Hongkong ging ‘van chaos naar orde’, zo heet het nu in het Museum van Geschiedenis

Het geluid van brand, geschreeuw en brekend glas, ondersteund door onheilspellende muziek, schalt uit de luidsprekers als bezoekers in het Museum van Geschiedenis in Hongkong de roltrap naar boven nemen. Aan de muren grote foto’s en video’s van gemaskerde mensen die vernielingen aanrichten, van brandende politieauto’s, van plunderingen.

In deze tijdelijke expositie wordt de vijfde verjaardag van de invoering van de Nationale Veiligheidswet (NSL) gevierd en het narratief is vanaf het begin duidelijk: dit is het verhaal van een stad die in brand stond, een stad die bedreigd werd, en waar de Chinese overheid niets anders kon doen dan ingrijpen. De voormalige Britse kolonie werd op 1 juli 1997 overgedragen aan China, Hongkong is sindsdien een zogeheten Speciale Bestuurlijke Regio.

In een lange video, in de tweede ruimte van de expositie, schijnt bijna letterlijk de zon nadat de NSL is aangenomen: breedlachende en met de Chinese vlag zwaaiende mensen vullen het beeld. „Overtreders zijn voor het gerecht gebracht en veroordeeld, of zijn gevlucht naar het buitenland, een voor een. Hongkongs samenleving wist de stabiliteit snel te herstellen, waardoor het leven van de burgers weer normaal is en de tumultueuze periode van onrust is afgesloten”, staat te lezen op een van de begeleidende panelen.

Sinds de overdracht van Hongkong aan China geldt het principe van ‘Eén land, Twee Systemen’ – ooit geïntroduceerd door de voormalig Chinese staatsman Deng Xiaoping, die voor een succesvolle vereniging van China met Hongkong, Macau en uiteindelijk ook Taiwan bedacht dat deze regio’s hun eigen economische en administratieve systemen mochten behouden. De huidige realiteit is echter dat Beijings bemoeienis met Hongkong groeiende is. De NSL is daar een concreet voorbeeld van.

De aanleiding was duidelijk: Hongkong, dat een diepgewortelde protestcultuur kende, was in 2019 het toneel van grootschalige demonstraties en toen deze steeds gewelddadiger verliepen, gaf dit de Chinese autoriteiten het perfecte excuus om het ‘zwarte geweld’, zoals Beijing de protesten noemden, de NSL op te leggen. De wet stelt strenge straffen – maximaal levenslang – in het vooruitzicht voor wie zich schuldig maakt aan ‘afscheiding’, ‘subversie’, ‘terrorisme’ of ‘samenspanning met buitenlandse organisaties’.

Foto van de Chinese president XI Jinping op National Security Exhibition Gallery in Hongkong, juni 2025.

Fot Tyrone Siu/Reuters

Geen gele paraplu’s

Sinds de invoering van de wet zijn er geen grootschalige protesten meer geweest in Hongkong. De grootste demonstratie was in maart 2023, toen enkele tientallen mensen zich verzamelden in Tseung Kwan O, ver van de centrale en bekende eilanden die deel uitmaken van Hongkong. Met spandoeken en megafoons uitten zij hun onvrede over de voorgenomen bouw van onder meer een vuilstort en een cementfabriek op een ingepolderd reepje grond aan de rand van hun woonplaats. De internationale pers kwam massaal af op het bescheiden buurtprotest.

De boze buurtbewoners liepen een zorgvuldig met afzetlint afgebakend rondje door de buurt. De leuzen op spandoeken waren vooraf voorgelegd aan de politie, mondkapjes en andere gezichtsbedekking waren verboden, en deelnemers droegen een naamkaartje met een uniek nummer. Paraplu’s waren gelukkig toegestaan – het regende flink – maar dan geen gele exemplaren. Die zijn sinds 2014 een symbool van de grote protestbeweging voor algemeen kiesrecht in Hongkong .

Dit zorgvuldig gecontroleerde ‘protest’ vormde een schril contrast met de massale demonstraties die de miljoenenstad tot enkele jaren daarvoor domineerden. In juni 2019 herdachten – volgens cijfers van de organisatie – zo’n 180.000 mensen de bloedig neergeslagen opstand op het Plein van de Hemelse Vrede in Beijing in 1989. De opkomst was mede zo groot omdat de stad in de ban was van een omstreden uitleveringswet, die het mogelijk maakte om verdachten van sommige misdrijven te berechten op het vasteland van China. Diezelfde maand gingen zo’n twee miljoen mensen – ruim een op de vier inwoners van Hongkong – de straat op om daartegen te protesteren.

Demonstranten worden opgepakt door politie in de Hongkongse wijk Wan Chai, oktober 2019. Voor China waren de protesten een excuus om de Nationale Veiligheidswet in te voeren.

Foto Anthony Kwan/Getty Images

Ook in 2020 trokken tienduizenden betogers door de straten van Hongkong. De politie zette traangas in tijdens het protest.

Foto Yat Yeung/Getty Images

Schoolklassen

In de tijdelijke expositie in het grote museum op Kowloon wordt veelvuldig verwezen naar het zware geweld, en er wordt gestrooid met statistieken: brandstichting kwam in 2024 ‘maar’ 234 keer voor, in 2019 wel 927 keer, een afname van 74,76 procent. Of met de cijfers van de aantallen arrestaties en veroordelingen – het moet een beeld oproepen van een daadkrachtig optredende overheid. Zo is er een zevental voorbeelden van strafzaken, waaronder de zaak tegen Tak-chi Tam, journalist en prodemocratisch politicus, wegens opruiing. Tam behoort tot de zogeheten ‘Hongkong 47’ – een groep activisten, prodemocratische politici, journalisten en juristen die vervolgd werden onder de nieuwe wet. In november kregen 45 van hen forse gevangenisstraffen opgelegd, oplopend tot tien jaar. Spijtbetuigingen hielpen niet voor een lagere strafmaat.

Lees ook

Zelfs voor dissidenten die spijt betuigden kent de Hongkongse rechtbank weinig genade

Buiten het rechtbankgebouw waar 45 activisten dinsdag hun straf hoorden, was veel politie op de been. Een lange rij belangstellenden hoopte op een plek op de publieke tribune.

Het zijn vooral schoolklassen en grote groepen Chinezen die de boodschap dat „nationale veiligheid het fundament is van nationale verjonging” ingeprent moeten krijgen. Zonder nationale veiligheid kan er niets worden bereikt, en dus is het ieders verantwoordelijkheid én recht om „van ons land te houden” staat er op panelen te lezen.

