‘D66, dat is die elitaire Randstadpartij’

Provinciale Statenverkiezingen Op het platteland wordt D66 gezien als een partij voor welvarende hoogopgeleiden, die botst met boeren. Een ‘tegenbeweging’ van provinciale D66’ers wil ‘de regio’ binnen de partij versterken.

Drijvende krachten achter de regionale beweging ‘R49’: Wim van Wegen uit Noordoostpolder, Marieke Vellinga uit Súdwest Fryslân en Joey Koops uit Emmen.
Drijvende krachten achter de regionale beweging ‘R49’: Wim van Wegen uit Noordoostpolder, Marieke Vellinga uit Súdwest Fryslân en Joey Koops uit Emmen.

Foto Sake Elzinga

Als fractievoorzitter in een landelijke gemeente als Noordoostpolder in Flevoland krijgt Wim van Wegen regelmatig de vraag: waarom zit jij nou bij D66?

„We hebben in de regio zeker een imagoprobleem”, zegt Van Wegen. „Als ik moet flyeren voor D66, dan vinden ze mij nog wel een aardige kerel, zeggen ze. Maar D66…? Hm Hm. Dan gaan ze al een beetje vies kijken.” De naam van partijleider Sigrid Kaag valt dan wel eens. „En jullie zijn een Randstadpartij, een elitaire partij.”

„Jullie maken de boeren kapot!”, hoor je als D66’er ook, zegt Marieke Vellinga, voorheen fractievoorzitter in Súdwest Fryslân en nu wethouder op Vlieland.

Ook in de regio Zuidoost-Drenthe wordt D66 vaak gezien als een partij voor welvarende hoogopgeleiden, volgens Joey Koops, fractievoorzitter in Emmen. Mensen hebben er vaker een bijstandsuitkering, overgewicht of zijn laaggeletterd, zegt hij. „Dan ben je sneller gefrustreerd over een partij, als je het beeld hebt dat die mensen jouw problemen niet hebben.”

Koops moeder was postbode, zijn vader gevangenisbewaker. Als hij dát in Drenthe vertelt, komt hij als D66’er sneller binnen bij mensen, zegt hij. Dan vertelt hij dat D66 ook is voor „kansengelijkheid.”

Van Wegen, Vellinga en Koops behoren tot de drijvende krachten achter de ‘R49’, een samenwerkingsverband van kleinere lokale fracties om D66 in Den Haag beter te bereiken. „Een tegenbeweging” die ‘de regio’ in de organisatie en de visie van de partij wil versterken, zegt Van Wegen.

De naam R49 verwijst naar de 49 lokale fracties, van Aalten tot Zundert, die in april 2021 een oproep deden aan de toen nieuwe Tweede Kamerfractie. Boodschap: vergeet de regionale kiezer niet.

„Ga de dialoog aan met de boeren en doe dit met een optimistisch geluid”, schreven ze. Verdeel rijksgeld beter over regionale gemeenten, behoud dorpsscholen, bouw genoeg starterswoningen en investeer in nieuwe regionale treinverbindingen.

Nederland regioland

Het leidde begin 2022 tot een manifest van zeventien pagina’s: Nederland regioland. Dit was opgesteld door de twee D66-Kamerleden uit Friesland, Romke de Jong en Tjeerd de Groot, samen met R49. Ze wilden het „met tromgeroffel” en media-aandacht publiceren, maar toen brak net de Oekraïne-oorlog uit: slechte timing.

Op het afgelopen partijcongres in november in Rotterdam was er wel een regiosessie, die ook een vervolg krijgt op het volgende congres. „De R49 moet over een paar jaar de R89 worden, of de R129”, zegt Van Wegen. Nee, ze hebben geen „Calimero-complex”, ze willen „pro-actief” de regio verankeren in het „dna van D66”.

Zaterdag trapt D66 in Arnhem de campagne af voor Provinciale Statenverkiezingen in maart; dan moet blijken hoe D66 het in de regio gaat doen. Maar de electorale vooruitzichten zijn niet zo gunstig.


