Het was dan geen Kristallnacht in Amsterdam, en ook geen „Gaza” (dixit Wilders, een obscene suggestie), maar wel een bloedlinke, „giftige cocktail” (aldus Halsema) van provocaties en agressie (van de Maccabi-aanhang) én, in spiegelbeeld, voluit anti-Joodse haat en geweld (de scooterpatrouilles).
En terwijl landelijke politici, Wilders voorop, de zaak Trumpiaans ophitsen en Amsterdam afschilderen als hel op aarde, zien progressieve opiniemakers louter begrijpelijk verzet tegen Israëlische hooligans, vaak veteranen, die met genocidale leuzen door de stad trokken. Het suggereert dat het ‘maatschappelijk gesprek’ ten einde is, het eigen gelijk heilig.
NRC-columnist Karin Amatmoekrim volgde de progressieve lijn: „Maccabi-supporters kregen geen klappen omdat ze Joods zijn”, wist ze stellig, ze liepen hooguit tegen een „pak slaag” aan als mensen die zich „schaamteloos trots toonden over de haat en de misdaden van deze [Israëlische] regering”.
Ook link. Buig dit argument een beetje bij en je hebt al snel een rechtvaardiging om ook PVV’ers op straat af te tuigen, die steunen immers ook „schaamteloos” een regering die op haar beurt het land van de genocideplegers steunt.
Deprimerend genoeg was het allemaal te verwachten. Je hoeft niet ver te zoeken – al deden de media er onbegrijpelijk lang over – om erachter te komen dat de harde kern van Maccabi Tel Aviv bekend staat als keiharde nationalisten en anti-Arabische racisten, zelfs in Israël. Je hoeft bij de NCTV ook het Handboek Genocide niet uit te pluizen om te voorzien dat hun komst, met enkele duizenden, grote emoties en agressie zal oproepen. Maar is daarmee Joden opjagen en in elkaar schoppen schoongewassen van antisemitisme? Zeker niet.
Het verweer dat iets pas antisemitisch is als het mikt op Joden om een of ander abstract ‘Joods-zijn’ klinkt gevat, maar is op zijn best een onhistorische drogredenering en op zijn slechtst een comfortabele smoes.
Het verbloemt dat ‘Joods-zijn’ door antisemieten altijd al geladen wordt met hatelijke inhoud. ‘De Jood’ is een product van de antisemitische verbeelding, aldus Sartre. Christusmoordenaar, kinderofferaar, uitzuiger, indringer – en nu dan, academisch ondersteund, kolonist en genocidepleger, de belichaming van al onze eigen zonden.
Het drama in Gaza dat de zaak aanblaast is er niet minder reëel om – en olie op het vuur gooien helpt dan niet, zeker niet door een kabinet vol stoethaspels die hun spierballen laten rollen. De hobby-premier sprak van een groep die moreel „volstrekt ontaard” is. Zijn staatssecretaris van integratie (fijn, Groundhog Day in Holland, terug naar 2002) insinueerde dat islamitische jongeren „voor een heel groot deel onze normen en waarden niet onderschrijven’’. Giftige taal, die de zaak verder opfokt – met Nederlandse Joden ertussen.
Dit kabinet speelt liever pyromaan dan brandweer.
Sjoerd de Jong schrijft elke donderdag op deze plek een column.
Hoewel het officiële onderwijsprotest was afgeblazen door vakbonden FNV en AOb, zijn er donderdag toch honderden actievoerders bijeen gekomen in Utrecht om te demonstreren tegen de aanstaande kabinetsbezuinigingen op het hoger onderwijs. De gemeente had demonstranten afgeraden om alsnog te protesteren.
Demonstranten tonen spandoeken en borden met teksten als „Schoof snijdt, wij bloeden”, „Kennis is blijkbaar te woke ofzo” en „Onderzoek boven onderwijs.” Aan de rand van het Moreelsepark, waar de demonstratie plaatsvindt, staat een tiental agenten.
