Het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de Chinese ambassadeur dinsdag ontboden, nadat een Chinees marineschip een krachtige laser had gericht op een Duits maritiem patrouillevliegtuig. Het vliegtuig was betrokken bij een EU-missie in de Rode Zee. Het Duitse buitenlandministerie schreef dinsdag op X dat de agressieve daad van China „volstrekt onaanvaardbaar” is, dat „mensen en apparatuur” erdoor in gevaar zijn gebracht, en dat „de operatie verstoord” werd.
Door de Chinese ambassadeur formeel te ontbieden, maakt Duitsland gebruik van een diplomatiek instrument om zijn onvrede kenbaar te maken.
Duitse media, waaronder Taggeschau, schrijven dat het incident begin juli plaats vond. Aangestraald worden met een krachtige laser geldt als een agressieve daad. Sinds vorige jaar is China bezig zijn oorlogsschepen uit te rusten met wapens voor zogeheten gerichte energie, waaronder lasers.
Filipijnen
Begin 2023 werd China al eens beschuldigd laserlicht te gebruiken door de Filipijnen. Toen werd de bemanning van een Filipijns kustwachtschip in de Zuid-Chinese Zee tijdelijk verblind door laserlicht, waardoor het zich terug moest trekken. De Filipijnse kustwacht noemde het incident destijds een „duidelijke schending van de Filipijnse soevereine rechten” in de wateren die zij zelf de West-Filipijnse Zee noemen.
Zes maanden eerder zei het Australische ministerie van Defensie dat hun schip in de Arafurazee bij Noord-Australië ook doelwit was geworden van Chinese lasers van „militaire kwaliteit”.
Welk type verkenningsvliegtuig Duitsland voor de missie gebruikt, is niet bekendgemaakt. Wel is duidelijk dat het vliegtuig is voorzien van verschillende sensoren, van radar tot infrarood, waarmee het objecten en bewegingen op zee kan waarnemen en volgen. Het vliegtuig is „ons oog in de lucht”, aldus het Duitse ministerie van Defensie. Laserlicht kan optische sensoren verstoren, verblinden en, afhankelijk van de sterkte, ook beschadigen.
Operatie Aspides
Sinds februari 2024 neemt Duitsland deel aan operatie Aspides op de Rode Zee, de EU-missie die als doel heeft om de handelsroute op de Rode Zee te beschermen tegen aanvallen de Jemenitische Houthi-rebellen. Sinds het begin van de oorlog in Gaza valt die groep regelmatig handelsschepen aan om een vermeende band met Israël. Ook Nederland is onderdeel van de missie, zij het momenteel niet met schepen.
De EU-missie opereert naast een door de Verenigde Staten geleide maritieme missie in het gebied, operatie Prosperity Guardian.
Het Chinese oorlogsschip met de laser zou zich al vaker in dat zeegebied hebben bevonden, „zonder kennelijke reden en zonder voorafgaand contact” [te maken met de Europese schepen], aldus het Duitse ministerie van Defensie tegen persbureau Reuters.
De missie van het vliegtuig werd na het incident afgebroken. „Het vliegtuig is veilig geland op de basis in Djibouti en de bemanning is veilig”, aldus het ministerie. Inmiddels zou het vliegtuig weer inzetbaar zijn.
Kan een farmaceutisch bedrijf met terugwerkende kracht worden teruggefloten voor de prijs die het jarenlang heeft gevraagd voor een gepatenteerd medicijn? Om die vraag draait het in een rechtszaak tegen geneesmiddelenfabrikant AbbVie. De stichting Farma ter Verantwoording heeft in 2023 de fabrikant van het reumamedicijn adalimumab, merknaam Humira, gedaagd voor de rechtbank Amsterdam. Naar verwachting doet de rechter deze woensdag een uitspraak.
AbbVie zou in Nederland een miljard euro aan „buitensporige winst” hebben gemaakt in de periode 2004-2018, toen er een octrooi op Humira zat. Dat geld, zo beredeneert Farma ter Verantwoording, had ook uitgegeven kunnen worden aan andere patiënten die zorg nodig hebben.
Juristen, zorgverleners en gezondheidseconomen in binnen- én buitenland houden de zaak nauwlettend in de gaten. Het medische vakblad The Lancetnoemde de verwachte uitspraak „potentieel baanbrekend”. Farma ter Verantwoording is in 2018 opgericht door voorzitter Wilbert Bannenberg (72), een voormalig arts publieke gezondheid die zich inzet voor betaalbare geneesmiddelen.
Bannenberg hoeft geen straf voor AbbVie, of een boete, zegt hij tegen NRC. „Ik hoop op rechterlijke erkenning van het uitgangspunt dat winst op geneesmiddelen – ook als die winst wettelijk is toegestaan – toch juridische grenzen kent.”
Meest verkochte medicijn
Humira is het paradepaardje van AbbVie. De omzet van alleen dit middel bedroeg wereldwijd 21,6 miljard dollar in 2021. Toen het middel in 2002 werd toegelaten op de Amerikaanse markt, was dat een doorbraak in de behandeling van reuma. Later bleek de ontstekingsremmer ook een effectieve remedie tegen tal van andere ontstekingsziekten, zoals de ziekte van Crohn (ontsteking van de dunne darm), colitis ulcerosa (ontsteking van de dikke darm) en psoriasis (een huidaandoening). Zo groeide Humira uit tot het meest verkochte medicijn ter wereld.
Ook in Nederland was Humira jarenlang het bestverkochte en winstgevendste medicijn. Tot 2018, toen het octrooi afliep, kostte de behandeling 460 euro per injectie, jaarlijks zo’n twaalfduizend euro per patiënt. Dat leverde AbbVie Nederland 2,1 miljard euro op. In 2023, vijf jaar nadat het octrooi op Humira was verlopen, was de prijs met bijna 90 procent gedaald. Andere partijen konden het tegen die tijd als generiek middel op de markt brengen.
Die prijsdaling bewijst volgens Bannenberg dat Humira jarenlang onnodig duur was. „Patiënten zijn afhankelijk van dat ene middel zolang het nog onder octrooi is”, zegt hij. Humira zit in het basispakket en wordt daarom vergoed door de zorgverzekeraars. Via premies en inkomensafhankelijke bijdragen betalen alle Nederlanders dus mee aan een vergoed medicijn. „Iedere euro die we als samenleving te veel uitgeven aan Humira, kunnen we niet uitgeven aan andere zorg”, zegt Bannenberg.
Zorginstituut Nederland stelt vast welk bedrag we als samenleving bereid zijn te betalen voor één extra levensjaar in goede gezondheid. Bannenberg liet op basis daarvan berekenen dat van de 1 miljard euro van AbbVie 14.000 mensen een jaar langer in goede gezondheid hadden kunnen leven. Hij noemt het een „verdringing van ons collectieve recht op gezondheid”.
De zaak-Shell
Die nadruk op de schending van mensenrechten maakt deze zaak bijzonder en belangrijk, zegt Brigit Toebes, hoogleraar gezondheidsrecht in een internationaal perspectief aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze is lid van de adviesraad van Farma ter Verantwoording, de stichting van Bannenberg.
Toebes maakt een vergelijking met de zaak in 2024 tegen Shell, waarin Milieudefensie een halvering van de CO2-uitstoot eiste. Het hof in Den Haag gaf Shell gelijk. Maar wat wel overeind bleef, zegt ze, was belangrijker: „De erkenning van de rechter dat naast overheden ook bedrijven een mensenrechtenverantwoordelijkheid dragen.”
