Carnaval is ‘hét visitekaartje’ maar in Breda klinkt ook gemopper. Over de aprés-skimuziek, lakse Randstedelingen en de kosten

Wie de verouderde loods binnenloopt, heeft meteen tientallen wijdopen ogen op zich gericht. De reusachtige kleurrijke figuren op de praalwagens hebben daarnaast wipneusjes, appelwangen en overdreven gelaatstrekken. In deze hal op een Bredaas bedrijventerrein hangt de geur van versgebakken friet, een beloning voor de bouwers die een laatste lik verf op hun wagens aanbrengen, zodat hun creaties maandag tijdens de Grote Optocht piekfijn voor de dag komen.

In een zijvertrek van de loods is het Kielegats Carnaval Museum gevestigd, waar vaandels, eremedailles, carnavalsplaten en fotoalbums staan uitgestald. Op deze vijftien vierkante meter wordt de carnavalscultuur bewaard en bewaakt. Dat is hard nodig, vinden conservatoren Rob Thomassen (57) en Frans van den Broek (77), beiden met een roodoranje carnavalssjaal om, omdat de Bredase gebruiken de laatste jaren nog weleens „ondersneeuwen”. Onder meer door de toestroom van Randstedelingen.

Pijnlijk is de toenemende populariteit van après- skimuziek

Een pijnpunt voor het tweetal is bijvoorbeeld de toenemende populariteit van après-skimuziek of „schunnige” nummers als ‘M’n Oma Die Heeft ’n Stoma’. „Dat is simpele muziek om te scoren, geen carnaval”, verzekert Thomassen, terwijl hij in een platenkast rommelt. Zelf hoort hij liever een vierkwartsmaat, zoals in Vader Abrahams lofzang ‘In het Zuiden’. Of de hymne ‘Drink rode wijn’. De mannen zetten resoluut het nummer in.

In aanloop naar het carnaval van 2025 heeft Stichting Kielegat – de vrijwilligersorganisatie die het Bredase carnaval organiseert – een ‘muziekhandvest’ opgesteld, in de hoop dat dj’s vaker muziek van Bredase artiesten en harmonieorkesten draaien. Ook wordt onderzocht of oude carnavalsnummers kunnen worden gemoderniseerd, zodat jongeren daar makkelijker op kunnen dansen.


Lees ook

Het is dé carnavalsstad van Europa – maar wie weet dat buiten Weert?

Voorbereidingen voor carnaval in Weert, dit seizoen „het kloppend carnavalshart van Europa.”

Pilske

Naast muziek draait carnaval om sociale cohesie. Van den Broek. „Sommige mensen loop je in het dagelijks leven voorbij, maar tijdens carnaval vraag je: Koen, pilske pakken?” De magie van het volksfeest is eigenlijk niet te verklaren, vindt hij. „Het zit vanaf de geboorte al bij ons in het lijf, ons dna, een ander is het niet wijs te maken.” Neem zijn Haarlemse schoonzoon. „Hij doet mee, maar om nou te zeggen: van harte… Soms zie ik ’m bedenkelijk kijken naar het feestgedruis.”

Vorig jaar trok het Bredase carnaval 230.000 bezoekers, vooral op vrijdag en zaterdag was het druk. Driekwart van de vierders komt uit de stad en omliggende dorpen, de rest komt ‘van buiten’ met de trein of (party)bus. „Carnaval is hét visitekaartje van Breda. Uit onze enquête bleek dat 86 procent van de bezoekers van vorig jaar graag weer terugkomt en anderen het feest aanraadt.”

Iedereen denkt dat wij horecaondernemers onze zakken vullen. Die tijd is echt wel voorbij

Johan de Vos
café-eigenaar

Om te voorkomen dat feestgangers in de hossende massa’s worden verdrukt, slaat de gemeente flink aan het puzzelen. Waar moeten de frietkarren staan? Wat is een strategische plek voor dixi’s? „Iedereen moet het feest op een plezierige en veilige manier kunnen beleven”, stelt burgemeester Paul Depla (PvdA) op het gemeentehuis.

