Column | Over Cyrus de Grote en mensenrechten in Iran

Iets heel anders. De Iraanse autoriteiten willen niet dat het British Museum komend najaar de befaamde Cyruscilinder uitleent aan de Nationale Bibliotheek van Israël in Jeruzalem. Befaamd als eerste handvest van de rechten van de mens uit de tijd van de Perzische koning Cyrus de Grote (590/580–530 v. Chr.). Gezien Irans vijandige houding ten opzichte van Israël – Kleine Satan immers, de Grote is vanzelfsprekend Amerika – plus zijn aanspraken op intellectueel eigendom van de cilinder is de Iraanse actie niet verrassend. Volgens het desbetreffende bericht in de Tehran Times beroepen de autoriteiten zich op de conventie uit 1954 voor de bescherming van cultureel eigendom in gewapend conflict. Stel je voor dat een raket van de Palestijnse vriend Hamas inslaat als de cilinder daar net verblijft. Dat zou pijnlijk zijn.

De Tehran Times vermeldt in zijn bericht ook de reputatie van de cilinder als handvest van de mensenrechten. Ik moet zeggen: ze durven wel, de Iraniërs, met hun aanspraak op de cilinder met hun staat van dienst op dat gebied. Afgelopen maandag executeerde het regime nog vier Koerdische gevangenen. Volgens Justitie op beschuldiging van spionage voor Israël, maar volgens mensenrechtenorganisaties op basis van wat ze door foltering waren gedwongen te bekennen. De voorgaande week werden twee andere Koerden terechtgesteld, van wie één geestelijk gehandicapt zou zijn. Tegelijk werd het doodvonnis tegen een zevende Koerd bevestigd.

Koerden maken als etnische en religieuze (soennitische) minderheid een disproportioneel deel uit van het aantal executies in Iran. Maar dat aantal rijst hoe dan ook de pan uit. De Hoge Commissaris voor de mensenrechten van de VN telde vorig jaar ten minste 834 executies tegen zeker 582 in 2022 en 331 in 2021. Deze aanzienlijke toename valt zo’n beetje samen met de opstand tegen het regime na de dood van – de eveneens Koerdische – Mahsa Amini in handen van de zedenpolitie wegens te weinig hoofddoek. De opstand is met grof geweld neergeslagen, maar in plaats van het touw, of liever de knoet, te laten vieren om weer enig respect van de bevolking terug te winnen, verhardt het regime zijn repressie juist.

Die verharding omvat ook het schrappen van bijna alle min of meer gematigde kandidaten voor de aanstaande verkiezingen (1 maart) voor het parlement en voor de Raad van Experts, die een volgende opperste leider moet kiezen. Sprekend voorbeeld is ex-president Hassan Rohani, die als ongeschikt is bestempeld om zijn zetel in de Raad van Experts te verdedigen. De belangstelling voor de verkiezingen is al jaren dalende, met als dieptepunt de opkomst van (officieel) 49 procent bij de verkiezing van Ebrahim Raisi als president. Volgens een peiling in november verwachtte niet meer dan 34 procent straks te gaan stemmen, en dat zal nog wel minder worden. Vroeger deed de opkomst ertoe in Iran, maar dat is wat de huidige leiders betreft duidelijk een gepasseerd station.

Terug naar Cyrus de Grote en zijn cilinder. Die zijn volgens sommige historici van vandaag niet wat ze lijken. De tekst op de cilinder vertelt het verhaal van de verovering (539 v. Chr.) door Cyrus van Babylon en de humane behandeling van de inwoners, waaronder de vrijlating van de Joden uit hun Babylonische ballingschap – in plaats van zoals gebruikelijk de stad plat te branden en de inwoners een kopje kleiner te maken. Mensenrechten? „Het grootste public relations document uit de oudheid”, aldus Lloyd Llewellyn-Jones, auteur van het interessante boek De Perzen, een nieuwe geschiedenis van de eerste supermacht ter wereld (2022). Cyrus brandde dan wel niet Babylon plat, maar op zijn zegetocht gingen genoeg andere steden in vlammen op en koppen eraf.

Het British Museum meldde tegenover The Art Newspaper dat de cilinder van Cyrus nu in Amerika verblijft. „Bijzonderheden over toekomstige verblijfplaatsen zullen te zijner tijd worden meegedeeld.” Ik ben benieuwd.

Carolien Roelants is Midden-Oosten-expert.