Het hoofdkantoor van het farmaceutisch bedrijf AbbVie in Mettawa, Illinois, in de Verenigde Staten. Foto Tannen Maury/EPA
In de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties staat dat niet-statelijke actoren, dus ook bedrijven, daarin verantwoordelijkheid dragen. Dat uitgangspunt werd later uitgewerkt in een aantal ‘principes voor bedrijven en mensenrechten’, ook wel de Ruggie Principles genoemd. „Dat zijn geen regels die bij wet zijn vastgelegd, maar wel de kaders waar Milieudefensie zich op beriep”, zegt Toebes. „En nu dus ook Farma ter Verantwoording.”
Met dit verschil dat onder de zaak tegen AbbVie een concretere berekening ligt, vindt Toebes. „In de zaak-Shell blijft het speculeren hoeveel klimaatschade het bedrijf in de toekomst zal aanrichten.” De schade die AbbVie heeft veroorzaakt is wel te berekenen, zegt ze.
Duurder en duurder
Het verhaal van farmaceuten die gigantische prijzen in rekening brengen voor hun geneesmiddelen is niet nieuw, en hun verweer evenmin. De hoge onderzoeks- en ontwikkelkosten van een medicijn moeten worden terugverdiend. Slechts een deel van het onderzoek resulteert in een veilig en effectief medicijn.
Maar de afgelopen jaren is er wel iets veranderd, ziet Rianne van den Ham. Zij is farmaco-epidemioloog aan de Universiteit Utrecht en deskundige op het gebied van gelijke toegang tot geneesmiddelen. „Behandelingen worden steeds complexer en daardoor duurder. Daardoor zijn er steeds meer innovaties bij ingewikkelde ziektebeelden zoals kanker en zeldzame aandoeningen.” Van den Ham zag de al hoge prijzen van gepatenteerde geneesmiddelen de afgelopen twintig jaar in rap tempo nóg verder stijgen.
De grenzen komen in zicht, bleek afgelopen maand. Toen besloot het Zorginstituut om een aantal behandelingen voor borstkanker niet langer te vergoeden, omdat het niet voor alle patiëntengroepen leidde tot een langere overleving. „Dat besluit was gebaseerd op tegenvallende onderzoeksresultaten, maar het laat ook zien dat we als land niet langer alle behandelingen vanzelfsprekend kunnen vergoeden”, zegt Van den Ham. „Domweg omdat we het niet meer allemaal kunnen betalen.”
Haar stijl is het niet, geeft Van den Ham toe, een complexe discussie als deze uitvechten in de rechtbank. „Maar we hebben mensen als Wilbert Bannenberg wel nodig om het systeem op te schudden. Hij is niet bang om vijanden te maken en hij zegt waar het op staat.”
Bernie Sanders
Bij Bannenberg leefde al jaren geleden het idee om een „principezaak” te beginnen tegen de farmaceutische industrie. Dat AbbVie het doelwit zou worden, was toen nog niet duidelijk. „We zochten naar een middel met een prijs waarvan iedereen zich gelijk kan voorstellen: dit zou niet moeten kunnen”, zegt Bannenberg.
Het werd Humira, dankzij hulp uit onverwachte hoek. De Amerikaanse senator Bernie Sanders maakte zich in 2022 boos over de prijs van Humira in de VS, die daar was opgelopen tot 80.000 dollar per patiënt, in vergelijking met zo’n 12.000 euro in Nederland. AbbVie moest in het Congres onder ede verklaren hoeveel het had uitgegeven aan onderzoeks- en ontwikkelingskosten van het medicijn, en hoeveel winst het ermee had gemaakt. Voor het eerst werd zulke gevoelige informatie openbaar. „We konden dus een reële rekensom maken over de overmatige winst van Humira, met cijfers van de farmaceut zelf, de meest onverdachte bron die je kunt hebben”, zegt Bannenberg. „Dat maakt deze zaak veel sterker dan wanneer je moet gaan rekenen met eigen schattingen.”
Risky Industries
Maar hoe kwam Farma ter Verantwoording tot de conclusie dat er 1 miljard euro „buitensporige winst” werd gemaakt? „Daar is geen definitie van”, zegt Bannenberg. „Maar we hebben het geprobeerd om te draaien door een maatschappelijk aanvaardbare prijs te berekenen. Wat overblijft durven wij buitensporig te noemen.” De stichting extrapoleerde de cijfers die AbbVie vrijgaf in de VS naar de Nederlandse context en stelde zo vast dat het bedrijf met Humira in de octrooiperiode ongeveer 2,1 miljard euro omzet maakte. 29 procent van dat bedrag, zo’n 600 miljoen euro, acht Farma ter Verantwoording een „redelijke winst”. Dat percentage is gebaseerd op allerhande rekenmodellen over eerlijke winsten in de farmaceutische industrie. Trek je van de omzet nog de geschatte kosten voor onderzoek en ontwikkeling van Humira af, geschat op zo’n 440 miljoen euro, dan blijft 1 miljard euro excessieve winst over.
„Elegant” noemt Van den Ham de rekenmethode. „Logischerwijs verweerde AbbVie zich in de rechtszaal door te zeggen dat de aannames onder dit rekenmodel niet kloppen, maar ze geven ook geen inzicht in wat die cijfers wél zouden moeten zijn.” Ze vindt het logisch dat een bedrijf „zulke gevoelige informatie niet wil geven, het tast de concurrentiepositie aan. Maar daardoor is niet duidelijk welk bedrag een farmaceut nou daadwerkelijk investeert in onderzoek en ontwikkeling. Welk deel van dat bedrag is bijvoorbeeld met publiek geld betaald, en kunnen we daar iets van terugzien in de prijs die de farmaceut vraagt?”
Stelt de rechter Farma ter Verantwoording woensdag in het gelijk, dan is nog onduidelijk welke consequenties dat gaat hebben. Verwacht niet dat de rechter een uitspraak gaat doen over hoeveel te veel winst AbbVie heeft gemaakt, zegt Bannenberg: „In het beste geval wordt vastgesteld dat AbbVie in algemene zin te veel winst uit het systeem heeft gehaald, en weten andere farmaceuten dat zij daar ook voor op de vingers getikt kunnen worden.”
Hoogleraar Toebes hoopt dat „farmaceutische bedrijven door deze zaak gaan nadenken over hun beleid, en zich bewuster worden van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid.”
De eigenaren van drie elektriciteitscentrales die grotendeels op kolen stoken, eisen schadevergoeding van de overheid. De centrales moeten op grond van het klimaatbeleid van de overheid eerder met de kolenstook stoppen dan dat ze aan het eind van hun levensduur zijn. Het gaat om de energiebedrijven RWE en Uniper.
De beide Duitse concerns zijn eigenaar van de Eemshavencentrale (in Groningen), de Amercentrale (bij de Biesbosch) en de MPP3-centrale (op de Rotterdamse Maasvlakte). Op grond van de Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie, die in 2019 in werking trad, mag er vanaf 2030 niet meer op kolen worden gestookt; de oudere Amercentrale moest daar al uiterlijk begin dit jaar mee ophouden.
