De pro-Palestijnse activist Georges Abdallah zat ruim veertig jaar vast in Frankrijk en komt nu vrij. Wie is hij?

In de gevangenis in het Zuid-Franse Lannemezan ontving hij nog dagelijks tientallen brieven van sympathisanten. Het beantwoorden van al die brieven was voor Georges Abdallah, in zijn cel met de poster van Che Guevara aan de muur, decennialang dagelijkse routine. Veel Fransen zullen de nu 74-jarige Libanese activist wellicht vergeten zijn. Toch trokken ieder jaar pro-Palestijnse demonstranten naar het dorpje aan de voet van de Pyreneeën om te pleiten voor zijn vrijlating.

Zij krijgen na ruim veertig jaar wat ze vroegen: op 25 juli komt een van de langst zittende gevangenen van Frankrijk definitief vrij.

Zelfs voor Emmanuel Macron was Abdallah een onbekende, totdat de Franse president in 2018 op bezoek in Tunesië geconfronteerd werd met mensen die „libérez Georges Abdallah” schreeuwden. Zichtbaar verward liet Macron zich informeren over de zaak die de Franse media in zijn greep hield toen hij zelf nog op de basisschool zat.

De zaak gaat terug tot januari 1982. In de schaduw van Libanese burgeroorlog en de spanningen tussen Israël en Libanon, die later dat jaar zouden leiden tot de tweede Israëlische invasie in Libanon in vier jaar tijd, wordt de Amerikaan Charles Ray vermoord in de buurt van zijn woning in Parijs. Ray was veteraan van de Vietnamoorlog en is op dat moment op de Amerikaanse ambassade in de Franse hoofdstad gestationeerd om inlichtingen te verzamelen voor het Amerikaanse leger.

De destijds relatief onbekende Libanese marxistische gewapende groep Fractions Armées Révolutionnaires Libanaises (FARL) eist de aanslag op. Die groep is gerelateerd aan de Palestijnse bevrijdingsorganisatie PLO, destijds de belangrijkste tegenstander van Israël in het Israëlisch-Libanese conflict. The New York Times omschrijft de schutter als „kort, slecht gekleed en langharig”, maar een verdachte voor de moord op Ray is er niet. Drie maanden later, april 1982, wordt de Israëlische diplomaat Yacov Barsimantov vermoord in Parijs. Opnieuw op klaarlichte dag, opnieuw geen arrestaties. De schutter is een vrouw van ongeveer twintig jaar oud, met „een baret die haar haren verborgen hield”, ook weer volgens The New York Times.

Moordwapen in appartement

Het duurt twee jaar voordat de zaak weer opduikt, als de politie in Lyon een man aanhoudt na een tip van de Italiaanse autoriteiten in verband met wapenbezit. De man gaat schuil achter meerdere valse identiteiten, het blijkt te gaan om de Libanees Georges Abdallah. Sinds 25 oktober 1984 zit hij in Franse detentie. Het is op die datum dat demonstranten jaarlijks vragen om zijn vrijlating. In 1987 krijgt hij levenslang voor medeplichtigheid aan de moord op de Amerikaanse en Israëlische functionarissen en poging tot moord op een andere Amerikaanse diplomaat.

Toch had hij veel eerder vrij kunnen komen. Als gewapende strijders van FARL in 1985 de directeur van een Frans cultureel centrum in de Libanese havenstad Tripoli gegijzeld houden, eisen ze de vrijlating van FARL-mede-oprichter Abdallah. Ze dreigen de gijzelaar te doden. Frankrijk zegt de vrijlating toe en de gijzelaar komt vrij. Maar Abdallah blijft vastzitten. Als in een van de appartementen die Abdallah huurt in Parijs het moordwapen van de moorden op Ray en Barsimantov wordt gevonden, vervliegt elke kans op vrijlating.

Demonstratie voor de vrijlating van Georges Abdallah in Parijs (16 juli 2025).

Foto EPA/Teresa Suarez

Abdallah zelf heeft altijd ontkend. Vanaf het moment dat hij in aanmerking komt voor vervroegde vrijlating doet hij elf onsuccesvolle pogingen om zijn in vrijheidstelling te bepleiten. Hij krijgt één keer groen licht, in 2013. Maar de toenmalige Franse minister van Binnenlandse Zaken weigert te tekenen voor een uitzettingsbevel naar Libanon, een voorwaarde die de rechter gesteld had.

In 2024 vraagt Abdallah voor de twaalfde keer om zijn vrijlating, acht jaar na zijn vorige poging. Hij krijgt groen licht. Volgens de rechter staat de straf „niet in verhouding tot de gepleegde feiten en zijn huidige gevaar”.

Maar de Franse antiterrorisme-aanklager gaat in beroep, Abdallah zou zijn vroegere idealen nog altijd koesteren. Hoewel hij zijn betrokkenheid bij de moorden altijd heeft ontkend, heeft hij ze altijd omschreven als een daad van verzet tegen Israëlische en Amerikaanse onderdrukking van zijn thuisland Libanon. Het hoger beroep is nu afgewezen. Na zijn vrijlating op 25 juli zal hij worden overgebracht naar Parijs, vanwaar de Franse autoriteiten hem uitzetten naar Libanon.


De verteller in de roman ‘Verbruikt licht’ ziet een koelkastmagneet en denkt aan Gaza

De verteller van Lara Pawsons derde literaire werk Verbruikt licht heeft veel weg van de schrijver, al worden de (internationale) gangen van deze verteller nergens expliciet de wandel van een oorlogsverslaggever genoemd. Dat is Pawson (1968) wel: in die hoedanigheid schreef ze onder meer over Mali, Angola, Ivoorkust. Ze woonde over de hele wereld, van Abidjan tot „een herberg in de Zee-Alpen” en zetelt tegenwoordig in Londen, volgens haar website „zo dicht mogelijk bij het bos”. Daar zetelt de verteller ook: in het bos laat ze haar hond uit, die eekhoorns vangt, en die eekhoorns leert zij villen. Ze verwerkt ze in een stoofschotel waar haar geliefde van over z’n nek gaat.