Een schoolklas maakt foto’s bij de ingang van het Museum van Geschiedenis in Hongkong.

Foto Elson Li/South China Morning Post/Reuters

„Dit is wel een beetje beangstigend, nietwaar”, zegt een Britse vrouw hardop als ze in een van de laatste ruimtes van de expositie staat. Haar naam wil ze niet geven. „Het gaat er maar om welk verhaal je wilt vertellen.” Ze trekt haar dochtertje mee en loopt snel de expositie uit.

Zelfcensuur

Het effect van de veiligheidswet op de samenleving is veel groter dan de arrestaties en inperking van het demonstratierecht. Omdat vergrijpen er vaag in worden omschreven, is het moeilijk om te weten waar precies de grens ligt. Veel activisten en maatschappelijke organisaties nemen daarom het zekere voor het onzekere en kiezen voor zelfcensuur. „Omdat het mes de hele tijd boven je hangt, weet je niet wanneer je wordt onthoofd”, omschrijft een activist de situatie in een recent gepubliceerd rapport van de Amerikaanse Georgetown University.

Volgens het rapport zijn in de eerste tweeëneenhalf jaar na invoering zeker negentig ngo’s en 22 mediaorganisaties opgeheven. Daaronder waren grote, zoals de negentigduizend leden tellende onderwijsbond en de Hongkongse Confederatie van Vakbonden (160.000 leden). Sommige, zoals de mensenrechtencoalitie Civil Human Rights Front of de onafhankelijke krant Apple Daily, werden rechtstreeks aangepakt. Maar veel meer organisaties besloten zelf te stoppen uit vrees om een onzichtbare grens te overschrijden.

Ook zijn er geen pro-democratische politieke partijen meer in Hongkong; de laatste, de Liga van Sociaal-Democraten, stopte eind juni in navolging van de Democratische Partij die al eerder stopte. Sinds 2021 mogen alleen nog ‘patriottische’ partijen aan verkiezingen deelnemen.

Persconferentie van de Liga van Sociaaldemocraten over opheffing van de partij vanwege China’s veiligheidswet, 29 juni.

Foto Tyrone Siu/Reuters

Proeflezer, omringd door media, op de redactie van de krant Apple Daily in Hongkong.

Foto Jerome Favre/EPA

Foto’s van messen en bloed

Voor journalisten is het moeilijk precies vast te stellen hoeveel ruimte er nog is voor onafhankelijke of kritische berichtgeving. Hongkongs minigrondwet garandeert nog altijd „vrijheid van meningsuiting, persvrijheid en vrijheid van drukpers”, maar de pro-democratische krant Apple Daily en nieuwsplatform Stand News werden gesloten, en hun eigenaren en hoofdredacteuren vervolgd. Op de jaarlijkse ranglijst van Reporters Without Borders (RSF) staat Hongkong op de 140ste plek, tachtig plaatsen lager dan tien jaar eerder. Zeker tien journalisten zitten momenteel in de gevangenis.

„We interviewen de vertrekkende Amerikaanse consul, die naar Beijing gaat. Zo’n afscheidsinterview is in Hongkong heel gebruikelijk. Maar de autoriteiten bekritiseren hem nu fel, en wij blijken de enigen te zijn die hem nu spreken. Niemand anders doet het”, vertelde hoofdredacteur Tom Grundy van nieuwssite Hong Kong Free Press onlangs in een podcast. Hij wil met het voorbeeld illustreren hoe de vage wetgeving ertoe leidt dat media risico’s mijden.

Afgelopen september legde de Hong Kong Journalists Association een gecoördineerde intimidatiecampagne bloot, waarbij journalisten en hun familieleden via sociale media, e-mail en aan huis bezorgde brieven door anonieme ‘patriotten’ werden bedreigd met aangifte op grond van de veiligheidswet. Sommigen ontvingen foto’s van messen, bloed en gedenkstenen.

Lees ook

In Hongkong weet de pers niet hoe vrij de pers nog is

Ronson Chan van de HKJA bij de rechtbank, afgelopen dinsdag.

‘Zacht verzet’

Sinds kort gaat veel aandacht van de Hongkongse autoriteiten uit naar de bestrijding van wat ze ‘zacht verzet’ noemen, een zo vage term dat zelfs de Hongkongse minister van Justitie Paul Lam in de Chineestalige krant Ming Pao erkende dat er „geen duidelijke definitie” van is. Als voorbeeld noemde hij het doen van „onjuiste beweringen” die emotioneel van aard zijn en „niet gebaseerd op objectieve feiten”. Die zouden „een negatief beeld van de regering” kunnen geven.

Dat de bestrijding prioriteit heeft, werd duidelijk na opmerkingen van cultuurminister Rosanna Law, die in een interview met de Beijinggezinde krant Wen Wei Po zei dat haar departement subsidies voor evenementen, voorstellingen en bibliotheekcollecties streng zal beoordelen om „elementen die de nationale veiligheid kunnen bedreigen te elimineren”. En eind mei stuurde de lokale voedsel- en warenautoriteit brieven aan onder meer restauranthouders, kleine kruideniers, badhuizen en uitvaartcentra waarin wordt gewaarschuwd dat zij hun vergunning kunnen verliezen als zij zich inlaten met activiteiten die „ingaan tegen de nationale veiligheid”.

De conclusie van de tentoonstelling is dat Hongkong in vijf jaar van ‘chaos naar orde’ is gegaan. Er volgt wel een waarschuwing. „Op dit moment, hoewel Hongkong aan de oppervlakte misschien rustig aanvoelt, blijven de onderstromen bestaan en blijft het veiligheidslandschap ingewikkeld en uitdagend.” Een algemene oproep voor waakzaamheid volgt, zonder concreet te zijn over bedreigingen of ‘onderstromen’. Onzekerheid is troef in Hongkong.

Politieboot surveilleert in Victoria Harbour tijdens de 28ste verjaardag van de overdracht van Hongkong van het Verenigd Koninkrijk aan China, 1 juli 2025.

