Verslag van een vrijdagavond. 19.58 uur: „Toch maar even journaal kijken?” 20.10 uur: „God, wat een ellende: Gaza, Libanon, aardbeving, Faber”, zegt de partner, „zet de tv maar uit tot Gardeners’ World begint op de BBC.”
21.00 uur: Gardeners’ World, het onthaastende tuinprogramma met Monty Don en zijn trouwe hond Ned. Altijd prettig positief over de helende kracht van tuinieren, de natuur en het belang van gemeenschapszin. Heerlijke televisie, een oase van rust in een dolgedraaide wereld.
22.00 uur: „Nieuwsuur inhalen?”
22.20 uur: de opname van Nieuwsuur wordt afgezet en Netflix gestart. Het algoritme tovert La dolce villa tevoorschijn. Blijkbaar is die eind februari toegevoegde film heel populair. Even het begin kijken. Hé, het camerawerk is van de (deels) in de VS woonachtige Nederlandse cameraman Theo van de Sande. Grappig, nog even verder kijken, hoewel het heel voorspelbaar lijkt te worden.
23.55 uur: het chagrijn van het begin van de avond, met al die rampspoed in het nieuws, is verdwenen.
La dolce villa gaat over een Amerikaan die naar Italië reist om te beletten dat zijn dochter voor 1 euro een vervallen huis in Toscane koopt. Zo’n klushuis is veel werk, en de cynische vader vermoedt dat het een zwendel is van de plaatselijke burgemeester. Dat blijkt een knappe vrouw te zijn en schoorvoetend stemt de vader in om toch naar huizen te kijken. De eerste drie worden afgekeurd, maar het vierde huis heeft potentie.
Het is een schitterend gelegen oude villa, met prachtig uitzicht en tuin met potentie. De eigenaar is net overleden, dus de ‘dolce villa’ is nog in redelijke staat. Vader stemt vooral in om zijn dochter gelukkig te maken maar ziet overal beren op de weg. Ondertussen is duidelijk dat zowel hij als de burgemeester hun echtgenoot/echtgenote verloren zijn, wat verwachtingen wekt bij de kijker. Verwachtingen die gebaseerd zijn op andere films in dit genre: opknaphuishuis kopen in het buitenland en ondanks ingebakken vooroordelen verliefd worden op een andere cultuur en knappe buitenlander. Deze ‘vreemdeling in een vreemd land’ – verhalen spelen zich meestal af in zonovergoten mediterrane landen af als Italië en Frankrijk, denk Under the Tuscan Sun en A Good Year.
Zoals het hoort bij dit soort luchtige films, baadt cameraman Van de Sande (Het meisje met het rode haar, Van de koele meren des doods, De aanslag en veel Amerikaanse producties) alles in warm licht en schijnt de zon altijd. Prachtige shots van paradijselijk Toscane (cipressen, kronkelende wegen, pittoreske dorpen) en lekker eten zorgen voor een vakantiegevoel. De plot ontvouwt zich helaas iets te veel zoals verwacht, de acteurs zijn van het tweede garnituur en de slapstickmomenten zijn slecht getimed. Ook valt het op dat er vrijwel geen auto’s te zien zijn: dit is in alle opzichten een geïdealiseerd Italië. Toch is het een vrij plezierige film, die naast alle romantiek, gastronomie en natuurschoon benadrukt dat iedereen te allen tijde kan veranderen. La dolce villa is absoluut geen meesterwerk, maar zeer welkom escapisme voor nieuwsmijders die al te somber worden van de toestand in de wereld.
Postscript
Zondagochtend 10 uur: de partner kijkt op websites met Italiaanse 1 euro-huizen, de vakantie naar Italië is al geboekt.
Hollywood dat de draak steekt met Hollywood: het levert hits en zeperds op. Recentelijk vooral zeperds: denk aan actiekomedie The Fall Guy, een ode aan de stuntman met Ryan Gosling die niemand echt interesseerde. Of aan Babylon, een uitzinnige, maar jammerlijk geflopte satire op Hollywood in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw. Of serie The Franchise op HBO Max, over het maken van een superheldenfilm.
The Franchise nam iets op de hak dat op zichzelf al ridicuul is: superhelden in spandex. De hectische, cynische en fatalistische toon reflecteert mogelijk Hollywoods huidige gemoedstoestand: een verweerd, panikerend filmbastion onder druk van streaming, staking, bosbrand, AI, Trump en afstervende verdienmodellen.
Ook in Apple’s serie The Studio is Hollywood geen droomfabriek, eerder een abattoir waar dromen worden geslacht en uitgebeend. Ook hier wint geld altijd van goede smaak. Toch is het gezien de eerste vijf afleveringen – woensdag zet Apple TV+ er weer twee online – balsem op de gekwelde ziel van de filmindustrie.
Seth Rogen blijkt eens te meer een kanjer in ‘cringe‘.
In tranen
Acteur-schrijver-producer Seth Rogen vertelt dat een filmbons hem in tranen belde omdat hij zichzelf, geheel ten onrechte, zag als inspiratie voor de hoofdpersoon van ‘The Studio’: studiobaas Matt Remick. Rogen doseert azijn en suiker slim in deze geestige, bij flarden hilarische serie over een grote filmstudio in Los Angeles. ‘Executives’ of ‘suits’ met wier opportunisme, inhaligheid en wansmaak Hollywoodkomedies doorgaans de draak steken, zijn in The Studio eerder beklagenswaardig en eenzaam in hun kolossale villa’s met zwembad.
Remick krijgt in de serie de leiding over de in een kitscherige Azteken-tempel gehuisveste studio Continental als haaibaai Patty Leigh (Catherine O’ Hara) na een serie filmfiasco’s het veld ruimt – van haar is hij nog lang niet af. Rogen, zelf al ruim twintig jaar op de top van Hollywoods apenrots, speelt Remick als een liefhebber die hoogstaande films ambieert en ‘auteur-vriendelijk’ wil zijn. Het is hem alleen niet gegund. „Ik ging hier ooit aan de slag omdat ik van films hou, nu is het mijn taak ze te ruïneren”, zucht hij op zeker moment – Rogen hoorde dat ooit zelf van de huidige baas van 20th Century toen die hem dwong met het oog op de leeftijdskeuring de pittigste grappen uit een scenario te verwijderen.
Studiobaas Remick is een ‘pleaser’ die oprecht treurt over de rotzooi die hij maakt, waardeloos is in slechtnieuwsgesprekken en zijn paniek dempt met zelfbedrog. Hij waant zich een ‘mensenmens’ en vergeet steeds dat ze niet hem willen, maar iets ván hem willen. Algemeen directeur Griffin Mill (Bryan Cranston) waardeert de enthousiaste filmkneus Remick vermoedelijk vooral om zijn buigzame ruggengraat, maar ondervraagt hem bij de sollicitatie argwanend: klopt het gerucht dat hij ‘arty-farty’ is en kunstfilms wil maken?