Maar daar gaat Verbruikt licht niet over. De roman, als je het zo kunt noemen, heeft de vorm van een bericht aan haar levenspartner. Het boek lijkt ergens een Pereciaans spel te zijn; de verteller vertelt haar lief wat zij van de wereld weet, maar louter via de voorwerpen om haar heen. Een grimmig associatiespel, „omdat alles in deze verdoemde wereld verontwaardiging oproept”. Het stalen omhulsel van een broodrooster, „een dikke zwarte rok”, doet haar denken aan de rok van een „oude vrouw die in de bus naar Órgiva naast ons aan het gangpad zat” en die haar vertelde over de gedwongen abortus van dier moeder. Het gietijzeren raster van haar fornuis verwijst naar een hakenkruis, het gas naar gaskamers. De viezige druipers op een muur „die onder koningin Victoria is gebouwd en onder Thatcher is afgebroken” veranderen in „de plooien van Thatchers vlees”: „Durf ik haar abrikooskleurige tepel aan te raken? Mijn vinger naar haar pit te laten dwalen?”

Daar komen de kobaltmijnen

Waarom laat ze zich zo meevoeren door haar spullen? Er komt een krantenkop over de pandemie voorbij. Zien we een vrouw, opgesloten in haar huis, met niets anders om over na te denken dan wat zij om zich heen ziet? Veel voert ze niet uit. De vrouw wandelt met haar hond en raapt eekhoorns. Ze strooit peper over eieren en denkt via de kookwekker aan de bommen van de IRA. Ze ziet een koelkastmagneet en denkt aan Gaza. Het associatiespel is an sich verrassend, maar na een tijd lezen weet je ook: alles hangt samen met iets ellendigers. Aangekomen bij een mobieltje dacht ik: nu komen de kobaltmijnen. En ja hoor, daar waren ze: misvormde, verkrachte kinderen en „mannen die geloven dat seks met een maagd hun kansen om onder de grond kobalt te vinden vergroot”. Toch trekt Pawson het breder: „Ik probeerde het verschil te bepalen tussen mezelf met mijn mobiele telefoon en de miljoenen mannen die, in hun wanhopige behoefte aan seksuele stimulatie, geld betalen om beelden van misbruikte kinderen te downloaden.”

Dat is wat Pawson misschien met de duizelingwekkende hoeveelheid voorwerpen en associaties wil zeggen: al die spullen die we verzamelen en alle kennis die we hebben; daar komt een verantwoordelijkheid bij kijken. Als contrast stelt ze er – ze boent de vloer – een vrouw in het bouwjaar van haar huis, 1885, tegenover: „haar hoofd rustend op haar knieën, haar ogen gevestigd op het gietijzeren keukenfornuis in de open haard. Het is eind maart. Het is nog koud. Ze denkt aan kolen. Ze denkt niet aan de verdeling van Afrika. Aan de Conferentie van Berlijn. Over lijnen die getrokken worden zoals de lijnen tussen deze tegels.”

Voorwaarden van wreedheid

Naast de kwestie van kennis en verantwoordelijkheid schemert een ander onderzoek tussen de regels: wat zijn de voorwaarden van wreedheid? De verteller vraagt het zich een paar keer af: wat ze had moeten meemaken om zo wreed te worden als de man die de moeder van de oude vrouw in de bus tot abortus dwong? Zou het staren naar de druipers op het plafond haar „tot geweld aan kunnen zetten”, zoals de vrouw die jaarlijks de zwerfkatten die ze vertroetelde massaal vermoordde? Het lijkt wel of Pawson het zou willen, maar niet verder komt dan het villen van die eekhoorns. Ze drijft haar verlangen tot het uiterste, herinnert zich een bericht over opknopingen in Teheran: „Als hier openbare terechtstellingen zouden plaatsvinden, zou ik daar zeker weten bij aanwezig willen zijn […] ik zou de reactie van mijn lichaam willen ervaren.”

Verbruikt licht is het verrassende relaas van een vrouw die de hele wereld in het vuile gezicht heeft gekeken. Maar ook is het een boek over de totale onmogelijkheid je in te kunnen leven in een ander. De verteller blijft op de grenzen van haar eigen ervaringen en haar privileges stuiten. Dat geeft het boek een raar smaakje: wie bén je, te wensen een opknoping te aanschouwen?

Tegelijkertijd is dat precies wat Verbruikt licht ondanks de haast eentonige doffe ellende een klein waagstuk maakt. Het is niet louter een verbeelding van machteloosheid, het is ook het doordrijven van iets, zo dichtbij mogelijk willen komen. Geen passief martelaarschap, maar de (hopeloze) drang deel uit te maken van de hele wereld. De verrijkende muziek van Nina Simone willen ervaren, maar ook waterboarding als martelmethode.

En haar geliefde, de ontvanger van dit bericht? Die zal zo wel weer thuiskomen, naar hun veilige plek tussen de vervloekte spullen.


Kans op sabotage door andere landen in Nederland is afgelopen jaren toegenomen

De dreiging van statelijke actoren voor Nederland blijft onverminderd hoog en de kans op sabotageacties is de afgelopen jaren zelfs groter geworden. Dat schrijven de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD), de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) in een donderdag verschenen Dreigingsbeeld Statelijke Actoren (DSA).

In het vorige DSA van eind 2022 stelden de veiligheidsdiensten vast dat de Nederlandse veiligheid steeds meer bedreigd wordt door andere landen, zoals Rusland en China. „Geen enkele dreiging is afgenomen”, schrijven de diensten nu. Sterker nog: de dreiging van ontwrichtende sabotageacties door statelijke actoren is toegenomen.

De veiligheidsdiensten spreken van „een turbulente tijd waarin internationale betrekkingen onvoorspelbaarder worden”. Voorbeelden zijn de oorlogen in Oekraïne en in Gaza en de „onder druk staande” relatie tussen Europa en de Verenigde Staten. „Al deze gebeurtenissen raken ook Nederland en onze nationale veiligheidsbelangen. In sommige gevallen raken ze Nederland direct en in andere gevallen is er sprake van een indirecte of sluimerende dreiging waarvoor ons land moet waken.”

Russische dreiging

De grootste militaire dreiging komt nog steeds vanuit Rusland. „Hoewel er in Europa stevig wordt geïnvesteerd in NAVO-gevechtskracht, heeft Rusland tijdelijk een militaire voorsprong genomen.” In het voor Rusland meest gunstige scenario, schrijven de AIVD, MIVD en de NCTV, heeft Rusland na het eventueel beëindigen van de oorlog tegen Oekraïne „slechts een jaar” nodig voor een „beperkte militaire operatie” tegen NAVO-lidstaten. „Voor Rusland zijn westerse en Russische veiligheidsbelangen strijdig en onverenigbaar.”