Foto Peter Parks/AFP

Lees ook

Hongkong pakt mensen op die bloedbad uit 1989 dreigen te herdenken met bloemen of waxinelichtje

Activist Lui Yuk-lin wordt door politieagenten in Hong Kong aangehouden op dag dat het 36 jaar geleden is dat China de opstand op het Plein van de Hemelse Vrede in Beijing neersloeg. Foto Chan Long Hei/AP


Wel werk, tóch dakloos: de verborgen slachtoffers van de wooncrisis

Op de bank bij een vriend slapen, op zolder bij familie of in een vakantiepark: door de oververhitte woningmarkt raken steeds meer mensen dakloos. De stress en schaamte die daarbij komen kijken, blijven vaak onderbelicht. Daardoor nemen de problemen vaak alleen maar toe.

Heb je vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze redactie via [email protected].

Gast:
Noor van Leemput en Cody Hochstenbach
Presentatie:
Bram Endedijk
Redactie:
Felicia Alberding
Montage:
Yeppe van Kesteren
Eindredactie:
Tessa Colen
Coördinatie:
Belle Braakhekke
Productie:
Andrea Huntjens


De Kameleon vaart vandaag richting Afghanistan

Van de bittere armoede die rond de voor-vorige eeuwwisseling leidde tot hongeropstanden onder de veenarbeiders, is in Langezwaag weinig meer te merken. Het dorp waar de legendarische kinderboekenschrijver Hotze de Roos (zestig delen De Kameleon!) in 1909 het levenslicht zag, ligt er rustig en welvarend bij. Er is gebouwd: niet aan een nieuw schip voor de tweeling Sietse en Hielke Klinkhamer, maar aan de energiezuinige eensgezinswoningen (energielabel A+++) in de fonkelnieuwe Hotze de Roosstrjitte.

Twee bochten zuidelijker biedt een voortuinkastje een blik op een rijk leesleven. Dat De boekhandelaar van Kaboel afkomstig is uit het bezit van een echte liefhebber, blijkt uit het ex libris dat in reliëf in de derde bladzijde is gestanst. Hierover valt al veel te vertellen voordat je het hebt gelezen. De Noorse journaliste Åsne Seierstad verbleef in 2002 drie maanden in het huis van een boekverkoper die juist weer enige vrijheid van handelen had verkregen na de val van de Taliban. Het werd resulteerde in een bestseller, die deels ging over het beroepsbestaan van de man en des te meer over de ongelukkige levens van de vrouwen in zijn familie. De boekhandelaar – Soeltan Kahn heet hij in het boek – stelde dat het boek hem het leven in Afghanistan onmogelijk maakte, schreef een tegenboek (Once Upon a Time There was a Bookseller in Kabul), en zijn tweede echtgenote spande een proces aan tegen Seierstad. Een Noors hof bepaalde uiteindelijk in 2011 dat Seierstad de privacy van de familie niet wederrechtelijk had geschonden.

Tot zover het boek dat je over dit boek zou kunnen schrijven. Deze editie uit 2003 – de vertaling is van Diederik Grit – begint met de prettige bezoeken van de Noorse journaliste aan de winkel van Kahn, die vertelde hoe elk nieuw regime zijn boeken verbrandde: de communisten, de moedjahedien, de Taliban. Met hem praten was een bevrijding voor haar, na weken omgang met stuurse soldaten in het noorden van het land.

Drie maanden is ze embedded in de familie Kahn. Dat dit geen vrolijk verhaal oplevert, blijkt al in het eerste hoofdstuk, waarin Seierstad beschrijft hoe Soeltan Kahn op zoek gaat naar een tweede vrouw. Hij was zestien jaar getrouwd met Sjarifa en had nu zijn oog laten vallen op de zestienjarige Sonja. Tegen de wil van de vrouwen in zijn familie in, opende hij de onderhandelingen met Sonja’s familie – die uiteindelijk zwicht voor het aanbod van de welgestelde boekhandelaar op leeftijd. Over Sonja zelf schrijft ze: „Ze wist dat ze de man niet wilde, maar ze wist ook dat ze zich naar de wens van haar ouders moest schikken […] Het geld dat haar ouders kregen, zou haar broers helpen om een goede vrouw te kopen.” Over Soeltans eerste vrouw: „Sjarifa huilde twintig dagen achtereen.”

Van zeer nabij vertelt ze de familieverhalen, over een van de eerste bruiloften in Kabul na het vertrek van de Taliban. Dit gaat gepaard met veel feestelijkheden en vreugde, maar steeds stuit je op de onmenselijke aspecten van het sociale systeem: „Een bruiloft is als een klein sterfgeval […] Men heeft een dochter verloren, verkocht of weggegeven.” Dat staat er zo scherp, omdat de bruid niet meer zomaar kan langskomen bij haar ‘eigen’ familie, daarvoor is toestemming van haar man nodig, zoals ze zich in het eerste deel van haar leven had te schikken naar haar moeder. Het huwelijk als overplaatsing van de ene gevangenis naar de andere. Zo’n beeld beklijft.

Frits Abrahams is met vakantie.

Wilt u het besproken exemplaar De boekhandelaar van Kaboel hebben? Mail dan naar [email protected]; het boek wordt onder inzenders verloot, de winnaar krijgt bericht.


Opinie | Bewuste keus

Een paar jongelui, jaar of veertien denk ik, drentelen bij een tabakswinkel. Aarzelend komt een meisje naar mij toe. „Zou u misschien een pakje sigaretten voor ons willen kopen?” Ik antwoord dat ik roken te ongezond vind, en het daarom niet ga doen. Onmiddellijk komt er een ander meisje bij ons staan. „Mevrouw, dat ziet u verkeerd. Vapen is wel vijftig keer slechter dan roken, dus roken is een bewuste keuze.” Briljant.

Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]


Column | Gaza stelt alles op de proef, ook de journalistiek

Het moet iedereen opvallen, Gaza vormt een breuklijn. Onze cultuur van vrijheid, veiligheid, welvaart, van mensenrechten en democratische rechtsstaat, van ‘rule based’ betrekkingen, is in de schaduw geraakt. Oké, wéér zo’n moraalstukje, zult u denken, en 7 oktober dan? Maar ik ontkom er niet aan. Dan had het hier maar niet De Rechtsstaat moeten heten.

Internationaal zien we afbraak van mensenrechten, van autoritaire druk, van rechtsstatelijke recessie, van het negeren van internationaal recht, bij oorlog bijvoorbeeld. Rusland voert zonder legitieme aanleiding oorlog tegen Oekraïne, dat zich door de EU gesteund weet, maar niet voluit of eendrachtig. We zien internationale organisaties falen, vredesgezanten zijn werkeloos, VN-hulporganisaties worden afgeserveerd. 19de-eeuwse machtspolitiek is terug, met leiders als tiran, keizer of maffiabaas.

