N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Twee dagen in de week schrijft Danielle Pinedo over het WK voetbal.
Colombia-aanvaller Catalina Usme (uiterst rechts) maakt de enige goal in de achtste finale van het WK tegen Jamaica. Foto Hamish Blair / AP
Dit is de laatste Doelpost. Dan ga je terugkijken. Wat viel mee, wat tegen? Hoe staat de sport ervoor? Ik denk dat de angst van veel mensen dat de uitbreiding van het deelnemersveld van 24 naar 32 tot wanstaltige vertoningen zou leiden, onterecht is gebleken. Zeker, er waren grote uitslagen: Duitsland-Marokko werd 6-0, Nederland-Vietnam 7-0, maar dat valt in het niet bij de overwinning van de VS op Thailand (13-0) op het laatste WK.
Waren de VS in Frankrijk nog oppermachtig, nu kwamen ze niet verder dan de groepsfase. Van de landen die nu de laatste zestien haalden, staan negen niet in de mondiale top-10. Dat is goed nieuws voor de sport, want dat betekent dat landen wereldwijd naar elkaar toe groeien en het niveau omhoog gaat.
Best verrassend, want veel speelsters begonnen knarsetandend aan het toernooi. Ze voelden zich niet gesteund door hun bond, omdat ze niet het inkomen, de faciliteiten of het materiaal krijgen dat hoort bij een WK-deelnemer. Sommige landen presteerden niettemin verrassend goed, zoals Jamaica, Nigeria (laatste zestien) en Colombia (kwartfinales). Andere raakten op een zijspoor door het getouwtrek met hun bond. Zoals olympisch kampioen Canada, die tussen twee groepsduels door een mager financieel akkoord sloot met Canada Soccer en een paar dagen later uit het toernooi vloog.
De helft van de bondscoaches vrouw op het WK van 2027. Dat moet toch haalbaar zijn?
Ik vroeg me de afgelopen weken vaak af: hoe goed zou dit team zijn als hun bond in de minimale behoeften voorzag? Als de mate van ondersteuning niet afhing van prestaties, maar van potentieel? Als speelsters er zeker van konden zijn dat hun bond het prijzengeld overmaakt dat FIFA-baas Gianni Infantino hun zo plechtig heeft beloofd. Als zij niet een coach hadden die beticht wordt van seksueel grensoverschrijdend gedrag, zoals bij Zambia. Als, als, als…
Dit WK worden – hiep hoi – vast meer tickets verkocht dan in 2019. Infantino zal blij zijn met de kijkcijfers, na het leuren met uitzendrechten in Europa. Ook hoopgevend: de wereldwijde aanwas van talent (collega Koen Greven schreef er eerder over). Zorgwekkender is het aantal vrouwelijke bondscoaches: in 2015 waren dat er acht, in 2019 negen en dit toernooi twaalf. Dat is een opgaande lijn, maar het valt tegen als je bedenkt dat het aantal deelnemende landen is uitgebreid en dat de trackrecord van vrouwen vele malen beter is dan van mannen. Van alle coaches die sinds 2000 een EK, WK of Olympische Spelen wonnen met een vrouwenelftal, is er slechts één man: Norio Sasaki, die met Japan het WK in 2011 won. Waarom wemelt het in Australië en Nieuw-Zeeland dan niet van vrouwen langs de lijn?
Minimaal de helft van de bondscoaches vrouw en een faire beloning en veilige werkomgeving voor speelsters. Dat moet voor ‘2027’ haalbaar zijn, zou je zeggen, maar ik durf er geen wedje op te leggen.
Net als afgelopen vrijdag met zijn afscheidsvideo, verraste Pieter Omtzigt Nederland zondagavond 20 augustus 2023 met een filmpje op X. Hij kondigt de oprichting van een nieuwe politieke partij aan, Nieuw Sociaal Contract (NSC) en schudt zo het politieke landschap op in aanloop naar de verkiezingen van november. „Ons land heeft grote problemen en die vragen om een nieuwe manier van politiek bedrijven”, zegt hij in de video. Omtzigt spreekt van „een bestuur dat niet goed functioneert”. „We hebben crisis na crisis en krijgen ze niet opgelost.”