In drie procedures bij de rechtbank in Den Haag stelden de bedrijven dat ze in totaal bijna 2,5 miljard euro schade leden – wat neerkomt op bijna een half procent van de rijksbegroting. Bij het begin van hun investeringen in 2009 zouden ze, in strijd met hun eigendomsrecht, namelijk niet hebben kunnen weten dat de overheid op termijn het gebruik van kolen zou verbieden.
De rechtbank wees in uitvoerige vonnissen de vorderingen af. Het kolenverbod is een inbreuk op het eigendomsrecht van de elektriciteitsbedrijven, maar de eigenaren hadden in 2009 toekomstige beperkingen kunnen zien aankomen. En afgewogen tegen het algemeen belang dat met het klimaatbeleid wordt gediend, zijn hun belangen niet onevenredig getroffen.
De uitspraak: vorderingen afgewezen
Bij het gerechtshof in Den Haag beriepen RWE en Uniper zich wederom op de eigendomsbescherming van het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens. Maar opnieuw slaagt hun beroep niet. Net als de rechtbank zet het hof uitgebreid uiteen hoe de elektriciteitsbedrijven al in 2009 uit allerlei uitingen van de overheid hadden kunnen opmaken dat het stoken van kolen vóór het eind van de levensduur van de centrales sterk zou moeten worden beperkt. Ze hadden ook vanaf 2019 de tijd om zich op alternatieven als biomassa voor te bereiden, zeker nu het verbod pas in 2030 ingaat. En uit de belangenafweging concludeert het hof net als de rechtbank dat de belangen van de bedrijven niet onrechtmatig worden geschaad.
Het commentaar
„Wanneer een bedrijf langetermijninvesteringen doet, mogen de regels niet onderweg worden veranderd”, reageerde eerder een woordvoerder van Uniper op het rechtbankvonnis. Maar als veranderingen voorzienbaar zijn, behoren de tegenvallers tot het ondernemersrisico. Daarom is voorzienbaarheid de centrale kwestie in deze procedures.
Advocaat Jelmer Procee (Pels Rijcken) stond met zijn team de Nederlandse staat bij. Hij doet geregeld bestuursrechtelijke schadevergoedingszaken, maar „deze zaak was relatief groot. Het kost veel tijd om het klimaatbeleid van de afgelopen decennia met een goed verhaal voor het voetlicht te brengen. Op grond daarvan besliste het hof dat Uniper en RWE er ten tijde van de investeringen rekening mee moesten houden dat er gedurende de levensduur van de centrales beperkingen aan de CO2-uitstoot zouden komen, met eventueel ingrijpen door de overheid.”
Alle aspecten kwamen ook bij de rechtbank al aan de orde. „Daar bouw je op voort. Maar ik heb geleerd dat het gevaarlijk is om te denken dat het hof wel net zo zal denken als de rechtbank. Het zijn weer nieuwe rechters, de tijd schrijdt voort en alle argumenten moet je weer opnieuw doornemen. Je moet er weer volledig staan.”
Dat zegt ook advocaat Marinus Winters (A&O Shearman), die samen met anderen optrad voor Uniper. „Met zo’n uitgebreid dossier begin je na het vonnis van de rechtbank feitelijk opnieuw. We hebben onder andere de voorzienbaarheid weer uitgebreid bestreden, evenals de beslissing van de rechtbank dat omschakeling op biomassa de centrale na 2030 nog rendabel zou maken. We onderzoeken momenteel of cassatie mogelijk is.” De Hoge Raad kijkt daarbij alleen naar juridische klachten.
Chris Backes, hoogleraar omgevingsrecht in Utrecht, mailt dat „redenering en uitkomst goed herkenbaar zijn binnen de relevante juridische kaders. Dat wil niet zeggen dat je dit wellicht uiteindelijk ook anders kunt zien binnen exact dezelfde kaders.” Om dat te beoordelen, zou je lang in de stukken moeten duiken. Bij de Hoge Raad kun je alleen klagen over fouten in het recht. „Feiten en bewijskwesties, bijvoorbeeld van wat voorzienbaar was en wat niet, worden door de Hoge Raad niet getoetst. Daardoor zijn de kansen van een mogelijk beroep in cassatie kleiner.”
In het algemeen is weinig te zeggen over de vraag of beperkingen door milieubeleid voorzienbaar waren – en daarmee schadeclaims kansrijk. Duurzaamheid en milieubeleid moeten het volgens hoogleraar Backes overigens vooral van iets anders hebben. „Veruit de meeste reducties van de uitstoot van broeikasgassen door industrie en sommige andere sectoren worden bereikt via het in 2005 ingevoerde emissiehandelssysteem.” Op basis van deze ETS-regeling van de EU krijgen of (ver)kopen bedrijven emissierechten waarmee ze een bepaalde hoeveelheid CO2₂ mogen uitstoten. „Dat is prima voorzienbaar. Daar zijn schadevergoedingen niet aan de orde, ook al gaat het emissieplafond jaarlijks met meer dan 4 procent naar beneden.”
De relaties tussen Donald Trump en de Oekraïense regering vertonen elke week meer kenmerken van een achtbaan van de grilligste soort. Sinds zijn terugkeer in het Witte Huis zocht de Amerikaanse president maandenlang in alle openheid toenadering tot de Russische president Vladimir Poetin, de agressor in de oorlog tegen Oekraïne, terwijl hij Volodymyr Zelensky in de hoek zette als een opstandig kind. Oekraïne kreeg wel Amerikaanse wapensteun, dan weer niet. Wel militaire inlichtingen, dan weer een week niet – zoals in maart gebeurde na de knallende ruzie tussen Trump en Zelensky in het Witte Huis.
De Oekraïners zijn de laatsten die te vroeg zullen juichen, maar maandagavond, in Washington, leek het er daadwerkelijk op dat Trump iets is opgeschoven in zijn beoordeling van de Oekraïens-Russische oorlog: hij zei onomwonden dat „we meer wapens gaan sturen”, omdat Oekraïne „zich moet kunnen verdedigen”, het land wordt op dit moment immers „keihard getroffen”.
Concreet betekent het – mocht Washington de leveranties inderdaad hervatten – dat Oekraïne in elk geval weer geavanceerde luchtafweerraketten en andere munitie krijgt, waaronder Patriotraketten, waarmee het land zijn burgers beter kan beschermen tegen de aanhoudende Russische aanvallen met drones en raketten, op sommige dagen meer dan vijfhonderd in een etmaal.
Desastreuze bezoek
Gezien de toenemende hevigheid van die dodelijke Russische aanvallen komt de opmerkelijke ommezwaai in Trumps zwabberende Oekraïne-beleid voor Oekraïne geen dag te vroeg. Vorige week schortte het Pentagon de wapenleveranties die nog voortvloeiden uit afspraken onder het presidentschap van Joe Biden plotseling op vanwege slinkende Amerikaanse wapenvoorraden, zo luidde de officiële lezing. Kort daarvoor, tijdens de NAVO-top in Den Haag, had Trump nog gezegd te zullen kijken of de VS méér konden doen om de Oekraïense luchtverdediging te versterken.
Gelet op Trumps uitgesproken voorkeur voor het oorlogsnarratief van Poetin in de afgelopen maanden is de grote vraag wat de Amerikaanse president langzaam heeft doen opschuiven in de richting van Zelensky, de president die, aldus Trump in februari, „de oorlog nooit had moeten beginnen”.