De recente NAVO-top hield de alliantie nog nét bij elkaar dankzij een gênant staaltje stroop smeren annex zelfbedrog. De échte vragen waren onbespreekbaar. Misschien kon het ook niet anders. Bestaan die westerse waarden waar de NAVO ooit artikel 5 voor schreef, nog wel? Doet een democratische rechtsstaat als beschermwaardig doel er nog toe? Of is alles machtspolitiek en dus retoriek en reality-tv?

Overal krijgen organisaties, overheden en werkgevers intern vragen. Hebben we vuile handen, laten we ons wel horen, doen we wat we kunnen om dit tegen te houden? Er zijn al twee Rode Lijn-demonstraties geweest met ruim 200.000 burgers. Vorige maand stuurde de (voormalige) top van de rechtspraak een open brief aan premier Schoof met de opdracht „voortvarend te handelen”, gezien de „bijzonder ernstige gevallen van schending van het internationale recht” die „onder onze ogen” plaatsvinden. De laatste keer dat ik de rechtspraak achter een spandoek kon betrappen, was bij de demonstratie van de duizend toga’s in Warschau, destijds tegen het knevelen van de Poolse rechtspraak.

De juristenbrief volgt de trend maar is ook bijzonder. Ook deze groep zegt: „Spreek Israël aan”. De sleutelzin: „Uithongeren en het bombarderen van burgerdoelen zijn oorlogsmisdrijven, en moeten onmiddellijk stoppen om te voorkomen dat genocide plaatsvindt.” Voorkomen dus – niet staken. Want zover is het Internationale Gerechtshof nog niet en dus kennen deze vijfhonderd juristen hun plaats.

Bij de NVJ, de beroepsvereniging van journalisten, deden we hetzelfde, onvermijdelijk. (Persoonlijk feit: ik ben er bestuurder.) Een ingezonden stuk, een brief aan de minister, een persoonlijke ledenoproep. Er zijn ruim 180 Palestijnse journalisten vermoord – de infrastructuur van Gaza wordt er gericht vernietigd, inclusief media. Met als doel de verdrijving van het hele volk. Het beneemt je de adem – alle humanitaire vooruitgang na WO II lijkt naar de filistijnen. Ook het wegkijken is terug.

Zoiets vreet aan je – ook aan je roeping als journalist. Daar horen juist distantie bij, evenwicht, wederhoor en objectiviteit, tenminste als ambitie. Dat valt voor velen nauwelijks meer op te brengen, merk ik. Het kwaad is te dominant. Dat objectiviteit veelal strijdig is met identiteit was een stap die de meesten allang hebben gezet. Iedere journalist is gevormd, opgeleid, heeft cultureel of historisch bepaalde opvattingen – om van gender maar te zwijgen. Bij ons beroep hoort ook engagement, activisme voor de waarheid, zeggen we tegen elkaar. En we zijn ook tegen onrecht, wat we dan verschillend invullen. Net als wat die waarheid dan is. Tegelijk willen de meeste journalisten dienstbaar zijn aan het verschil tussen feiten en meningen. Ik in ieder geval wel.

Gaza heeft ook dat opgeblazen. Althans voor velen. Dit is te groot. Gaat een journalist die op tijdreis in een slavenschip is beland, ook de kapitein wederhoor vragen over de omstandigheden in het ruim? Nee dus. Wie kan er nu nog afzijdig blijven, als kritisch-neutrale toeschouwer, als je voor je werk moet dealen met fascisten, oorlogsmisdadigers of potentaten? Daar zijn letterlijk geen woorden voor.

Is journalistiek juist niet inherent vóór de democratische rechtsstaat? En is het ‘neutraal’ verslag doen van ontkenningen, van het verdraaien, het goedpraten en wegkijken van genocide dan niet óók bijdragen aan het voortduren ervan? Of wordt dit te pijnlijk?

Journalistiek is nooit waardenvrij. De vraag lijkt mij urgent of journalisten niet uit de kast moeten komen – welk perspectief ze kiezen en waarom. Voor of tegen de democratische rechtsstaat. En dus tegen de krachten die dat willen opblazen.

Folkert Jensma is juridisch journalist en schrijft om de week op woensdag.


Column | Israëls nieuwe voorraad bulldozers

Ik dacht eigenlijk dat Biden als president Israël alle wapens leverde die het maar hebben wilde, maar daarin vergis ik me toch. Vorig jaar mei schortte hij de levering van 1.700 zware – 1.000 kilo – bommen op uit bezorgdheid dat het Israëlische leger daarmee burgers zou doden bij het toen ophanden zijnde offensief in dichtbevolkt Rafah, dat overigens gewoon doorging. Inmiddels zijn in 21 maanden vernietigingsoorlog in Gaza meer dan 58.000 Palestijnen gedood. En in november bevroor Biden de levering van 134 Caterpillar D9 bulldozers. Jazeker ook een wapen (zij het met de koosnaam ‘Doobi’, teddybeer), want die worden in bezet Palestijns gebied gebruikt om huizen en andere gebouwen plat te walsen. En niet om het stadsbeeld te verfraaien. Daar was toen in Washington nogal wat protest tegen, met name waar het de Gazastrook betrof. Het zal u niet verrassen dat Trump Bidens beperkende maatregelen meteen na zijn aantreden als president in januari ongedaan maakte.

Het gaat me vandaag om de bulldozers, want die werden uiteindelijk afgelopen week per schip afgeleverd in Haifa, en meteen afgevoerd voor bepantsering. De nieuwe voorraad is dringend nodig, niet alleen om de laatste resten bebouwing in de Gazastrook te pletten maar ook op de Westelijke Jordaanoever. Daar zijn Caterpillars de afgelopen maanden goed zichtbaar op X en andere sociale media bij het platbulldozeren van woningen en andere gebouwen in Palestijnse vluchtelingenkampen in Jenin en Tulkarem. De kampen van Palestijnen die in 1948 en 1967 voor oorlogsgeweld van elders zijn gevlucht, zijn bolwerken van verzet tegen de Israëlische bezetting. Het doel van legeroffensief Iron Wall is – want nog niet klaar – straatjes tot straten te verbreden door gebouwen die letterlijk in de weg staan met de grond gelijk te maken. Zodoende wil het leger zich structureel ruime toegang verschaffen op zoek naar dat verzet.

