Column | Sjoemelen met statistiek

Hoe hartverwarmend ook, zelfs een pleidooi voor vrede vereist enige empirische basis. Ontbreekt dat fundament dan verwordt zo’n appèl tot propaganda. Ook het essay van Willem Schinkel (O&D, 12/7) waarin de socioloog zich keert tegen militaire steun aan „natiestaten” als Oekraïne, dient dus feitelijk te kloppen.

Schinkels centrale these is dat het Westen medeschuldig is aan de oorlog tegen Oekraïne. Die conclusie baseert hij op zegge en schrijve één cijfer plus een paar interpretaties.

Het Westen heeft sinds de Koude Oorlog inderdaad verschillende fouten gemaakt. Maar Schinkel maakt er statistisch en geschiedkundig een potje van.

1. Blinde vlekken. Schinkel betoogt ongespecificeerd dat „West-Europa eeuwen pogingen heeft gedaan Rusland te veroveren”. Omgekeerd negeert hij het Russische imperialisme in Europa. Onterecht. De oorlogen direct na de Russische revoluties van 1917 buiten beschouwing latend, heeft (Sovjet-)Rusland afgelopen eeuw toch echt talrijke militaire interventies en zuiveringen uitgevoerd tegen Polen (1939), Finland (1939-1940), Estland/Letland/Litouwen (1940, 1945), Hongarije (1956), Tsjechoslowakije (1968), Moldavië (1940, 1992), Georgië (1992, 2008) en Oekraïne (1939, 2014, 2022).

2. Vals perspectief. Schinkel stelt dat Rusland na 1991 door het Westen werd uitgesloten van een nieuwe Europese orde, zoals Duitsland na de Vrede van Versailles in 1919. Hij gaat voorbij aan de Europese politiek om Rusland er juist bij te betrekken. Drie voorbeelden uit een veel langere reeks. In 1996 werd Rusland toegelaten tot de Raad van Europa. In 1997 sloten de NAVO en Rusland een overeenkomst die in 2002 zou leiden tot een speciale NAVO-Rusland-Raad, bedoeld als voorportaal tot verdere politiek-militaire samenwerking. En vanaf 2005 werden er in de Oostzee pijpleidingen aangelegd om Russisch aardgas naar West-Europa te transporteren en het plan-Lubbers te vervolmaken. Is er een betere illustratie van de politiek van economische integratie van Rusland dan Nord Stream?

Er waren juist veel pogingen om Rusland bij de Europese orde te betrekken

3. Selectieve statistiek. Op grond van slechts één statistisch gegeven poneert Schinkel dat na de invasie een meerderheid van de Oekraïners (55 procent) vond dat de NAVO „medeschuldig” was voor de oorlog. Hij ontleent dat cijfer aan onderzoek van The Wall Street Journal (WSJ), waaruit blijkt dat 24 procent van de burgers in juni 2022 vond dat de NAVO in belangrijke mate verantwoordelijk was voor de aanval en 31 procent deels aansprakelijk. Optellen kan Schinkel. Maar hij verzwijgt dat volgens deze enquête ruim drie keer meer Oekraïners (82 procent) de hoofdschuld bij Rusland legden en slechts 3 procent enigermate. Door opzichtig weg te kijken, miskent Schinkel bovendien dat volgens de WSJ de Oekraïners in 2022 voor hulp juist naar het Westen keken. Driekwart was namelijk tevreden met steun uit Polen (89 procent), Engeland (77 procent) en de VS (73 procent). Eén NAVO-land sprong er in negatieve zin uit: het almaar weifelende Duitsland bevredigde slechts 22 procent.

Als Schinkel deze cijfers eerlijk had geanalyseerd, zou hij op grond van WSJ en vergelijkbaar onderzoek door bijvoorbeeld Razumkov of Rating met recht en reden hebben kunnen stellen dat die 55 procent waaraan de socioloog zijn redenering ophangt, niet zozeer meende dat het Westen de invasie had uitgelokt maar dat het juist te weinig aan afschrikking van Moskou had gedaan. Zie ook het Kyiv Internationaal Instituut voor Sociologie dat vóór de aanval peilde dat 59,2 procent van de Oekraïners aansluiting wilde bij de NAVO en een paar maanden erna dat maar liefst 81 procent alleen toekomst zag voor het land als volwaardig NAVO-lid (39 procent) dan wel met westerse veiligheidsgaranties (42 procent).

Kortom: Schinkel sjoemelt met statistieken en verdonkeremaant feiten die hem niet uitkomen. Of hij dit nu uit onkunde of onwil doet, zijn vredespleidooi is ongeloofwaardig en niet serieus.

Hubert Smeets is journalist en historicus. Hij schrijft om de week op deze plaats een column.