Verwoeste woningen na een Russische aanval met drones en raketten op Kyiv, op 4 juli. Foto Alina Smutko/Reuters
Allereerst heeft Zelensky sinds zijn desastreuze bezoek aan het Witte Huis eind februari geen moment laten passeren om zijn relatie met Trump te herstellen. Zelensky stemde al in maart in met het voorstel van de regering-Trump tot een tijdelijk staakt-het-vuren – terwijl Poetin vooral onrealistische eisen stelde.
Diplomatieke wervelwind
Zelensky volgde sindsdien onvermoeibaar het voetspoor van de Amerikaanse president – uitgenodigd of niet; hij sprak Trump in het Vaticaan, overlegde met hem in Den Haag, belde regelmatig en bood zelfs aan rechtstreeks in overleg te gaan met Poetin, in Istanbul, om de oorlog tot een einde te brengen.
De eerste gevolgen van Zelensky’s diplomatieke wervelwind werden afgelopen vrijdag voor het eerst zichtbaar, na opnieuw een lang telefoongesprek met Trump. Opnieuw wees Zelensky op de honderden Russische drones en raketten die Oekraïense burgers elk dag te verwerken krijgen, en de kennelijke onwil van Poetin om zelfs maar te reageren op Trumps voorstellen om de oorlog te beëindigen.
Trump had de dag ervoor al contact gehad met Poetin en was „zeer teleurgesteld” in de Russische president, die volgens hem weigert de oorlog te beëindigen. Enkele uren nadat Trump de telefoon had neergelegd bestookte Rusland de Oekraïense bevolking met de grootste barrage aan drones en raketten tot nu toe in de oorlog, waarna vooral in Kyiv urenlang enorme branden woedden.
‘Beste gesprek’ met Trump
Het contrast met het gesprek dat Trump dezelfde dag voerde Zelensky kon niet groter: volgens de Oekraïense president was dat „het beste gesprek” dat hij al die tijd met Trump had gehad, „maximaal productief”, en hij toonde zich naderhand dankbaar voor alle Amerikaanse hulp. Ronduit opmerkelijk was dat Trump volgens The Wall Street Journal tijdens het gesprek met Zelensky had gezegd dat hij niet verantwoordelijk was geweest voor het stopzetten van de wapenleveranties aan Oekraïne.
Met zijn opmerking tegen Zelensky liet Trump zijn minister van Defensie, Pete Hegseth, keihard vallen
Daarmee liet Trump zien dat hij in eigen land zijn eigen schaakspel speelt. Want met zijn opmerking tegen Zelensky liet hij zijn minister van Defensie, Pete Hegseth, keihard vallen. Eerder was binnen Amerikaanse politieke kringen, maar ook in Europa, al openlijk twijfel geuit over de ‘zorgen’ die het Pentagon zou hebben over de eigen munitievoorraden. Veel van de munitie bestemd voor Oekraïne lag immers al in Polen opgeslagen.
Volgens NBC handelde Hegseth volledig op eigen houtje toen hij de levering van de precisiemunitie aan Oekraïne stopzette, zonder dat zijn eigen defensiespecialisten daarvan de noodzaak zagen. Daarmee overviel Hegseth, die de afgelopen maanden al het nieuws haalde door blunders als ‘Signal-gate’, niet alleen het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken, maar ook het Congres, de Oekraïense regering en Europese bondgenoten.
Senaat wil Moskou straffen
Met name in de Senaat in Washington bestaat nog altijd brede steun voor militaire hulp aan Oekraïne, én voor meer strafmaatregelen tegen Moskou: senator Lindsey Graham, een van de trouwste Trump-aanhangers in het Congres, probeert samen met zijn Democratische collega Richard Blumenthal al maanden veel zwaardere economische sancties in te stellen tegen Rusland. Een forse meerderheid in de Senaat steunt die plannen.
Lees ook
Nederlandse inlichtingendiensten: Russen zetten in Oekraïne op grote schaal chemische wapens in
Tot slot lijkt Zelensky bij Trump diplomatieke punten te hebben gescoord met een belangrijke personeelswijziging op de Oekraïense ambassade in Washington. Zelensky zou vrijdag hebben toegezegd de huidige ambassadeur, Oksana Markarova, te vervangen. De aanwezigheid van Markarova is veel Republikeinen in Washington een doorn in het oog, omdat zij te opzichtig zou aanschurken tegen de Democraten. Volgens de Financial Times zou de regering-Trump een stem krijgen in de benoeming van de opvolger van Markarova. Zelensky zou aansturen op de aanstelling van een diplomaat die een „goede dealmaker” is en die „wordt begrepen” door zowel het Witte Huis als het Congres.
In het scherp geobserveerde en hartverwarmde bourgeoisdrama L’Attachement van de Franse regisseur Carine Tardieu smeedt verlies nieuwe sociale banden. Wat ingewikkeld is: soms hecht je jezelf te snel aan een ander, soms om heel andere redenen dan je denkt.
Plaats van handeling is Parijs, waar vader Alex zijn vroegwijze zoontje Elliot stalt bij Sandra, de overbuurvrouw in zijn portiek. Een noodgeval: echtgenote Céline bevalt. Ze overlijdt in haar kraambed, en met de zorg voor Elliot en baby Lucille moet weduwnaar Alex zijn verdriet binnen de perken zien te houden.
L’Attachement springt door de tijd in hoofdstukken gekoppeld aan de leeftijd van baby Lucille. Regisseur Tardieu fileert de rouwverwerking helder: haar personages zijn redelijk en intelligent, gekwetste gevoelens escaleren nooit in gooi– en smijtwerk. Dit is een troostrijke, wijze film.
We observeren de zaken meestal via buurvrouw Sandra. Zij is rond de vijftig, eigenaar van een feministische boekhandel en erg gesteld op haar privacy. Met kinderen heeft ze weinig, denkt ze. Maar buurjochie Elliot banjert gewoon binnen met droge observaties en confronterende vragen. En Sandra raakt nolens volens dieper betrokken bij het gebroken gezin in haar portiek.
Misschien hecht Elliot zich juist aan de afhoudende Sandra omdat ze niet moederlijk is; zijn dode moeder meteen vervangen zou emotioneel verraad zijn. Vader Alex maakt zichzelf op zijn beurt wijs dat hij valt voor Sandra, tot zij hem uitlegt dat die liefde uit pijn voortkomt. Hij is niet verliefd op haar, maar op de houvast die ze biedt nu hij worstelt met schuld, angst, verlies en isolement.
Onbewuste drijfveren
Als baby Lucille negen maanden oud is, dient zich voor Alex alsnog de ware liefde aan met kinderarts Emilia. Maar is zij niet te gretig, is hij er wel klaar voor? Als ze halsoverkop trouwen, geeft Alex haar – quasi humoristisch – pas na drie keer zijn ja-woord.
De duivel schuilt in zulke details; L’Attachement legt knap de vinger op de nuances van schuld, projectie, onbewuste drijfveren en leugentjes die we onszelf vertellen. Sandra, voortreffelijk vertolkt door Valeria Bruni Tedeschi, zou als wijze amateur-therapeut nogal onuitstaanbaar worden, ware het niet dat ook zij zichzelf maar wat wijsmaakt. Hoort ze buren kibbelen, dan peinst ze dat zulke geluiden haar eenzaam maken, hoe graag zij ook alleen is. Maar is zij wel zo graag alleen? Adopteert zij Alex’ gezin niet ook omdat ze zelf geadopteerd wil worden?