Hoewel de veiligheidsdiensten schrijven dat in Nederland geen voorbeelden bekend zijn van fysieke sabotageacties door statelijke actoren, hebben ze wel „vanuit Rusland voorbereidende handelingen daartoe” ontdekt. Sabotage heeft in potentie de grootste impact op de Nederlandse samenleving, omdat het kan leiden tot „maatschappelijke ontwrichting, ontregeling van vitale infrastructuur, verstoringen van militaire operaties of voorbereidingen daarop en economische schade.”

Treinstoring tijdens NAVO-top

Mogelijk is de grote storing die tijdens de NAVO-top een belangrijk deel van het treinverkeer in de Randstad stillegde een eerste voorbeeld van sabotage door statelijke actoren in Nederland. Het onderzoek daarnaar is nog niet afgerond, maar demissionair minister David van Weel (VVD) van Justitie en Veiligheid sloot het niet uit. „Het zou een activistische groep kunnen zijn. Het zou een andere staat kunnen zijn. Het kan van alles zijn.”

Het in het DSA geschetste beeld is in lijn met een inventarisatie van 2024 door de Universiteit Leiden. Daaruit bleek dat er vorig jaar in Europese landen een sterke toename van Russische operaties was, en dat die bovendien agressiever van aard waren. Tegen NRC zei Bart Schuurman, hoogleraar Terrorisme en Politiek Geweld, dat Nederland rekening moet houden met sabotage van publieke voorzieningen, zoals energiecentrales of watervoorzieningen. „Dat is veel waarschijnlijker dan een conventionele aanval door Rusland.”

Lees ook

Onderzoekers: de Russische sabotage schuift op naar het Westen, ook richting Nederland

In mei ging in Warschau een groot winkelcentrum in vlammen op. Poolse autoriteiten gaan ervan uit dat Rusland achter de brand zit.


Vondst na halve eeuw van bedreigde kiwisoort is ‘een klein wonder’ voor Nieuw-Zeeland

In Nieuw-Zeeland is na meer dan vijftig jaar een kleine gevlekte kiwi (Apteryx owenii) aangetroffen op het vasteland. Natuurbeschermers zijn uitgelaten over de vondst van de loopvogel, waarvan men dacht dat die zo goed als uitgestorven was.

De kleine gevlekte kiwi, ofwel kiwi pukupuku in de Maori-taal, werd voor het laatst eind jaren zeventig gezien op het vasteland. Volgens Emily King, directeur van de Kiwi Recovery Group, is de vondst een „klein wonder”. De laatste waarneming van een kiwi pukupuku op het vasteland was in 1978. „Ondanks jarenlang gericht zoeken hebben we deze vogel sindsdien niet meer gevonden. Ik heb haast geen woorden om uit te leggen hoe bijzonder deze herontdekking is voor de hele natuurbeschermingswereld.”

Er zijn vijf bekende soorten kiwi’s in Nieuw-Zeeland. De kleine gevlekte kiwi is een van de zeldzaamste soorten. Een jager die door het ministerie was ingehuurd om op invasieve thargeiten te jagen, ontdekte de kleine loopvogel. De thargeit is ooit geïntroduceerd en richt nu veel schade aan in de Nieuw-Zeelandse natuur. De jager was diep in de wildernis aan de westkust van het Zuidereiland, toen hij de zeldzame kiwi pukupuku zag. „Ik wist meteen dat het niet om de alledaagse, bruine kiwi ging”, zei de jager, Luke Hill, tegen de Nieuw-Zeelandse nieuwszender 1News.

Witte vlekken op de veren

Niet alleen vanwege zijn roep onderscheidt de kiwi pukupuku zich van andere kiwi’s. Het dier is kleiner dan andere kiwisoorten en heeft witte vlekken op zijn veren. Hij is de kleinste van de verschillende soorten kiwi’s en weegt tussen de 900 gram en 1,9 kilo.

Boswachter Ian Graham en zijn speurhond Brew, gespecialiseerd in het opsporen van bedreigde diersoorten in Nieuw-Zeeland, werden ingevlogen om de vogel te identificeren. Na vier dagen zoeken vonden ze een vrouwelijk exemplaar. In een video van het Department of Conservation (DOC) is te zien hoe Graham liefdevol het oudere kiwi pukupuku-vrouwtje laat zien. Later is ook een mannetje gevonden, dat waarschijnlijk ook bij de zeldzame soort hoort. Dat wordt nog onderzocht.

De kiwi is een nationaal symbool van Nieuw-Zeeland. Al lang voor de komst van Europeanen was de vogel zeer geliefd bij de inheemse Maori-bevolking. De Maori kwamen als eerste mensen naar de eilanden vanuit andere Polynesische eilanden, zo’n zevenhonderd jaar geleden. Ze hebben een sterke culturele, spirituele en historische band met de kiwi. De veren worden onder meer gebruikt voor het weven van een kahukiwi, een mantel die wordt gedragen tijdens speciale ceremonies door belangrijke leden van een Maori-stam. De Maori gaven de kiwi tevens zijn naam vanwege zijn karakteristieke schelle roep.

Bijna uitgestorven

Voor de komst van Europeanen kwam de kleine gevlekte kiwi overal in Nieuw-Zeeland voor. Maar met de komst van Europese kolonisten en invasieve diersoorten, duurde het niet lang voor de kiwi bijna was uitgestorven. Begin twintigste eeuw werden er een aantal kiwi pukupuku’s naar een kleinere eilanden voor de kust van het Zuidereiland gebracht. Tot nu toe dacht men dat er slechts zo’n tweeduizend in het wild op deze eilanden voorkwamen.

Het nieuws wordt in heel Nieuw-Zeeland groots gevierd. In zijn boek Kiwi: A Curious Case of National Identity beschrijft de Nieuw-Zeelandse historicus Richard Wolfe hoe de kiwi een nationaal symbool werd en onderdeel van de identiteit van het land. De grote doorbraak voor de kiwi kwam toen begin twintigste eeuw een producent van schoenpoets besloot zijn product ‘kiwi’ te noemen. De schoenpoets werd door de Britse overheid ingekocht voor het leger tijdens de Eerste Wereldoorlog. „De blikken kiwi-schoenpoets raakten verspreid over de slagvelden van Europa en al gauw werd de link gelegd met de Nieuw-Zeelandse soldaten die meevochten. Zij werden al gauw ‘kiwi’s’ genoemd”, vertelt Wolfe aan de Nieuw-Zeelandse radiozender RNZ. Sindsdien is de kiwi synoniem met Nieuw-Zeeland.

