Column | Hooggeplaatste Ajax-supporters

Carolina Trujillo

De nieuwe trainer van Ajax, Hagenees Maurice Steijn, kreeg een microfoon van de NOS voor zijn snufferd. De verslaggever daarachter vroeg of hij al de woorden uit zijn mond kreeg: „Ik hou van Ajax, ik ben Ajacied.” Steijn zei: „Ik hou van Ajax, ik ben Ajacied.” Hij ging verder met verzen als: „Hele mooie club, hele fijne mensen, een warm bad.”

Steeds als ik hooggeplaatste Ajax-liefhebbers de club hoor bezingen, drijven mijn gedachten af naar de vrouwen die melding deden van grensoverschrijdend gedrag tijdens het werken voor Ajax. Het bleef bij meldingen. Bij het indienen van een klacht of doen van aangifte, wordt je naam bekendgemaakt. Kennelijk is het met de veiligheid op de werkvloer bij het warme bad zo gesteld dat voor vrouwen die daar onrecht wordt aangedaan, het behouden van anonimiteit belangrijker is dan het verkrijgen van recht. Veilig is het dan vooral voor daders.

Steijn zong intussen verder: „ … het gevoel dat ik een van de familie ben geworden.”

In de huizen van de vrouwen die de meldingen deden, werd waarschijnlijk tegen de televisies geschreeuwd: „Zo’n familie waar je nooit met een oom in een ruimte alleen moet achterblijven!” Een paar huizen verderop: „Vraag hem waarom vrouwen bij Ajax zo hard kunnen lopen! Om buiten handbereik te blijven van de directeuren!”

Het leger supporters zal voor het doen van aangifte niet aanmoedigend werken. Wat ook niet helpt is dat demissionair minister van Justitie Dilan Yesilgöz zelfs lopende het onderzoek haar liefde voor Ajax etaleert. Niet met een bus zedenrechercheurs, maar op sociale media. Bij het delen van haar fanfoto’s gaan haar gedachten vast niet naar de vrouwen die beschadigd, thuis, doomscrollen over Ajax. Koning Wimlex dacht vast ook niet aan hen toen hij zijn liefde voor Ajax bezong. Zelfs zijn adviseurs vergaten de vrouwen. In ieder geval hielden ze hem niet tegen met iets als: „Majesteit, er loopt nog een tuchtrechtelijk onderzoek naar de club naar de club bij het Instituut Sportrechtspraakde afdeling tuchtrecht, u kunt zich beter met iets anders associëren.”

Het onderzoek duurt inmiddels zo lang dat we allemaal de vrouwen lijken te vergeten. Niet alleen Yesilgöz, Wimlex en hun communicatieadviseurs. Ik word alleen nog aan hun bestaan herinnerd als hoogwaardigheidsbekleders de club de hemel in prijzen. Het zou helpen als er vaker naar gevraagd werd als zo’n vogel uit de top van de Ajax-boom langs een microfoon komt.

„Krijgt u al uit uw mond dat Ajax het onderzoek onnodig vertraagt?”

„Welk onderzoek?”

„Naar de veiligheid op de werkvloer bij Ajax? Naar ongewenst gedrag? De club is er niet voor zijn slachtoffers. Er schijnt minstens een medewerkster haar eigen therapiekosten te betalen.”

„Ongewenst gedrag? Is er aangifte gedaan? Dan is er toch niks? Zullen we het gewoon over voetbal hebben?”

Een Bijbelvers luidt: ‘Het is gemakkelijker dat een kameel gaat door het oog van een naald dan dat een rijke het Koninkrijk Gods binnengaat.’ In de Nederlandse voetbalvertaling wordt dat: Het is gemakkelijker dat een Hagenees zegt dat hij van Ajax houdt dan dat een hooggeplaatste Ajax-supporter aan de vrouwen denkt die bij de club beschadigd zijn geraakt.

Carolina Trujillo is schrijfster.