De dood slaat in L’ Attachement een gat, het leven vult dat op. Baby Lucille zien we opgroeien tot een peuter van 22 maanden: de katalysator, maar zonder emotionele bagage. Voor haar spreekt het nieuwe sociale netwerk dat zich vormt voor zich. Zij staat voor het leven, dat altijd een nieuwe bedding vindt.
Alles is grauw en treurig in het Litouwse plaatsje waar tiener Marija door haar moeder in Toxic wordt achtergelaten. De industrie die boven de huizen uittorent, de roestplekken die de muren vanbinnen en vanbuiten bedekken, de jeugd die alles wat verdooft slikt, snuift of naar binnen giet. Tegelijkertijd zijn de jonge vrouwen er volgens hedendaagse schoonheidsidealen vaak bloedmooi: mager, met opvallende jukbeenderen en eindeloze benen.
Hun uiterlijk zien ze dan ook als een van de weinige ontsnappingsmogelijkheden uit deze roestige vergeethoek. Een louche modellenschool maakt daar gebruik van en claimt een opstapje te bieden naar een internationale carrière. Het programma bestaat uit rondjes lopen, controleren of je slank genoeg bent én geld betalen aan de oprichters. Marija mankt en zag zichzelf nooit als modellenmateriaal, maar begint – om in de buurt te zijn van haar frenemy Kristina – deel te nemen aan het programma.
Saule Bliuvaite (1994) won met dit regiedebuut het Gouden Luipaard, de hoofdprijs van het filmfestival van Locarno, met strak gecomponeerde en bevreemdende beelden van cameraman Vytautas Katkus (1991). Die geven alle treurigheid in het stadje en het verhaal geregeld iets humoristisch en zelfs esthetisch, net als de absurde en videoclipachtige momenten. Het schept ook een soort afstand die helpt om niet volledig afgestoten te worden door een personage als Kristina, die snoeihard en onaardig is en – terecht waarschijnlijk– alleen bezig met haar eigen ontsnapping.
Kristina (Leva Rupeikaite) is in ‘Toxic’ alleen bezig met haar eigen ontsnapping uit grauw en treurig in het Litouws plaatsje.
Bruut en pijnlijk
Langzaam ontwikkel je toch enige sympathie voor de twee ‘vriendinnen’ en in hun slipstream de andere tieners in dit plaatsje die volhardend doen alsof ze volwassen zijn en enige controle hebben over hun toekomst. In de praktijk blijkt hun gewicht een van de weinige dingen waarop ze echt invloed hebben. Dus zien we hoe er wordt gekotst, watten worden gegeten en een lintworm ingeslikt.
Je voelt vanaf het begin dat dit onmogelijk goed kan aflopen. De overstap van het pijnigen van hun jonge lichaam om af te vallen naar andere manieren om het in te zetten om vooruit te komen, is niet groot. Hoewel het verlies van naïviteit en jeugdigheid in Toxic bruut en pijnlijk is om te zien, voelt Bliuvaite’s film toch als een verademing tussen andere rauw-realistische films over volwassen worden op de verkeerde plek of moment. Met haar beelden toont ze dat er tussen alle tragedie ook humor en schoonheid te vinden is – en af en toe een sprankje liefde. Zo sluit Toxic aan bij het poëtische sociaal-realisme van onder andere de Britse regisseur Andrea Arnold, die nooit opzichtig naar medelijden hengelt voor haar personages, ondanks al hun tragiek. Saule Bliuvaite en Katkus zijn makers om in het oog te houden.
Met een mogelijk verbod op medemenselijkheid bereikte de Tweede Kamer vorige week een nieuwe dieptepunt in de parlementaire geschiedenis. Het ging om een amendement op de asielwetsvoorstellen van voormalig minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie, PVV) aangenomen door een Kamermeerderheid op dinsdag 1 juli.
Het gebruik van een schrikbeeld voor de vreemdeling is een oude truc om de buitenstaander bij voorbaat van alles de schuld te geven en deze zodoende letterlijk buiten de deur te houden. Tot zover niets nieuws onder de zon. Dat veranderde onlangs in de Tweede Kamer. Bij de stemming over de asielwetsvoorstellen van oud-minister Faber, werd een amendement in stemming gebracht over het strafbaar stellen van illegaal verblijf. Dat amendement werd tot verbazing van velen aangenomen. Er waren eenvoudigweg te veel Kamerleden afwezig die anders tegen zouden hebben gestemd.
Afschrikwekkende werking
De strekking van het aangenomen amendement drong pas geleidelijk aan door. In dit veranderingsvoorstel staat niet alleen dat illegaal verblijf strafbaar is, maar bovendien dat het strafbare feit wordt gekwalificeerd als een misdrijf en niet als een overtreding. En dat betekent dat er ook vormen van medeplichtigheid mogelijk zijn aan dit misdrijf. Dat strafbare medeplegen is dan het opzettelijk hulp verlenen aan een vreemdeling om het onrechtmatig verblijf in Nederland te faciliteren, zoals het bieden van onderdak. De hulpverlener moet gestraft worden en dat zou een zo afschrikwekkende werking hebben op de betrokken vreemdelingen dat zij vertrekken.
Onderzoek naar alle pogingen in de laatste decennia om illegaal verblijf strafbaar te stellen laat zien dat het ineffectief is en een hoop administratieve rompslomp met zich meebrengt. Het is vergelijkbaar met het strafbaar stellen van het stoppen op de vluchtstrook. Het betreffend artikel in de wegenverkeerswet stelt dat het verboden is om ongeoorloofd stil te staan op de vluchtstrook van een autosnelweg. Daar staat echter bij: tenzij er sprake is van een noodgeval. En dat laatste ontbreekt nu juist in het amendement. Sterker nog, er staat in de toelichting op dat amendement dat degene die hulp verstrekt aan degene die op de vluchtstrook stil staat, ook strafbaar is.
Mensenrechten gelden slechts voor degenen die al lid zijn van de club
Iedereen die helpt is dus strafbaar. Variërend van een vriendelijk woord, tot een gift of een bed voor de nacht. Allemaal handelingen die als strafbare feiten moeten worden aangemerkt. Het betekent onder meer dat alle gemeenten die in Nederland opvang faciliteren voor daklozen, strafbaar zouden zijn. Sommige daklozen hebben immers geen verblijfstatus. En het zou erg ongeloofwaardig zijn als gemeenten zich zouden verweren met het argument: dat wist ik niet. Bijkomend probleem is overigens dat overheden niet strafrechtelijk vervolgd kunnen worden voor het uitvoeren van een overheidstaak zoals het bieden van daklozenopvang.
En al die overige organisaties die hun deuren hebben open gezet? Om letterlijk de helpende hand te bieden aan degenen die tussen wal en schip geraken. Heilige boeken staan vol van het goede doen „voor de minste der mijnen”, als een goddelijk gebod. Die moeten daar allemaal mee stoppen? Bespottelijk.
Of een dokter zoals de Rotterdamse straatarts Michelle van Tongerloo die structureel eerste hulp verleent aan de minstbedeelden in onze samenleving. Die zou ook moeten worden gestraft. Gestraft? Dokter Van Tongerloo verdient een standbeeld.