Welnee, natuurlijk niet! Matt Remick moet zijn neus voor ‘the bottom line’ (lees: winst) bewijzen door een blockbusterfilm rond frisdrankmerk Kool-Aid te verzinnen, liefst een hitfilm van het kaliber Barbie. Even droomt Remick kunst en commercie te verenigen als zijn idool Martin Scorsese met een project van 250 miljoen dollar komt over Jonestown, waar sekteleider Jim Jones in 1978 ruim negenhonderd volgelingen dwong vergif te drinken. De sarcastische term ‘drinking the Kool-Aid’ verwijst naar die gruwel: Remick besluit Scorsese’s film te realiseren onder de titel Kool-Aid. Een weinig plausibel plot, maar The Studio komt ermee weg omdat de rest zo hilarisch is: Remick camoufleert zijn blunder als een machiavellistisch manoeuvre, reduceert daarmee Scorsese tot een jammerend hoopje ellende en verzekert zich zo van de diepe minachting van de ‘creatieven’ en filmsterren naar wier goedkeuring hij hengelt: Charlize Theron, Steve Buscemi.
Ook in ‘The Studio’ wint geld altijd van goede smaak.
Cameo’s
Qua gastoptredens en cameo’s van sterren kan The Studio zich meten met Ricky Gervais’ legendarische serie Extras. De gasten hebben altijd een functie; zo is er een aflevering waarin Remick met hulp van acteur Anthony Mackie regisseur Ron Howard moet overhalen een afschuwelijke en ellenlange scène uit een film te knippen die verder perfect is. Voor Howard blijkt die scène evenwel zeer persoonlijk te zijn. En Howard is een enorme ploert, ondanks zijn reputatie van ‘aardigste man van Hollywood’. Wie vertelt hem dat de scène niet deugt?
The Studio toont Hollywood als plek waar gedrag intens berekenend is en relaties extreem persoonlijk zijn; alles ligt zo delicaat dat communicatie onmogelijk indirect is. Uiteraard put The Studio humor uit de hypocriete cultuur van pluimstrijken en de onstilbare honger naar bevestiging, schouderklopjes en prijzen. Gefleem dat met alle stress en fragiele ego’s zomaar omslaat in lachwekkend gekrijs en gescheld.
Neem aflevering ‘The Oner’, waar het kersverse studiohoofd Matt Remick er beslist bij wil zijn als regisseur Sarah Polley rond zonsondergang in ‘magisch licht’ een ingewikkelde ‘long take’ opneemt. Niemand wil de baas op de set, maar niemand durft nee te zeggen terwijl iedereen weet dat Remick enorm in de weg gaat lopen – al verrast de schaal van de verwoestingen die hij aanricht alsnog. Na zo’n catastrofe rijdt de studiobaas dan in zijn vintage cabrio snel weg met zijn sidekick, feestbeest en veelsnuiver Sal Saperstein (Ike Barinholtz). ‘In denial’: dat had erger gekund toch?
Seth Rogen blijkt eens te meer een kanjer in ‘cringe’ die zich graag in gênante situaties manoeuvreert en dan onze sympathie wint door dapper voort te ploeteren. The Studio is een spitse en grappige show met een scherp oog voor slapstick: een ongelukkig geworpen sandwich kan zomaar een filmset verwoesten. Venijnig wordt het niet: onder het groteske en verwende gedrag en de pathetische intriges schemeren altijd kwetsbare ego’s door.
Door zo geestig en overtuigend aan te tonen dat het huidige Hollywood niet in staat is iets van blijvende waarde te produceren, bewijst zedenschets The Studio tegelijk het tegendeel. Apple TV+ zet zijn ‘winning streak’ met deze serie voort. Met films wil het nog steeds niet zo lukken, qua series staat het op nummer één.
Een meerderheid van de Tweede Kamer is voorstander van een vuurwerkverbod voor consumenten, nadat NSC dinsdagmiddag bekendmaakte zich achter een initiatiefwet van GroenLinks-PvdA en de Partij voor de Dieren te scharen. Aankomende donderdag wordt gedebatteerd over het voorstel, en volgende week dinsdag stemt de Tweede Kamer.
NSC-Kamerlid Faith Bruyning, verantwoordelijk voor vuurwerk, zei dinsdag na afloop van de fractievergadering waarin haar partij klaar was met twijfelen: „Ik heb goed nieuws, wij als NSC zijn er over uit, wij zijn vóór een vuurwerkverbod.” Volgens Bruyning is „het risico voor politie, ambulancemedewerkers en hulpdiensten, gewoon veel te groot”.
In januari stemde het CDA in met een verbod, en vorige week besloot de VVD om te gaan, waardoor er 74 Kamerleden voorstander waren. De vraag was deze week of NSC dan wel Denk, twee partijen die twijfelden, het verbod aan een meerderheid zouden helpen.
Veel slachtoffers
De behandeling van het vuurwerkverbod begon al in 2020, maar de afgelopen jaren was een meerderheid ver te bekennen. Daarom besloten GroenLinks en de PvdD de behandeling van hun wet uit te stellen. Na afgelopen jaarwisseling – waarin weer veel slachtoffers vielen en politie en hulpdiensten zich beklaagden over vuurwerk – zagen de initiatiefnemers dat een meerderheid waarschijnlijk begon te worden, en zetten ze de behandeling door.
Een belangrijke factor in het ontstaan van een meerderheid was een amendement van de ChristenUnie samen met CDA en SGP, waarin zij voorstelden om burgemeesters de mogelijkheid te geven om verenigingen toe te staan – onder bepaalde veiligheidsvoorwaarden – vuurwerk in te kopen en af te steken. De VVD noemde dat voorstel als voorwaarde, en ook NSC verwijst ernaar. Bruyning: „Wij vinden het heel belangrijk dat het in georganiseerde vorm alsnog georganiseerd kan worden, omdat het samen beleven een onderdeel van de traditie is.”
Het leek wel een trailer voor een nieuwe, spectaculaire Hollywood-kaskraker. De Amerikaanse president Donald Trump verspreidde onlangs een filmpje via sociale media waarin met veel trompetgeschal wordt gejubeld over de militaire steun die Groenland sinds de Tweede Wereldoorlog ontvangt van de Verenigde Staten. Soldaten draven in zwart-wit (toen) en kleur (nu) door het beeld, terwijl een bronzen mannenstem de offers in herinnering brengt die Amerikaanse militairen hebben gebracht voor de „vrijheid van Groenland”.
Anno 2025 dreigt eenzelfde gevaar als in 1940, is de boodschap. Toen waren het de nazi’s, nu zijn het de Chinezen en Russen die het voorzien hebben op het besneeuwde eiland voor de Noord-Amerikaanse kust. Maar wees gerust Groenlanders, zo besluit de verteller, de VS zijn er om jullie helpen.
Wie in de geschiedenisboeken duikt, ziet opvallende overeenkomsten tussen het handelen van Amerika in de Tweede Wereldoorlog en nu – al zijn de omstandigheden heel anders. In april 1940 was Denemarken – de kolonisator van Groenland, die volgens de regering Trump niet goed voor de veiligheid van het eiland zorgt – namelijk onder de voet gelopen door nazi-Duitsland. De regering in Kopenhagen liep aan de leiband van de bezetter.