Volgens King van de Kiwi Recovery Group is de ontdekking een game changer voor de natuurbescherming. De twee kiwi pukupuku’s hebben zenders gekregen en zijn weer vrijgelaten. Ook zijn er microfoons in het natuurgebied geplaatst. Op die manier willen experts erachter komen of er nog meer kiwi’s in het gebied aanwezig zijn. „Ik hoop en duim dat ze er zijn”, zegt King. De verzamelde informatie moet bijdragen aan een betere bescherming van de vogels.


Eindelijk is het onderzocht: filosofen kunnen écht beter denken

Denken filosofen dat ze beter kunnen denken dan andere mensen? Plato en Aristoteles dachten van wel. Althans, zij vonden een filosofische training onontbeerlijk voor het cultiveren van de menselijke ratio. Sindsdien is het iets van een cliché, soms bewonderend, soms smalend: filosofen, die kunnen pas denken.

Maar is het waar? Amerikaanse onderzoekers denken nu empirisch bewijs te hebben gevonden voor de bewering. Analyse van een massa data van universiteiten wijst uit dat studenten filosofie op rationele vaardigheden significant hoger scoren dan andere studenten.

Bij die vaardigheden gaat het onder meer om logisch redeneren, het kunnen ontrafelen van beweringen en het maken van subtiele onderscheidingen in begrippen.

De onderzoekers doen verslag van hun bevindingen in The Journal of the American Philosophical Association. Een vakblad is een belanghebbende bron, zou je denken. Maar hun methode levert, schrijven ze, het eerste serieuze empirische bewijs op dat studenten filosofie inderdaad beter in staat zijn rationeel te redeneren en bovendien vaker beschikken over eigenschappen als „intellectuele nieuwsgierigheid, bescheidenheid en een open geesteshouding.”

Rationele vaardigheden

Dat laatste is volgens de auteurs relevant omdat het beschikken over rationele vaardigheden op zichzelf nog niet betekent dat je ze ook op een ‘filosofische’ manier gebruikt.

De onderzoekers, verbonden aan de universiteiten van Chapel Hill en Wake Forest, analyseerden verbale en rationele testscores van bijna een half miljoen Amerikaanse studenten aan 800 universiteiten en colleges tussen 1990 en 2019. Ze hielden er rekening mee dat scholieren die al beschikken over goede rationele vaardigheden en intellectueel nieuwsgierig zijn eerder filosofie zullen gaan studeren, wat conclusies over het effect van de studie op zichzelf moeilijk maakte.

De onderzoekers troffen die zelfselectie bij eerstejaars studenten aan, schrijven ze. Maar ook gecompenseerd voor die vertekening en verschillen in vooropleiding en sociale achtergrond, blijken filosofiestudenten het in de loop van hun studie beter te doen dan andere.

Haken en ogen

Hun analyse levert volgens de onderzoekers steun op „voor de populaire en eerbiedwaardige overtuiging dat filosofie een waardevol vak is”. Wel zien ze nog haken en ogen aan de interpretatie van hun resultaten. Zo hebben ze niet onderzocht of er een verschil in effect bestaat tussen soorten filosofieopleidingen.

Aan Amerikaanse universiteiten staan die veelal in de analytische traditie, met een sterk accent op logica, taalfilosofie en rationele argumentatie. Vervolgonderzoek zou kunnen uitwijzen of er verschil bestaat met opleidingen met meer ‘continentale’, Europese filosofie.

Ook leveren de data geen compleet beeld op van alle persoonlijke deugden die van oudsher aan filosofie worden toegeschreven, zoals intellectuele autonomie of moed. Uit de data kan evenmin worden opgemaakt of studenten hun filosofische vaardigheden daadwerkelijk voor de juiste doelen of op de juiste momenten gebruiken. Dat zou heel ander onderzoek vergen, dat buiten de parameters valt van Amerikaanse SAT, LSAT of GRE-scores.


Britse regering verlaagt stemgerechtigde leeftijd van 18 naar 16 jaar

De minimale leeftijd om te stemmen in het Verenigd Koninkrijk wordt verlaagd van 18 naar 16 jaar. Dat heeft de Britse regering donderdag besloten, schrijven Britse media. Het is de bedoeling dat vanaf de aankomende landelijke verkiezingen ook iedereen die 16 of 17 jaar oud is, kan stemmen. Dat zal uiterlijk in 2029 zijn. De regering spreekt van „de grootste verandering van de Britse democratie in een generatie”.

Labour beloofde tijdens de verkiezingscampagne in 2024 al om de stemgerechtigde leeftijd te verlagen. Volgens de partij van premier Keir Starmer is het eerlijk dat ook 16- en 17-jarigen voortaan mogen stemmen, omdat een flink aantal van hen al werkt of in het leger dient.

In Wales en Schotland kunnen 16- en 17-jarigen al stemmen voor de de parlementsverkiezingen voor die delen van het Verenigd Koninkrijk. Ook kunnen zij stemmen voor de gemeenteraadsverkiezingen. Dat geldt nog niet voor 16- en 17-jarigen in Engeland en Noord-Ierland.

De Conservatieven hebben zich meermaals kritisch uitgelaten over de nieuwe wet. Parlementslid Paul Holmes vroeg zich donderdag in het Lagerhuis nog hardop af waarom de regering vindt dat een 16-jarige „wel kan stemmen, maar geen loterijticket mag kopen, alcohol mag drinken of mag trouwen”.


Dirigent Jaap van Zweden weer in opspraak na opduiken geluidsopnames

Nog geen twee maanden nadat dirigent Jaap van Zweden in televisieprogramma Pointer door meer dan vijftig musici werd beschuldigd van grensoverschrijdend gedrag, is hij opnieuw in het nieuws wegens aantijgingen van wangedrag.

Dit bericht het Hongkongse tijdschrift Yazhou Zhoukan. Het weekblad claimt in het bezit te zijn van geluidsopnames waarin Van Zweden de confrontatie aangaat met Lorenzo Iosco, klarinettist bij het Hong Kong Philharmonic Orchestra. Van Zweden was twaalf jaar chef-dirigent bij dit orkest en dirigeerde afgelopen weekend zijn afscheidsconcert in Hongkong, het eerste in deze stad sinds de beschuldigingen in Pointer werden geuit.

