N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
In Europa Caroline de Gruyter
Bij de afdeling Rendierhouderij van het Noorse ministerie van Landbouw plofte eind juni een rekening uit Rusland op de mat: 47 miljoen Noorse kronen, ofwel 4,2 miljoen euro. Afzender was het natuurreservaat Pasvik in de regio Moermansk, die grenst aan het gelijknamige reservaat in het uiterste noorden van Noorwegen. Wat bleek? Veertig rendieren waren de grens overgestoken en hadden twee maanden aan de Russische kant gegraasd. „De grondvegetatie van korstmos en struiken was opgevreten”, verklaarde de directeur van het Russische reservaat aan de Barentsobserver. „Ook was de vegetatie in het reservaat door hoefgetrappel verslechterd, wat de gronderosie verergert. Dat betekent dat we een deel van het ecosysteem verliezen. Het kost jaren om dat te herstellen.”
Je kunt erom lachen en denken: dit is een van die onbenullige grensdisputen tussen landen, om drie keer niks, waarvan er ook honderden zijn tussen Nederland en België. Maar de wereld verandert, vooral in Noord-Europa, dat bezig is om dé nieuwe frontlinie te worden tussen de NAVO en Rusland. Er zijn steeds meer van dit soort incidenten, die allemaal ineens de potentie hebben om te escaleren.
Sinds 1993 zat er een Noorse consul in Moermansk, die dit soort akkefietjes in het gemilitariseerde poolgebied met veel tact en wodka weg moest masseren. De Noren kozen daarvoor altijd diplomaten met sang froid, droge humor en een sterke maag. Velen raakten een beetje verknocht aan het werk en het gebied en konden jaren later nog met smaak vertellen over de bizarre dingen die ze hadden meegemaakt. Dat is voorbij. Het consulaat werd gesloten na de Russische invasie in Oekraïne. De nieuwe consul zat er net een paar maanden. Later zette Rusland een video online van deze consul die in haar laatste weken in Moermansk in een hotel verbleef en zo razend was dat mensen in haar kamer kennelijk aan haar spullen hadden gezeten dat ze tegen de receptionist schreeuwde: „Ik haat Russen!”
In die context kan een kudde rendieren die over een stijfbevroren riviertje de grens over kuiert, net de druppel zijn.
Tijdens de Koude Oorlog zag iedereen de grens tussen West- en Oost-Duitsland als dé militaire frontlinie van de NAVO. Als er een clash zou komen met het Warschaupact, zou het dáár zijn. De NAVO stemde daar zijn strategieën op af. Noord-Europa was destijds slechts een flank van het trans-Atlantische bondgenootschap. Alleen Noorwegen en Denemarken zaten in de NAVO. Zweden en Finland waren neutraal, Polen en de Baltische landen zaten bij het Warschaupact. Maar nu verandert Noord-Europa van een flank in een frontlinie. De Baltische landen, Polen en Finland zitten in de NAVO, Zweden bijna. „Noord-Europa is het nieuwe front”, zei een Zweedse luitenant-kolonel deze week in Le Monde.
Door die bril moeten we nu kijken naar wat daar gebeurt. Naar grote dingen, en kleine. Deze week promoveerde Rusland Noorwegen van „onvriendelijk” naar „zeer onvriendelijk” land. En op de dag waarop president Poetin in Sint-Petersburg 45 Russische marineschepen inspecteerde, 31 juli, hield een Russische diplomaat gelieerd aan de veiligheidsdienst GRU op de Noorse eilandengroep Spitsbergen – waar Rusland een mijnwerkersnederzetting heeft – voor het eerst ooit een ‘marine-parade’. Het ging om vijf oude motorbootjes, maar er werd met Russische vlaggen gezwaaid en dat bleef in Oslo niet onopgemerkt. En last but not least begon Rusland woensdag een grote militaire oefening in de Oostzee, met dertig oorlogsschepen, twintig ondersteunende vaartuigen, dertig vliegtuigen en zesduizend soldaten. Tijdens de Koude Oorlog was de Oostzee eigenlijk een Sovjet-zee. Nu is het nagenoeg een NAVO-binnenzee. Rusland, dat er twee havens heeft (Sint-Petersburg en Kaliningrad) kan er vooral nog anderen saboteren.
Zelfs de grootste lawine wordt door iets kleins veroorzaakt, zeggen ze weleens. Let op Noord-Europa.