Column | Gezichtsherkenning: geinig en gevaarlijk

Niet schrikken, maar ik deed laatst iets gevaarlijks. Ik legde een paar tientjes neer voor een abonnement op een website die het als aanbeveling ziet dat The New York Times haar ooit omschreef als een „potentieel gevaarlijke supermacht”. En ik begon te experimenteren met gezichtsherkenning: ik uploadde portretfoto’s en de site vond in een paar seconden andere foto’s van dezelfde personen.

Van mezelf vond ik foto’s die ik kende, die ik was vergeten en die me onbekend waren. Geinig. Maar het bleek ook eenvoudig om te achterhalen waar een gefotografeerde agent in burger sport en wat de naam is van een Gaza-demonstrant op de UvA. Van een willekeurige man op een willekeurige foto van een anti-lockdowndemonstratie in 2020 kon ik, zelfs zonder verder te zoeken, álles vinden: dat hij graag zeilt, tegen het Oekraïne-verdrag was en waar hij woont.

Kwaadaardig gebruik ligt op de loer. Wie ooit onbewust, ongewenst of onhandig met z’n gezicht op het internet is gekomen is in potentie de sjaak. Zo kunnen slachtoffers van wraakporno geïdentificeerd en gedoxt worden. En politiediensten in steeds meer landen gebruiken het om verdachten op te sporen, maar pakken nogal eens de verkeerde op. De schuldlast wordt dan in feite omgekeerd: bewijs maar dat je níét op de plaats delict was.

Het probleem is dat zulke technologie altijd voortkomt uit de bevliegingen van enkelen en nooit uit de wensen van velen. Een techondernemer wil gezichtsherkennende technologie, dus komt het er. Een ceo wil een AI-bril waarmee elke voorbijganger geïdentificeerd kan worden, dus ontwikkelt hij er een. Het hele internet wordt tot wingewest gemaakt, met onze gezichten als grondstof.

Democratieën zijn daarom vrijwel altijd te traag en daarmee te onmachtig om te corrigeren, laat staan dat ze onwenselijke technologieën kunnen voorkomen. Zo overtreedt het Amerikaanse Clearview Europese privacyregels door foto’s van Europeanen van het internet te schrapen en te verwerken tot biometrische profielen (die de zoektochten van klanten helpen). Meerdere landen verboden het gebruik van die data, Nederland legde een boete op. Maar onduidelijk is wat Clearview zich daarvan aantrekt.

Het verbod op gezichtsbedekking bij demonstraties dat de Kamer wil, voedt daarom een gevaarlijke ontwikkeling. Het gaat niet alleen om het einde van privacy. Na een week experimenteren met gezichtsherkenning merk ik dat ik op straat m’n hoofd weg draai als ik op de achtergrond van een foto dreig te komen. En ik bedenk dat er hier meer op het spel staat: de anonieme, onbekommerde deelname aan de publieke ruimte.

Mark Lievisse Adriaanse ([email protected]) vervangt deze week Petra de Koning