Lees de analyse Bij de Statenverkiezingen staat het gezag van Rutte IV op het spel

Gemiddeld haalde D66 bij de laatste zes Statenverkiezingen sinds 1999 een kleine 7 procent van de stemmen. In Noord-Holland en Utrecht scoorde de partij steevast ver boven het eigen landelijk gemiddelde. In Friesland en Zeeland ligt dat percentage elke keer lager. Landelijk gezien staat D66 in de huidige peilingen ook op verlies: 5 tot 7 procentpunt minder stemmen dan bij de Tweede Kamerverkiezingen vorig jaar.

Typische kenmerken van D66-kiezers zijn een hogere opleiding en een hoger inkomen, zegt Asher van der Schelde van onderzoeksbureau I&O Research. Die groep kiezers woont nu eenmaal vaker in de stad. „Je ziet in Nederland een lijn door de noordelijke Randstad: van Haarlem naar Amsterdam, naar ’t Gooi, Utrecht en dan een beetje door naar Nijmegen-Arnhem. Dat is wel echt een D66-belt.”

Zelf zijn de volksvertegenwoordigers van D66 in Den Haag ook niet zo landelijk. De Kamerleden van buiten de Randstad zijn op één hand te tellen: vijf van de 24.

Rutger Schonis bijvoorbeeld was de enige Zeeuwse D66’er in Den Haag sinds 1998, maar hij keerde in 2021 niet terug op de kandidatenlijst. Hij is nu wethouder in Middelburg. Meer partijen hebben een „Haagse blik” op de regio, zegt hij. „De afstand Den Haag-Middelburg is altijd groter geweest dan Middelburg-Den Haag.”

Op de huidige kandidatenlijst voor de Eerste Kamer staan nu vijf ‘regionale kandidaten’ in de top 15. Eén van hen, het Gelderse Statenlid Antoon Kanis, begrijpt dat de Randstad in Den Haag beter vertegenwoordigd is. „De afdeling-Amsterdam van D66 is groter dan die van Gelderland; daar komen meer actieve leden vandaan.” 

Stikstofaanpak

Wat gevoelig ligt op het platteland, is de stikstofaanpak waarmee D66 zich binnen de rechtse coalitie met VVD, CDA en ChristenUnie profileert. Het programmapunt ‘Halveer de Veestapel’, door landbouwwoordvoerder Tjeerd de Groot vaker verwoord, is in regio’s slecht gevallen.

Van Wegen: „Ik denk dat die uitspraak – en dit heb ik Tjeerd de Groot destijds ook persoonlijk laten weten – wel voor polarisatie heeft gezorgd en daarmee schiet je je doel voorbij. Met de verkiezingen heeft ons dat in ieder geval niet geholpen. Ik kom uit een agrarisch gebied. Het heeft ons leden gekost en het is mij echt vaak nagedragen tijdens campagnevoeren.”


Lees het artikel De politiek is het probleem, niet de oplossing, vinden veel burgers

„We zijn een partij die zaken benoemt die soms wat gevoelig liggen”, reageert De Groot. Het stikstofprobleem is te groot en vraagt om landelijke regie, vindt hij. „Dat betekent dat je een boodschap moet brengen die hard aankomt.” D66 kómt tegelijkertijd met oplossingen, zegt hij: ruim 24 miljard euro tot 2035 van de coalitie voor de hervorming van de agrarische sector naar duurzame ‘kringlooplandbouw’.

De Groot snapt dat de stikstofaanpak in de regio „hartstikke spannend” is. „Tegen elke regio die mij belt zeg ik: jongens, als ik dingen moet uitleggen, kom ik langs.”

Een andere ergernis voor de regionale D66’ers is de scheve verdeling van de 7,5 miljard euro voor infrastructuur in de komende jaren. Het gros gaat naar de Randstad (circa 65 procent) en stedelijke gebieden in Noord-Brabant en Gelderland.

Friesland, Groningen en Drenthe kregen samen slechts 323 miljoen euro (4 procent) – waarna de Tweede Kamer alsnog geld bijlegde voor een nieuw treinaquaduct bij Leeuwarden, het ‘spoorinfarct’ tussen Meppel en Zwolle en een verkenning naar de toekomstige Nedersaksenlijn tussen Enschede en Groningen.

Ook Gelderland is er bekaaid vanaf gekomen, vindt Statenlid Kanis. „We kregen 115 miljoen euro voor een dubbelspoor naar de Achterhoek en verbreding van de Rijnbrug bij Rhenen. Een schril contrast met de miljarden voor Amsterdam gaan.”