„We staan hier om twee redenen: één om ons demonstratierecht op te eisen en twee om te demonstreren tegen de bezuinigingen in het onderwijs”, zegt een spreker op het podium. „Wij vonden het belachelijk dat de demonstratie bij het minste of geringste werd afgezegd en hebben daarom de organisatie overgenomen.”
Onrust Amsterdam
Woensdag schreef de Utrechtse burgemeester Sharon Dijksma in een brief aan de gemeenteraad dat ze de organiserende partijen had geadviseerd om het onderwijsprotest af te gelasten. De lokale autoriteiten zouden „concrete informatie van buiten de stad” hebben ontvangen waaruit zou blijken dat een „pro-Palestina organisatie voornemens is de demonstratie te kapen”, schreef Dijksma. „Uit de informatie blijkt tevens dat geweld hierbij niet wordt geschuwd.”
Lees ook
Protest tegen bezuinigingen hoger onderwijs afgelast om geweldsdreiging
Woordvoerders van de gemeente en politie willen tegenover NRC niet verder in detail treden over deze geweldssignalen van de politie. Vermoedelijk speelt de onrust in Amsterdam een rol bij de zorgen over de verschillende groepen die op het protest in Utrecht af zouden komen.
Naast het onderwijsprotest, had een groep pro-Palestinademonstranten zich aangemeld: zij noemen het oneerlijk dat het kabinet bezuinigt op onderwijs en tegelijkertijd investeert in defensie en daarmee de Israëlische oorlog zou steunen.
‘Gezwicht voor autoriteiten’
Vanwege het gemeentelijke advies besloten vakbondsbestuurders van FNV en AOb om het protest, dat met zesduizend deelnemers het grootste hoger onderwijsprotest ooit moest worden, af te gelasten. Dit tot onvrede van groepen die ook betrokken waren bij de organisatie.
De pro-Palestijnse actiegroep Dutch Scholars for Palestine zegt verontwaardigd te zijn over het „totale gebrek aan transparantie en bewijs vanuit de politie.” De groep noemt het „onbegrijpelijk” dat de vakbondsbestuurders niet zouden hebben doorgevraagd tijdens het gesprek. Ook de socialistische jongerengroep ROOD vindt dat de vakbonden zijn „gezwicht” voor de druk van lokale autoriteiten. De actiegroepen riepen woensdag online op om ondanks de afgelasting toch te protesteren. Aan die oproep is duidelijk gehoor gegeven.
“We zijn niet bang dat de demonstratie wordt gekaapt”, zegt geschiedenisstudent en ROOD-lid Carlos van Eck (24) namens de organisatie. “We hebben goed contact met pro-Palestijnse groepen en geen enkele indicatie dat er zo’n dreiging is.” Volgens Van Eck wordt geprobeerd om studenten en pro-Palestijnse demonstranten tegen elkaar uit te spelen, “maar we zijn solidair”.
Het kabinet gaat komende maanden op zoek naar een alternatief voor de btw-verhoging op cultuur, sport en media. Die toezegging deed minister Eelco Heinen (VVD) tijdens het debat over het Belastingplan 2025. In aanloop naar de voorjaarsnota, de tussentijdse bijstelling van de begroting, onderneemt hij die zoektocht naar het geld waarmee het terugdraaien van de verhoging kan worden betaald.
Heinen beloofde dit nadat hij dinsdag onder druk werd gezet door oppositiepartijen D66, CDA, ChristenUnie en SGP. Die dreigden tegen het héle belastingplan te stemmen, waarin het kabinet regelt hoe het 425 miljard aan inkomsten vergaart. De tegenstem van de vier partijen maakt in de Tweede Kamer niet uit, dáár heeft het kabinet een meerderheid, maar in de Eerste Kamer niet. Daar is hun steun hard nodig.