De Amerikaanse kustwacht blaast een gat in het ijs rondom Groenland om met hun kotter op Duitse onderzeeboten te kunnen jagen.Foto U.S. National Archives
Groenland was strategisch gezien toen net zo belangrijk als nu, misschien nog wel belangrijker omdat er in 1940 geen weersatellieten bestonden. Wie wilde weten hoe het weer zich zou ontwikkelen op de Atlantische Oceaan – een belangrijk strijdtoneel – had meetstations op Groenland nodig. Daarnaast bevond zich bij het plaatsje Ivittuut op de westkust van Groenland een mijn die kryoliet produceerde. Dit zeldzame mineraal (Na3AlF6) was van cruciaal belang voor de aluminium-industrie in de VS.
De Amerikaanse regering wendde zich daarom tot de Deense ambassadeur in Washington. Deze Henrik Kauffmann ging ermee akkoord dat er op 20 mei 1940 een Amerikaans consulaat geopend werd op Groenland. De eerste zorg van consul James K. Penfield was de veiligheid van de kryolietmijn. Omdat de VS nog niet in oorlog waren, was de inzet van het leger problematisch. De oplossing werd gevonden bij de Amerikaanse kustwacht. Een dozijn kustwachters werd ontslagen, om daarna als privépersoon als bewaker te worden ingehuurd.
Onderzeeboten
Deze mannen namen hun werk bijzonder serieus, zo valt te lezen in de officiële oorlogsgeschiedenis van de kustwacht. „Dit werd een keer gedemonstreerd tot grote consternatie van groep kustwacht-officieren die een groep bezoekers rondleidden. Geen risico’s nemend met vreemden, zelfs niet met leden van zijn oude dienst, riep een gewapende wacht met luide stem: ‘Halt, en identificeer je!’ De kleine groep stopte abrupt en wachtte. Na een eindeloze tijd – maar liefst tien seconden – gaf iemand antwoord en identificeerde de groep. De Ivittuut-mijn werd goed bewaakt.”
Edward ‘Iceberg’ Smith, de aan Harvard gepromoveerde oceanograaf die tijdens de oorlog verantwoordelijk was voor de veiligheid van de wateren van Groenland.Foto U.S. National Archives
De veiligheid van de wateren rondom Groenland werd ook toevertrouwd aan de kustwacht. Onder leiding van kapitein Edward ‘Iceberg’ Smith, een aan Harvard gepromoveerde oceanograaf, voer de Greenland Patrol rond het eiland, op zoek naar Duitse onderzeeboten.
In april 1941 – dus nog vóór de Amerikaanse deelname aan de oorlog op 8 december van dat jaar – besloten de VS het gezag op Groenland helemaal naar zich toe te trekken. Minister van Buitenlandse Zaken Cordell Hull schreef aan ambassadeur Kauffmann dat de Amerikaanse regering „maatregelen” had voorgesteld om Groenland „adequaat te beschermen”. Hoewel de VS „de soevereiniteit van het Koninkrijk Denemarken over Groenland erkenden”, was het beter als Amerika troepen naar het eiland zou sturen.
Kauffmann ging hiermee akkoord, na een, naar eigen zeggen, „open en vriendelijke uitwisseling van standpunten”. Het kwam hem vanuit bezet Kopenhagen op een veroordeling wegens hoogverraad te staan.
Duitse propaganda
De Amerikanen waren zich bewust van de delicate aard van de zaak. Militairen mochten geen contact maken met de lokale Inuït-bevolking, mede om hen te vrijwaren van ziektes waartegen ze geen weerstand hadden. Hull schreef aan een collega: „Het zal je interesseren om te weten dat de Duitse propaganda al flink hamert op het feit dat het contact tussen Groenlanders en Amerikanen zal leiden tot de onderwerping, rassenvermeninging en uiteindelijke extinctie van de lokale bevolking.”
Amerikaanse militairen zetten voet aan wal op Groenland.Foto U.S. National Archives
Dat de Duitsers inderdaad belangstelling hadden voor Groenland, bleek op 12 september 1941. ‘Iceberg’ Smith liet toen een Noors vissersschip enteren, waar aan boord geavanceerde radioapparatuur werd aangetroffen. Een Amerikaanse eenheid van twaalf man ging vervolgens aan land en stuitte op een jagershut. Luitenant Leroy McCluskey trapte de deur in en trof er „drie verraste maar niet bijzonder strijdlustige” Duitse radio-mannen aan. Zij gaven zich onmiddellijk over.
Op dezelfde wijze namen Amerikanen, bijgestaan door een Deense sleehondenpatrouille, gedurende de oorlog nog tientallen Duitse weervorsers gevangen. De VS bouwden tussen 1941 en 1945 in totaal 17 bases op Groenland.
Mannen van de Amerikaanse kustwacht tussen de lokale bevolking op Groenland. Het was de Amerikanen aanvankelijk verboden om contact de hebben met ‘de eskimo’s’, omdat ze geen weerstand zouden hebben tegen bepaalde ziektes.Foto U.S. National Archives
Nadat de nazi’s verslagen waren, stelden de Amerikanen voor het eiland te kopen voor 100 miljoen dollar (ongeveer 1,5 miljard euro nu). De betaling zou geschieden in goud. „Er zijn maar weinig mensen in Denemarken die zich interesseren in Groenland”, vermoedde een ambtenaar. Dat bleek een vergissing. „Onze behoeften kwamen als een schok voor de Deense minister van Buitenlandse Zaken”, noteerde hij nadat hij het bod had overgebracht.
Groenland bleef dus Deens. De Amerikanen hebben er nog wel Pituffik Space Base, hun noordelijkste basis. Vicepresident JD Vance was hier vorige week op bezoek om duidelijk te maken hoe belangrijk het eiland is voor de veiligheid van de VS . „We kunnen onze kop niet in het zand steken – of in de sneeuw, in het geval van Groenland.”
De naam van Marine Le Pen (56) domineert dinsdag alle Franse media. De leider van het radicaal-rechtse Rassemblement National (RN) is schuldig bevonden aan verduistering van Europees geld. Ze kreeg een vierjarige celstraf (waarvan twee voorwaardelijk en twee met enkelband) en een vijfjarig verbod om zich verkiesbaar te stellen dat meteen ingaat. Dit betekent dat ze geen kandidaat kan zijn bij de presidentsverkiezingen van 2027, terwijl ze goede kaarten had die te winnen.
Le Pens partij heeft tussen 2004 en 2016 in totaal ruim 4 miljoen euro die bedoeld was voor de betaling van assistenten van Europarlementariërs gebruikt voor vergoedingen voor ‘gewone’ partijmedewerkers. Hoe uitzonderlijk is deze zaak? Wat betekent deze veroordeling voor Le Pen, haar partij, en Frankrijk?
Hoe reageert de partij van Le Pen?
Le Pen gaat in hoger beroep en probeert via een constitutionele spoedprocedure het ‘verkiesbaarheidsverbod’ te doen verdwijnen. Maar de kans dat dit lukt is niet erg groot, erkende ze maandagavond zelf al. „Er is een pad, maar dat pad is erg smal”, aldus de politica.
Ondertussen zijn haar medestanders begonnen met een media-offensief. RN-leden stellen dat er sprake is van een politiek proces, dat Le Pen onschuldig is, dat de rechter dit besluit heeft genomen omdát zij zo populair is. Partijvoorzitter Jordan Bardella (29) sprak dinsdag op de populaire radicaal-rechtse zender CNews over een „pure en simpele ontkenning van de rechtsstaat” en stelde dat „alles eraan wordt gedaan om te voorkomen dat het RN in 2027 kan winnen”.