In deze aflevering, die eind mei werd uitgezonden, sprak men van „een patroon van angst” rondom Van Zweden. Een anonieme musicus die van 2012 tot 2022 onder Van Zweden in Hongkong werkte, omschreef de dirigent als een „maffioso” die een „omgeving probeert te creëren waarin hij de baas is van de familie”.

Tijdens de repetities voor dit afscheidsconcert werden opnames gemaakt waarop te horen is hoe Van Zweden tegen Iosco schreeuwt, hem uitscheldt voor „fucking asshole” en „I can destroy you” roept.

Eelco Parie, woordvoerder van Jaap van Zweden, bevestigt telefonisch dat er een confrontatie is geweest tussen de dirigent en klarinettist. „Het was een werkgerelateerde woordenwisseling tussen twee mannen die vrijwel direct is uitgesproken en bijgelegd. Het is een aanvaring zoals mannen die kunnen hebben, soms gaat dat vrij stevig en dat is wat het is.”

A little fight is fun

Over het feit dat er opnames zijn gemaakt, heeft Van Zweden niet zo veel te zeggen, maar wel dat Lorenzo Iosco na afloop van het concert een WhatsApp-bericht zou hebben gestuurd naar Van Zweden waaruit blijkt dat de mannen hun ruzie weer hebben bijgelegd en Iosco de dirigent zelfs prijst. „As Europeans we have fire inside and a little fight is fun”, zou Iosco onder meer hebben gestuurd aan Van Zweden. NRC heeft het bericht zelf niet gelezen of kunnen verifiëren, Parie geeft aan deze zonder toestemming van Iosco niet te willen doorsturen. Iosco zelf was niet bereikbaar voor commentaar.

Weekblad Yazhou Zhoukan schrijft verder dat, hoewel het Hong Kong Philharmonic Orchestra publiekelijk altijd terughoudend is geweest in zijn reactie op de aantijgingen tegenover Van Zweden, er een interne enquête onder de musici is afgenomen waarin meer dan de helft van de respondenten aangaf Van Zweden niet meer als dirigent te willen.

Vooralsnog gaat de Europese afscheidstournee van de dirigent gewoon door. Eind augustus staan er twee concerten gepland in het Concertgebouw in Amsterdam, in januari dirigeert hij gewoon het Concertgebouworkest.

Lees ook

Reacties uit de orkestwereld op beschuldigingen Jaap van Zweden: ‘Dat er iets moet gebeuren is duidelijk’

Jaap van Zweden met het New York Philharmonic in 2019. Foto Karsten Moran


De doodnormale nazi rukt op in de literatuur

Mascara, moet ze dat nou wel doen? Lore zucht: „Ik bedoel, hij is bij de SS, denk je niet dat hij dat te wuft vindt? Is het niet beter om, zeg maar, helemaal Duits en natuurlijk te zijn, voor hem?” En niet alleen voor hem, ook voor zichzelf. Ze voelde zich immers het beste toen ze, kort daarvoor, met nog eens honderden meisjes door een stadion paradeerde, allemaal met „mooie benen”, „slank en rank”, want (of dus) behorend „tot de bloem van de Duitse jeugd”. Mooi is Duits, Duits is mooi. „Bij het simultane draaien en zwenken en dansen voelde ze zich één met al haar vriendinnen en de honderden meisjes die ze niet kende: ze waren één groot veld van fiere en verlokkende witte bloemen, en het kon niet anders of ze werden allemaal gezien.”

Gezien worden, erbij horen: onder het banaal-gezellig samen zwieren gaat in feite een diepmenselijke behoefte schuil. En dat ogenschijnlijk oppervlakkige er-allemaal-hetzelfde-uitzien, naar strikt „Duits” ideaalbeeld, is een kwestie van identiteit, een teken van nationale saamhorigheid. Daarvandaan is het geen grote stap naar het buitensluiten van wie er niet bij hoort. Wie niet aan het schoonheidsideaal voldoet, is die dan wel Duits genoeg? Wie niet rank, slank en mooi is, hoort die er wel bij? De volgende stappen in die redenering zijn geschiedenis.

Lore, uit de roman Liefde in het Derde Rijk, is vooral een naïef meisje, niet direct iemand die je de Holocaust kunt verwijten. Ze is niet de kern van het nazistische kwaad, evenmin als de andere twee hoofdpersonen van de roman dat zijn: Georg, de jonge militair die bedacht heeft dat hij maar het beste tot de middelmaat kan behoren, dan is de kans op gevaarlijke gevechtsopdrachten zo klein mogelijk; en Klara, een vrouw met dwerggroei die als kinderleidster de taak heeft om gezonde Germaansekinderen op te voeden. En toch: onschuldig zijn ze niet, want radertjes in de grote nazistische machine. Maar vooral: in gedachten zijn ze allemaal overtuigd van de Duitse superioriteit en de grootsheid van de Führer.

Kinderen schenken

Heel normale nazi’s portretteert Martin Michael Driessen (1954), en hij is niet de enige. Eerder dit jaar gooide Bert Natters roman Aan het einde van de oorlog hoge ogen, waarin een dag in het leven op een concentratiekamp minutieus beschreven werd – en die bestond echt niet alleen maar uit Jodenhaat en gaskamers. Je leerde ze ook kennen als doodgewone mensen, bij wie de maskers in de loop van de dag (en de roman) afvielen. Dat is misschien waar we in de herinneringscultuur nu zijn aanbeland, of toch minstens waar de huidige (Nederlandse) Tweede Wereldoorlog-verhalen over gaan: de nazi’s zijn onder ons. Zie de boeken over foute voorouders van Sheila Sitalsing, Bas von Benda-Beckmann en Chris van der Heijden, zie de wegkijkende profiteurs in De bewaring van Yael van der Wouden.

Lees ook

Lees ook: Bert Natters concentratiekamproman over de nadagen van de nazi’s is groots, dodelijk vermoeiend én indrukwekkend

Natter voert je een etmaal lang mee naar een concentratiekamp.