Lees ook
‘Buiten de lijntjes kleuren is gevaarlijk’, merkte straatarts Van Tongerloo toen ze dakloze mensen ging helpen
Alle commentaren en adviezen die zijn geleverd op de beide wetsvoorstellen zijn samen te vatten als: doe dit niet. Vooral het advies van de Raad van State was zonneklaar: „niet indienen”. Maar in plaats van deze adviezen serieus te nemen – zoals dat in een parlementaire democratie zou moeten – werden alle adviezen aan de kant geschoven. Niet omdat die adviezen slecht waren, maar omdat veel partijen nu een kans zagen om zich te profileren op het gebied van asiel: het terrein bij uitstek waar de zondebok voor alle problemen snel gevonden is.
De zwakkere
Een samenleving is gebaseerd op het samen doen. En dat betekent onder meer dat de zwakkere in die samenleving zich beschermd weet. De allereerste bepaling van onze Grondwet stelt niet voor niets: „De Grondwet waarborgt de grondrechten en de democratische rechtsstaat”. Dat uitgangspunt staat nu bij het grofvuil. Het betekent dat mensenrechten slechts beschikbaar zijn voor degenen die al lid zijn van de club. Het creëert daarmee een principieel onderscheid tussen wij en zij; tussen degenen die de vereiste stempels hebben en degenen die dat om wat voor reden niet hebben. En dat is in tegenspraak met artikel 1 van onze Grondwet: „Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld.”
Maar bovenal: het bestraft elke vorm van medemenselijkheid. En dat kan slechts voortkomen uit een enorm superioriteitsgevoel of een ongehoorde domheid. Ik weet niet wat erger is.
In Vlissingen begint óf eindigt de spoorlijn: het is maar hoe je het ziet, zegt burgemeester Bas van den Tillaar. Evenals Den Helder – dat ook kampt met veel criminaliteit – ligt de Zeeuwse stad in een uithoek van het land. En in die buitenpost waren afgelopen anderhalf jaar opvallend veel schietincidenten.
Op zondag 22 juni was het weer zover in Vlissingen. ’s Nachts raakte een 22-jarige man gewond toen hij werd beschoten op zo’n vijftig meter van de haven, aan het eind van een kade met – gelukkig – lege terrassen. Later diezelfde dag, rond 13.00 uur, werd een 44-jarige man dodelijk getroffen door een schot, nadat hij voor een Jumbo in een vechtpartij verwikkeld was geraakt.
Bij beide incidenten waren jongeren betrokken. In het havengebied riep volgens de politie een jonge man het slachtoffer naar zich toe, waarna werd geschoten. Vermoedelijk vanaf een fatbike, liet de politie weten. Een zeventienjarige verdachte is inmiddels vrijgelaten. Voor de dodelijke schietpartij bij het supermarktfiliaal werd een 22-jarige man vastgezet. Beide incidenten zouden voortkomen uit ruzies in de privésfeer.
Burgemeester Bas van den Tillaar van Vlissingen Foto Tobias Kleuver / ANP
Wapenbezit
Sinds vorig jaar stapelen de schietpartijen in Vlissingen zich op. Na juni staat de teller op vijftien. De gemiddelde leeftijd van de verdachten – voor zover bekend – is 25 jaar.
„Dit soort lijstjes maken mij kwaad”, zegt burgemeester Van den Tillaar wanneer hij binnen op z’n werkkamer in het stadhuis wordt geconfronteerd met de leeftijden van de vermeende schutters. Buiten mogen agenten nu met regelmaat preventief fouilleren op wapenbezit. Van den Tillaar riep in september 2024 een groot deel van Vlissingen uit tot veiligheidsrisicogebied na een reeks schietpartijen. „Een heel, heel harde maatregel”, vindt de burgemeester, die de maatregel niettemin afgelopen maart verlengde tot september 2025.
Van den Tillaar riep in september 2024 een groot deel van Vlissingen uit tot veiligheidsrisicogebied na een reeks schietpartijen
In het eerste halfjaar, lieten politie en het Openbaar Ministerie aan Omroep Zeeland weten, werden tijdens 24 controledagen duizend personen gefouilleerd en honderd wapens in beslag genomen, waarvan 21 tijdens 29 huiszoekingen. Over welke aantallen het gaat sinds de verlenging in maart, kunnen beide partijen nog niet delen.
Het vaakst trof de politie steekwapens aan, in dat eerste halfjaar. „Soms vinden we bij heel jonge gastjes al messen”, zegt de burgemeester, „al zie je dat niet alleen in Vlissingen.” Ook bijvoorbeeld Rotterdam kampt op jaarlijkse basis met verscheidene steekincidenten.
Lees ook
Die oude olietankers bij Vlissingen op weg naar Rusland? ‘Zo gevaarlijk dat je als inspectie wel móét ingrijpen’
Conflict
Van den Tillaar maakt zich ook kwaad over de landelijke lijstjes waarop Vlissingse jongeren hoog scoren. Vorig jaar werden alleen in Heerlen verhoudingsgewijs meer jongeren tot 23 jaar verdacht van een misdrijf dan in Vlissingen, volgens het CBS. Over hetzelfde jaar staan de Vlissingse jongeren bovenaan als het gaat om alleen misdrijven met (vuur)wapens.
Hoe komt dat? Daar kan Van den Tillaar niet precies z’n vinger achter krijgen. Volgens de burgemeester is Vlissingen (45.755 inwoners) een gemeente met „grootstedelijke problematiek”. Nergens in Zeeland is zo veel armoede. En de haven maakt Vlissingen interessant voor de georganiseerde misdaad.
Daarnaast lijken tien incidenten in Vlissingen verband met elkaar te houden, liet het OM aan Omroep Zeeland weten: „Het gaat om een langlopend conflict waarbij beide groepen vuurwapens bezitten.” Op de vraag of de schietpartijen in juni voortkwamen uit die onenigheid, geeft het OM geen antwoord.
Een direct verband met drugssmokkel of andere georganiseerde misdaad, durft Van den Tillaar niet te leggen. Wel heeft hij opgevangen dat jongeren in opdracht van criminelen een opleiding in logistiek en transport zouden volgen, zodat ze vanuit bedrijven kunnen meewerken aan drugssmokkel. „Ik sluit niets uit als het om de criminele sector gaat. Er is onbeperkt geld en veel creativiteit. Als wij in de haven ondermijning aanpakken, zullen zij andere wegen zoeken.”
Bloemen voor de Jumbo in Papegaaienburg, waar een 44-jarige man werd doodgeschoten. Foto Merlin Daleman
Oud-leerling
Om te voorkomen dat jongeren wapens op zak hebben, voert de gemeente Vlissingen gesprekken met basisscholen, middelbare scholen en mbo-opleidingen over voorlichting en kluisjescontroles. Ook lopen dit jaar twee extra jongerenwerkers rond in kwetsbare wijken. Ze organiseren ook activiteiten in buurtcentra en sportzalen. Mochten jongeren tegen de criminaliteit aanschuren, dan kunnen ze persoonlijk worden begeleid.
Buurtteams Vlissingen, waaronder het lokale jongerenwerk valt, en het Scheldemond College wilden vanwege de gevoeligheid van het onderwerp niet in gesprek met NRC over jeugdcriminaliteit. Op deze middelbare school deed zich in maart nog een gewelddadige confrontatie voor tussen een oud-leerling, diens vader en personeelsleden.
„We hebben veel gepraat en gepeuterd in Den Haag, tevergeefs”
Voor preventie van jeugdcriminaliteit krijgt de gemeente drie jaar een bijdrage van het Rijk: driemaal 500.000 euro, van juli 2024 tot juli 2027. Daarmee valt Vlissingen onder de tijdelijke regeling van het programma Preventie met Gezag, net als negentien andere gemeenten. Net op tijd, vindt Van den Tillaar, voor „een noodzakelijke reparatie”.
