Conservatieve Partido Popular wint lokale verkiezingen Spanje

Spaanse verkiezingen Regeringspartij PSOE van premier Pedro Sánchez kreeg zondag een gevoelige klap. De rechtse oppositiepartij Partido Popular haalde 31,5 procent van de stemmen, terwijl de PSOE bleef steken op 28,1 procent.
De 88-jarige Maria Iturriaga brengt zondag haar stem uit bij de lokale verkiezingen in Spanje.
De 88-jarige Maria Iturriaga brengt zondag haar stem uit bij de lokale verkiezingen in Spanje. Foto Alvaro Barrientos/AP

De conservatieve volkspartij Partido Popular (PP) heeft zondag de lokale en regionale verkiezingen in Spanje gewonnen. De oppositiepartij van Alberto Núñez Feijóo kreeg volgens El País ruim 31,5 procent van de stemmen, terwijl de sociaaldemocratische regeringspartij PSOE van premier Pedro Sánchez flink moest inleveren en uitkwam op ruim 28 procent van de stemmen. In de hoofdstad Madrid haalde de PP zelfs 44,5 procent van de stemmen tegen 16,7 procent voor de PSOE.

Bij de lokale verkiezingen werd in alle 8.112 gemeenten en in twaalf van de zeventien autonome regio’s gestemd. In veel plaatsen werden ook nieuwe burgemeesters gekozen. De extreemrechtse partij VOX kwam op ruime afstand van de PP en PSOE als derde uit de bus met ruim 7 procent van de stemmen. Verder kwam geen enkele andere partij boven de 2,5 procent uit.

De verkiezingen waren ook belangrijk, omdat ze worden gezien als graadmeter voor de landelijke verkiezingen in december. Die zullen uitdraaien op een klassieke tweestrijd tussen de linkse PSOE en de rechtse PP, die nu de beste uitgangspositie heeft.

Volgens woordvoerder Cuca Gamarra van de PP toont de uitslag van zondag aan dat Spanje toe is aan verandering: „Het resultaat van vandaag is een enorme stimulans voor de volgende verandering later dit jaar op nationaal niveau”, zei Gamarra zondagavond op een persconferentie. „Wij zijn er klaar voor en de bevolking wil het”.

Lees ook: Lokale verkiezingen in Spanje zijn een referendum over premier Sánchez