Driessens roman lees je, mede dankzij het spoor waarop de non-fictie-achtig aandoende titel Liefde in het Derde Rijk je zet, ook met die blik: een verhaal over hoe de nazi-ideologie zich verhoudt tot het dagelijks leven. Liefde op z’n nazistisch: zelfs bij Lore en Henning tussen de lakens wordt de „mate van opwinding bepaald door de intensiteit van hun gemeenschappelijke wens kinderen te schenken aan het Rijk”. Het nadeel van dat uitgangspunt is wel dat het verhaal er wat deterministisch van wordt: eenmaal geïndoctrineerd, kom je niet meer van de nazi-ideologie af, en wordt de mens een willoze marionet. Zo ook deze personages, die hardnekkig onveranderlijk zijn. Dat wordt nog eens versterkt door een magisch element in de verhaalconstructie van Liefde in het Derde Rijk: boven de verhalen van Lore, Klara en Georg zweven de Nornen, Noordse schikgodinnen, die als poppenspelers het lot van de drie nazi’s in handen hebben en het verhaal een stuk minder aards maken. Driessen schrijft weliswaar goed – in een klassiek aandoende stijl waarmee hij veel sfeer oproept en zijn elegante gevoel voor ironie en tragiek toont – maar je mist de manier waarop hij de lotgevallen van de personages in Rivieren (2016) of De pelikaan (2017) wél aangrijpend en onvermijdelijk wist te maken. Het verhaal zwabbert, terwijl de personages schijnbaar onbewogen door hun levens drentelen. Zijn dit mensen, of zijn het vooral nazi’s?

Anticommunist

Wat dreef iemand die met de Duitsers naar het front trok? Dat is de vraag die onder De zomer van ’47 ligt, de sterke zesde roman van Barry Smit (1974), en die veelzijdig en overtuigend wordt beantwoord. Het personage waar zijn roman om draait, de Amsterdammer Ben Meyer, wás helemaal geen nazi, maar toch verhuisde hij in 1939 naar Duitsland. Om in de filmindustrie te werken en vervolgens onder de wapenen te gaan, omdat „we ervan overtuigd waren dat wij Europa zouden behoeden voor het communisme”. Wij – tot het Nederlandse ‘wij’ wilde hij niet meer horen, want Nederland was „heel naïef over de Russen”, terwijl: „in Duitsland ademde alles vooruitgang en kracht”, „de wil tot grootsheid” zelfs.

Hij vertelt dat achteraf aan zijn broer Leo, die hem in de zomer van 1947 komt opzoeken, bij hem thuis in de Duitse grensstreek. Dat familiebezoek – Leo met vrouw en kinderen bij Ben en diens Inge – is beladen en dubbelzinnig: terwijl de kinderen ronddartelen op de idyllische boerderij, hengelt Leo naar een geste van zijn broer, een schuldbekentenis. Iedereen is van goede wil, maar ook een tikje argwanend, wat de roman mooie spanning geeft.

Lees ook

Lees ook: Sheila Sitalsing kwam er pas recent achter dat haar grootouders NSB’ers waren. ‘Ik dacht: kennelijk is dit een groot geheim’

Sheila Sitalsing: „Mijn oma heeft niet eigenhandig mensen uit huizen gezet. Maar je maakt mij niet wijs dat je, als je bedragen administreert, niet doorhebt: dit is afgepakt van mensen.”

Ook omdat Ben eigenlijk helemaal geen schuld wil bekennen: hij staat nog achter zijn anti-communistische motieven („We waren bezig om het Avondland te hoeden voor de ondergang. Een mythische opdracht, zo voelde dat”). Maar de Joden dan? De concentratiekampen? Tja, „wij”, zegt Ben, „hadden onze handen vol aan het terugdrijven van de Russen”. Zo praat hij het goed, ook voor zichzelf, want het gruwelijke geweld waarvan hij getuige was, laat hij onbenoemd. Smit laat zijn personages praten, maar vertelt ons, lezers, ook wat ze verzwijgen. Dat laat misschien weinig aan de verbeelding over, Smit toont én vertelt, maar het geeft wel een knap gelaagd inzicht in Bens redenering, en daarmee in feite: in het kwaad.

Afwachten

Ook psychologisch toont zich de aantrekkingskracht van de nazi’s: Ben wilde geen „kat-uit-de-boomkijker” zijn, hij was een „doener”. Wat heb jij eigenlijk gedaan, kaatst hij terug naar zijn broer, in Nederland? Afwachten tot het voorbij was? „Beter een verkeerde keuze dan geen keuze, Leo”, vindt Ben. „Beter oprecht een fout begaan dan besluiteloos op je handen blijven zitten.” En was de superioriteit van de nazi’s nu echt het probleem – wat te denken van de superioriteitsgedachte van álle koloniale naties en hun gewelddadige ‘ordehandhaving’ in die koloniën? What about de indianen? „Is vergassen wreder dan de kogel?”

Drogredenering of relevante vergelijking? Hoe dan ook is het een prikkelende manier om de argumentatie van de ‘foute’ kant ruimte te geven. Smit zet de morele discussie op scherp en toont met zijn roman (meer dan Driessen): een ideologie draait behalve om overtuigingen ook om overwegingen. Het kwaad is een keuze.


Water. Zonnebril. Hoed. ‘Bingo!’ Het Rode Kruis speelt hittebingo met ouderen en wapent ze zo tegen levensbedreigende hitte

In elke hoek van De Oude Bieb staat een ventilator. Op tafel dobberen roze badeendjes in een emmer. Twee vrouwen, die met een rollator de sociale huiskamer in de wijk Lewenborg binnenschuifelen, krijgen een glaasje ranja met een kleurrijk feestrietje. De aankleding is vrolijk, maar de bijeenkomst is serieus. Het Rode Kruis organiseert hier een ‘hittebingo’ voor ouderen, onder meer over hoe ze oververhitting kunnen herkennen. De vrijwilligers van De Oude Bieb hebben de huiskamer voor de gelegenheid versierd.

„Wat merk je als je het te warm hebt?”, vraagt Lin Vorstman van het Rode Kruis aan de elf deelnemers. Henk Brinkema (70) wijst naar z’n borstkas. „Dan gaat mijn harstslag omhoog en ga ik zweten.” Een andere deelnemer krijgt hoofdpijn.

Hitte is gevaarlijk voor ouderen. Ze zijn het kwetsbaarst voor hittegolven. Mensen ouder dan 65 jaar hebben vaak moeite om hun lichaam af te koelen, omdat ze minder zweten. Ook kunnen gezondheidsproblemen, zoals hartziekten, ervoor zorgen dat ze het nog warmer hebben. Tijdens de Europese hittegolf eind juni overleden in twaalf steden 3.2000 mensen aan de hitte. 88 procent was 65 jaar of ouder, blijkt uit onderzoek van het Britse Imperial College London.