Een rits aan maatregelen moet de gezelligheid waarborgen. In het stadspark, tussen het stadion en de binnenstad, wordt een plek met drank en muziek opgetuigd, in de hoop dat bezoekers die per trein komen even blijven hangen en niet en masse het centrum intrekken. Andere truc: op overvolle pleinen de muziek zachter zetten, zodat een leger plein verderop aantrekkelijker wordt.

Ook riskeren raddraaiers dit jaar een meerdaags gebiedsverbod. En kledingemblemen met de leus Nie graaje, mar zwaaje! worden in de hele provincie uitgedeeld om straatintimidatie tegen te gaan en bespreekbaar te maken. Verder geldt een glas- en blikverbod om de kans op snijwonden te verkleinen.

Huiswijn

Aan de gevel van bruin café Boerke Verschuren hangt een metershoog spandoek met het Witte Huis en de begeleidende tekst Make Alaaf Great Again: Grab ’em by the pilsie. Op het dak wappert niet de Amerikaanse vlag met vijftig sterren, maar de Bredase vlag met drie andreaskruisen. Onderaan het spandoek staan Bredanaars afgebeeld die protestborden in Trump-stijl vasthouden met leuzen als „No more onesies” en „Close the bridge”, ironische verwijzingen naar de Randstedelingen die weinig moeite stoppen in het verkleden en dus beter geweerd kunnen worden.

De winstmarge van Bredase horecaondernemers tijdens carnaval dreigt te verdampen, stelt Boerke-eigenaar Johan de Vos, die ook voorzitter is van de Bredase afdeling van Koninklijke Horeca Nederland. Na belastingheffingen houdt hij „zeven cent winst” over aan een verkocht biertje, terwijl dat voorheen elf cent was. Intussen stijgen de personeelskosten en dreigt Trump importtarieven in te voeren voor de Europese Unie, verzucht De Vos.

Sommige mensen loop je in het dagelijks leven voorbij, maar tijdens carnaval vraag je: pilske pakken?

Frans van den Broek
conservator van Kielegats Carnaval Museum

In Breda wordt jaarlijks een strijd gevoerd over wie de carnavalsrekening betaalt, zegt De Vos. „Daar word ik doodmoe van. Iedereen denkt dat wij horecaondernemers onze zakken vullen. Die tijd is echt wel voorbij.” De Bredanaar kijkt „met grote jaloezie” naar een gemeente als Den Bosch die volgens hem „zonder gezeik” de kosten op zich neemt voor wc’s, beveiliging en EHBO-posten.

Maar „in Den Bosch financiert de horeca ook onderdelen van het carnaval, die Bredase cafébazen dan weer niet hoeven te betalen”, brengt burgemeester Depla in verweer. Daar zijn meer horecaondernemers die een plein afzetten en zelf voor alles zorg moeten dragen. De carnavalsviering kost de gemeente zeven ton. „In de toekomst moeten we de lusten en lasten verdelen over alle partijen die belang hebben bij een mooi volksfeest, maar die discussie ga ik niet via de krant voeren.”

Als de dalende winstmarge doorzet, voorziet De Vos dat café-eigenaren minder happig worden om voor carnaval hun zaken om te bouwen, aan te kleden en dj’s te boeken. Maar ongeacht hoe het carnaval eruitziet in de toekomst, één element van het feest mag volgens de kroegbaas sowieso nooit verloren gaan: iedereen is vijf dagen elkaars gelijke. „Het maakt niet uit of iemand minister is of Jan de putjesschepper.”


Lees ook

Voor een worst bidt de pastor voor goed weer met carnaval

Op 18 november 2023 was de ‘proclamatie’ van de plaatselijke prins carnaval van Karnevalsvereniging Burgerlust in Eygelshoven: de 30-jarige Dylan Frings, prins Dylan 1. Hij heeft al beloofd met trots zijn scepter te zwaaien.