Sven Kramer is een slechte verliezer. There, I said it. Dat hij niet tegen zijn verlies kan, is natuurlijk totaal geen verrassing; hij was niet voor niets zo’n groot schaatskampioen. Maar ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat de eigenschap hem niet heeft verlaten nu hij directeur van schaatsploeg Jumbo-Visma is. Hoogstpersoonlijk trok hij deze week de stekker uit de contractonderhandelingen met Jutta Leerdam, met de woorden: „Er lag ons inziens een prima aanbieding. Over de manier waarop je zoiets invult, kun je van mening verschillen. Maar niemand is bij ons groter dan het team.”
Wacht, wat …?, denk je als argeloze toehoorder. Wat wilde Leerdam voor onhaalbaars? Onredelijk veel geld? Schaatsen met gouden ijzers? Alleen maar blauwe M&M’s? Want ja, Jutta staat natuurlijk bekend als schaatsdiva. Met haar geposeerde foto’s, getuite lipjes en miljoenen volgers op Instagram. Met haar luxe reisjes, glimmende auto’s en bad boy Jake Paul als vriend. Dat kan niet goed voor haar zijn, zo’n gast met kapsones, die krijgt ze zelf dan ook. Voilà, daar heb je het al: contractonderhandelingen met de fatsoenlijkste ploeg van Nederland en mevrouw doet moeilijk. Omdat ze zich groter voelt dan het team.
Je maakt mij niet wijs dat Sven Kramer zich niet bewust was van de toon die hij met zo’n opmerking zet. Jutta voelde zich meteen genoodzaakt te reageren, eerst via Instagram en later in De Telegraaf, om te vertellen dat ze geen diva is, maar een winnaar. Ik juichte hardop toen ik die quote van haar las. Go Jutta.
Het gaat helemaal niet om geld, verklaarde ze. Ik heb een andere manier van werken nodig om opnieuw het beste uit mezelf te kunnen halen, een manier van werken die Jumbo-Visma me niet bieden kan. Dan scheiden de wegen. Fair enough, zou je zeggen. Een prima reden om ergens niet langer door te willen gaan. Indrukwekkend zelfs dat iemand van 25 zichzelf zo goed kent dat ze ‘nee’ zegt tegen een uitstekend financieel aanbod om twee jaar voor de Olympische Spelen de onzekerheid tegemoet te gaan. Sterker: was Jutta een man geweest, dan was haar zelfbewustzijn en standvastigheid ‘krachtig’ en ‘professioneel’ genoemd, in plaats van een sneer over divagedrag.
Ik ben dat paternalisme soms zo zat. Daarmee doel ik niet direct op Sven Kramer, die voelt zich gewoon op zijn edele delen getrapt omdat hij heeft verloren. Nee, ik bedoel de paternalistische teneur in het algemeen. De teneur van ‘doe dat toch niet, meisje’. Wees eens niet zo bezig met Instagram, dat leidt af van de sport. Pronk niet zo met je lichaam, dat leidt af van de sport. Ga niet met die patserige bokser, dat leidt af van de sport. Dat is niet goed voor je. Dat gaat vanzelf mis, wacht maar. Wacht maar.
Jutta Leerdam steekt intussen haar neus in de wind en doet precies wat ze zelf wil. En hóe. Niemand hoeft haar te vertellen wat ze nodig heeft, wat haar afleidt of niet, of hoe ze een kampioen moet zijn. Ja, iets als een enkelblessure gooit roet in het eten. En dat gedoe als mensen weer eens wat van haar vinden, waardoor ze zich genoodzaakt voelt een interview te geven om zichzelf te rechtvaardigen.
Jutta verdient geen pek met veren, maar een staande ovatie en een spandoek met: Slay queen.
Marijn de Vries is oud-profwielrenner en journalist.