Coalitie houdt zich doof voor roep om vuurwerkverbod

Op oudejaarsavond, iets voor twaalven, belde een gefrustreerde burgemeester van Rotterdam Carola Schouten in bij het NPO 1-radioprogramma Met het oog op morgen. „Steeds vallen er slachtoffers, en steeds begint de discussie opnieuw. Het enige wat werkt is een landelijk vuurwerkverbod”, zei Schouten. Die dag was een veertienjarige jongen overleden bij het afsteken van vuurwerk. In Rotterdam, zoals in vele andere gemeenten, is al een lokaal verbod op het afsteken van vuurwerk door particulieren, maar dat wordt massaal genegeerd en niet gehandhaafd. Schouten: „Een verbod per gemeente, hoezeer iedereen ook zijn best doet, is in de praktijk niet genoeg. Ik ben zeker vóór een landelijk verbod.” Naast Schouten spraken ook de burgemeesters van onder meer Amsterdam, Utrecht en Alkmaar zich uit voor een landelijk verbod.

Het is een jaarlijks terugkerend fenomeen, haast even vertrouwd als de oliebollen, de champagne en de vuurwerkknallen zelf. Burgemeesters, hulpdiensten, de politie, oogartsen en dierenorganisaties beklagen zich over de slachtoffers, de schade, de druk op hulpdiensten en de wetteloosheid tijdens de jaarwisseling. Ze denken dat alleen een totaalverbod op het afsteken van vuurwerk door particulieren Oud en Nieuw behapbaar kan maken. Maar ondanks de toenemende druk maakt de coalitie geen aanstalten om met een verbod aan de slag te gaan.

Maatschappelijk gezien ligt een landelijk verbod voor de hand: bijna tweederde van de Nederlanders is voorstander, aldus EenVandaag. Vorig jaar was dat nog iets meer dan de helft van de Nederlanders. En ook electoraal is het voor drie van de vier coalitiepartijen weinig problematisch. Van de mensen die in 2023 op NSC stemden is driekwart voor, net als 61 procent van de VVD’ers en 51 procent van de PVV’ers. Bij veel oppositiepartijen ligt de steun nog veel hoger.

Gezellig en ongevaarlijk

Alleen bij coalitiepartij BBB zijn de tegenstanders van het vuurwerkverbod nog in de meerderheid, 52 procent. Ook partijleider Caroline van der Plas is een liefhebber, zij het gematigd. „Ik ga naar buiten om twaalf uur, dan steek ik wat af, en dan is het goed geweest.” En als ze een borrel opheeft laat ze haar nuchtere zoon het vuurwerk afsteken. Zoals het hoort, vindt Van der Plas. „99 procent van de mensen in Nederland steekt gewoon rustig wat mooie fonteinen af.” Gezellig en ongevaarlijk, vindt Van der Plas. „We hebben geen gevaarlijk legaal vuurwerk, want er zijn al zoveel regels.”

Daar is PvdD-Kamerlid Ines Kostic het niet mee eens. Haar partij heeft een wetsvoorstel liggen voor een totaalverbod op vuurwerk. „Een groot deel van de gewonden komt door gewoon legaal vuurwerk, dus met een verbod valt daar winst in te maken. En je hebt extra winst: dat er een duidelijke norm is dat consumenten niet horen te stunten met vuurwerk. Volgens de politie is handhaven daarmee makkelijker.”

De VVD wil de „normale vuurwerkafsteker” graag met rust laten

Het probleem is dat „een deel van de bevolking is losgeslagen”, meent BBB-leider Van der Plas. „Ze zijn gaan rellen, vernielen en gooien met vuurwerk.” Dat gedrag is het probleem, en het zware illegale vuurwerk natuurlijk, dat gemakkelijk over de grens verkrijgbaar is. „Dat mensen schieten met dingen die mortieren heten, dat geloof je toch niet?”

En dat een groot deel van de vuurwerkslachtoffers gewond raakt door legaal vuurwerk? „Daarom hebben we vuurwerkbrillen uitgevonden.” En omstanders die gewond raken? „Die moeten minder dichtbij gaan staan.” En de overbelaste hulpdiensten? „De eerste hulp ligt ook weleens vol door uitgaansavonden. Dat gaan we toch ook niet verbieden?”

