Column | Heini doet de rotklusjes op de club en vraagt er niets voor terug

Hij zegt dat zijn kampioensshirt in de woonkamer hangt, met de gouden medaille ernaast. Mocht van zijn vrouw Henriët. Maar ik weet zeker dat hij er stiekem ook in slaapt. Minstens één nachtje toch, in het rood-wit-blauw, aangetrokken toen Henriët al sliep. Als hij halverwege de nacht even ontwaakt, kijkt hij snel onder het dekbed. Hij hoeft zich niet te knijpen, hij heeft het niet gedroomd: Heini Koornberg is Nederlands kampioen.

Zijn naam wordt in Zwolle en omgeving al jaren met angst en beven uitgesproken. Is Heini erbij? Dan weet je dat het beulen wordt. Gaat Heini mee? Dan gaat het op de kant. Op het randje van het asfalt, nog net uit de wind achter die grote rug. Of net niet. En dan ben je de sjaak. Dan kletst Heini je er schaterlachend af, of in normale mensentaal: dan word je die eenzame fietser. En Heini wordt steeds kleiner in de verte.

Heini houdt van wind mee, maar vooral van wind tegen en van wind opzij. Hoe meer wind er staat, hoe beter. Hoe harder hij grijnst, hoe hoekiger zijn kuiten spannen en hoe witter zijn knokkels om het stuur. Al jaren jaagt Heini over de dijken en door de polder, in de zomer bij het laatste daglicht en in de winter in het donker, als hij thuiskomt van zijn werk. Ooit deed hij aan volleybal. Een leuk spelletje is dat. Maar wielrennen is pas sport.

Al jaren droomt Heini de jongensdroom die hij als volleyballertje nooit had. Het Nederlands kampioenschap winnen. Hoe vaak heeft hij voor het slapen gaan de film achter zijn gesloten ogen afgedraaid? In de kopgroep terechtkomen, daaruit demarreren en soleren naar de meet. Nu is het echt gebeurd. Voor altijd in de boeken: Heini Koornberg, nationaal kampioen mannen veertig plus.

Wat zegt u? Kent u Heini niet? Iedereen kent Heini. Hij loopt in elk dorp, in elke stad, en bij elke club. Of het nu hockey is of voetbal, gymnastiek of atletiek. Heini is de man die onvermoeibaar is. Die zich niet alleen actief, maar ook passief helemaal in zijn sport stort. Hij is de man die iedereen net zoveel lol in de sport gunt als hij zelf. Op de club regelt hij wat er geregeld moet worden, in de avonduren, in het weekend, in elk minuutje naast zijn werk.

Heini kan natuurlijk ook een vrouw zijn, in alle soorten en maten komen er Heini’s voor. Hij doet de rotklusjes en vraagt er niets voor terug. Bij de lokale wielervereniging in Zwolle lopen een paar Heini’s. Ze heten Heini, Gerben, Raymond en Rik. De jeugdafdeling, de vrouwentak, de eliteploeg: ze groeien en bloeien als nooit tevoren. En nu heeft de club dus ook een Nederlands kampioen.

Bewonderen deden ze hem toch al, maar wat zullen de kinderen in zijn wiel tijdens de training opkijken naar die rood-wit-blauwe trui. Een droom. Een inspiratie. En nog aanraakbaar ook. Worden zoals Heini, keihard tegen de wind in trappen en dan jaren later, als volwassene, omkijken en denken: wat een prachtige herinneringen. Wat een mooie tijd was dat.

We bezingen de helden die voetballen op het EK, in de Tour de France rijden of naar de Olympische Spelen gaan. Maar over Heini gaat het nooit. En dat is raar, omdat Heini onbetaald, maar onbetaalbaar is.

Marijn de Vries is oud-profwielrenner en journalist.