
Volgende week ruilen we ons Amsterdamse appartement in voor een huis met tuin in Muiden en verlaten mijn ouders hun eengezinswoning om te verkassen naar een appartement in dit mooie vestingstadje. Het is gezellig dat ze straks om de hoek wonen en handig om zorgtaken te kunnen delen. Op dagen die uitvallen door vakantie, studie of ziekte, of wanneer de crèche/school belt omdat kindlief opgehaald moet worden vanwege een snottebel, poepbroek of hittegolf, kunnen opa en oma bijspringen. Dit is een privilege, want veel jonge ouders en met name moeders, staan er in Nederland tamelijk alleen voor.
Ik weet het nog goed: door de wanden van mijn bubbel gleed de wereld, vanaf die hoge ‘roze’ wolk gezien benauwend klein, aan me voorbij. In onze maatschappij is het krijgen van een kind niet alleen maar leuk: sociale isolatie ligt op de loer. Onderzoek laat zien dat de meeste jonge moeders zich eenzaam voelen en dat dit komt door een gebrekkig sociaal vangnet.
Ik vond het fijn om na mijn verlof weer aan de slag te gaan en onder de grote mensen te zijn. Maar veel vrouwen komen nooit meer helemaal terug. Doordat ze nog altijd ruim 13 procent minder dan mannen verdienen en kinderopvang duur is, suddert hun arbeidsparticipatie op een hardnekkig, laag pitje. In 2023 ontvingen ruim 700.000 ouders toeslag maar betaalden gemiddeld 3.210 euro zelf. Voor velen loont het niet om weer te gaan werken.
Jaren geleden werkte ik mee aan een Europees project dat zich richtte op jonge ouders. Hoe kan het dat een krappe twee decennia later Nederland nog steeds achteraan sukkelt op thema’s als verlof, kinderopvang en emancipatie? Ook de academische wereld is hardleers want een derde van de kersverse moeders (niet vaders) verlaat de wetenschap.
Mensen en gibbons
Hoe gaan andere dieren om met de zorg voor baby’s? Verschillende soorten doen aan ‘alloparenting’, waarbij niet-moeders bijspringen. Hoewel dit in verschillende diersoorten is waargenomen (bijv. vogels, sociale insecten en zoogdieren), zijn zoogdiermoeders meestal de enige zorgverleners. Alloparenting is vrij gebruikelijk bij primaten, met name de Oude Wereldapen, mensapen en mensen. Neem baby-tamarins of zijdeaapjes: de helft van de tijd zijn ze bij de moeder en de andere helft bij vaders of andere groepsgenoten. Net als mensen en gibbons zorgen ze van nature samen voor hun kroost.
Ook bij halfapen zoals dwerg- en muismaki’s passen de mannetjes op de jongen, en hoewel men eerst dacht dat solitair levende soorten nauwelijks kansen hadden voor niet-moederlijke zorg, blijken ‘solitaire’ vrouwtjes hun jongen in nesten onder te brengen en elkaars kleintjes te zogen. Jonge vrouwtjes die babysitten om ervaring op te doen, mannetjes die strategisch ‘babysitten’ om een band met een aanbeden moeder op te bouwen of individuen die helpen zodat ze later zelf niet om hulp verlegen zitten; allemaal verklaringen voor de wijdverspreidheid van alloparenting.
Chimpansees en bonobo’s zijn onze nauwste verwanten maar qua sociale structuur lijken mensen het meest op gibbons, die dus in gezinsvorm leven. Chimpansees zijn iets minder van het babysitten, hoewel je soms ziet dat oudere zussen helpen met het dragen of beschermen van broertjes en zusjes of dat een hooggeplaatst mannetje bescherming biedt aan een bepaalde moeder en haar jong. Hoe vaak het voorkomt verschilt nogal per kolonie. Bij bonobo’s is het meer standaard: kleintjes worden vastgehouden, geknuffeld en verzorgd door anderen. De komst van een baby verandert veel. Terwijl chimpansee-moeders soms sociaal geïsoleerd raken, worden bij bonobo’s de sociale banden juist versterkt.
In nieuw onderzoek binnen mijn groep gaan we vergelijken hoe chimpansees, bonobo’s, gibbons en mensen kijken naar baby’s. Want: hoe leuk vinden we ze eigenlijk? Bij mensen rust er vaak een taboe op, zeker bij mannen. Als ze een baby in de handen gedrukt krijgen, doen ze net alsof ze niet weten wat ze ermee aan moeten, alsof baby’s lief vinden iets is om je voor te schamen.
Grotere overlevingskansen
Wat de primatologie ons leert: babysitgedrag reduceert stress bij de moeder en vergroot de overlevingskansen van de jongen. Nederlanders krijgen steeds minder en later kinderen. Los van het leed veroorzaakt door miskramen, ivf-trajecten en ongewenste kinderloosheid rijst de vraag: hoe houden we onze maatschappij draaiende?
Eigenlijk is het simpel. Onze maatschappij moet er beter op worden ingericht om gezinnen te ondersteunen en moeders te ontlasten zodat ze evenveel carrièrekansen krijgen als vaders en niet-ouders. Maak kinderopvang gratis en gooi het hardnekkige taboe dat crèches zielig zijn in de prullenbak: twee megagrote, onafhankelijke onderzoeken uit Zweden en Japan kwamen tot de conclusie dat kinderen die vanaf jonge leeftijd naar de opvang waren gegaan later betere sociale vaardigheden hadden. Moeder natuur gebiedt juist niet dat kinderen aan hun moeders vastgeklampt zitten. Gelukkig zijn opa en oma evolutionair geprogrammeerd om in te springen. Pap mam, de apenkolonie komt dichterbij!
Mariska Kret is hoogleraar cognitieve psychologie aan de Universiteit Leiden.