De zienswijze van Van der Plas is al lang niet meer dominant. Maar toch is het moment waar PvdD-Kamerlid Ines Kostic op wacht nog niet aangebroken. Ze wil de vuurwerkverbodwet pas in stemming brengen als ze is verzekerd van een Tweede Kamermeerderheid. Om dat mogelijk te maken moeten tenminste PVV, NSC of VVD zich achter het vuurwerkverbod scharen, afhankelijk van hoe andere oppositiepartijen stemmen.

Van de PVV verwacht ze dat niet, en NSC en VVD zijn (nog) niet zo ver, denkt Kostic. „Het is moeilijk voor partijen om te wisselen van standpunt. Daar hebben ze hulp voor nodig vanuit de maatschappij. Die hulp is er nu: van burgemeesters, politie, hulpverleners die zich uitspreken vóór een verbod. VVD en NSC hebben een uitweg, ze kunnen met opgeheven hoofd van standpunt veranderen.” Maar willen ze dat wel?

Botte bijl

Voor de VVD is vuurwerk een ideologisch dilemma. Enerzijds is de liberale partij instinctief en principieel tegen verbieden en betutteling. Anderzijds is de VVD de partij van law and order, en altijd hard en fel over asociaal gedrag en maatschappelijke onrust. De VVD ziet zichzelf als trouwe bondgenoot van hulpdiensten en politie.

Die tegenstelling tussen liberalisme en veiligheidsdenken is te zien bij VVD-Kamerlid Ingrid Michon-Derkzen, die verantwoordelijk is voor het dossier in haar fractie. „Ik vind het verschrikkelijk dat politie en hulpverleners in die nacht belaagd worden, echt waar.” Maar anders dan de diensten, denkt ze niet dat een vuurwerkverbod zal helpen. „Ik vraag aan de politie: stel er is een totaalverbod, kunnen we jongens met cobra’s [zeer zwaar, illegaal vuurwerk, red.] dan wel pakken? Dat weet de politie niet. Maar dat soort vuurwerk is wel waar zij het meeste last van hebben.” Dat is al verboden, dus er mankeert iets aan de handhaving, concludeert Michon-Derkzen.

Een vuurwerkverbod is een te botte bijl, vindt ze. „Je wil de normale vuurwerkafsteker met rust laten, en de idioten aanpakken. Maar dat lukt niet.” En een oplossing heeft de VVD niet voorhanden. Dat begint te schuren binnen de partij.

Sinds vorig jaar wordt de vuurwerkdiscussie serieus gevoerd tijdens speciale bijeenkomsten, op initiatief van VVD’er Menno Loos. Hoewel hij zelf wel houdt van vuurwerk en als liberaal vindt dat de overheid zich niet te veel met mensen moet bemoeien, is Loos klaar met de chaos rond de jaarwisseling. De lokale verboden vindt hij een „tussenoplossing” die niet werkt: „Als je in een hele stad vuurwerk verbiedt maar je kan nergens handhaven, wat voor signaal geef je dan af?”

Slagroomtaart voor de politie

Dat de VVD uiteindelijk draait, denkt Kostic zeker te weten. „De VVD heeft, zeggen ze, gróót respect voor de politie, ze komen slagroomtaart brengen en zo. Die boodschap uitdragen en niet handelen, dat kan je niet volhouden.” Het is alleen de vraag, denkt Kostic, wie er het eerst over de brug komt: „De partij van law and order of de partij van ‘goed bestuur’.”

Volgens NSC-Kamerlid Faith Bruyning, die verantwoordelijk is voor het vuurwerkdossier, is over het landelijk vuurwerkverbod gesproken in de fractie en is geconcludeerd dat NSC de „vuurwerktraditie” wil behouden.

Bruyning verwijst naar de jaarwisseling 2021 naar 2022, toen door corona een totaalverbod van kracht was. „Toen werd alsnog vuurwerk afgestoken, dus dat werkte niet.” Er belandden toen 256 mensen op de spoedeisende hulp, tegenover 389 het jaar daarna. Burgemeesters, politie en hulpdiensten wijzen naar dat jaar als groot succes, Bruyning vindt van niet. Het komende jaar wil NSC „goed luisteren naar signalen uit de steden en de regio’s”, zegt Bruyning, want dat is „goed bestuur”. Maar van standpunt wisselen is er niet zomaar bij, want „bij goed bestuur hoort ook goed het proces doorlopen”.