Dat staat haaks op het dossier vol bewijzen dat leidde tot de veroordeling van Le Pen en 24 partijgenoten. Wat Le Pen een aanval op de democratie noemt, wordt door anderen juist gezien als de verdediging ervan: door misbruik van EU-geld gaf RN zichzelf in de nationale politiek een oneigenlijk voordeel.
Lees ook
Na vonnis kan Marine Le Pen geen presidentskandidaat zijn in 2027, maar: ‘Ik laat me zo niet elimineren’
Klopt het dat deze straffen ongekend zijn?
Le Pen en haar partijgenoten zijn niet de eersten die veroordeeld worden voor dit vergrijp. Meerdere leden van de centristische regeringspartij Modem kregen vorig jaar straf in een vergelijkbare zaak: ook zij gebruikten geld voor assistenten van Europarlementariërs voor nationale doeleinden. Ook zij kregen celstraffen, en verloren hun passief kiesrecht. De straffen waren wel minder zwaar, omdat de feiten minder ernstig waren: er was een kleine 300.000 euro verduisterd in plaats van ruim 4 miljoen euro.
Het RN heeft veel kritiek op het besluit van de rechter om verkiezingsdeelname te verbieden. Dat deed de rechter in lijn met de wet Sapin-II uit 2016, die voorschrijft dat politici die veroordeeld worden voor verduistering van publiek geld niet verkozen moeten kunnen worden. Le Pen toonde zich in het verleden warm voorstander van dit soort wetgeving. Ze pleitte eerder zelfs voor eeuwigdurende verboden op verkiesbaarheid.
Tussen 2017 en 2023 kregen 110 politici zo’n straf opgelegd, blijkt uit Justitiecijfers die het Franse blad Libération opvroeg, soms met onmiddellijke ingang zoals bij de burgemeester van Toulon in 2023. Deze straf is op zich dus niet bijzonder. De rechter nam hierbij ook mee dat Le Pen en haar partijgenoten het onderzoek hebben getraineerd en geen berouw toonden.
Volgens het kamp-Le Pen had de wet niet mogen worden toegepast omdat die pas inging na de feiten waarvoor zij is veroordeeld. Maar de rechter vond dat gerechtvaardigd vanwege de ernst van de feiten, het systematische karakter, de duur, en het grote bedrag dat is verduisterd. Ook nam ze mee dat Le Pen en haar partijgenoten publieke figuren zijn, die „het publieke vertrouwen en de regels van het democratische spel” zouden hebben aangetast.
Le Pen toonde zich in het verleden warm voorstander van het zwaar straffen van politici die publiek geld verduisteren en pleitte zelfs voor eeuwigdurende verboden op niet-verkiesbaarheid.
De rechter reageerde in het vonnis ook op het verwijt dat een veroordeling ondemocratisch zou zijn. „Men moet onthouden dat gelijkheid voor de wet een van de pijlers van de democratie is.” Het voorstel van Le Pens advocaat om „het volk te laten beslissen” zou betekenen dat zij bevoorrecht wordt vanwege haar politieke status. „Dat is in strijd met het beginsel van gelijkheid.”
Hoe reageren de Fransen?
Verschillende media laten verschillende geluiden horen. Op CNews heerst boosheid en frustratie en klinkt het verwijt van een ‘heksenjacht’. Online wordt opgeroepen tot geweld tegen de rechter die Le Pen heeft veroordeeld; er zou politiebescherming overwogen worden. Op de publieke zender TF1 tonen Fransen ook begrip voor de rechterlijke uitspraak, en tegenstanders van radicaal-rechts reageren op sociale media verheugd.
Volgens een peiling van televisiezender BFM TV deelt 42 procent van de Fransen de lezing dat de strafbepaling is beïnvloed door de wens om Le Pens presidentiële ambities af te snijden, is 42 procent van de Fransen ‘tevreden’ over de veroordeling, 29 procent ontevreden en 29 procent onverschillig. 57 procent vindt het „een normaal justitieel besluit” gezien de ernst van de feiten. RN-voorzitter Bardella heeft opgeroepen tot protesten.
Wat betekent dit voor de toekomst van het RN?
Als Le Pen inderdaad geen kandidaat kan zijn, is het meest waarschijnlijk dat Bardella haar opvolgt – hoewel in de partij zorgen bestaan of hij daar geschikt voor is. Er gaan allerlei theorieën over rond: Le Pen zou onder een president Bardella premier kunnen worden (de Franse premier wordt benoemd, niet verkozen). Le Monde schrijft dat de kans groter is dat de partij onder leiding van Bardella gaat samenwerken met andere radicaal-rechtse partijen en zo nog groter kan worden.
In Le Figarobepleit professor Publiek Recht Benjamin Morel dat de veroordeling de weg vrij kan maken voor nog radicalere geluiden. „De woede zou kunnen leiden tot meer radicale, meer ‘Trumpiaanse’ opties, gebaseerd op het idee dat men af moet van rechters en het hele systeem”, aldus de professor.
In de Utrechtse wijk Leidsche Rijn, tussen de bouwkranen en verrijzende woningen, staat al zeven jaar een klein en opvallend woonproject: Skaeve Huse. Op een afgesloten terrein met zeven containerwoningen verblijven mensen die zoveel overlast hebben veroorzaakt door verslavingen of andere complexe problemen, dat reguliere opvang of huisvesting niet meer mogelijk is. Voor hen is de keuze simpel: hier wonen of op straat leven.
Hoewel de Skaeve Huse (Deens voor ‘scheve huizen’) in de loop der jaren de bijnaam ‘aso-woningen’ hebben gekregen, heerst er rust. Het enige geluid komt van de heipalen van de bouwplaats verderop.
Elke containerwoning heeft een klein tuintje, dat sommige bewoners volledig hebben volgebouwd met hun ‘parels’. Unitmanager Ingrid Verkerk legt uit: „Veel bewoners zijn verzamelaars, of zelfs hoarders, die het moeilijk vinden om spullen weg te doen. Eén bewoner huurt een extra opslagruimte, een ander woonde samen met veertig katten voordat ze naar Skaeve Huse verhuisde.”
In deze prikkelarme omgeving kunnen bewoners hun leven leiden zonder overlast voor omwonenden.
Jeroen: „Omdat ik hier mijn rust vind en een dak boven mijn hoofd heb, gebruik ik minder drugs.”Foto Bram Petraeus
Eerdmans
Skaeve Huse bieden onderdak aan mensen die herhaaldelijk uit huis werden gezet, langdurig in instellingen verbleven of op straat hebben geleefd. „Ze zijn ongeschikt voor groepswonen”, zegt Verkerk. De opvang is bedoeld voor mensen die niet „gek genoeg zijn voor de kliniek, maar ook niet strafbaar genoeg voor de gevangenis”, zoals Tweede Kamerlid Joost Eerdmans (JA21) het verwoordt aan NRC.