Zijn gemeente komt niet in aanmerking voor langdurige staatssteun om jeugdcriminaliteit te voorkomen, die krijgen 27 andere gemeenten wel. De drempel voor deelname ligt op minstens tachtigduizend inwoners. „Dat heb ik nooit begrepen”, zegt Van den Tillaar. „Als je kijkt naar de relatieve cijfers, had Vlissingen al lang mee moeten doen. We hebben veel gepraat en gepeuterd in Den Haag, tevergeefs. Ik vind het een verkeerde beslissing.”
Lees ook
Belgische politie arresteert recordaantal drugsuithalers in Antwerpen, helft is Nederlander
Een orgie in een jacuzzi, een „pijpkoningin” en „iedereen is van iedereen”. Het elfde seizoen van Ex on the Beach: Double Dutch , dat deze week zijn finale beleeft, wordt door het publiek bestempeld als een van de heftigste ooit. Dankzij het sensationele haalt dit soort „lovereality”, zoals RTL het noemt, steeds weer hoge kijkcijfers. Ex on the Beach staat het hele seizoen al in de top-10 best bekeken series op streamingdienst Videoland. Waarom blijven zo veel mensen kijken, ondanks de kritiek?
In het datingprogramma op een tropische locatie („de hel van liefde lust en drama”) worden de deelnemers geconfronteerd met hun „pittige” ex’en. Dat staat garant voor seks, roes en ruzie. „Dit seizoen is heel heftig, maar daardoor vind ik het wel super leuk”, zegt Ayleen Bella, oud-deelneemster van het programma. „Dit is Ex on the Beach zoals we het kennen van vroeger, zoals het hoort te zijn”. Bella smult net als een groot deel van Nederland van de lovereality. „In de afgelopen seizoenen gebeurde niet echt iets. Seizoen vier en vijf waren ook heftig, al is dit seizoen nog wat heftiger op seksgebied. Maar ja, seks doen we allemaal, toch?”
Lovereality ligt al langer onder vuur. In 2023 meldden dertien oud-deelnemers van het vergelijkbare programma Temptation Island zich met klachten: de opnames hadden hen psychische klachten bezorgd. Temptation Island werd door RTL opgeschort. Het programma was „niet meer van deze tijd”, zei RTL-programmadirecteur Peter van der Vorst toen. Overigens werd in april bekend dat het programma misschien toch doorgaat, met een andere producent.
Dit seizoen is heel heftig, maar daardoor vind ik het wel super leuk
Efrain Balochie was één van de deelnemers die zich toen uitsprak over zijn heftige ervaring in het programma: „Temptation Island is gebaseerd op psychische manipulatie die moet zorgen voor sensatie. Ik heb tijdens de opnames verschillende situaties meegemaakt waarin mijn grenzen zijn overschreden. De productie doet er alles aan om de uitspraken en beelden te krijgen die ze willen hebben voor de uitzending.”
Kunnen dit soort programma’s dan nog wel? Tv-netwerk MTV en producent No Pictures Please willen niet reageren op vragen over Ex on the Beach. RTL zei vorige maand wel tegen het AD dat er een groot verschil is tussen Temptation Island en Ex on the Beach: „Temptation vinden we niet meer van deze tijd omdat mensen hun relatie in de weegschaal stellen. Dat is een wezenlijk ander uitgangspunt dan andere lovereality-titels.”
Wat is de behoefte van kijkers om seks drama en liefde op tv te zien? Bjarne Timonen, die als mediapsycholoog bij diverse tv programma’s voor en achter de camera werkte, zegt dat kijkers nou eenmaal houden van sensatie: „Dat is altijd wel zo geweest en dat zal ook wel zo blijven.” Volgens hem is kijken naar sensatieprogramma’s een manier om even je eigen zorgen te vergeten. Het is leedvermaak: „Genieten van het lijden van een ander zodat we ons beter voelen over onszelf. Als je zit te kijken naar zo’n programma als Ex on the Beach, dan hoop je niet dat het goed gaat met die mensen. En daar worden die programma’s ook op toegespitst.”
Snijvlak van ethiek
Maar de vraag of het ethisch blijft, moet volgens Timonen wel centraal blijven staan. „Dit soort programma’s bevinden zich op het snijvlak van ethiek. Ze moeten zeker wel gemaakt kunnen worden, maar er moet goed worden gecontroleerd of de deelnemers wel geschikt zijn om mee te doen. Ze moeten zich bewust zijn van de gevolgen van hun deelname. Je wordt in deze programma’s genadeloos aangepakt en afgestraft, en vervolgens krijg je de reacties op sociale media ook nog over je heen.”
Bij die weerbaarheidscontrole gaat het vaak mis, ziet Timonen. „Om een kwetsbare deelnemer eruit te kunnen pikken moet je niet alleen klinische ervaring hebben, maar ook kennis van de media. Dat zou alleen gedaan moeten worden door BIG-geregistreerde psychologen.” Ook tijdens het programma is betrokkenheid van een psycholoog belangrijk. „Iemand moet de programmamakers op hun vingers kunnen tikken wanneer ze te ver gaan. Deelnemers kunnen niet altijd zelf zien wanneer hun grens wordt overschreden.”
OnlyFans
Die grenzen worden steeds verder opgerekt, mede doordat programmamakers steeds meer uit de kast moeten trekken om de aandacht van het publiek te behouden. „Het publiek is door sociale media steeds meer gewend aan snelle content. Je moet de kijkers dan wel blijven boeien in een aflevering van een uur. Maar het hoeft niet per se steeds heftiger, daar moeten de programmamakers wel een grens aan stellen.”
Dat de deelnemers aan loverealityprogramma’s zoals Ex on the Beach zich steeds heftiger gaan gedragen is logisch, zegt oud-deelneemster Bella. „Als er niks gebeurt, is het seizoen gewoon saai’. Ze verwijst naar Love or Leave – de ‘onschuldigere’ spin-off van Temptation Island. Volgens haar was dat „één grote flop”.
Lees ook
De tv-recensie over Ex on The Beach
Daarnaast weet je als deelnemer van Ex on the Beach waar je aan meedoet, vindt Bella. „De deelnemers kiezen er zelf voor om zichzelf zo neer te zetten. Het is voor veel mensen een manier om bekend te worden, maar daarvoor moet je wel opvallen.” Diverse deelnemers konden dankzij hun tv-bekendheid influencer worden, in clubs optreden, of bijvoorbeeld hun geld verdienen op OnlyFans, een platform voor betaalseks. Zelf heeft Bella geen negatieve ervaringen gehad met de productie van Ex on the Beach. „De productie was er altijd voor mij. Ze hebben me nergens toe gedwongen.”
Temptation-deelnemer Efrain Balochie betreurt dat lovereality zo populair blijft: „Drank, vreemdgaan, seks, dat is wat mensen willen zien. Het boeit de kijkers niet of het te ver gaat, ze willen gewoon smullen”. Daarom verwacht hij ook geen verbetering in de toekomst. „De enige grens die er getrokken kan worden, is dat er geen programma meer is.”