Een bingokaart met plaatjes van de hittemaatregelen. Foto Sake Elzinga

Voetenbadje

Vrijwilligers van het Rode Kruis doen meerdere vergelijkbare zaaltjes aan met de hittebingo. „Voor een beetje bewustwording en zelfredzaamheid”, zegt Richard Dibbets, die met Vorstman de bijeenkomsten verzorgt.

Voordat de bingo begint, legt Vorstman onder andere uit hoe de ouderen zich kunnen wapenen tegen hittegolven. Hij wijst de deelnemers met behulp van afbeeldingen op signalen van oververhitting, zoals huiduitslag. Ook hoofdpijn, spierpijn en duizeligheid gelden als symptomen. Voor vrijwel alle problemen luidt het devies: koelen. Met een natte doek, voetenbadje of een lauwe douche. En wanneer het echt gevaarlijk wordt en ouderen vermoeden dat zijzelf of iemand anders een hitteberoerte heeft – waarbij de warmteregulatie in de hersenen verstoord raakt – dan moeten ze 112 bellen.

Dan is het tijd voor de hittebingo. Op een scherm verschijnen plaatjes met hittemaatregelen. De deelnemers krijgen in groepjes een kaart met plaatjes met de maatregelen en kunnen die afvinken. Elke maatregel wordt besproken. Voldoende water drinken is bijvoorbeeld belangrijk, vertelt Vorstman. Veel ouderen hebben echter een ‘verminderd dorstgevoel’. Om bij te houden hoeveel ze moeten drinken, deelt Vorstman een schijf uit. Na ieder glas water kunnen ze daaraan draaien en dan vaststellen hoeveel ze per dag drinken. Telt koffie ook, wil een deelnemer weten. Zelf drinkt ze twintig koppen per dag. Geen verstandig idee, zegt Vorstman: cafeïne kan onder meer de hartslag verhogen, terwijl water hydrateert zonder bijwerkingen.

Hitte-uitslag, dat kende ik niet. Je bent nooit te oud om te leren, hè

Henk Brinkema (70)
bingodeelnemer

Een zonnebril dragen, de schaduw opzoeken, zonwering gebruiken of de gordijnen dichtdoen, een pet of een hoed dragen: dat weten de deelnemers allemaal wel. Maar dan verschijnt de maatregel ‘om hulp vragen’ op het scherm. „Wie vindt dat lastig?”, vraagt Vorstman. Drie handen schieten meteen de lucht in. „Ik ken dat gevoel. Vroeger deed je het altijd zelf”, zegt Brinkema. Een vrouw weet niet wie ze om hulp zou moeten vragen. „We wonen met allemaal oude knarren in een flat.”

Veel mensen willen wel helpen, verzekeren Dibbets en Vorstman de groep. „Dat is makkelijker dan zelf om hulp vragen. Veel mensen vinden het ook fijn om een ander te helpen”, zegt Vorstman. Hij deelt kaartjes uit waarop de deelnemers een naam en telefoonnummer van een noodcontact kunnen noteren.

Tijdens de bingo wordt besproken hoe ouderen zich kunnen wapenen tegen de hoge temperaturen. Foto Sake Elzinga

Schaatsen

Na afloop van de hittebingo is het tijd voor échte bingo, georganiseerd door De Oude Bieb. Met ouderwetse bingokaartjes en prijzen die passen bij het thema: een waterpistool, herbruikbare ijsblokjes, rietjes.

De eerste drie rondes wint Harry van Iddekinge (87). Tot z’n eigen grote tevredenheid, want hij kwam voor de bingo en de gezelligheid. Over hitte maakt hij zich niet druk. „Ik heb op de zeevaart gezeten, ik ben in veel warme landen geweest.”

Ik heb op de zeevaart gezeten, ik ben in veel warme landen geweest

Harry van Iddekinge (87)
maakt zich niet druk over de hitte

Toch treft ook Harry maatregelen. „Thuis hebben we een ventilator. En als de zon schijnt, doe ik een pet op wanneer ik naar buiten ga.”

Dat het tegenwoordig warmer is dan vroeger, daarover maakt hij zich wel zorgen. „Toen ik opgroeide, woonde ik aan het diep en kon ik in de winter naar het meer schaatsen. Dat kan al jaren niet meer. Er valt nauwelijks meer sneeuw en de zomers worden steeds warmer. Hoe het afloopt met de wereld weet ik niet, maar het gaat niet goed.”

Met deze draaischijf is bij te houden hoeveel water iemand heeft gedronken. Foto Sake Elzinga

Dakdekker

Henk Brinkema kwam wél voor de informatie over wat te doen tegen de hitte. De meeste maatregelen kende hij wel, toch heeft hij nog iets opgestoken. „Hitte-uitslag, dat kende ik niet. Je bent nooit te oud om te leren, hè.”

Brinkema is waakzaam voor warmte. „Vroeger was ik dakdekker. Ik droeg lange mouwen en nam een natte doek mee in een koelbox om mezelf mee af te koelen.” Nu mijdt hij de zon. „Als het warm is, blijf ik zoveel mogelijk binnen. En ik heb een bloeddrukmeter gekocht. Ik heb het weleens veel te warm gehad. Dan begint mijn hart te kloppen in mijn keel. Je moet wel op jezelf letten. Vroeger zorgden mijn vrouw en ik voor elkaar. Nu ben ik alleen en moet ik het zelf doen.”

Hydrateren tijdens de bingo met glaasjes ranja – met rietjes met honingraatballetjes. Foto Sake Elzinga

Lees ook

Klimaatverandering maakte Europese hittegolf eind juni heter en drie keer zo dodelijk

Zonsopkomst bij de Eiffeltoren in Parijs, terwijl in de Franse hoofdstad code rood geldt vanwege de hoge temperaturen afgelopen juni.


Sekstrends op TikTok, zoals White Shampoo (codewoord voor sperma), foppen algoritmes

Filters, hashtags of codewoorden. Verspreiders van seksuele content vinden steeds nieuwe manieren om hun content toch op het videoplatform TikTok te delen. Begin dit jaar leidde de hashtag #777 naar video’s met seksueel suggestieve inhoud. Er verschenen daarnaast steeds meer filters die, wanneer ze in een video werden gebruikt, pornoplaatjes lieten zien. Maar ook het fenomeen ‘flashtok’, waarbij gebruikers voor minder dan een seconde hun geslachtsdelen in beeld brengen, is een terugkerend fenomeen.