Inmiddels maken de Skaeve Huse deel uit van het Haagse politieke debat over ‘verwarde personen’. Als wethouder van Leefbaar Rotterdam pleitte Eerdmans in 2017 al voor uitbreiding van het concept, omdat hij het ziet als een oplossing voor de mensen die onbegrepen gedrag vertonen en overlast veroorzaken. Nu vraagt hij als Tweede Kamerlid om landelijke uitbreiding van het Skaeve Huse-project.
Het aantal incidenten met verwarde personen wordt steeds groter. In 2024 registreerde de politie 149.827 incidenten met personen met verward gedrag – een stijging van 6 procent ten opzichte van 2023. Tijdens een debat in de Tweede Kamer in februari, naar aanleiding van een dodelijk steekincident in Nieuwegein, benadrukten zowel linkse als rechtse Kamerleden het belang van een structurele oplossing. SP-Kamerlid Jimmy Dijk stelde: „Jarenlange bezuinigingen op woningbouw, ggz en politie hebben dit probleem verergerd. Wanneer gaat het kabinet investeren in klinieken, ggz en politie?”
Ze mogen hier alcohol en drugs gebruiken en hun leven grotendeels zelf inrichten. Dit is geen doorstroomplek
Het beleid voor mensen met verward gedrag is afgelopen decennia sterk veranderd. Waar ze vroeger langdurig werden opgenomen in psychiatrische instellingen, verschoof de focus met de Wet maatschappelijke ondersteuning in 2007 naar participatie en zelfstandig wonen. Ambulante zorg werd de norm en mensen met psychische kwetsbaarheden moesten zo veel mogelijk meedraaien in de maatschappij. Dit leidde ertoe dat sommigen, die niet in reguliere woonwijken konden aarden, tussen wal en schip vielen. In die zin zijn Skaeve Huse een tegenbeweging: een erkenning dat een kleine groep niet zelfstandig kan wonen.
Het doel van Skaeve Huse is niet om bewoners terug te laten keren in de samenleving, zoals bij veel andere opvanginitiatieven. „Onze bewoners zijn uitbehandeld”, zegt Verkerk. „Ze mogen hier alcohol en drugs gebruiken en hun leven grotendeels zelf inrichten. Dit is geen doorstroomplek. Het idee is dat mensen hier uiteindelijk overlijden.”
Dat standpunt verschilt van de ambitie van Eerdmans, die juist wil dat bewoners ooit weer hun plek in de maatschappij vinden. „Maar in de praktijk lukt dat nauwelijks”, erkent de politicus.
Lees ook
Alle noodsignalen over verwarde mensen bij elkaar brengen is best ingewikkeld, zeggen zorgverleners
Signalen
Op het terrein heerst een informele sfeer. Er hangen wel camera’s, maar de poort staat open. Jeroen (43, wil niet met achternaam in de krant), een van de eerste bewoners, studeerde ooit voor sociaal werker en werkte met jongeren. Totdat hij vijftien jaar geleden in een psychose belandde en zijn woning kwijtraakte. „Dat begint met me terugtrekken, in een isolement raken, contact vermijden”, vertelt hij. „Maar hier gebeurt dat minder snel. Er is altijd iemand aanwezig.”
De dagelijkse begeleiding speelt een cruciale rol. Begeleider Wim Aantjes: „Soms zeggen bewoners niet direct wat er mis is, maar komen ze zes keer op een dag naar ons kantoortje. Dat zijn signalen.”
Kleine aanpassingen kunnen een groot verschil maken. „Bij een bewoner was een keukenkastje kapot. Eerst dacht ik: wacht een paar dagen. Maar hij werd zo onrustig dat hij ging drinken en overlast veroorzaakte. Toen ik het kastje repareerde, keerde de rust direct terug.”
Voor Jeroen bieden de Skaeve Huse stabiliteit: „Omdat ik hier mijn rust vind en een dak boven mijn hoofd heb, gebruik ik minder drugs.”
Stigma
Ondanks de bewezen waarde van het project, is de toekomst van Skaeve Huse in Leidsche Rijn onzeker. In 2029 moeten de huisjes plaatsmaken voor een park in een nieuwe woonwijk en de zoektocht naar een andere locatie verloopt moeizaam. „De gemeente is bereid om subsidie te verstrekken, maar het stigma is het grootste probleem”, zegt Verkerk. „Veel locaties worden afgewezen omdat buurtbewoners er tegen zijn.”
Dat stigma is voelbaar. „Toen hier een middelbare school naast werd gebouwd, besloten sommige ouders hun kinderen daar niet naartoe te sturen vanwege ons. Onbegrijpelijk”, zegt Aantjes. Jeroen: „Als ik langsloop, zeggen ze weleens ‘kooi-terror’ tegen me.” Waarmee ze verwijzen naar dat verwarde mensen in een gesloten inrichting zouden moeten zitten.
Toch ervaren buurtbewoners de aanwezigheid van Skaeve Huse niet per se als negatief. Een vrouw (31) die vlakbij woont, zegt: „Soms zet iemand midden in de nacht keiharde muziek op, maar het zijn incidenten, echt niet elke avond.”
Het probleem groeit, maar de oplossing niet
Skaeve Huse Leidsche Rijn is niet het enige project dat lastig een nieuwe locatie vindt. In Haarlem werd al sinds 2018 gezocht. „Het grootste probleem is dat de buurtbewoners ertegen zijn”, zegt ook Wendy Dieben, procesmanager van Skaeve Huse Haarlem. Het verzet is afgenomen nadat een aantal tegenstanders een bezoek heeft gebracht aan de Skaeve Huse in Hilversum. Dat hielp hen het plan voor Haarlem beter te begrijpen.
Inmiddels is een locatie gevonden en wordt de vergunningaanvraag voorbereid. De bouw van de Skaeve Huse in Haarlem begint naar verwachting aankomend najaar.
Jeroen met coördinator Wim Aantjes: „Toen hier een school werd gebouwd, besloten sommige ouders hun kinderen daar niet naartoe te sturen vanwege ons. Onbegrijpelijk”,Foto Bram Petraeus
Dakloosheid
Eerdmans benadrukt de noodzaak van uitbreiding: „Skaeve Huse is een goed initiatief, maar een druppel op de gloeiende plaat. Het probleem groeit, maar de oplossing niet.” In januari 2024 diende hij samen met Mirjam Bikker (ChristenUnie) een motie in om Skaeve Huse als landelijk programma vorm te geven. Ze pleitten ook voor extra subsidies, aangezien vaak onvoldoende geld beschikbaar is om kwetsbare mensen te huisvesten. Daarnaast streven ze ernaar gemeenten te ondersteunen bij het verkrijgen van vergunningen en het betrekken van omwonenden.
Hoewel de motie werd aangenomen, werden vooralsnog weinig concrete stappen ondernomen. In juni 2024 liet voormalig staatssecretaris Maarten van Ooijen (ChristenUnie) de Tweede Kamer weten dat de financiële middelen ontbraken om Skaeve Huse landelijk uit te breiden. Hij verwees naar bestaande fondsen, zoals de jaarlijkse 55 miljoen euro uit het Nationaal Actieplan Dakloosheid, die gemeenten kunnen gebruiken voor alternatieve woonvormen. Een woordvoerder van het ministerie van Volksgezondheid gaf daarnaast aan dat in het najaar een publicatie volgt van ‘praktijkvoorbeelden’ om gemeenten te ondersteunen bij hun Skaeve Huse-projecten.
