Ik was vergeten hoe het voelde. De zon scheen overvloedig, alsof hij wat goed te maken had – en dat was welbeschouwd ook zo. Na dozijnen kletsnatte dagen die zich als een donkere deken aaneengeregen hadden, was het winterlicht weldadig. Weerkaatsend, op gladde platen ijs. Ik was goed voorbereid. Mijn schaatsen waren geslepen, en voor de kinderen had ik krabbertjes gekocht. In het gouden uur tot zonsondergang stonden ze voor het eerst van hun leven op het ijs, op de uiterwaarden van de IJssel, mijn dochters van vier en zes. Ik dacht dat ze na drie keer vallen klagend over pijn en kou naar huis zouden willen.
Ze vielen, huilden hard, stonden weer op, en gingen door. Hun wangen werden roder, hun ogen fonkelden steeds feller en we schaatsten tot de zon onderging. Ik was vergeten hoe het voelde, die lange slagen over pikzwarte platen. Het ijs zong en ik vloog, terwijl mijn meisjes rondkrabbelden. „Kijk mamma, ik kan ook mijn handen op de rug!”
Zo leren wij Nederlanders schaatsen, zo gauw er een flinter natuurijs ligt. Op echte schaatsen, met van die lange ijzers, want wij zijn het land van Ard en Keessie, van talloze Olympische medailles, en van de Elfstedentocht. En toch. Toch wilde ik vroeger het liefst kunstschaatsen, en droom ik er nu van hoe dat zou zijn: rondjes draaien over datzelfde zwarte ijs. Huizenhoog springen, pirouettes maken. Ik denk dat dat nog veel dichter bij vliegen komt.
Loena Hendrickx droomt ook van natuurijs. De Belgische die dit weekend waarschijnlijk Europees kampioen kunstrijden wordt, heeft nog nooit op wild ijs gestaan. Ze durft dat nu niet aan. Natuurijs is onregelmatig, en kunstschaatsen komt qua techniek zo precies dat het risico dat er iets mis gaat te groot is. Ooit staat ze op natuurijs, dat weet ze zeker. Maar eerst maakt ze haar carrière af. Een wonderlijke carrière, in een land dat geen schaatstraditie kent. Nog wonderlijker is dat Loena geflankeerd wordt door landgenoten Nina Pinzarrone, die op EK-zilver koerst, en Jade Hovine, die zaterdag ook de afsluitende vrije kür rijden mag.
Waar komt dat Belgische kunstschaatstalent plots vandaan? Ik stuur dé Belgische Elfstedentochtwatcher, Karl Vannieuwkerke, een bericht. Iedereen kent hem natuurlijk als wielerman, maar stiekem droomt hij er het meest van ooit de Tocht der Tochten te verslaan. Een ongelooflijke speling van het lot noemt hij het dat drie van de beste kunstrijdsters van Europa uit België komen, uit een land van maar elf miljoen mensen en zonder geschiedenis in deze sport.
In haar korte kür op donderdag schaatst Loena Hendrickx bijna foutloos en met zoveel flair dat ik een beetje verliefd word op het vuur in haar ogen. Ik snap haar verlangen naar wild ijs wel. Kunstijsbaanbeelden gefilmd met vaste camera’s doen in haar geval bijna te klinisch aan. Ik wil Loena van heel dichtbij bekijken, ijssplinters onder de ijzers horen spatten, haar rijwind voelen, zien hoe ze rondzwiert als de zon zakt, onstuimig en vrij.
Mijn oudste dochter keek verlangend van haar krabbers naar de kunstschaatsen van het buurmeisje, en vraagt nu elke dag wel tien keer wanneer we weer schaatsen gaan. Ik was van plan haar lange ijzers te geven, omdat wij Nederlanders dat het echte schaatsen vinden. Wat een onzin eigenlijk. In België kan het, dus waarom hier niet. Ik denk dat ik de speling van het lot maar een handje helpen ga.
Marijn de Vries is oud-profwielrenner en journalist.
Sinds de Algemene Politieke Beschouwingen hangt er een sfeer van crisis in de Tweede Kamer. Zelfs binnen de coalitie wordt openlijk over een kabinetsval gespeculeerd. PVV wil koste wat het kost een asielcrisis uitroepen en het parlement buiten spel zetten. Terwijl NSC verwacht dat dit niet strookt met de rechtsstaat en zij de macht van het parlement juist belangrijk vinden. In deze Haagse Zaken bespreken we met justitieredacteur Liam van de Ven en juridisch redacteur en columnist Folkert Jensma het omstreden coalitieplan van kabinet-Schoof om een asielcrisis uit te roepen. Wat doet dit met de rechtsstaat? Welke politieke belangen spelen er? En wanneer is er eigenlijk sprake van een crisis?