De belofte van Omtzigt was duidelijk: met NSC zou het helemaal anders gaan in politiek Den Haag en zou er een nieuwe bestuurscultuur komen. Maar die verandering realiseren bleek voor Omtzigt en NSC na het mooie verkiezingsresultaat (20 zetels) heel erg lastig. Dat had te maken met de nieuwe rol die Omtzigt en zijn partij al snel moesten aannemen: van parlementaire waakhond en systeemcriticus in de Kamer werd NSC direct een regeringspartij die moest bewijzen dat het bestuurlijk beter kon na het tijdperk-Rutte.
Lees ook
Pieter Omtzigt wilde een lastig politicus zijn, maar werd door zijn partij steeds meer als last gezien
Een bepalende keuze van Omtzigt was om toch te gaan regeren met de PVV van Geert Wilders. Hoewel hij dit in de campagne had uitgesloten, zag hij na de monsterzege van de PVV (37 zetels) geen andere optie. Omtzigt probeerde voorwaarden aan de samenwerking te stellen om afstand tot de PVV te houden. Zo wilde hij eerst alleen gedogen en moest de coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB daarna ‘extraparlementair’ worden, met veel bewindslieden van buiten de partijen. Dat gebeurde niet, het kabinet-Schoof werd al snel een heel gewoon kabinet waarin PVV en NSC volop moesten samenwerken.
Omtzigtiaanse oplossing
Inhoudelijk nog veel ingewikkelder was de nadruk die Omtzigt jarenlang op het beschermen van de democratische rechtsstaat had gelegd, terwijl de PVV juist geldt als een partij die daar met veel voorstellen lijnrecht tegenin gaat. De NSC-leider kwam met een Omtzigtiaanse oplossing: in de formatie werd een document opgesteld, de ‘basislijn rechtsstaat’, waarin alle vier de coalitiepartijen plechtig beloofden rechters, instituties en media te respecteren en op fatsoenlijke wijze het politieke debat te voeren. Maar PVV-leider Geert Wilders en sommige PVV-bewindslieden trokken zich in de praktijk niets van de basislijn aan, waardoor al snel het beeld ontstond dat Omtzigt op dit belangrijke principiële punt niets had bereikt.
Ook de beoogde ‘extraparlementaire’ werkwijze van de coalitie, een idee van Omtzigt, komt tot nu toe totaal niet uit de verf. Het oorspronkelijke idee was dat er meer afstand tussen kabinet en Tweede Kamer zou komen: in de jaren van de kabinetten-Rutte werd er te veel afgestemd tussen regering en coalitiefracties, klaagde Omtzigt vaak. Het kabinet moest meer vrijheid krijgen voor beleid en met voorstellen naar de Kamer komen om daar het debat te voeren, het tijdperk van de achterkamertjes zou verleden tijd zijn.
Het meest pijnlijk voor NSC is het misschien wel de totaal vastgelopen hersteloperatie voor het Toeslagenschandaal
Het tegenovergestelde is gebeurd. In de coalitie zelf was afgelopen zomer al grote verbazing en ergernis over het detailniveau waarop Omtzigt zich met de begrotingsonderhandelingen bemoeide. De afgelopen week was hij bij de besprekingen over de Voorjaarsnota niet fysiek aanwezig en ook minder intensief betrokken, maar de urenlange onderhandelingen tussen het kabinet en de rest van de coalitietop lieten opnieuw zien dat het kabinet juist weinig beleidsvrijheid heeft. Het zijn de coalitiepartijen die het land besturen en over elk detail moeten onderhandelen omdat ze elkaar niet echt vertrouwen.
Verschillende bewindslieden, inclusief NSC-vicepremier Eddy van Hijum, toonden zich de afgelopen dagen ontstemd over de bepalende rol van de coalitiepartijen en de ingrijpende verschuivingen in de begrotingen, die vaak zonder goede afstemming met de ministeries plaatsvonden. Het weerspiegelde bepaald niet de NSC-idealen van bestuurlijke zuiverheid en gezonde nieuwe verhoudingen, maar leek eerder een politieke uitruil zonder duidelijk idee.