Veelzeggend intermezzo: de verwoestingen werden op 2 juli stopgezet in opdracht van het Hooggerechtshof na een desbetreffend verzoek van de mensenrechtenorganisatie Adalah namens elf inwoners van een kamp in Tulkarem. Daar legde het leger zich niet bij neer en de volgende dag kreeg het toestemming van het Hof verder te gaan slopen in het geval van „dringende gevechtsnoodzaak of doorslaggevende veiligheidsoverwegingen”. Die zijn er altijd wel, zo bleek uit beelden van de afgelopen dagen.

De Caterpillars gaan vandaag of morgen een hoofdrol spelen in de sloop van de laatste twaalf dorpjes in het gebied van Masafer Yatta, ten zuiden van Hebron, weten de 1.200 inwoners. Ik heb er vaker over geschreven, of u heeft het misschien gezien, inclusief Caterpillars, in No Other Land, het verhaal van de Palestijnen die geleidelijk worden weggebulldozerd uit wat ook wel Schietzone 918 heet van het Israëlische leger. De documentaire werd dit jaar met een Oscar bekroond, maar voor Masafer Yatta heeft dat geen verschil gemaakt. De Israëlische autoriteiten ruimden vorige maand de laatste juridische mogelijkheden van verder verzet uit de weg onder verwijzing naar de noodzaak dat het leger oefent in verband met – alweer – de veiligheid. Mensenrechtenorganisatie B’Tselem sprak van „minachting van internationaal recht”. Caterpillar is een van de bedrijven die aan de paal worden genageld in het nieuwste rapport van VN-rapporteur Mensenrechten in bezet Palestijns gebied, Francesca Albanese, From Economy of Occupation to Economy of Genocide.

Ja, dat internationaal recht. De complete Israëlische bezetting van alle Palestijnse gebieden, de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever inclusief Oost-Jeruzalem, is illegaal, zo heeft het Internationaal Gerechtshof op 19 juli 2024 uitgesproken. Israël moet van het Hof zo snel mogelijk een einde maken aan zijn bezetting, de nederzettingen in bezet gebied ontmantelen en Palestijnse slachtoffers compenseren. En stoppen met bulldozeren natuurlijk. Gelooft u het? Serieus, bestaat het internationaal recht nog?

Carolien Roelants is Midden-Oostenexpert. Ze schrijft om de week een column.


De controverse is nooit ver weg als de naam Mink Kok valt

Op 11 juni, op de laatste dag van zijn strafzaak in hoger beroep, komt Robert Mink Kok glimlachend de rechtbank binnen. Gekleed in een vale spijkerbroek, zwarte gympen en donkergroen shirt groet de tanige Kok iedereen vriendelijk.

Als de 64-jarige Amsterdammer plaatsneemt, legt hij een stapeltje stukken heel precies neer op de lessenaar die is gereserveerd voor de enige verdachte. Het is tekenend: Kok is een controlfreak.

En hij is gewend om voor zichzelf op te komen. Maar vandaag laat hij het woord aan zijn advocaat Mark Teurlings.

Lees ook

Mink Kok samen met schoonzoon aangehouden

Een eerder gemaakte foto van  Mink Kok, rechts achterin de auto. Het Openbaar Ministerie heeft om de uitlevering naar Nederland gevraagd van Kok en de medeverdachte.

Wapenhandel

De rechtbank Rotterdam veroordeelde Kok in juni 2023 tot zes jaar celstraf voor betrokkenheid bij de smokkel van ongeveer vierhonderd kilo cocaïne en het opzetten van een drugslab om die harddrug te behandelen. Dat gebeurde volgens het Openbaar Ministerie in 2020, Kok zit sinds 2022 in voorarrest.

Volgens Teurlings is Kok echter onterecht veroordeeld. Sterker, tijdens de behandeling van het hoger beroep in Den Haag heeft de advocaat betoogd dat sprake is van misleiding. Volgens de strafpleiter bevat het dossier over de cocaïnesmokkel een gemanipuleerd proces-verbaal.

Dat is een brisante beschuldiging die past bij Koks moeizame verhouding met de Nederlandse overheid.

Die gaat terug naar het jaar 2000. In dat jaar werd Kok ook al vastgezet, toen op verdenking van grootschalige wapenhandel.

Waarom is de controverse nooit ver weg als de naam Mink Kok valt?

Gemanipuleerd

Het bewijs in de zaak tegen Kok komt – zoals zo vaak de laatste jaren – uit telefoons waarmee versleutelde berichten werden verstuurd. Ook Kok gebruikte zo’n telefoon, zoals te zien is in de documentaire Narcostaat van Danny Ghosen uit 2019.

Volgens het OM is Kok betrokken bij het versturen van een partij van vierhonderd kilo cocaïne die in 2020 tussen de bananen in een Duitse supermarkt belandde. Uit de berichten zou blijken dat Kok probeerde de cocaïne terug te krijgen.

Volgens Teurlings ontkent Kok die berichten te hebben verstuurd. Erger is volgens de advocaat dat de presentatie van die berichten in het dossier is bedoeld om de beschuldiging tegen Kok te versterken. Volgens Teurlings heeft een verbalisant foto’s toegevoegd aan de berichten die daar helemaal niet bij horen.

Zijn cynische glimlach vat samen wat hij al vaak over de overheid en het OM heeft beweerd: die kan je niet vertrouwen

En dus rept de strafpleiter over manipulatie. De ontkenning van die beschuldiging door het OM hoort Kok in stilte aan in de rechtszaal. Met een cynische glimlach die samenvat wat hij al heel vaak over de overheid en het OM heeft beweerd: die kan je niet vertrouwen. Net als bij de rechtbank luidt de eis negen jaar celstraf.

Wanneer de voorzitter van het hof de verdachte de gelegenheid geeft tot een laatste woord, zegt Kok alleen dat hij zich aansluit bij zijn advocaat. En dat is weleens anders geweest.

Perskamer

De queeste van Kok tegen de overheid begint in de jaren negentig. Als drugssmokkelaar profiteert hij van een controversiële opsporingsmethode, waarbij de overheid drugs doorlaat in de hoop zo de top van de georganiseerde misdaad in beeld te krijgen.

Een paar keer komt Kok in beeld, maar hij wordt niet vervolgd. Dat gebeurt pas in 1994, wanneer hij wordt gepakt voor wapen- en drugshandel. Een eerste veroordeling volgt. Kok vindt dat de overheid burgers betutteld met het drugsverbod. Die anarcholiberale houding levert hem in het milieu de bijnaam de Denker op.