Donderdag 3 oktober is er een speciale live-opname van Haagse Zaken. Wil je erbij zijn? Koop dan je kaartje op: nrc.nl/haagsezakenlive
Heeft u vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze ombudsman via [email protected].
Zeker 43 mensen zijn omgekomen in het zuidoosten van de Verenigde Staten als gevolg van de tropische storm Helene, die grote verwoesting heeft aangericht in Florida en andere staten nadat hij donderdagavond aan land kwam vanuit de Golf van Mexico. Dat meldt Reuters.
De storm, die vrijdagmiddag werd afgewaardeerd tot een tropische depressie, liet chaotische taferelen achter van ondergelopen straten, drijvende auto’s en omgevallen bomen. Meer dan 3,5 miljoen woningen en bedrijven kwamen zonder stroom te zitten.
Onder de dodelijke slachtoffers waren volgens persbureau AP drie brandweerlieden, een vrouw en haar tweeling van een maand oud, en een 89-jarige vrouw van wie het huis werd getroffen door een omvallende boom. Volgens AP vielen de doden in Florida, Georgia, North en South Carolina en Virginia.
Reddingsploegen
Vijf mensen die omkwamen in Pinellas County nabij St. Petersburg aan de Golfkust van Florida woonden in wijken waar inwoners was bevolen om te evacueren, zei sheriff Bob Gualtieri. Volgens hem kan het dodental nog oplopen wanneer reddingsploegen van deur tot deur gaan in overstroomde gebieden.
Lees ook
Orkaan Helene richt veel schade aan in Golf van Mexico
Meer dan vijftig mensen werden gered van het dak van een ziekenhuis in Tennessee, nadat het gebied werd getroffen door een overstroming.
Materiële schade als gevolg van Helene wordt door Moody’s Analytics geraamd op 15 miljard tot 26 miljard dollar (13,4 tot 23,3 miljard euro).
Gaat een Italiaanse bankier de Duitsers voordoen hoe je dat aanpakt, werken aan een echt Europese financiële markt? Eerder deze maand waarschuwde Mario Draghi nog dat Europa niet zonder een groter financieel netwerk kan als het internationaal wil blijven meetellen, maar vermeende nationale belangen stonden dat vaak in de weg.
Deze maand heeft Andrea Orcel, baas van de Italiaanse bank UniCredit, zich met een slim spel financieel stratego naar binnen gewurmd bij de Duitse Commerzbank, een van de grootste banken van het land, met een sterke relatie tot het Duitse midden- en kleinbedrijf. UniCredit kocht begin deze maand 9 procent van de aandelen in de bank, waarvan 4,5 procent van de Duitse overheid. Deze week kocht UniCredit opties op nog eens 11,5 procent van de aandelen, onder voorwaarde dat de bank toestemming krijgt van de Europese Centrale Bank. Als die toestemming er komt, is UniCredit met 21 procent de grootste aandeelhouder in Commerzbank.
De Duitse politiek is nu in rep en roer. Premier Scholz sprak begin deze week over „een vijandige aanval”. Vakbonden vrezen ontslagen. Wij zullen hier niet aan meewerken, zeggen Duitse politici in alle toonaarden, bang dat UniCredit de dienst gaat uitmaken bij Commerzbank.
„Het is duidelijk dat ze in Duitsland niet staan te springen om te tekenen voor een plan dat de grootste bank van het land zou creëren, maar die in handen zou geven van Spaghettifresser”, zegt Andrea Resti, docent finance aan de Bocconi-universiteit in Milaan.
Volgens Resti is Orcel eigenlijk een visionair, een opvatting die je ook in Brusselse denktanks kunt horen. Na alle verbale pleidooien hiervoor zet de ceo van UniCredit nu een concrete stap naar een Europees bankenstelsel dat kan concurreren met dat van de Verenigde Staten en Aziatische landen. De ECB pleit hier al jaren voor, en het staat ook hoog op Draghi’s lijst van recepten om te voorkomen dat Europa een langzame dood sterft.
