Column | Digitaal jasje

Christiaan Weijts

Ik ben geen complotdenker, maar dat kost best veel moeite. De kranten wemelen van de verleidingen er alsnog een te worden. Neem het bericht dat onze bankbiljetten „in een digitaal jasje gehesen gaan worden”, wist u dat al? Inge van Dijk van De Nederlandsche Bank vertelde een tijdje terug in een interview met NRC over dat jasje en dat het er gewoon tijd voor is. Hoe dat eruitziet? Een wallet. Een app, misschien een pasje. „Deels chipknipachtig.”

Ik ben geen complotdenker. Maar een bedenksel dat zo vaag is als dit, stelt je wel erg op de proef om niet alsnog als de bliksem wat hoedjes van aluminiumpapier te gaan vouwen. Ik bedoel, hier móét toch iets anders achter zitten dan onbegrensde domheid en blinde innovatiedorst?

De chipknip (1996-2015) is een van de grappigste praktijkvoorbeelden van een ‘oplossing op zoek naar een probleem’. Ik gebruikte hem alleen in de universiteit voor automaatkoffie en kopieerkaarten. Noodgedwongen maakte je de kafkaëske tocht langs die ene automaat, om het tegoed op te laden voor weer een volgende machine.

Die flater kun je nog vergevend in zijn eigen tijd bezien. Het was eind jaren negentig. De internetzeepbel was maximaal uitgerekt. Elke computernerd broedde zijn baanbrekende start-up uit. Alles moest in digitale jasjes worden gehesen: post, porno, popmuziek en poen.

Straks is er weliswaar een „derde partij” die onze gegevens heeft, maar daar moet u absoluut niet wakker van liggen, want ze zijn, echt waar, „versleuteld en geanonimiseerd”.

Je meent het. Zijn er nog voorbeelden van massale databases waarvan die versleutelde gegevens niet vroeg of laat „op straat” liggen? Ook geruststellend is dat die hightech flappen „niet programmeerbaar” zijn. Gewoon niet.

Waar kennen we dat van? Kentekenplaten waren heus echt niet bedoeld voor opsporing. Zelfs de scanners voor verkeersboetes waren dat niet. De bestuurderscamera’s van Tesla’s waren heus niet bedoeld voor verzekeringsclaims bij onoplettendheid.

Stel dat we in de coronacrisis die digitale chipknipachtige wallet al hadden. Was het dan niet heel verleidelijk om wat helikoptergeld uit te strooien dat zó geprogrammeerd was dat je het binnen een maand moest uitgeven? En dan bij voorkeur aan een noodlijdende sector?

De digitale euro is misschien niet bedoeld om meer directe grip op ons uitgavenpatroon te krijgen, maar die mogelijkheid heeft zo’n EU-bitcoin uiteindelijk wel. Als bij een volgende crisis het hele economische kaartenhuis in elkaar dreigt te storten, moet je erg sterk in je schoenen staan om het niet als redder in nood te omarmen en aan het programmeren te slaan.

De digitale euro is ofwel bedacht om ons allemaal in complotdenkers te veranderen, óf er steekt meer achter.

Christiaan Weijts schrijft elke vrijdag op deze plek een column.