In maart 2000 haalt Kok de voorpagina’s van alle kranten als hij opnieuw wordt vervolgd. Er is een heus arsenaal aan wapens gevonden, evenals ruim tweehonderdduizend xtc-pillen, in een appartement aan de Amsterdamse Nachtwachtlaan.

De 220 vuurwapens die werden gevonden in de woning aan de Nachtwachtlaan in Amsterdam. Foto Thomas Schlijper / HH

Zijn vingerafdrukken staan op de wapens, maar dat wil volgens Kok niet zeggen dat hij de eigenaar is van die spullen. In een besloten zitting krijgt hij de kans deze wat ongebruikelijke redenering toe te lichten. Volgens Kok is hij „een informatiepositie aan het opbouwen geweest” voor toenmalig officier van justitie Fred Teeven.

Dat mag niet bekend worden, aldus Kok: „Tijdens een openbare zitting ontken ik het.” Maar wat blijkt: door een fout is alles wat Kok tijdens de besloten zitting zei, te horen in de perskamer van de rechtbank.

Dat valt te lezen in een verslag dat NRC van de zitting maakte. Om het allemaal nog pijnlijker te maken, meldt de zaaksofficier ter zitting dat inderdaad contact is geweest met Kok, maar dat hij niet de formele status van informant heeft.

Liquidatie

Het is een netelig incident voor de rechtbank, die het niet lukte de vertrouwelijkheid te bewaken. Ook voor Kok is het onprettig. Kennelijk onderhoudt hij – de beroepscrimineel die zou strijden tegen de overheid – contact met de vijand: het Openbaar Ministerie. En het OM schroomt niet om contact te onderhouden met criminele kopstukken.

Uiteindelijk wordt Kok in deze zaak veroordeeld tot een straf van drieënhalf jaar cel. Hij brengt een groot deel van de Amsterdamse onderwereldoorlog die dan is uitgebroken, veilig door achter de tralies.

Want terwijl hij die straf uitzit, wordt hij opnieuw aangehouden, op verdenking van een liquidatie in 1993. Daarvan wordt De Lange, zoals hij vanwege zijn lange, ranke gestalte ook wel wordt genoemd, vrijgesproken.

Nadat hij in 2007 vrij is gekomen, vertrekt Kok naar het buitenland, en verblijft hij met name in Libanon. Daar is hij in 2013 ook veroordeeld, voor drugshandel. Een straf die hij heeft uitgezeten.

De vrijspraak in de liquidatiezaak speelt nu nog een rol. Kok heeft jarenlang ten onrechte in voorarrest gezeten, die tijd kan hij nu wegstrepen tegen een eventuele veroordeling. Of het zo ver komt, is nu in handen van het hof van Den Haag, dat deze woensdagmiddag uitspraak doet.

Lees ook

Brabantse criminelen werden stelselmatig onderschat. Dus kon Brabant een xtc-walhalla worden

Begrafenis van Piet, Ria en Sjef Verhagen, 2000.


Onrust in Syrië houdt aan: strijdgroepen weigeren de wapens neer te leggen

De ontvoering van een groenteman: dat is waar het geweld in het Zuid-Syrië van de afgelopen dagen mee begon. Een groep gewapende bedoeïenen beroofde de jonge marktkoopman van zijn truck op de snelweg naar Damascus en hield hem enkele uren gevangen. Dit voorval leidde tot een over en weer van aanvallen en ontvoeringen tussen druzische milities en lokale bedoeïenenstammen.

De geweldsuitbarsting – die plaatsvond in de provincie Sweida bij de grens met Jordanië – kostte volgens een eerste schatting meer dan 130 mensen het leven. Na ingrijpen van het Syrische leger werd er dinsdag een staakt-het-vuren afgekondigd.

De onrust van de afgelopen dagen onderstreept hoe moeilijk het is voor het nieuwe Syrië om weer een geheel te smeden van een versnipperd land. Zowel de milities als aanhoudende wetteloosheid in Syrië zijn overblijfselen van ruim dertien jaar burgeroorlog. Minderheidsgroepen – zoals de druzen – wantrouwen de regering van voormalig Al-Qaida-kopstuk Ahmed al-Sharaa en weigeren daarom de wapens neer te leggen.

Welke gewapende groepen zijn er allemaal nog in Syrië? En hoe verhouden ze zich tot het nieuwe regime? NRC zet ze op een rij.

Een ooggetuige legde vast hoe gewapende mannen op de achterkant van een vrachtwagen met een Druzenvlag schoten afvuurden in Sweida, Syrië op zondag 13 juli vrijgegeven.

Reuters

Druzische milities

Zeven maanden na de val van het Assad-regime en het aantreden van al-Sharaa als nieuwe leider van Syrië staat de Sweida-provincie nog steeds grotendeels onder controle van druzische strijdgroepen. „De afwezigheid van staatsinstellingen, met name militaire en veiligheidsinstellingen, is een van de belangrijkste redenen voor de aanhoudende spanningen”, schreef de minister van Binnenlandse Zaken, Anas Khattab, deze week op sociale media.

De Syrische Druzen zelf moesten tot nu toe veelal niets van Israëls bemoeienis hebben

Hoewel druzische religieuze leiders lokale strijdgroepen hadden opgeroepen de wapens neer te leggen, braken er dinsdag toch gevechten uit toen het Syrisch leger de Sweida-stad binnentrok om de rust te herstellen.

De situatie escaleerde verder doordat de Israëlische luchtmacht vervolgens bombardementen uitvoerde op Syrische regeringstroepen. Met die aanval wilde Israël „de druzen beschermen voor het Syrische regime”, aldus een verklaring van premier Benjamin Netanyahu.

De Israëlische regering wierp zich de afgelopen maanden vaker op als beschermheer van druzische gemeenschappen in het zuiden van Syrië, onder meer om de Israëlische invloedssfeer ter plekke uit te bereiden.

Militaire bases en toeristische rondleidingen: hoe Israël steeds meer Syrische grond bezet

Zo hoopt Israël – dat na de Hamas-aanslag van 7 oktober meer dan ooit zijn buren wantrouwt – Syrische regeringstroepen weg te houden van zijn grenzen. De Syrische druzen zelf moesten tot nu toe veelal niets van Israëls bemoeienis hebben. Wel maakt dit het nog moeilijker voor Damascus om grip te krijgen op het zuiden van het land.