Nota bene: de belofte van Heinen is geen garantie dat de btw-verhoging daadwerkelijk van tafel is. De minister zei dat de financiering breed moet worden gedragen in de Tweede kamer en niet mag afwijken van de lijn die de coalitiepartijen hebben vastgelegd in het hoofdlijnenakkoord.
Lees ook
‘Je verdient straks nog maar 1,31 euro aan de verkoop van één boek’
Boekwinkels
Maar de coalitiepartijen, vertegenwoordigd door Wendy van Eijk (VVD) en Nicolien van Vroonhoven (NSC), beloofden in het debat hun uiterste best te doen om Heinens belofte waar te maken. Van Eijk verontschuldigde zich bovendien. Afgelopen tijd was ze, naar eigen zeggen, misschien te weinig op zoek gegaan naar manieren om de btw-verhoging van tafel te krijgen, terwijl de zorgen daarover al wel evident waren.
Van Eijk doelde mogelijk op pogingen van de oppositie om de btw-verhoging terug te draaien. Afgelopen maanden was Hans Vijlbrief (D66) op pad gestuurd om manieren te vinden waarop de btw-verhoging ongedaan te maken. Die zoektocht ging moeizaam. Twee weken geleden moest hij bekennen dat zijn zoektocht, voorlopig, was mislukt.
Sinds bekend werd dat het kabinet voornemens was de btw te verhogen, kon de maatregel op veel protest rekenen. Bekende Nederlanders en sporters bezochten meermaals de Tweede Kamer om te protesteren. Ook vreesden onder andere boekenwinkels voor hun voortbestaan.
Lees ook
Waarom moet het geld per se bij kunst en boeken vandaan komen?
Het is al weer bijna veertig jaar geleden dat Evert van Benthem de eerste van zijn twee Elfstedentochtzeges behaalde. Toen miljoenen Nederlanders op een doordeweekse wedstrijddag aan de televisie gekluisterd zaten of (op kantoor, in winkels) stonden te kijken. De kleine schaatser uit Sint Jansklooster was na zijn dubbelslag in 1985 en 1986 een volksheld, een nationaal knuffeldier, met zijn pretoogjes en blozende wangen. Busladingen vol bewonderaars reden langs zijn boerderij in de Kop van Overijssel, het land van turfstekers, rietdekkers en kleine boeren zoals de familie Van Benthem.
Groot was de schok toen hij zo’n tien jaar later emigratieplannen smeedde. Murw gebeukt door de melkquota en andere Brusselse regelgeving die het boeren er niet leuker op maakten. In 2000 verhuisde hij met vrouw en hun drie zonen naar Canada. Een kwart eeuw later blijkt er van heimwee geen sprake. Evert (65) en Jannette (62) zijn in hun tweede vaderland dolgelukkig. Van de drie boerenbedrijven worden er twee bestierd door hun oudste zoons – de jongste is kapper in Calgary. Ze hebben acht kleinkinderen van wie de meesten ijshockeyen, de nationale sport in Canada.
‘Superjong en smoorverliefd’
Evert! heet de biografie die Ron Couwenhoven schreef over de Van Bentems. De oud-Telegraafjournalist volgde de marathonschaatser in de jaren tachtig en negentig op de voet en hield in de Canadese jaren ook contact met hen. Hij was volgens de familie de aangewezen persoon om hun succesverhaal op te tekenen. De kleinkinderen kenden de Nederlandse jaren van hun (groot)ouders alleen van krantenknipsels, dus moest er een boek komen. Jannette is co-auteur, schrijft Couwenhoven in zijn voorwoord. Evert vertelt even vlot en ongepolijst als hij schaatste.
We lezen over zijn passie voor koeien en schaatsen. Zijn kalverliefde Jannette („We waren superjong en smoorverliefd”), die hem op het ijs eten (krentenbollen, gevulde koeken) en drinken (lege flessen shampoo gevuld met water) aanreikt – en op de boerderij helpt melken. Evert: „In onze bedstee was het zo gezellig dat op Eerste Kerstdag 1983 onze zoon Rolf is geboren.”
