
Lucie van Roosmalen (9) wordt een steeds hartstochtelijker Vitesse-supporter, het is zo erg dat ik er een schuldgevoel van krijg. De plaats op de ranglijst (laatste) interesseert haar niets, het gaat haar om ‘het gevoel’. Vrijdag gingen we op haar aandringen weer, ze zat met shirt en shawl naast me in de trein. In stadion Gelredome genoot ze van het sarcasme.
„Niemand is hier voor de lol”, zei ze.
Ze was in totaal al vijftien wedstrijden geweest en had nog nooit een overwinning meegemaakt. Ik vertel dan graag dat ik zelf ook ooit onder in de eerste divisie ben begonnen. Ze geniet er ook heel erg van als mensen op de tribune oeverloos tegen me aan beginnen te lullen over het wel en wee van de club, vooral als ik ze niet van me af kan schudden. Bij het betreden van het stadion versperde een man met een geel-zwart vissershoedje op het hoofd de trap. Ik kon hem niet passeren zonder een verhaal over een Arnhems kindertehuis waar ik volgens hem een praatje over moest komen houden.
Ze had ook een prettig gesprek met een man die haar vergeleek met Anne Frank. Zo dapper vond hij het dat ze in Amsterdam weleens rondloopt in een Vitesse-shirt. Hij sloot af met: „En dan slaan ze je maar in elkaar, nou en?!”
„Ze is negen”, zei ik.
Het was bedoeld als, dat doen ze daar niet, ze slaan er geen kinderen, maar hij interpreteerde mijn woorden anders.
„Je moet ze als eerste slaan.”
We kwamen met 2-0 voor, maar uiteindelijk maakte Jong AZ nog gelijk. Een paar stoelen verderop zat trainer John van den Brom de laatste wedstrijd van een schorsing uit. Ze genoot ervan dat ze hem bedankten voor de vertoning.
Bij het weggaan kreeg ze, net als alle andere aanwezige vrouwen, een goodiebag. Er zat een flesje champagne in en heel veel kortingsbonnen, onder andere 15 procent korting voor een Thaise massage in de Emmastraat in Velp.
Ze belde er met mijn telefoon over met haar moeder vanuit de supportersbus die ons terugbracht naar het station.
„Vitesse heeft ons allemaal cadeaus gegeven, 100 euro voor kleren, een bungalowpark en een sleutelhanger. En voor jou een massage in Velp!”
Om haar heen werd om die mededeling gejuicht.
Andere vrouwen kwamen hun kortingsbon bij haar afgeven, zodat haar moeder met nog meer korting kon worden gemasseerd.
De volgende dag had ze het er nog over, ze ging in de klas vertellen over de oneindige gulheid van de Arnhemmers.
Marcel van Roosmalen schrijft op maandag en donderdag een column.