„Ruim een kwart eeuw geleden is er een groot proces van banksanering geweest binnen de nationale grenzen”, zegt Resti in een telefoongesprek. „Maar daarna is er grensoverschrijdend veel te weinig gebeurd.” De aarzelende stappen van een aantal banken (waaronder ook UniCredit) die buiten hun nationale grenzen actief werden, stopten door de financiële crisis van 2007-2008.
„Dit is de eerste serieuze poging sinds de financiële crisis om te komen tot de broodnodige verdere financiële integratie”, zegt Nicolas Véron, een onderzoeker naar financiële systemen, die pendelt tussen denktanks in Brussel (Brueghel) en Washington (Peterson). „De Europese markt voor financiële diensten is werk in uitvoering, maar fusies zoals tussen UniCredit en Commerzbank kunnen ertoe bijdragen dat die wordt gerealiseerd.”
Hij wijst erop dat beleggers positief reageren. Zowel de koers van Commerzbank (plus 21 procent) als die van UniCredit (plus 4,8 procent) is gestegen sinds het nieuws bekend werd – en dat laatste kan je volgens hem interpreteren als een applausje van de financiële wereld. Tekenend daarvoor is ook dat in Duitse financiële kringen minder kritiek klinkt dat in de politiek. De zakenkrant Handelsblatt schreef in een welwillend commentaar: „Wie de vaak aangeroepen Europese kapitaalmarktunie wil, moet ook zulke stappen zetten. We hebben Europese kampioenen nodig, geen nationale.”
De Italianen geven de Duitsers een lesje vrije markt, zegt Karel Lannoo, baas van het Centre for European Policy Studies (CEPS) in Brussel. Hij geeft telefonisch twee redenen waarom het zo belangrijk is een speelveld te hebben op Europees en niet-nationaal niveau. Ten eerste betalen de meeste Europese consumenten te veel voor bankdiensten door een gebrek aan internationale concurrentie. Ten tweede vraagt de benodigde modernisering van de economie van Europa (zie Draghi’s aanbevelingen) om een kapitaalmarkt op Europees niveau – alleen als die er is, zijn de enorme langetermijninvesteringen die nodig zijn te financieren.
Cristiano Ronaldo van de bankiers
Nu probeert dus een Italiaanse bankier na vijftien jaar van vrijwel stilstand een stap te zetten naar die bancaire schaalvergroting. Ruim een jaar geleden waarschuwde Orcel al in een publiek interview met de Romeinse krant Il Messaggero: „Europa loopt in de internationale context een paar passen achter omdat het niet verenigd is.”
Vorig jaar riep het Britse financiële tijdschrift Euromoney Orcel uit tot bankier van het jaar. De Neue Zürcher Zeitungnoemt hem „de succesvolste bankier van Europa”. Hij heeft een reeks vleiende en minder vleiende bijnamen en is, hoewel geboren in Rome, gezien zijn carrière eerder een Europese dan een Italiaanse bankier. „Zijn strategie om beleggers ruim te belonen heeft zijn positie versterkt”, zegt professor Resti. En Lannoo, van denktank CEPS: „Hij is intelligent, heeft bewezen dat hij een bank sterker kan maken.”
Orcel, nu 61, heeft na zijn studie aan de prestigieuze managementschool INSEAD in het Franse Fontainebleau bij verschillende internationale zakenbanken gewerkt en daar naam gemaakt als een uiterst succesvolle dealmaker. Hij staat onder meer bekend als ‘de slager van ABN Amro’, omdat hij in 2007 de architect was van de opsplitsing van de bank.
Zijn reputatie als dealmaker stelde Orcel in staat een paar financiële klappers te maken waaraan hij de bijnaam „de Cristiano Ronaldo van de bankiers” te danken heeft. In 2012 kocht de in nood verkerende Zwitserse topbank UBS hem weg bij Merrill Lynch met een tekenbonus van 25 miljoen frank (nu ongeveer 26 miljoen euro) om orde op zaken te stellen.
Orcel werd mede-bestuursvoorzitter. Hij voerde een keiharde sanering door en kreeg een andere bijnaam: de bankier van staal. Uit zijn zes jaar bij UBS dateren ook de klachten dat hij zijn medewerkers vaak onheus behandelt en wel heel zwaar onder druk zet. Bijvoorbeeld met telefoontjes en mails op de meest onredelijke tijden waarop dan stante pede actie moet worden ondernomen. Een bullebak, is het beeld dat sommige medewerkers schetsten. Maar met de cijfers ging het goed.