Ruim een jaar later staat het leven van de Van Benthems op zijn kop (Jannette: „In welke film waren we beland?”), als hij de dertiende Elfstedentocht wint, bijna een schaats-generatie na de helletocht van Reinier Paping in 1963. In 1985 dooide het. Over de hindernissen onderweg zegt hij: „Ik kon door het vele hardlopen klûnen als de beste, hoewel ik het nog nooit had gedaan.” En: „Als ik had geweten dat mijn ijzer was beschadigd, was ik mentaal geknakt.”
Op de Bonkevaart in Leeuwarden wordt hij gefeliciteerd door premier Lubbers, commissaris van de koningin Wiegel (in driedelig pak) en -koningin Beatrix, die een jaar later meer oog heeft voor haar onder pseudoniem (W.A. van Buren) meerijdende zoon en kroonprins. In 1985 waarschuwt de koninging de winnaar nog: „U moet goed op uw stempelkaart passen, Evert.”
Wat volgt is een volksfeest: eerst de huldiging in de Frieslandhal, daarna een heldenontvangst in Sint Jansklooster. De tractor is versierd, koeien dragen roodwitblauwe linten. De dorpsgenoten zijn zo trots op de local hero, dat ze vreemdelingen maar wat graag naar de boerderij leiden. „Ik was doodverlegen van alle aandacht”, zegt Evert.
Stevig bijverdienen
Een jaar later wint hij weer en is hij intussen gewend aan de sterrenstatus. Hij gaat stevig bijverdienen aan tv-reclames en sponsorcontracten. Unox van de worsten, Calvé van de pindakaas en SNS Bank van de slogan ‘groot geworden door klein te blijven’, die niet toevallig ook op de kopman van toepassing was. Op de boerderij openen ze een kaaswinkel. „Evert: De Benthemmer kaas had geen tijd om oud te worden”, zo populair was het bijproduct van de veeteelt.
Toen ze ook nog glühwein – verbasterd tot kluunwijn – gingen verkopen, kwamen de eerste protesten. Sport en alcohol gingen niet samen, luidde een anonieme klacht. Evert: „Daar ging ons paradepaardje. We hebben tienduizend flessen moeten vernietigen.” Nadat ze vervolgens ook nog btw moesten gaan betalen over de kaas, stond hun besluit vast. Wegwezen, op naar Canada. „Ze gingen niet over één nacht ijs”, schrijft Couwenhoven in Telegraaf-stijl.
In de provincie Alberta, twee uur rijden van Calgary en op een steenworp afstand van de Rocky Mountains, heeft de boerenfamilie meer ruimte en minder last van regelgeving. Ze krijgen nog vaak bezoek van oud-schaaters en van jongeren die op de Olympic Oval wedstrijden rijden. Zelf maken ze elke winter een meertje bij hun huis sneeuwvrij, om te ijshockeyen vooral.
Heimwee hebben ze alleen naar een volgende Elfstedentocht. Van Benthem is al 48 jaar lid van de Vereniging -Friesche Elfsteden en heeft zijn drie zoons ook lid gemaakt. In de laatste editie in 1997, gewonnen door Henk Angenent, reed Van Benthem „als toerist” mee, overal toegejuicht en toegezongen.
Nooit op vakantie in januari
In de koude winter van 2012 hadden ze hun koffers al gepakt en vervanging op de boerderijen geregeld, maar bleek het Friese ijs uiteindelijk niet overal dik genoeg; er kwam ook dat jaar geen Elfstedenocht. Toch blijven ze hopen. In januari en februari boekt de hele familie al decennialang geen vakantie, want stel dat de Friese ijsmeesters zeggen: ‘It giet oan’!
Mocht het er bij zijn leven en welzijn nooit meer van komen, dan heeft hij pech gehad. „Als ik doodga doe ik dat met een lach op mijn gezicht”, laat Evert van Benthem optekenen in een heerlijke biografie.