Matig ov naar steden betekent minder banen, woningen en mensen in de regio, zeggen de mensen achter R49. „Dan kan D66 heel hard roepen: minder auto, meer fietsen, en dat soort dingen”, zegt Van Wegen. „In Utrecht en Amsterdam werkt dat fantastisch. In het noorden ben je wel gedwongen de auto te pakken naar je werk.”

Het geld voor infrastructuur volgt de provinciale woningbouwplannen, werpen ze bij D66 in Den Haag tegen. En in het coalitie-akkoord is wel 3 miljard euro vrijgemaakt voor de toekomstige Lelylijn-trein tussen Lelystad en Groningen.

„De grootste investering in ov in tijden is gewoon heel erg nodig”, reageert Kamerlid Romke de Jong. „Ik kom zelf uit een gemeente [Opsterland] met zestien dorpjes, ik weet hoe belangrijk het is.”

Met een tekort aan basale voorzieningen – werk, scholen, huizen – landen typische D66-thema’s in de regio soms ook niet, zegt Koops uit Emmen. Je kunt het beter hebben over een lagere energierekening nu, dan over een klimaatneutrale verre toekomst. Koops: „Omdat veel mensen hier zich moeten bezighouden met wat ze vandáág op tafel kunnen krijgen.”


Lees de reportage De grootste is D66 Rotterdam niet geworden. ‘Ik zou het vreselijk vinden als mensen ons een elitaire partij vinden

Of het pleidooi tegen Zwarte Piet: „Achter de schermen zijn wij al jaren bezig Zwarte Piet minder zichtbaar te maken”, zegt Koops. „Dat is gelukt, vanaf dit jaar is er geen Zwarte Piet meer bij de intocht in Emmen. Maar niet door grote of zware discussies in de raad over progressiviteit.”

„Diversiteit is heel belangrijk”, zegt Van Wegen uit Noordoostpolder: „Maar wat ik om me heen hoor is: leuk hoor, diversteit en woke, maar wanneer wordt die N50 nou eens aangepakt?” Die N50 van Zwolle naar Emmeloord, grotendeels tweebaans, staat bekend als een ‘dodenweg’. „Als die in de Randstad had gelegen, was het allang opgelost, denk ik dan zelf.”

Regiotoets

Eigenlijk zouden al het landelijke beleid en investeringen eerst gewogen moeten worden tussen stad en platteland, oppert D66’er Vellinga. Zoiets als de ‘Waddentoets’, een motie van het Friese PvdA-Kamerlid Lutz Jacobi uit 2008, om te kijken of nieuwe regelgeving economisch, ecologisch of bestuurlijk schadelijk zou kunnen zijn voor de Waddeneilanden. „Geen Waddentoets, maar een regiotoets dan.”

Als voorbeeld noemt ze de voorschoolse kinderopvang: in dunbevolkte regio’s, zoals Vlieland, kan het een uitkomst zijn om drie- en vierjarigen samen in één groep te plaatsen. „Mag niet volgens landelijke regels, zegt de GGD dan”, volgens Vellinga. „Terwijl we alle Nederlanders toch dezelfde basisvoorzieningen willen bieden.”

Hoe gaat het verder met de R49? Peter de Kraker, D66-fractievoorzitter in Terneuzen en een van de ondertekenaars, heeft het idee dat de beweging „een beetje als een nachtkaars is uitgegaan”. Martin Wissekerke, zijn collega in Goes, vindt dat regionale politici van hun eigen kracht moeten uitgaan. „Het D66-verhaal over klimaat en milieu is niet elitair”. zegt hij „Het spreekt ook gewone Nederlanders aan.”

Volgens Van Wegen, Vellinga en Koops heeft D66 in Den Haag de oproep juist goed opgepakt, en moet de dialoog met de regio worden voortgezet. Van Wegen: „Nu wordt alles iets te vaak met een Randstedelijke blik bij de regio op het bordje geschoven”. „Schrijf niet alleen beleid vóór de regio, maar doe het mét de regio”, zegt Koops. „Het is niet wij-zij, maar we hebben wel onze eigen manier van doen.”