Intussen blijft de toekomst van de Skaeve Huse bewoners in Leidsche Rijn onzeker. „Wat gebeurt er met ons als deze plek verdwijnt?” vraagt Jeroen zich af.
Lees ook
In Utrecht kunnen ex-daklozen terecht in negen nieuwe woningen
De hulpverlening na de aardbeving in Myanmar wordt bemoeilijkt door de junta. Dat zegt hulporganisatie Human Rights Watch. Het militaire bewind is volgens de hulporganisatie en de VN niet gestopt met bombarderen van gebieden die in handen zijn van de oppositie, nadat het land vrijdag werd getroffen door een zware aardbeving. Ook is een avondklok in stand gebleven en blijft toegang tot internet geblokkeerd.
„De junta zaait nog steeds angst, zelfs na een verschrikkelijke natuurramp die duizenden het leven kostte of verwondde”, schreef Bryony Lau, adjunct-directeur Azië bij Human Rights Watch dinsdagochtend in een verklaring. Hij riep regeringen van andere landen op om druk uit te oefenen op de junta om ervoor te zorgen dat „humanitaire hulp snel de mensen bereikt wier levens op het spel staan”.
Lees ook
In Mandalay graven burgers met blote handen naar slachtoffers
Tegen The Guardian zei de VN-gezant voor Myanmar, Tom Andrews, dat hem maandag verschillende „consistente” berichten bereikten over door de junta geblokkeerde hulpzendingen. Ook zou hulpmedewerkers de toegang tot getroffen gebieden worden ontzegd, vooral tot de gebieden waar niet de junta maar gewapende verzetsgroepen feitelijk de dienst uit maken.
Zij vechten sinds februari 2021 tegen het leger, dat toen de macht naar zich toe trok en verzet sindsdien met veel geweld probeert te onderdrukken. Voorafgaand aan de aardbeving waren volgens de VN al ruim 3,5 miljoen mensen ontheemd. Een derde van de bevolking van 55 miljoen had al voedselhulp nodig, al is die niet voor iedereen voorhanden.
Restricties voor hulpverleners
Vooral centraal Myanmar is getroffen door de aardbeving waarbij gebouwen instortten en wegen en bruggen beschadigd raakten. Het epicentrum lag in de regio Sagaing, dicht bij de tweede stad van Myanmar, Mandalay.
Het Myanmarese leger meldde dinsdagochtend dat het dodental op 2.700 slachtoffers lag, maar verwachtte dat dit snel meer dan drieduizend zou worden. Schattingen van de US Geological Survey wijzen op een mogelijk dodental van tienduizend of meer.
Lees ook
Komen hulporganisaties Myanmar wel in? En nog drie vragen over de aardbeving
Human Rights Watch raadt landen die worden toegelaten aan „manieren te zoeken om hulp via onafhankelijke lokale groepen te kanaliseren in plaats van uitsluitend via de junta-autoriteiten.” HRW wijst erop dat het Myanmarese leger ook bij eerdere natuurrampen, zoals cycloon Mocha in 2023, heeft geweigerd om reisvergunningen- en visa voor hulpverleners te verlenen, en restricties op te heffen die de hulpverlening frustreerden.
In Naypyitaw zijn veel gebouwen door de aardbeving beschadigd. Foto AP
Onder meer China, Rusland, de VS, Thailand en Vietnam hebben hulp gezonden aan Myanmar. Taiwan had een groep van 120 reddingswerkers aangeboden, maar heeft dat team inmiddels weer ontbonden. Volgens Channel News Asia zei de Taiwanese minister van Binnenlandse Zaken dat hun veiligheid in Myanmar „niet gegarandeerd kon worden”. Op initiatief van de junta werd dinsdag een minuut stilte gehouden voor de slachtoffers die onderdeel is van een nationale week van rouw. Alle vlaggen op overheidsgebouwen hangen halfstok.
Twee dagen lang durfde een Palestijnse student aan Columbia University het huis niet uit. De 25-jarige draaide de deur op slot, ging niet naar lessen en moest uitstel voor allerlei opdrachten aanvragen die eigenlijk voor de voorjaarsvakantie af moesten zijn. „Ik wilde gewoon geen stap buiten mijn gebouw zetten”, vertelt de student aan de telefoon.
Die angst kwam voort uit de arrestatie van Mahmoud Khalil. De 29-jarige Palestijn werd begin maart op de gang naar zijn campuswoning in de boeien geslagen. Nu staat hem mogelijk een uitzetting te wachten, ondanks zijn verblijfsvergunning – de green card. „Als hij in zijn eigen appartement was geweest, had hij er misschien voor kunnen kiezen om de agenten niet binnen te laten”, zei de 25-jarige student.
Honderden mensen gaan al weken de straat op om te protesteren voor de vrijlating van Khalil. De Palestijnse masterstudent die NRC sprak had half maart nauwelijks vakantie. „Ik moest mijn scriptie afmaken, of ben naar protesten voor Mahmoud geweest, ik heb ervoor gezorgd dat zijn vrouw genoeg te eten heeft. Ik heb geen tijd gehad om te rusten, vooral nu de genocide in Palestina doorgaat”, zegt de student, die ook bevriend is met Khalil. „Hij was als een grote broer voor veel mensen in de Palestijnse gemeenschap.”
Mahmoud Khalil was als een grote broer voor veel mensen in de Palestijnse gemeenschap
De arrestatie van Khalil heeft de Amerikaanse universiteit tot strijdtoneel gemaakt van een nationaal debat over de vrijheid van meningsuiting. Dit draait om de vraag of Khalil het land uit gezet kan worden voor zijn rol in de pro-Palestinaprotesten op de universiteit, vorig jaar. De regering-Trump wil dit, omdat hij een gevaar zou zijn voor de nationale veiligheid.
Lees ook
Ook als je op papier welkom was in de VS, kun je worden weggestuurd of opgesloten
Khalils onzekere lot zaait vooral angst onder internationale studenten, van wie velen niet meer durven te spreken met de pers. Diegenen die wel met NRC willen praten, doen dat alleen anoniem uit angst dat hun visum ingetrokken zou kunnen worden. „Misschien ben ik te voorzichtig”, zegt een Italiaanse student. „Maar ik weet op dit moment niet wat er wel en niet mogelijk is”.
Een demonstrant roept op tot vrijlating van Mahmoud Khalil, die eerder in maart werd opgepakt omdat hij had deelgenomen aan pro-Palestijnse protesten. Foto Kena Betancur/VIEWpress
Samen naar huis
Na zich twee dagen te hebben opgesloten, durfde de Palestijnse masterstudent weer naar buiten. Maar op de campus zelf kwam de 25-jarige niet. „Uiteindelijk ging mijn angst over in totale haat voor de school. Ik haatte het bestuur, ik haatte wat Columbia vertegenwoordigde, waar de school voor stond. Ik kon mezelf er niet toe brengen om naar de campus te komen en te doen alsof alles terug bij het oude is.”
