Daar stonden ze dan, onzeker bij elkaar, een tiental jongemannen met beteuterde toetjes. Af en toe zenuwachtig gelach. Eerder die dag hadden ze meegedaan aan een blind date-experiment op Lowlands en ze mochten om 17.00 uur terugkomen om te zien of hun wederhelft er was. Om 16.30 uur stond er een lange rij popelende testosteron-bommetjes. Een half uur later was er nog steeds geen vrouw te bespeuren. ‘Seksuele zelfoverschatting’ is een mannen-ding. Met name in een machtspositie steekt deze handicap de kop op en gaan ze gekke dingen doen zoals foto’s van hun pielemuis naar vrouwen appen.
De eerder dit jaar overleden primatoloog en feminist Frans de Waal schreef erover in zijn laatste boek, getiteld Anders. Omdat primatenvrouwen (mens incluis) grotere kosten hebben, hadden vrouwen die kieskeurig waren evolutionair voordeel: ze overleefden vaker en brachten meer gezond nageslacht voort dan vrouwen met een promiscue seksleven. Als we kijken naar onze meest naaste verwanten, de mensapen, dan zien we dat vaders zich weinig bemoeien met hun nageslacht. Mensen lijken eerder op gibbons: deze ‘halfapen’ vormen paartjes die samen voor hun kroost zorgen, al gaan ze ook weleens vreemd of uit elkaar. Gibbon- en mensen-mannen investeren in hun kinderen, toch kleven de risico’s verbonden aan zwangerschap en bevalling aan vrouwen en zorgden vorig jaar alleen al in ons land voor 7 sterfgevallen. Voor mannen draagt seksueel verkeer minder risico’s. Niet geschoten is altijd mis, leken ook die mannelijke festivalgangers te denken.
Beleefde glimlach
Een blauwtje lopen is geen ramp, maar het verkeerd interpreteren van signalen kan nare gevolgen hebben. Een man moet zijn grenzen kennen, maar toch, had ik te verlegen gelachen? Een aantal jaar vóór #MeToo was ik bezig met de organisatie van een congres. Ik had met een uitgever afgesproken om het over sponsoring te hebben. „Wat heb je een mooie blouse aan.” Beetje vreemd, maar met wat fantasie… kán nog, dacht ik. Ik glimlachte beleefd en bedankte hem. „Wat heb je prachtige ogen!” In gedachten trapte ik hem in zijn ballen, maar weer verscheen die glimlach op mijn smoel. De man ging verder en verder, het leek het verhaal van roodkapje en de boze wolf wel: „Maar grootmoeder, wat heeft u grote tanden!” Het beest slokte roodkapje in één hap op. Het eind van het sprookje was dat de man werd ontslagen, nadat hij me wekenlang had lastiggevallen. Dat kán niet aan mijn glimlachen hebben gelegen.
Het overschrijden van grenzen komt helaas vaak voor: in Nederland neemt het aantal meldingen van seksueel geweld explosief toe, reden waarom de GGD Amsterdam recentelijk een nieuw hulpcentrum opende. Ook wereldwijd gezien is het een groot probleem. Cijfers van Unicef laten zien dat 1 op de 8 vrouwen wereldwijd slachtoffer is. Onlangs sprak ik op een door NWO georganiseerde bijeenkomst over seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld met hulpverleners. Ze vertelden dat met name jongeren en lhbtiq+-personen kwetsbaar zijn. Daders zijn veelal mannen uit de kennissenkring. Uit de praktijk blijkt ook dat veel van de misstappen voorkomen hadden kunnen worden door betere communicatie van beide kanten. De meeste daders willen geen dader zijn.
Gezichtsexpressies tonen
Er is dus meer aan de hand dan het probleem van de zelfoverschattende man. Het is de stap ervóór, waar het vaak misgaat: signalen treffen geen doel. Dat stelt mijn postdoc Iliana Samara, die recentelijk een proefschrift schreef over dit onderwerp. Vrouwen laten méér gezichtsexpressies zien dan mannen en uiten zich intenser, maar, nu komt het, ambiguer in de context van een date. De meeste mannen snappen dat het geen goed teken is als een vrouw in lachen uitbarst als er niets te lachen valt. Maar een onzekere, verlegen glimlach kan geïnterpreteerd worden als flirten. Dit type glimlach, gekarakteriseerd door een lichte buiging van het hoofd, het subtiel opkrullen van de mondhoeken en een blik gericht op de ander, windt mannen op, maar weerspiegelt vaker niet dan wel wat vrouwen van hen vinden.
Vrouwen zijn over het algemeen iets beter in het herkennen van emoties, maar doen er ook meer hun best voor. Een aantal jaar geleden voerden collega’s en ik een experiment uit onder ruim 6.000 Nederlanders waarbij we gezichtsexpressies lieten zien. Bij elke foto gaven we ze de keuze tussen verschillende emotie-labels en vroegen om aan te geven hoe intens ze de emoties vonden. Meer dan vrouwen zagen mannen vaak ándere emoties dan afgebeeld en beoordeelden ze als intenser. Daarnaast vonden we dat vrouwen gemotiveerder waren om de foto’s juist te interpreteren. Vrouwen hebben over het algemeen genomen meer empathie, wat vanuit evolutionair-biologisch standpunt te verklaren is. Als we met z’n allen proberen om ons wat meer bewust te zijn van onszelf en onze tekortkomingen en meer oog hebben voor de ander en diens grenzen, dan zou een hoop leed voorkomen kunnen worden.
Mariska Kret is hoogleraar cognitieve psychologie aan de Universiteit Leiden.