Terwijl de wereld brandde zat ik zondagmiddag gezinsbreed bij de film Hoe tem je een draak, een titel waar gek genoeg geen vraagteken achter staat. Ik wil niet te veel spoilen, maar het antwoord is, zoals bij alle westerse kinderfilms: door nieuwsgierig te zijn naar de vijand in plaats van er meteen maar op los te slaan. Niet dat die boodschap meteen doordrong: mijn dochters (9,7 en 4) hadden het eerste uur nodig om te bekomen van hun woede omdat we voor de verandering niet naar een Pathé-bioscoop waren gegaan, maar naar een bioscoop waar geen bakken met snoep, popcorn of chips in de zichtlijn staan. Daarna gleden ze toch in de vrolijk opgediende kindermoraal.
Ik niet, ik bleef geenstijl.nl maar verversen op mijn mobiel want die maken onder hoogspanning wel iemand vrij die het hele internet in de gaten houdt. Niet dat mijn nieuwshonger iets uitmaakte, de bombardementen over en weer werden er niet minder om en voor u heeft het ook geen enkel effect. Voor columnisten die exact weten hoe het allemaal zit en die u op weg naar de goede kant van de geschiedenis graag bij de hand nemen, verwijs ik u graag naar collega’s met meer zendingsdrang. Ik heb er wel een, een mening, maar ben niet behept met bekeerdrift en bovendien ben ik de discussies waarin alles en iedereen aan elkaar geknoopt wordt meer dan moe.
Ik zeg het niet snel, maar waren er maar meer zoals ik. Ik zie nu al op tegen de komende talkshowweek, met de bekende koppen. Komen Eva en Wilfred en Johan weer terug van vakantie om hun tijdelijke opvolgers monddood te maken? De fall-out van het wereldnieuws wordt steeds heviger gevoeld. Vroeger was de ellende dichtbij en ver weg ook groot, maar toen gaven we de zendtijd nog niet weg aan iedereen. Zelden was de kwaliteit onder onze deskundigen en politici zo gering en was tegelijkertijd de gretigheid om maar iets te vinden zo groot. Je ziet ze wippen om hun mening maar niet onder stoelen en – tegenwoordig ook – banken te steken. De wereld trekt zich verder niets van deze gemakzucht aan, en u hopelijk ook niet. Helaas leven we in een land waar een steeds groter deel het wel gemakkelijk vindt dat er een paar tussen zitten met verstand van alles. De volgende stap is dat de meerderheid er eentje aanwijst. Dan zijn we ook eindelijk van die vervelende vrijheid van meningsuiting af.
Marcel van Roosmalen schrijft op maandag en donderdag een column.
De man die wordt verdacht van het neerschieten van twee Democratische politici in de Amerikaanse staat Minnesota is zondagavond gearresteerd. Dat meldt een functionaris van de lokale politie aan persbureau AP. Het gaat om de 57-jarige Vance Boelter.
Bij de schietpartij kwamen voormalig voorzitter van het Huis van Afgevaardigden Melissa Hortman en haar partner in hun woning in Brooklyn Park, een voorstad van Minneapolis, om het leven. Senator John Hoffman en zijn vrouw Yvette raakten gewond in hun Champlin, zo’n vijftien kilometer verderop.
Eerder op zondag verklaarde Drew Evans, hoofd van het Bureau of Criminal Apprehension –een overheidsorganisatie in Minnesota die onderzoeksondersteuning biedt aan lokale rechtshandhaving – dat er een landelijk arrestatiebevel tegen Boelter was uitgevaardigd. Waar de verdachte uiteindelijk werd aangehouden is niet bekendgemaakt.
‘Geluk dat we nog leven’
Zondagavond deelde de senator van Minnesota Amy Klobuchar een verklaring van Yvette Hoffman via sociale media. „John ondergaat momenteel meerdere operaties en komt elk uur dichter bij herstel. Hij is negen keer geraakt, ik acht keer, en we hebben ongelofelijk veel geluk gehad dat we het hebben overleefd. We zijn kapot van het verlies van Melissa en Mark. We hebben geen woorden. Voor dit soort politieke haat is geen enkele plaats”, aldus Hoffman.
Boelter werd op zaterdag als verdachte geïdentificeerd. Hij zou zich hebben vermomd als politieagent, met onder andere een gemodificeerde wagen die leek op een politieauto en een masker.
Een lijst met ongeveer 70 namen is aangetroffen in documenten die zijn teruggevonden uit het nep-politievoertuig dat op de plaats delict was achtergelaten, aldus de autoriteiten. In die auto werd volgens functionarissen een namenlijst gevonden met daarop prominente politici en voorstanders van het recht op abortus en informatie over zorginstellingen. Over het motief van Boelter hebben de autoriteiten nog niets naar buiten gebracht.
Terwijl de Gaza-oorlog nog in volle gang is, lijkt Israël vrijdag een nieuwe oorlog te zijn begonnen. Tegen Iran. Correspondent Floris van Straaten ziet hoe Israël onderhandelingen tussen de VS en Iran over het Iraanse nucleaire programma bruut verstoorde. Wat betekent dit voor de toch al onrustige situatie in het Midden-Oosten?