Ook de Italiaanse student is bezorgd, zij het minder om diens eigen veiligheid. „Ik ben wit, ik word niet per se gezien als iemand die geen Amerikaan kan zijn.” De 24-jarige zegt regelmatig vrienden, die niet allemaal wit zijn, naar huis te begeleiden. „Niet omdat er een actief gevaar is, maar omdat we niet weten dat er absoluut geen gevaar is.”
Niet alleen diens huidskleur maar ook diens herkomstland biedt meer vrijheden dan andere studenten. „Ik ben boos op een afstandelijke manier. Ik kom van een plek waar ik naar terug kan gaan. Ik maak me meer zorgen over wat er als normaal wordt beschouwd. Wil ik in dit land blijven en in dit land werken als het de rechten van een mens volledig negeert?”
De politie treedt op bij een protest tegen de arrestatie van de Palestijnse student Mahmoud Khalil. Foto Spencer Platt/Getty/AFP
Toen de Italiaanse student hoorde dat Khalil was opgepakt, realiseerde die vooral dat Trump zijn woorden daadwerkelijk waarmaakt. „Ze laten niet alleen zien dat het ze niets uitmaakt, maar ze maken een spektakel van het feit dat het ze niets uitmaakt”, aldus de student.
Columbia zwicht voor Trump
Op vrijdag 21 maart maakte de universiteit bekend een rits eisen te accepteren die de regering-Trump had gesteld. Studenten mogen hun gezichten niet meer bedekken, en moeten desgevraagd hun studentenpas laten zien. Ook wordt er een nieuwe provoost aangesteld om toezicht te houden op het vak Midden-Oosten-studies en daarin „evenwichtigheid” aan te brengen. Het is nog niet duidelijk of de universiteit met deze nieuwe maatregelen de 400 miljoen dollar (circa 368 miljoen euro) aan overheidsfinanciering terugkrijgt die Trump introk.
Een week na de aankondiging, maakte de universiteit bekend dat interim-voorzitter Katrina Armstrong aftreedt, volgens het Witte Huis een „belangrijke stap” om de onderhandelingen over de geschrapte subsidies voor te zetten. Claire Shipman werd onmiddellijk benoemd tot waarnemend voorzitter. Shipman is hiermee de derde voorzitter van Columbia sinds augustus. Vorig jaar sprak die, als medevoorzitter van de raad van toezicht, tijdens een hoorzitting in het Huis van Afgevaardigden nog van een „morele crisis” op de campus waarbij studenten en faculteitsleden Joodse en Israëlische studenten bedreigden.
Personeel van de universiteit demonstreerde op 24 maart voor de bescherming van academinsche vrijheid en democratie. Foto Dana Edwards/Reuters
Dat studenten niet meer vermomd mogen protesteren, maakt hen nog terughoudender: bang om net als Khalil – die zijn gezicht nooit verborg – opgepakt te worden. Toch zijn de protesten niet voorbij. Vorige week maandag stond een groep docenten op de stoep voor de universiteit te demonstreren en kondigden studenten aan om bij wijze van protest in alle lessen mondkapjes op te zetten. Zaterdag verscheurde een handvol Columbia-alumni hun diploma’s uit protest tegen de arrestatie van Khalil. Ook klaagde Yunseo Chung, een 21-jarige student die sinds haar zevende in de VS woont, onder andere president Trump aan, nadat immigratie-autoriteiten haar probeerden te arresteren en deporteren. Intussen blijven de Amerikaanse autoriteiten in het hele land studenten aanhouden vanwege hun betrokkenheid bij protesten.
Universiteit van activisme
Nog voor de arrestatie van Khalil en de afkondiging van Columbia’s nieuwe maatregelen, ontving de 25-jarige Palestijnse student een oproep voor een geplande disciplinaire hoorzitting wegens „vermeende overtreding van de schoolregels”.
Volgens de student werd niet uitgelegd welke regel precies was overtreden. Later liet de universiteit weten de zaak te laten vallen, omdat er niet genoeg informatie was. „Dat maakte me echt boos, want waarom heb je me deze stress bezorgd als je niet genoeg informatie tegen me had. Het was mij heel duidelijk dat dit echt een intimidatietactiek was. Of op zijn minst een compleet gebrek aan besef wat dit met onze mentale gezondheid doet”, zei de student.
De student had juist voor Columbia gekozen vanwege het activisme op de universiteit en was plan om in de VS te blijven, juist ook vanwege de strijdbaarheid. „Ik heb activisme en solidariteit gezien op manieren die ik nooit eerder heb meegemaakt. Maar ik voel me hier niet veilig”, zegt de student. De arrestatie van Khalil was de druppel. „Ik wil niet mijn huis uit gaan en mij moeten afvragen of iemand een politieagent is die mij komt arresteren.”
De volledige namen van de geïnterviewde studenten zijn bekend bij de redactie.
Het geniale van de Europese integratie was de ‘depolitisering’: politieke problemen werden omgevormd tot technische vraagstukken. Dit maakte het mogelijk voor landen om ondanks grote meningsverschillen samen te werken. Door kwesties klein en technisch te houden, en door onafhankelijke instellingen het algemeen belang te laten bewaken. Dit verklaart waarom we richtlijnen hebben in plaats van wetten, waarom er een ‘hoge vertegenwoordiger’ is en geen EU-minister van Buitenlandse Zaken, en waarom de eurobiljetten bruggen tonen die niet bestaan – op een continent met een rijk historisch erfgoed.
Die depolitisering hield de boel bij elkaar. Er was nooit echt een politieke winnaar of duidelijke verliezer. Misschien weinig pathos en passie, maar wel vooruitgang. En, belangrijk, het stelde Europese landen in staat om elke keer weer door een crisis te komen.
Maar nu Trump Europa politiek aanvalt, zal deze technocratische reflex niet volstaan. Trump wil niet alleen specifieke concessies op handel, defensie of regelgeving, maar de EU zelf veranderen. Zijn doel is het verzwakken van centrale EU-instellingen en het versterken van populistisch rechts. Dit is een gevecht om macht, niet om beleid.
Weerbaarheid
In november 2024 had de Europese Commissie draaiboeken klaarliggen voor verhoogde handelstarieven, minder steun aan Oekraïne en Amerikaanse druk om meer te investeren in defensie. De strategie: blijven benadrukken dat Europa wilde onderhandelen, ‘sweeteners’ zoals extra LNG-aankopen aanbieden, en beloftes doen over meer defensie-uitgaven en steun aan Oekraïne. Intussen werkte men aan eigen Europese weerbaarheid, mocht de situatie escaleren. Men hoopte op tegenwicht vanuit het Amerikaanse bedrijfsleven en gematigde Republikeinen, zoals tijdens Trumps eerste termijn.
Twee maanden later blijkt dat we in een totaal andere dynamiek zitten. Trump heeft de EU omschreven als een organisatie die de VS „oplicht” – niet als verkiezingsretoriek, maar officieel vanuit het Witte Huis. Vicepresident J.D. Vance gaf in februari in München een toespraak die de Europese middenpartijen aanviel en populistisch rechts openlijk steunde, vlak voor de Duitse verkiezingen.
