Column | De dief, de armband en de troffel

Naast me in de bijrijdersstoel van haar Saab zit m’n bovenbuurvrouw (91). Ze is goedgemutst als altijd. De navigatie op mijn telefoon vertrouwt ze voor geen cent.

Rij jij zó?

Ja, dat zegt-ie.

Hij is gek.

We zijn op weg naar een pandjeshuis op Rotterdam-Zuid. Niet dat we iets willen verpanden. Iets kopen willen we ook niet. We zijn op onderzoek uit.

Want uit haar woning zijn kostbaarheden verdwenen. Een witgouden, opengewerkte armband met de zin I love you in kleine diamantjes. En een lange, gouden schakelketting. Beide lagen op haar nachtkastje. Ik ken de sieraden goed, want mijn buurvrouw droeg ze vrijwel altijd. Ze waren een cadeau van haar man, die zestien jaar geleden overleed.

De armband kochten ze in Zürich. Ze zag hem in de etalage van een juwelier. Die is mooi, zei ze tegen haar man.

Die koop ik voor jou.

Door wie de sieraden zijn weggenomen is ongewis. Aan deur of raam zijn geen braaksporen. Sowieso lopen bij haar de hele dag mensen in en uit. Voor de steunkousen, de schoonmaak, om een pakje achter te laten voor de buren…

Zij heeft haar verdenkingen. Het moet iemand zijn geweest die een tijdje in haar slaapkamer kon rondneuzen zonder dat het opviel. De rok die ze op haar bed had liggen, zat half onder het matras. Er was dus ook ónder haar bed gekeken, constateerde ze. In de kledingkasten was gerommeld. Dat zag ze meteen. Ze stapelt haar sjaaltjes altijd precies op dezelfde manier. Haar hoedendoos was geopend.

In het zijkamertje was kracht gebruikt. De bureaulade die op slot zat was opengebroken met een troffel. Dat stuk gereedschap had de dief laten liggen. Óp het bureau.

Pas ’s avonds kwam ze erachter dat haar ketting en armband weg waren. Ze ploos voor de zekerheid haar hele huis uit, tot in de keukenlades aan toe. Al wist ze zeker dat ze de sieraden naast haar bed had neergelegd. Naast het glas water.

Ik heb de hele nacht wakker gelegen.

De volgende dag belde ze de politie. Twee agenten kwamen dezelfde middag. Ze namen de tijd, bekeken het opengebroken bureau, schreven een proces verbaal. Hoorden haar verdenkingen. Maar zonder bewijs kunnen ze niets.

Gestolen sieraden ga je niet dragen, redeneerde mijn buurvrouw. Die ga je verpanden. Dus wij op pad.

De man achter de balie is vriendelijk. De kans dat er gestolen spullen bij hem worden verpand, acht hij klein. Alles wordt geregistreerd. Is er aangifte gedaan, dan komt er een melding. De dief komt zichzelf wel tegen, zegt hij troostend.

We kunnen de dief niet pakken, maar wel diep minachten, besluiten we in de auto.

We rijden naar huis zonder navigatie.

Sheila Kamerman vervangt Gemma Venhuizen