Geen functioneringsgesprek gaat voorbij zonder de vraag: waar zie je jezelf over vijf jaar? Iedereen lijkt bezig met de volgende stap, het hogere target, het nieuwe doel, het persoonlijk ontwikkelingsplan, de betere functie. Beloningen gaan naar de beste presteerders, vaste contracten naar hoogvliegers, complimenten naar uitblinkers. Maar wat als je jezelf over vijf jaar op dezelfde plek ziet als nu? Wat als je een functie hebt waarmee velen hun carrière beginnen, maar die jij op je veertigste nog steeds hebt? Wat als je ‘onder je niveau’ werkt, je meer taken aan kan nemen, maar het allemaal maar zo laat? Is dat zonde, onverstandig, lui? Kortom: is het erg als je geen ambitie hebt?
Een zonde
Tegenwoordig koppelen we ambitie automatisch aan werk, zegt Geertje Bol, politicoloog en onderzoeker aan de Universiteit Gent. „We zien het als iets positiefs, waar termen als hoger, beter en meer bij horen.” Dit was vroeger heel anders, vertelt ze. Ooit werd dit soort ambitie zelfs gezien als zonde. „Zoals de zonde van Adam en Eva, die van de appel aten om meer kennis te vergaren. Daar werd ambitie toen mee geassocieerd. Als de wil om een hogere plek of rang in te nemen dan je door God gegeven was.”
Ken je plek, was het credo. „Dit gold natuurlijk vooral voor vrouwen. Een wél geaccepteerde soort ambitie was de deugdelijke, die draaide om het ontwikkelen van een moreel karakter.”
Onze huidige manier van denken over ambitie, ‘carrière-ambitie’ noemt Bol dit, kwam in de 19de eeuw op. Illustratief is de slogan van Napoleon: La carrière ouverte aux talents. Daarmee bedoelde hij dat, onder zijn regime, mensen vooruit konden komen op basis van hun capaciteiten, niet vanwege hun afkomst. Ook de fascinatie voor ‘het genie’ in de 19de eeuw droeg bij aan de opkomst van carrière-ambitie, zegt Bol. „De meest getalenteerde mensen, die hun talenten optimaal benutten, kregen de beste carrière.”
De Amerikaanse cultuurtheoreticus Lauren Berlant had hier een mooie term voor, zegt Knijnenburg: wreed optimisme. Je komt bedrogen uit als je denkt dat ambitie je altijd vooruit zal brengen.
Ook loopbaanpsycholoog en -coach Corine Adams ziet jonge mensen met veel ambitie en goede moed aan hun carrière beginnen – en teleurgesteld raken. „Een groot aantal van mijn cliënten zijn medisch specialisten die hadden verwacht dat ze na vijftien jaar hard werken, studeren én promoveren goed terecht zouden komen, maar nu nergens een vaste aanstelling kunnen vinden. Ambitie hebben is helaas geen garantie voor succes.”
Een leven naast de werkvloer
Overigens mag je best ambitie hebben, zegt Adams. Maar er is een verschil tussen ongezonde en gezonde ambitie. Ongezonde ambitie is koste wat kost altijd meer willen in je carrière, zonder erbij stil te staan of dit wel goed is voor jezelf en voor anderen. Gezonde ambitie is jezelf willen ontwikkelen, anderen willen inspireren, gemotiveerd zijn, haalbare doelen stellen die bij je passen en waar je gelukkig van wordt.
Dit betekent dus ook je verwachtingen kunnen bijstellen. Adams: „Zo was een cliënt van mij gefrustreerd dat ze een baan had onder haar niveau. Als universitair opgeleide moest ze meer bereiken, vond ze. Maar na een aantal gesprekken besefte ze dat ze weinig zelfvertrouwen had en dat ‘meer’ of ‘hogerop’ misschien wel niet bij haar paste.” En dan kan je, zegt Adams, keihard gaan werken aan je zelfvertrouwen, maar je kan ook leren accepteren wie je bent en welke baan daarbij past. Of je richt je op groei in je huidige baan. Zonder zelfkennis geen gezonde ambitie, is Adams’ overtuiging.
Helemaal zonder ambitie kan niemand, vindt filosoof Knijnenburg. „Het geeft waarde aan het leven, zorgt ervoor dat je jezelf wilt ontwikkelen en dat je om iets geeft. Je bereikt er niet alleen je doelen door; ambitie creëert die ook.”
Ambitie alleen vertalen in een succesvolle carrière is een veel te nauwe interpretatie, zegt ze. „Misschien vind je het veel belangrijker een goede vriendin te zijn, of boeken te lezen. Er is ook nog een heel leven naast de werkvloer waarin ambitie een plek verdient.”
Ook Bol pleit voor een ruimere definitie. „Als we ambitie blijven zien als iets wat bij uitstek past bij succesvolle carrièretijgers, sluiten we veel mensen buiten. Ambitie is voor iedereen. Op de werkvloer én ver daarbuiten.”
Conclusie
Eigenlijk heeft iedereen wel ambitie, al raakt dat niet altijd de werkvloer. Er is altijd wel iets waar je om geeft, waar je naar streeft, waar je wilt zijn. En dat kan ook zijn wie en waar je al bent. Niet vooruit willen in een tijd waarin het een taboe lijkt om stil te staan, is misschien wel het meest ambitieuze wat er is.