Koerdische strijdgroepen

Een mogelijk nog groter probleem wacht de Syrische regering in het oosten van het land, een olie- en gasrijk gebied dat na de burgeroorlog in handen is van Koerdische strijdgroepen (SDF). Hoewel de regering in Damascus in maart met SDF afsprak weer zeggenschap over het oosten te krijgen, lijken onderhandelingen nu vast te lopen.

Een gedode strijder van de Druzenmilities ligt op de grond, terwijl Syrische regeringstroepen op de achtergrond worden ingezet in het dorp Mazraa, aan de rand van de stad Sweida. Daar braken gevechten uit tussen Soennitische Bedoeïenenclans en Druzenmilities, in het zuiden van Syrië.

Foto Ghaith Alsayed/ AP

Een door de Verenigde Staten en Frankrijk bemiddelde top tussen de twee partijen liep vorige week stuk op de Koerdische eis om een zekere mate van onafhankelijkheid te behouden. Zo wil SDF niet geheel opgaan in het Syrische leger, maar als een los legeronderdeel zelfstandig blijven opereren in het oosten van het land. Dit tot grote frustratie van de Syrische regering en Amerikaanse en Franse onderhandelaars.

Analisten waarschuwen dat ook hier geweld op de loer ligt. Verschillende Arabische stammenleiders in SDF-gebied – voormalig bondgenoten van de Koerden in de strijd tegen Islamitische Staat – spraken zich de afgelopen maanden steeds luider uit tegen Koerdische „bezetting” van hun land en zoeken naar verluidt toenadering tot Damascus. Maar in het geval van een militair conflict zal SDF – met zijn tienduizenden strijders – zich niet makkelijk opzij laten zetten.

Pro-Assad-groepen

Groepen militanten die banden hebben met het voormalige Assad-regime voerden afgelopen maart een gecoördineerde aanval uit op regeringstroepen rondom de stad Latakia en de rest van het Syrische kustgebied. Dat leidde vervolgens tot een geweldsuitbarsting waarbij duizenden militanten en gewapende burgers naar de kust afreisden voor een gigantische wraakactie tegen de relatief grote groep alawieten in de regio. Daarbij kwamen meer dan 1.600 mensen om het leven.

Ook (sommige) regeringstroepen namen deel aan de moordpartijen, wat het vertrouwen van minderheden in het nieuwe regime verder schaadde.

Turkse invloed

Tot de milities die Syrië wél heeft weten op te nemen in het nationale leger behoren de door Turkije gesteunde strijdgroepen uit het noorden van het land. Deze milities – eerder verenigd in de SNL-coalitie – zijn officieel ontbonden en vormen nu divisies onder controle van het ministerie van Defensie, zegt Syrië-expert Charles Lister in zijn Syria Weekly-podcast.

„De integratie is nog gaande”, vertelde Lister, „maar er is vooruitgang. We zien dat deze eenheden niet langer zo zelfstandig opereren als eerst.” Hoewel commandanten van deze eenheden nog altijd een stuk meer autonomie genieten dan hun tegenhangers bij andere legerdivisies, is er volgens Lister nu duidelijk meer sprake van een „bevelstructuur” die vanuit Damascus wordt aangestuurd.

Wat hielp bij het opnemen van door Turkije-gesteunde milities in het Syrische leger is de van oudsher goede band tussen de nieuwe Syrische leider Ahmed al-Sharaa en de Turkse regering. Tegelijkertijd is de Turkse invloed over de strijdgroepen nog niet helemaal verdwenen. Turkije betaalt namelijk nog altijd de salarissen van de voormalige SNL-strijders, maar doet dat nu via het Syrische ministerie van Defensie.


Ook twintigers raken besmet met het ‘Vierdaagsevirus’. ‘De lawa is een goede afleiding van alle schermpjes’

‘Je eieren zijn bevroren, Gerta!” zegt een vrouw op een campingstoeltje terwijl ze een gekookt ei pelt. „Ja, weet je hoeveel koelelementen in die koelbox zitten?” krijgt ze als reactie.

De eieren delen de vrouwen uit aan deelnemers van de Nijmeegse Vierdaagse die voorbijlopen – dat is traditie. Langs de hele route zitten inwoners van de dorpen waar de deelnemers doorheen wandelen, om ze aan te moedigen. Een groepje veertigers draait ‘Ik tel tot drie’ van Guus Meeuwis terwijl ze met hun handen in de lucht zwaaien. Twee jonge kinderen delen stukjes komkommer uit aan de wandelaars. Een ouder kind probeert Engelse drop aan de man te brengen. Hij oogt vermoeid.

De wandelaars daarentegen zien er nog monter uit. Het is dan ook pas dag één van het wandelevenement, dat dit jaar duurt van dinsdag 15 tot en met vrijdag 18 juli. Voor deze eiditie schreven 47.000 mensen zich in. De gemiddelde leeftijd is de afgelopen jaren gedaald. Was die in 2019 nog 53 jaar, dit jaar is die 47,2 jaar. Vooral de leeftijdscategorie 21 tot en met 30 jaar groeit, terwijl het aandeel voor alle leeftijdscategorieën vanaf veertig jaar is gedaald ten opzichte van vorig jaar.

De gemiddelde leeftijd is de afgelopen jaren gedaald van 53 jaar in 2019 tot 47,2 jaar nu. Foto Bram Petraeus

„Ik merk dat leeftijdsgenoten het juist wel tof vinden dat ik meedoe aan een evenement dat bekendstaat als suf”, zegt deelnemer Janne Toonen (30). „Dat suffe karakter gaat er zo langzaam een beetje af.” Ze zit in het gras bij een rustpunt. De rijen voor de Dixies zijn lang. Ze draagt hetzelfde lichtblauwe hemdje als haar vriendin Dorrit van Galen (30), die naast haar zit.

„En ik zie om me heen dat mensen zichzelf graag willen uitdagen”, zegt Van Galen. „Dat merk je ook aan de toenemende populariteit van een competitie als Hyrox [acht kilometer hardlopen afgewisseld met acht fitnessoefeningen].” De uitdaging speelt ook voor de twee vriendinnen een rol. Van Galen: „Het is nu mijn derde keer, terwijl ik eigenlijk maar één keer wilde meedoen; ik heb het Vierdaagsevirus te pakken.” Toonen: „Het leek me ook gewoon heel leuk om het evenement eens van de andere kant mee te maken, nadat ik jarenlang naar de Vierdaagsefeesten ben gegaan.”

