclusive and Affirming Ministries, zegt door de telefoon dat de Wits Universiteit in Johannesburg zijn klinieken voor transgenderzorg heeft gesloten. „Deze mensen zijn daardoor heel kwetsbaar.”


Lees ook

Wetenschappers vrezen Amerikaans vertrek uit WHO: ‘Gevolgen zullen over alle grenzen heen voelbaar zijn’

De toenmalige vicepresident Mike Pence staat bij een kaart van het coronavirus in de Verenigde Staten in de perszaal van het Witte Huis, op 19 november 2020.

Ahmed Said, regiocoördinator in Kenia van de NPUD, een belangenorganisatie voor drugsgebruikers, zegt dat ook projecten voor het vervangen van injectienaalden zijn stilgelegd. „De mensen die doorgaan met hun drugsgebruik – en ze zijn verslaafd dus natuurlijk doen ze dat – gebruiken dus weer vuile naalden, of delen die met anderen. Zo worden ze verspreiders van hiv of hepatitis C.” Volgens Said zal dit leiden tot onderdrukking vanuit de Keniaanse overheid van de trans-gemeenschap, van homo’s, van sekswerkers – alle groepen die een hoger risico op besmetting hebben. „Ze worden gezien als een bedreiging van de volksgezondheid. Ik denk dat het weleens gewelddadig zou kunnen worden, hier.”

Een vrouw wordt op hiv getest in een kliniek in Kampala, Oeganda.
Foto Per-Anders Pettersson/Getty Images

‘Onhoudbaar’

Aidsfonds-directeur Vermeulen is op dit moment in de Amerikaanse hoofdstad om met grote donoren op het gebied van de aidsbestrijding te overleggen. Die jaarlijkse vergadering was bewust na de inauguratie van de president gepland, zegt Vermeulen. „Hadden we een Democratische regering gehad, dan konden we onze kansen bespreken. Nu we Trump aan de macht hebben, moeten we de dreiging bespreken. Dat het zo onmenselijk zou zijn dat er pillen op de plank zou liggen, maar dat je ze niet mag uitgeven, dat hadden we niet verwacht.”

Mark Vermeulen, directeur Aidsfonds

Foto ELIZABETH WATTIMENA

Het is heel simpel, zegt Vermeulen. „Ben je hiv-besmet – en dat ben ik zelf ook – dan neem je één pil per dag en dan blijf je leven. Neem je die pil niet? Dan is de kans heel groot dat je aids krijgt en dan ga je dood.”

De situatie dat één land zo ontzettend belangrijk is voor de bestrijding van aids, is niet houdbaar, zegt Vermeulen. In Zuid-Afrika heeft de regering al grote stappen gezet om onder die afhankelijkheid uit te komen. Voor armere landen, zoals Zimbabwe, Oeganda of Mozambique, is dat veel lastiger. „Daar hebben deze maatregelen veel meer impact.”

Op de conferentie voor de grote financiers van aidsbestrijding, zoals de Bill and Melinda Gates Foundation, wil Vermeulen twee dingen naar voren brengen. „Voor de twee komende weken willen we noodhulp organiseren zodat we geld hebben om de levensreddende medicijnen veilig te stellen. Voor de langere termijn denken we over hoe we ook deze Amerikaanse regering ervan kunnen overtuigen dat de bestrijding van hiv, ook in het buitenland, een verstandige investering is voor de VS. Dit raakt natuurlijk ook hún volksgezondheid. En er is een economisch belang mee gemoeid. Mij is het daar niet om te doen, maar als dat het enige argument is dat bij de Republikeinen van nu aankomt, dan moet dat maar.”