Omtzigt in een wandelgangengesprek met Jan Paternotte (D66) tijdens een Tweede Kamerdebat.
Foto Peter Hilz/ANP
Bestaanszekerheid
Intussen heeft NSC moeite om in deze coalitie ook echt iets voor elkaar te krijgen. De partij toonde zich deze week trots over de resultaten rond bestaanszekerheid in de Voorjaarsnota, door bijvoorbeeld te wijzen op extra geld voor de afwikkeling van de problemen met de WIA-uitkeringen en een hoger minimumjeugdloon. Maar met de grote institutionele veranderingen die de partij wil, gaat het moeizaam. Omtzigt zelf had stokpaardjes als de oprichting van een grondwettelijk hof en een complex nieuw kiesstelsel, maar dit zijn ingrijpende hervormingen die jaren tijd kosten en waarvan onzeker is of NSC-minister Judith Uitermark (Binnenlandse Zaken) ze tot een goed einde kan brengen.
Het meest pijnlijk voor NSC is het misschien wel de totaal vastgelopen hersteloperatie voor het Toeslagenschandaal. In zijn afscheidsvideo vertelt Omtzigt trots dat hij het schandaal jaren geleden onthulde en nog altijd „boordevol ideeën” zit om de slachtoffers te helpen. De realiteit is dat NSC sinds vorig jaar zomer zelf bestuurlijk verantwoordelijk is voor de hersteloperatie, eerst met staatssecretaris Nora Achahbar, en nu met Sandra Palmen. De verhoudingen tussen het ministerie van Financiën en de stichting van prinses Laurentien, die zich bezighoudt met afwikkeling van de schade voor de slachtoffers, zijn echter zo verzuurd dat een goede en snelle oplossing voor de ouders verder weg lijkt dan ooit, wat NSC ook probeert.
Nu Omtzigt zelf wegvalt zal moeten blijken hoe houdbaar zijn politieke ideeën en partij zijn. In zijn afscheidsfilmpje zegt Omtzigt dat bij zijn partijgenoten in kabinet en Tweede Kamerfractie „het gedachtengoed van bestaanszekerheid en goed bestuur in uitstekende handen is”. Maar zonder boegbeeld, en met twee virtuele zetels in de peilingen, is het vooral de vraag of Omtzigt NSC niet met een onmogelijke opdracht achterlaat.
De leiders van PVV, VVD, NSC en BBB hadden er een marathonsessie van 25 uur voor nodig, maar toen was daar toch eindelijk een Voorjaarsnota. Deze nota was cruciaal voor beslissingen over belangrijke zaken als defensie, kinderopvang en sociale zekerheid. Maar de nota was ook cruciaal voor het voortbestaan van deze coalitie. Het kabinet-Schoof is er nog, maar heeft wéér een crisis moeten bezweren.
In deze Haagse Zaken hoor je van Petra de Koning en Marko de Haan wat er in de langverwachte nota staat, hoe die tot stand is gekomen en wat het ons leert over de verhoudingen in politiek Den Haag.
Heeft u vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze redactie via [email protected].
De leiders van PVV, VVD, NSC en BBB hadden er een marathonsessie van 25 uur voor nodig, maar toen was daar toch eindelijk een Voorjaarsnota. Deze nota was cruciaal voor beslissingen over belangrijke zaken als defensie, kinderopvang en sociale zekerheid. Maar de nota was ook cruciaal voor het voortbestaan van deze coalitie. Het kabinet-Schoof is er nog, maar heeft wéér een crisis moeten bezweren.
In deze Haagse Zaken hoor je van Petra de Koning en Marko de Haan wat er in de langverwachte nota staat, hoe die tot stand is gekomen en wat het ons leert over de verhoudingen in politiek Den Haag.
Heeft u vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze redactie via [email protected].