Het plagiaat was onmiskenbaar. De aanvaardingstoespraak van Trump, waarin hij zichzelf afficheerde als Gods afgezant die het „exceptionele” Amerika zal „bevrijden” en terugleiden naar de negentiende-eeuwse glorie van „territoriale” expansie en revanche, onderscheidde zich amper van de teksten waarmee Poetin de „unieke Russische beschaving” bejubelt en rechtvaardigt dat hij zijn „nabije buitenland” mag onderwerpen.
Na Rusland is ook Amerika in de greep gekomen van een reactionaire revolutie. En die zal ook ons bereiken, al is het maar omdat beide presidenten tot doel hebben om het Europa van de EU te verdelen en te beheersen. Met Trump en Poetin keert zodoende het oude concept terug dat kleinere volkeren geen soevereiniteit hebben maar gedoemd zijn gekoloniseerd te worden, zoals Poetin eerder zei over zijn vernietigingsoorlog in Oekraïne en Trump maandag herhaalde over zijn plannen met Panama.
Nog even en het Congres van Wenen (1815) en de Conferentie van Jalta (1945) worden uit de mottenballen gehaald als lichtende voorbeelden van geopolitiek. In Wenen werd het zelfbeschikkingsrecht van de naties in Midden- en Oost-Europa voor een kleine eeuw ingevroren. In Jalta werd Europa tachtig jaar geleden nog eens politiek verdeeld. Probeerden Hongaren (1956), Tsjechen, Slowaken (1968) of Polen (1980) het IJzeren Gordijn te doorbreken, dan sprak het Westen zijn sympathie uit maar deed het weinig.
Ook in Nederland duikt Jalta weleens op als toverformule voor een nieuwe Europese orde. Nog in maart 2015, een jaar ná Poetins militaire interventie in Oekraïne en de MH17-ramp, pleitte voormalig VVD-leider Frits Bolkestein voor een „tweede Jalta” om de annexatie van de Krim en de ontmanteling van Oekraïne als eenheidsstaat verder af te handelen. De economische sancties tegen Rusland konden nu eenmaal niet „tot in eeuwigheid worden volgehouden”, aldus Bolkestein.
De pleitbezorgers van een Jalta 2.0 hebben verschillende motieven. Bolkestein wilde rust in de eigen tent. Hoefijzerpolitici als Sahra Wagenknecht hunkeren naar goedkoop aardgas. Dierenideoloog Marianne Thieme vindt dat het Kremlin recht heeft op ‘strategische empathie’ en dat we het daarom tegemoet moeten komen.
Eén ding hebben allen gemeen. Ze vragen zich nooit af welke consequenties een nieuwe orde voor henzelf heeft. Nederlanders gaan er zelfs vanuit dat daarna – hoe spijtig ook voor Oekraïne, Georgië, Moldavië, Belarus en wat Balkanlanden – hier alles bij het oude zal blijven en wij, veilig in de oksel van Berlijn en Parijs, kunnen doorlonken naar de Angelsaksische wereld. Zelden hoor je dat Nederland, jarenlang steunpilaar van Nord Stream, bij een nieuwe deling van een verzwakt Europa wel eens door Gazprom en Kremlin zou kunnen worden gekoeioneerd.
Een voorbeeld van dit hollandocentrisme werd recent ten beste gegeven door politicoloog Etienne Augé. In deze krant bestreed Augé de dominotheorie die stelt dat Rusland gebruik zal maken van omvallende stenen in Europa. Poetin had Nederland immers nooit bedreigd, beweerde hij. Dat Poetin impliciet heeft gerept van atoomwapens en zijn buddy Medvedev zelfs expliciet heeft geopperd om Den Haag vanuit de Noordzee te bombarderen, zei Augé er niet bij, mogelijk omdat feitelijke kennis zijn theorie onderuit haalt dat concessies aan Rusland onvermijdelijk én eerbaar zijn.
Deze goedmoedige redeneertrant is, behalve gemakzuchtig, ook gevaarlijk. Omdat het een illusie is dat Oost-Europeanen zich bij een Jalta 2.0 zullen neerleggen. Met hun hardnekkige verweer tegen het Russische imperialisme inspireren Oekraïners ook burgers elders. En omdat een nieuwe deling geen halt zal houden bij Lobith. Zoals president Zelensky deze week in Davos zei: staar je niet blind op Washington en Moskou maar kijk naar Europa. Het is bijna te laat.
Hubert Smeets is journalist en historicus. Hij schrijft om de week op deze plaats een column.