Deze maand is er op TikTok weer een nieuwe trend. De zogeheten White Shampoo-trend, waarbij White Shampoo een codewoord is voor sperma, zorgde voor een hele waslijst aan video’s waarin masturberende mannen waren te zien. De video’s zijn net boven de geslachtsdelen afgeknipt, waardoor slechts de bewegingen en het gezicht van de mannen in beeld zijn. De meeste White Shampoo-video’s worden nu verwijderd, maar er worden ook nog steeds nieuwe video’s geüpload. En onder die zoekterm is ook andere seksuele content te vinden.

Regelmatig zorgen dit soort sekstrends voor een stroom van meer seksuele content. Zo doken vorige week ook video’s op waarbij mannen hun penis filmden, terwijl ze een deel bedekten met een shampoo fles. Deze trend, die te herkennen werd door het gebruik van een kleurinversie-filter [die de kleuren in een afbeelding omkeert], laat zien dat de makers hun content makkelijk vindbaar willen maken. Door het gebruik van zo’n specifieke hashtag, codewoord of filter zijn de video’s snel te vinden en komt het in een tijdlijn van soortgelijke video’s.

Wat het doel van de makers is en wie zij willen bereiken, is moeilijk te achterhalen. De meeste accounts zijn anoniem of bevatten niet veel video’s. Sommige seksuele trends lijken een jongere doelgroep te kunnen misleiden. In de filters met pornoafbeeldingen verhullen kinderlijke plaatjes de daadwerkelijke inhoud. De filters hebben namen als ‘strawberry filter’ of ‘orange cat’ en laten schattige plaatjes van fruit met gezichtjes, katten of bekende cartoonfiguren zien. Hiermee wordt de seksuele content niet alleen verborgen voor het TikTok-algoritme, maar kunnen jongeren ook onbewust de filters gebruiken omdat ze denken dat deze onschuldig zijn.

Steeds suggestiever

Esther Rozendaal is hoogleraar op het gebied van digitale weerbaarheid. Zij ziet dat de content regelmatig ongewild bij jongeren terechtkomt. „Ik hoor telkens weer dat kinderen, die soms nog op de basisschool zitten, worden blootgesteld aan dit soort video’s.” En dat kan negatieve gevolgen hebben. „De meeste kinderen zitten daar helemaal niet op te wachten”, zegt Rozendaal. „Een deel heeft er best last van. Ze snappen niet waarom ze dit soort content te zien krijgen. Ze voelen zich schuldig en durven het niet tegen hun ouders te vertellen, omdat ze bang zijn hoe zij gaan reageren.”

NRC maakte zelf een account aan, en zette de leeftijd op 14 jaar. Binnen een uur scrollen op de For You Page waren al verwijzingen naar seksuele content te zien. De tijdlijn veranderde langzaam van viral video’s naar content over relaties. Waar de relatievideo’s eerst gingen over het missen van je partner, werd de inhoud steeds suggestiever en verschenen teksten die gingen over het ‘breken van het bed’ [zulke wilde seks hebben dat het bed het begeeft]. Interactie met deze video’s zorgde uiteindelijk voor een doorlink naar ‘Pay Gorn’, een term die verwijst naar gay porn. Deze wisseling van letters is een andere manier om seksuele content voor de algoritmes te verbergen, omdat de algoritmes de schadelijke woorden dan niet meer kunnen herkennen.

Ondanks dat NRC bij het aanmaken van het account een speciaal jongerenbeleid moest accepteren, waren ook de sekstrends makkelijk te vinden en werd die content niet afgeschermd. Een zoekopdracht naar White Shampoo leidde naar zeer expliciete video’s. Binnen korte tijd voegde het algoritme zich ook naar deze zoekterm. De For You Page van het 14-jarige account staat momenteel vol met sekstrends, en seksuele termen en video’s.

„Jongeren zien helaas ook dat het zien van aanstootgevende content nou eenmaal bij sociale media hoort”, zegt Rozendaal. „Veel kinderen vinden het daardoor zelfs normaal. Als het voorbij komt, klikken ze het snel weg.” En dit zal niet zomaar veranderen, denkt Rozendaal. „Met de manier waarop de platformen nu ontworpen zijn, zijn sociale media zonder aanstootgevende content gewoon niet mogelijk. Keer op keer blijkt dat de algoritmen niet waterdicht zijn. Verspreiders van seksuele content wringen zich in allerlei bochten om de inhoud te verhullen en de TikTok-algoritmen weten dat er nog niet op tijd uit te filteren.”

Illustratie Pam Werlotte

Supermisleidend

Het verhullen van expliciete content maakt de verspreiding van de video’s voor niets-wetende gebruikers alleen maar vervelender. „Gebruikers hebben daardoor totaal geen controle over wat ze te zien krijgen”, zegt Rozendaal. „Ze denken dat ze naar een onschuldig filmpje kijken en ineens komt er iets anders voorbij. Dat is supermisleidend en totaal onverwacht. Zeker jonge kijkers kunnen daar enorm van schrikken.”

TikTok laat NRC weten een duidelijk communitybeleid te hebben: naakt, pornografie of seksueel expliciete content worden niet toegestaan en verwijderd. TikTok zegt dat ruim 94 procent van de video’s die het communitybeleid schendt, wordt verwijderd voordat ze worden bekeken door gebruikers. Ook wordt een groot deel binnen 24 uur verwijderd nadat er een melding is gedaan over mogelijk gevoelige inhoud. Daarnaast zegt TikTok een restrictievere ervaring voor tieners aan te bieden. Al hebben deze restricties vooral invloed op de toegankelijkheid van bepaalde functies binnen TikTok. Er wordt tieners geen restricties opgelegd voor de inhoud van video’s.

Dat binnen een uur de seksuele content al de tijdlijn van een 14-jarige binnen stroomt, vindt Rozendaal ernstig, maar wel veelzeggend. „Het is gewoon heel makkelijk om in die bubbel terecht te komen, en TikTok zal je er dan alleen maar meer van geven. De uitdaging is dus echt: hoe houdt de gebruiker controle over zijn eigen algoritme? En ondanks dat de gebruiker daar een enorme behoefte aan heeft, is dat nu nog niet voldoende mogelijk. Er is nooit een garantie dat je helemaal geen seksuele content meer te zien krijgt.”