Huttentochten

Merel Wierenga (22) ligt met haar benen omhoog in het gras – goed voor de doorbloeding en het herstel. Haar zus Sanne Wierenga (25) plakt een blarenpleister op haar teen. Hun vriendin Inez Karthaus (22) omschrijft de Vierdaagse als „een sportieve prestatie met vooral heel veel gezelligheid onderweg”. Daarom doet ze mee. Sanne is sinds corona meer gaan wandelen, vertelt ze. Ze ziet bij veel studenten dat de „lawa” populair is geworden – een afkorting van „lange wandeling”. „Lekker lang wandelen in de natuur en dan een koffietje.” Karthaus: „En huttentochten in de zomer! Dat hoor ik ook steeds vaker.”

Inez Karthaus met zussen Merel Wierenga en Sanne Wierenga. Foto Bram Petraeus

„Gas op die lollie, kijk me ga-ga-gaan!” FeestDJRuud klinkt uit een boxje dat een wandelaar bij zich draagt. Ondertussen roepen mannen in fluorescerende hesjes: „Laatste ronde, laatste kansen!” Ze hebben zich tussen de wandelaars verspreid om de controlekaartjes te perforeren. Deelnemers die dat niet laten doen, krijgen na vier dagen geen Vierdaagsekruisje, de beloning voor het uitlopen van de Vierdaagse.

Strava

Bij een van de laatste rustpunten ligt Tim Bergmann (26) uitgeteld in het gras. Hij is meegegaan omdat een vriend dat vroeg – „Dan moet je wel” – maar ze lopen niet meer samen. Bergmann ziet op tegen morgen, hij kan zich op dit moment niet voorstellen dat hij de Vierdaagse nog een keer zal lopen, maar dat zeiden anderen uit zijn wandelgroepje na de eerste keer ook. Dat groepje bestond eerst uit drie man, nu zijn ze met negen.

Tim Bergmann. Foto Bram Petraeus

„Je zet gewoon wel een prestatie neer”, zegt Bergmann. „Het is fijn om ergens naartoe te werken.” Tijdens het evenement zelf, maar óók met trainen. „Anders zit ik maar op de bank.” Dat vond hij ook fijn aan de marathon, die hij onlangs rende . En ja, zijn marathontijd heeft hij op Instagram gedeeld. Over de Vierdaagse gaat hij waarschijnlijk niets delen, want zo actief is hij nou ook weer niet op sociale media. Hij kijkt op zijn smartwatch. „Hoewel ik Strava [een app waarmee je je sportactiviteit met vrienden kunt delen] nu wel aan heb staan.” Daar verschijnt dus straks zijn afgelegde route en tijd.

Ook bij Naomi Kemps (26) en Lars Mulder (27), die een eindje verderop uitrusten, was sprake van een kettingreactie. Kemps wilde meedoen aan de Vierdaagse omdat een vriendin het voorstelde – ze gaan vaak samen op wandelvakantie. Mulder vond het ongezellig dat hij zijn vriendin minder zou zien vanwege het trainen en schreef zich daarom ook in.

Naomi Kemps en Lars Mulder. Foto Bram Petraeus

Ook Mulder wandelde al graag. Tochten van een kilometer of 25 door de natuur. „Het is een goede afleiding van alle schermpjes. Bij zo’n afstand denk je aan andere dingen.” Of dat bij zo’n druk evenement ook lukt, moet hij nog „ondervinden”. „Maar bij die trainingsweekenden samen kon ik echt mijn hoofd leegmaken.”

De eerste dag zit er bijna op. Een stel van in de vijftig staat op van het gras. Bij de vrouw gaat dat moeizaam. „We zijn er bijna, schat”, zegt de man. „Nog drie dagen.” Hij begint hard te lachen.

Lees ook

Vier dagen lopen betekent voor veel Nijmegenaren een week niet slapen

Opbouw bij start en finish van de Vierdaagse.


Twee mannen die eeuwenoude Britse ‘Robin Hood-boom’ omzaagden, krijgen ruim vier jaar celstraf

Twee „ervaren boomspecialisten” die in 2023 de wereldberoemde gewone esdoorn omzaagden in het Britse Northumberland, moeten elk vier jaar en drie maanden naar het gevang. Dat heeft de rechtbank in Newcastle dinsdag bepaald, schrijven Britse media.

Door opzettelijke vernieling viel de eeuwenoude boom – vermoedelijk geplant in de 19e eeuw – op de Romeinse muur van Hadrianus, UNESCO-werelderfgoed. De boom figureerde ook in de film Robin Hood: Prince of Thieves (1991).

Op een stormachtige septembernacht bereikten Daniel Graham (Carlisle, 39) en Adam Carruthers (Wigton, 32) na een autorit van veertig minuten en een voettocht van twintig minuten de Sycamore Gap Tree. Carruthers zaagde de boom om en bestuurder Graham filmde de vandalistische daad die 2,5 tot 3 minuten in beslag nam.

Pas een maand na de vernieling werden de daders in de kraag gevat. Volgens de rechter genoot het tweetal van de negatieve publiciteit. Zo deelden ze foto’s van de vernielde boom en schermafbeeldingen van haatreacties. Ook was de actie goed voorbereid, gezien het meegebrachte materieel.

Lees ook

Het gat van de esdoorn

Het gat van de esdoorn

Sensatiezucht

De rechter denkt dat de mannen zich lieten leiden door „sensatiezucht en branie”. Ze gaat niet mee in Carruthers’ verweer dat hij dronken was, omdat het omzagen van een dergelijke boom flinke inspanning vereist. Ook het betoog van de advocaat van Carruthers, dat zijn client levenslang met een schuldgevoel zal rondlopen, kon een gevangenisstraf niet voorkomen. De rechter gelooft ook weinig van de onschuld van Graham, die zichzelf als meeloper ziet en de schuld volledig op Carruthers probeerde af te schuiven.

Door de actie van de heren is Northumberland een „symbool van ongerepte schoonheid” armer, stelt de rechter. Kunstenaars, toeristen en lokale bewoners hebben nu alleen de foto’s nog.

Slachtofferverklaring

Tijdens het achtdaagse proces sprak de aanklager van een „debiele missie” en het „arboreale equivalent van hersenloze gewelddadigheid”, schrijft The Guardian. Daarbij ontbeerden de mannen het fatsoen om verantwoordelijkheid te nemen voor de daden, stelde hij.

Verder droeg een advocaat namens de National Trust of the Sycamore Gap een slachtofferverklaring voor. „De vraag was waarom iemand dit zo’n mooie boom op zo’n bijzondere plek zou aandoen. Het ging het voorstellingsvermogen te boven.”