Orcel zat op koers om de baas van UBS te worden, maar de Spaanse bank Santander wilde hem ook. Om hem los te weken van UBS beloofde Santander de bonussen over te nemen die Orcel daar nog te goed had. Maar nadat Orcel al had opgezegd in Zwitserland, bleek dat het totale bedrag om Orcel binnen te halen door die UBS-bonussen neer zou komen op wel 50 miljoen euro. Dat vond Santander te veel. Orcel, zonder baan, maakte er een rechtszaak van, waarin hij ook reputatieschade claimde. Hij liet in het proces zijn tanden zien: „Ik ben geen mens die dingen laat rusten” , zei hij. In 2021 kende een Spaanse rechtbank hem een schadevergoeding van in totaal 61 miljoen euro toe.
Met die reputatieschade viel het uiteindelijk wel mee: Orcel kon snel weer als bankier aan de slag in 2021, toen hij ceo werd van UniCredit. Detail: die bank is in 1998 ontstaan door een fusie van Credito Italiano en UniCredito die mede werd begeleid door… Andrea Orcel van (toen) Merrill Lynch. Hij kwam in zekere zin dus in een gespreid bedje terecht.
Orcel wist de aandeelhouders van UniCredit tevreden te maken. Zijn voorganger had al veel gesaneerd. Orcel herstructureerde verder en bracht de kosten omlaag, onder andere door meer dan 10 procent van het personeel te ontslaan. De beurswaarde is sinds 2001 bijna verviervoudigd. Hiermee deed hij een andere bijnaam eer aan, die van de rainmaker, de succesvolle zakenman die zorgt voor winst en groei. Door de goede financiële resultaten kon hij een ‘oorlogskas’ opbouwen van miljarden euro voor overnames.
Zwakke banken in Duitsland
Maar een echte bankoorlog, een frontale botsing met het Duitse establishment, wil hij niet, zegt Orcel. Hij wil wel graag uitleggen dat er in zijn ogen bij Commerzbank veel verbeterd kan worden. Hij benadrukt daarbij dat UniCredit de Duitse markt goed kent: de Italiaanse bank werd in 2005 eigenaar van de HypoVereinsbank (HVB), en daar gaat het goed mee.
„In het algemeen schitteren Duitse banken niet door efficiëntie”, zegt Bocconi-docent Resti. „In tegenstelling tot veel andere landen hebben de Duitsers hun banken nooit aangepakt na de crisis van 2007-2009.” Duitsland heeft de meest gefragmenteerde bankensector van Europa. De noodzaak om te saneren was er wel, de dwang niet, stelt Resti.
Zuid-Europese landen kregen na de kredietcrisis te maken met een staatsschuldencrisis, waardoor hun banken ook in het nauw kwamen en er een binnenlandse sanering op gang kwam. Omdat de Duitse overheidsfinanciën goed bleven, gold dat voor de Duitse bankensector niet. Waar Orcel wil uitkomen, is nog onduidelijk. Een leidende rol bij Commerzbank als aandeelhouder met bijna 30 procent? Een passieve aandeelhouder die denkt een goede investeringen te hebben gedaan? Een fusie tussen UniCredit en Commerzbank, of een samengaan van Commerzbank en HVB onder de paraplu van UniCredit? Wat er gebeurt zal ook afhangen van andere beleggers in Commerzbank. De Duitse overheid heeft al gezegd dat zij voorlopig de 12 procent die nog in handen is van de staat, niet zal verkopen. Andere institutionele beleggers houden de kaarten nog tegen de borst.
Waar de actie van Orcel ook in uitmondt, het is in ieder geval een signaal. „Eigenlijk is het een lesje van een bankier aan politici” die nationale banken willen beschermen, zegt Lannoo van het CEPS. „Als je klein blijft denken, komen we nooit tot marktintegratie.” En zijn collega Véron: „Als de transactie doorgaat, is het een aanzienlijke mogelijkheid om te laten zien dat zo’n grensoverschrijdende operatie mogelijk is en ook wenselijk kan zijn. Het is belangrijk dat de perceptie verandert. We hebben zoiets de afgelopen vijftien jaar niet gezien. Het kan een stimulans zijn voor de verdere integratie van de financiële diensten in Europa.”