Column | Klein en Swift – een hype?

Op vakantie in het buitenland zijn er nogal eens momenten waarop je je geneert voor je landgenoten, vooral als ze erg luid praten en elkaar op de bierbuik slaan. Hetzelfde gevoel bekruipt me als ik moet denken aan Europapa, de Nederlandse inzending voor het Eurovisie Songfestival.

Driekwart van de Nederlandse bevolking, jong en oud, raakt erg vertederd door dat lied. De zanger en componist Joost Klein wordt alom geprezen om zijn verfrissende originaliteit, maar het spijt me niet dat ik moet zeggen dat ik het van meet af aan een onverteerbaar kolerelied heb gevonden. Onzinnig van tekst, onmuzikaal van compositie en onnozel van uitvoering. In interviews heb ik Klein nooit iets zinnigs over zijn maaksel horen zeggen, liever hangt hij de eeuwige, meewarige leukerd uit, in het besef dat hem dat bij en via de media extra geliefd maakt.

Nu is het bij het Eurovisie Songfestival tot een soort wetmatigheid uitgegroeid: hoe stompzinniger het lied, hoe groter de kans op een overwinning in dit muzikale rariteitenkabinet. Dus zal ik niet vreemd opkijken als Nederland zaterdagavond een ware euforie zal beleven. De bookmakers beweren echter dat Klein het niet verder zal brengen dan een derde of vierde plaats, genoeg overigens om als een ware muzikale held naar het vaderland terug te kunnen keren, waar de talkshows hem met open armen zullen ontvangen.

Intussen blijf ik achter met een licht heimwee naar Ilse DeLange, die in 2014 met Waylon en hun prima song Calm After The Storm het Eurovisie Songfestival had horen te winnen in plaats van Conchita Wurst met zijn onmuzikale travestietenact. Wie kan zich zijn belachelijke lied nog herinneren?

Ik moest ook aan DeLange denken omdat ik de afgelopen dagen zat te luisteren naar de muziek van Taylor Swift, inmiddels de meest bejubelde en best betaalde artiest uit de geschiedenis van de amusementsmuziek. Ze heeft nu een miljard bij elkaar gezongen en er zullen er ongetwijfeld nog vele volgen.

Ik kende haar werk nauwelijks en begon met de pas uitgekomen cd The Tortured Poets Department. Het viel me niet mee: gladde, nogal saaie nummers gezongen met een onopvallende stem die vaak gedubd werd om er nog enige kracht aan te geven. Veel galm ook.

De teksten bleken vaak over verloren liefdes te gaan. De recensenten besteedden de helft van hun artikelen aan de vraag welke liefde bij welk lied hoorde, alsof dat iets zegt over de kwaliteit van de muziek. Ik haalde er eerdere cd’s van Taylor Swift bij, maar ik bleef ontevreden. Soms was het hooguit ‘wel aardig’, zelden kreeg ik de aanvechting om een nummer opnieuw te beluisteren.

De vraag doemde bij me op: is Taylor Swift misschien niet meer dan een wereldwijde, door de media aangezwengelde hype, zoals Joost Klein dat nu op veel kleinere schaal in Nederland is? Achter haar zie ik een hele muziekindustrie oprijzen die de ene na de andere hit fabriceert. Ik dacht aan zangeressen die veel beter waren, maar toch nooit zóveel commercieel succes hadden: Dusty Springfield, Aretha Franklin, Joni Mitchell, Carly Simon, Carole King, Bonnie Raitt, Dayna Kurtz, en, ja, waarom niet… Ilse DeLange. Zij heeft ooit een carrière in Amerika nagestreefd, maar het lukte niet. Ze had de stem, maar niet de steun.