De vijand heet Wendy Jones. Wendy Jones is model en influencer en ze heeft Jessica’s vriend gestolen, Zev. Zev en Wendy Jones wonen nu samen en ze zijn verloofd, precies het gelukkige script dat dertiger Jessica voor zichzelf had uitgedacht. Jessica tiert en huilt en trekt zich tijdelijk terug in het huis van haar oma, waar ook haar gescheiden moeder en haar verlaten oudere zus bivakkeren. Je moet meer kleine bewegingen maken, dan leef je langer, zegt haar gymmende moeder. Dat is shaming, zegt haar lethargische zus. Zev is zó grappig, zegt oma, en hij heeft zo’n erotische geur. Je kunt hem vast wel terugkrijgen.
Jessica’s baas bespeurt een mentale inzinking en stuurt haar tijdelijk naar Londen – en meteen heeft ze een volgend scenario in haar hoofd: ze zal een pastorale romance à la Jane Austen beleven, of tenminste iets spannends als in Spice World.
Natuurlijk loopt het anders. Jessica belandt in een schemerige flat met luidruchtige buren. Haar in sarcasme verpakte openhartigheid botst aanvankelijk hard met de Britse stiff upper lip. De liefde dient zich vrijwel meteen aan in de persoon van Felix, een weinig succesvolle punkmuzikant – maar in Too Much, een nieuwe romcom op Netflix, hebben Felix en Jessica tien afleveringen de tijd nodig om met hun eigen emotionele bagage in het reine te komen.
Wie houdt van een comedy vol extravagante personages en niet vies is van wat seks en drugs kan zijn hart ophalen bij Too Much. Meg Stalter en Will Sharpe dragen hun hoofdrollen als Jessica en Felix moeiteloos, al is het soms lastig om van hun personages te houden, ze zitten behoorlijk vast in zichzelf. De bijrollen zijn geweldig, van Andrew Scott als een narcistische regisseur tot Stephen Fry als Felix’ problematische vader. En wie ligt daar boos in bed, omdat haar man „therapeutisch ketamine gebruikt en experimenteert met pansexualiteit”? Dat is Lena Dunham, het brein achter Too Much, dat losjes gebaseerd is op haar eigen leven. Net als Girls, haar voorlopige magnum opus. Maar deze keer wilde Dunham niet meer zelf de hoofdrol spelen.
Wie houdt van een comedy vol extravagante personages en niet vies is van wat seks en drugs kan zijn hart ophalen bij ‘Too Much’ Beeld Ana Blumenkron
Girls
Dunham’s carrière begon stormachtig. Haar debuutfilm Tiny Furniture (2010) trok zoveel aandacht in het festivalcircuit dat zender HBO de toen 23-jarige een contract aanbood om een serie voor ze te ontwikkelen. Als begeleider kreeg ze ervaren showrunner Jenni Konner toegewezen, en vermaard comedy-regisseur Judd Apatow diende zich spontaan als mentor aan. Maar Girls (2012-2017) was en bleef heel erg Dunham’s creatie en verbeeldde New York zoals zij het kende, vol afgestudeerde, dolende twintigers voor wie geen enkele zekerheid meer gold.
In Girls zijn de banen onderbetaald en zielloos, de appartementen klein en duur, de relaties verwarrend en stekelig. Geen wonder dat de generatie ná de millennials over wie Girls heette te gaan de serie nu herontdekt en elkaar middels TikTok-filmpjes op de beste scènes wijst: de omstandigheden waarin twintigers zich een plek in de wereld moeten zien te veroveren zijn bepaald niet gemakkelijker dan ze tien jaar geleden waren.
Girls is ook bij terugzien uitzonderlijk goed; beter nog dan Too Much, waarin ondanks alle seks en drugs een conventioneler pad wordt bewandeld, al is de casting vele malen diverser. Too Much is vrolijk, minder cynisch, meer uitgesproken theatraal. In Girls waren de gesprekken zo geloofwaardig dat de actrices zo’n beetje werden vereenzelvigd met hun personages. Dat gold bovenal voor Dunham, die hoofdpersoon Hannah Horvath bewust neerzette als een egocentrische millennial die haar eigen talenten overschat, maar die zelf alle irritatie daarover opving.
In een uitgebreid interview met The New Yorker vorig jaar keek Dunham terug op de Girls-jaren als een wilde, gevaarlijke rit die haar volledig uitputte. „Op een gegeven moment schoot ik in vier weken tijd een Vogue-cover, ik presenteerde Saturday Night Live, gaf een speech op festival South by Southwest en vloog daarna naar een prijzengala. Om te zeggen dat ik gebroken was, is een understatement.” Waarom ze zich zo liet leven? „De sfeer was er een van: vrouwen zijn nu in de mode, dus gaan, gaan, gaan. En ik geloofde dat. Ik geef niemand daar specifiek de schuld van. Ik had aardige, fijne collega’s. Het is gewoon de aard van het beest.”
Het gekke is dat Dunham in haar topjaren geen seconde de indruk wekte dat ze de controle kwijt was. Ze verscheen met een hippe entourage bij talkshows en premières, maakte naast Girls ook een nieuwbrief en een podcast, incasseerde een exorbitant voorschot voor haar memoir Not That Kind of Girl en postte onvermoeibaar op Twitter en Instagram. Als zelfverklaard „dwangmatig openhartige” jonge vrouw deelde ze alles: haar obsessief-compulsieve aanleg, haar endometriose, het laten verwijderen van haar baarmoeder. De niet malse kritiek die ze kreeg pareerde ze snel en gevat, met seksisme als stokpaardje om tegenstanders de mond te snoeren. Die vlieger ging niet altijd op: statements als „Ik wou dat ik een abortus had gehad” vielen totaal verkeerd, al waren ze dan feministisch bedoeld. Een paar seksueel geladen jeugdherinneringen uit haar boek wekten zoveel woede dat online nog altijd met de term kindermisbruik geschermd wordt als het over Dunham gaat.
In 2018 bleek dat Dunham in het volle licht van de schijnwerpers een zware pillenverslaving had opgelopen; ze kickte af in een kliniek. „Ik herinner me vooral dat ik zo doodsbang was om mensen teleur te stellen dat ik dacht: als ik deze drugs nou neem om meer mezelf te zijn, dan is dat toch beter?” vertelde ze in 2021 aan tv-host Drew Barrymore. Er veranderde meer: Dunham verhuisde naar Londen en vond daar in betrekkelijke anonimiteit een nieuwe liefde, muzikant Luis Felber. Vogue deed verslag van het huwelijk en Dunham’s vriendin Taylor Swift was erbij, maar van een groot showbizz-gebeuren was geen sprake. Felber werkte mee aan Too Much, onder meer als componist, en spreekt vol bewondering over Dunham’s manier van werken.
Na een aantal jaar van kleine filmprojecten staat Dunham sinds haar Netflix-deal van afgelopen januari weer op het hoofdpodium. Als regisseur en scenarist heeft ze plannen te over – ze draait deze zomer een romcom in New Jersey met Natalie Portman in de hoofdrol; Meg Ryan en Mark Ruffalo doen ook mee – maar als actrice stelt ze voorlopig scherpere grenzen. Haar verhouding met haar eigen lichaam is veranderd: ze heeft het syndroom van Ehlers-Danlos, met pijn en blessures tot gevolg, en is nu veel zwaarder dan in de Girls-jaren vol fat-shaming. Dat dat verder niemand iets aangaat en dat ze zichzelf ook mag beschermen tegen de wrede blik van vreemden, is voor Dunham een nieuw inzicht. Het kan haar werkplezier alleen maar ten goede komen.