Vorige week richtte hij zich op Denemarken, noemde het land een „slechte bondgenoot” en beweerde ten onrechte dat de bevolking van Groenland liever bij de VS zou horen. Intussen wordt Oekraïne afgeperst en krijgt Rusland het ene strategische cadeau na het anderen. En uit ‘signalgate’ hebben we nogmaals geleerd hoe diep de minachting is voor Europa binnen Trumps regering.
Lees ook
De nieuwe Europese defensie-industrie moet sneller, onafhankelijker, groter
Temidden van zoveel politiek vuurwerk valt op dat er nauwelijks echte onderhandelingen zijn tussen Trump en Europa. Over een mogelijk staakt-het-vuren in Oekraïne wordt gesproken met Rusland en soms Oekraïne, maar Europa is afwezig. Binnen de NAVO probeert men Amerikaanse signalen te interpreteren, maar serieuze gesprekken over een herschikking van de taakverdeling binnen het bondgenootschap blijven uit.
Op handelsgebied bezocht EU-commissaris Maros Sefcovic Washington, maar ondanks Europese aandrang kwam het nooit tot onderhandelingen. Beslissingen over handelstarieven worden intern binnen de VS genomen.
Dit is een gevecht om macht, niet om beleid
Bovendien: er is een rolverdeling tussen Brussel en de hoofdsteden. Commissievoorzitter Ursula von der Leyen spreekt meestal in sussende gemeenplaatsen. In lijn met de depolitiserende traditie houdt ze zich retorisch op de vlakte. Maar nationale leiders als de Franse president Emmanuel Macron, de Duitse kandidaat bondskanselier Friedrich Merz en de Poolse premier Donald Tusk benoemen de situatie in politieke termen. Macron stelde in januari: „Als wij er voor kiezen om zwak en defaitistisch te zijn, zal Trump ons nooit respecteren.” Merz verklaarde na zijn verkiezingsoverwinning: „Europa moet onafhankelijk worden van de VS; het is duidelijk dat de Amerikanen zich niet bekommeren om het lot van Europa.” Tusk vatte de situatie scherp samen: „Hoe is het mogelijk dat 450 miljoen Europeanen aan 300 miljoen Amerikanen vragen hen te beschermen tegen 140 miljoen Russen, die het niet kunnen winnen van 45 miljoen Oekraïners?”
Zelfbeschikking
Deze Europese leiders benadrukken terecht de noodzaak van Europese eenheid en kracht. Daarom moet ook Brussel de technocratische reflex overstijgen en laten zien dat men beseft wat er historisch op het spel staat. Een van de weinige EU-commissarissen die dit begreep, was Kaja Kallas. Na de vernedering van Zelensky in het Witte Huis verklaarde ze dat Europa nu de rol van leider van de vrije wereld moest overnemen. Dit leverde haar kritiek op, maar haar boodschap was de juiste.
De aanval van Trump is niet slechts een verzameling van specifieke beleidswijzigingen. Het gaat om de essentie van de politieke orde in Europa en het instandhouden van onze zelfbeschikking. Europa moet dat helder zien. Het moet spreken, denken en handelen in politieke termen en niet blijven hangen in het geloof in technocratische oplossingen en compromissen. Onder Europese burgers leeft een gevoel van onrust: wie beschermt mij, ondermeer tegen de Trump tornado en de agressie van Poetin? Daar moet een politiek antwoord op komen – en dat kan ook goed. Want diezelfde burger heeft in diverse peilingen nog nooit zoveel steun gegeven aan de EU om precies dat te doen.
Stel, dit is de allerlaatste voorstelling die acteur Willem de Wolf en actrice Lineke Rijxman ooit spelen. Is dat erg? Wat zouden ze willen vertellen?
Alleen al hun droogkomische timing maakt het een feest om dit duo anderhalf uur lang om deze vragen te zien heendraaien. De Wolf, die als een uit de kluiten gewassen kind, met die trage, precieze dictie van hem, zonder filter uit lijkt te spreken wat hem door de geest schiet. Rijxman, die met stalen gezicht haar verhaal afsteekt en daarbij behendig om de punchlines heen meandert. Samen maakten ze de voorstelling Alledaags verlies – The Slow Accumulation of Ordinary Losses. Over herinneren, de melancholie van het ouder worden en het onophoudelijke verlies die daarmee gepaard gaan.
De Wolf en Rijxman verhouden zich verschillend tot het geheugen, het hangt in zekere mate van je verleden af, hoe graag je ernaar terugkeert. De Wolf stort zich zonder terughoudendheid in welke associatiestroom dan ook. Door hier op de toneelvloer zijn herinneringen te benoemen (aan hun samenwerkingen, aan de straten van zijn jeugd, aan de kraag van de jas van zijn vader), hoopt hij ze vast te kunnen houden. Het is meer dan nostalgie, er zit een verbetenheid achter. Het verwoorden van zijn herinneringen is De Wolfs manier om zijn angst voor het verdampen ervan te bezweren.
De Wolf hoopt zichzelf op de vloer te vinden, Rijxman hoopt zichzelf er te verliezen
Rijxman beweegt zich graag zo kordaat mogelijk van haar geheugen weg. Herinneringen aan de veel te vroege dood van haar moeder en aan haar gewelddadige vader hebben het verleden voor haar tot een unheimisch domein gemaakt. Waar het theater voor De Wolf een plek is om de waarheid te tonen, is het voor Rijxman een plek „van verleiding, vervalsing, bevrijding misschien”.
De Wolf is er bezig „te laten zien hoe het is om jou te zijn, om ‘jezelf te vertellen’”. Voor Rijxman gaat acteren over „de geruststelling en de schok van het gebied dat buiten mezelf valt; het niet-ik”. De Wolf hoopt zichzelf op de vloer te vinden, Rijxman hoopt zichzelf er te verliezen. Tegengestelde motieven, zou je zeggen, maar ook weer niet. Voor beiden is het spelen van levensbelang.
Prettig rafelig
Alledaags verlies is een collage van scènes, prettig rafelig gelaten aan de randen. Vaak zijn ze geestig (een dialoog waarin de twee – ‘hik!’ ‘hak!’ – niet op het woord ‘haiku’ kunnen komen), soms onbeschaamd pathetisch (een in mineur gezongen „tis voorbij, allemaal voorbij”). En soms grijpt een scène je naar de keel. Schitterend is die waarin ze elkaars moeder vertolken. Die van De Wolf weet nog niet zeker of ze de voorstelling gaat bezoeken, zegt ze, want ze begrijpt de voorstellingen van haar zoon nooit zo goed. Door alle monterheid heen voel je de schaamte van de moeder en indirect ook de misschien nog wel pijnlijkere schaamte daar weer over, van de zoon. Er is een scène tussen de kinderen die beide acteurs nooit kregen, ook hier is de toon weer opgetogen en licht, maar met vlak onder de oppervlakte, niet te missen, Rijxmans diepe verdriet erover.
Hoe ga je in hemelsnaam om met je eigen vergankelijkheid? Die universele vertwijfeling is het uiteindelijk waar alle scènes zich een weg omheen banen. Misschien kun je, geconfronteerd met dit soort bodemloze vragen, nog het beste bij haiku-meester Bashō te rade gaan:
„Ach oude vijver / een kikker springt erin / geluid van water.”