Broom is een uniek element met een luchtje

Ieder scheikundig element heeft zijn eigen plek in het Periodiek Systeem. Ieder element heeft ook een bijzonder verhaal. Ook broom.


Beeld Lynne Brouwer

Antoine-Jérôme Balard was begin twintig toen hij in 1826 als labassistent bij de farmacieschool in Montpellier werkte. Hij had een voorliefde voor de zee en besteedde graag zijn tijd aan het analyseren van zeewater. Bij één van zijn experimenten ontstond er een bruinachtige, vluchtige vloeistof met een indringende geur. Balard dacht aan joodchloride, omdat het een mengelmoes was van kenmerken van beide stoffen. Toen jood of chloor isoleren niet lukte, veronderstelde hij dat hij een nieuw element had ontdekt. De Franse Académie des Sciences vernoemde de stof naar zijn karakteristieke geur: broom is afgeleid van het oud-Griekse bromos, dat stank betekent.

Wel waren de hoge heren van de Académie lovend over de ontdekking van de labassistent, „een heel belangrijke aanwinst voor de scheikunde”, schreven ze. Zijn carrière kreeg een groeispurt en hij werkte zich op tot professor bij het Collège de France.

Vakantie en examens

De ontdekking werd benijd door de Duitser Carl Löwig. In het jaar voor Balards publicatie had de student een onbekende bruinrode vloeistof verkregen in een lab in Heidelberg. Hij kreeg de opdracht om meer van de raadselachtige stof te produceren en te onderzoeken. Vakantie en examens gingen echter voor. Na deze vertraging had Balard broom al beschreven.

Balard had een goede inschatting gemaakt door de stof met chloor en jood te vergelijken. Broom neemt in het periodiek systeem, dat toen nog niet bestond, het plekje in tussen die twee halogenen en bezit een unieke eigenschap: broom is het enige niet-metaal dat vloeibaar is bij kamertemperatuur.

Toch zul je vloeibaar broom niet in de natuur vinden. Moleculair broom, in de vorm van dibroom (Br2), is erg reactief en gaat gelijk verbindingen met andere stoffen aan. En dat is maar goed ook, want moleculair broom is vrij giftig. Ook in verbindingen kan het tot veel problemen leiden. Broombevattende stoffen kunnen het centrale zenuwstelsel aantasten of dna beschadigen.

Peperdure kleurstof

Zo’n tweeduizend jaar geleden was broom al belangrijk. Het element was onderdeel van de peperdure kleurstof purper, gewonnen uit een kliertje uit de brandhoornzeeslak. De kleur gaf status aan de kleding van Romeinse keizers – voor vier gram zuivere broombevattende kleurstof was één pond kliervocht nodig, waarvoor dertigduizend zeeslakken moesten worden opgedoken. Deze hele exercitie maakte de kleurstof destijds per gram ruim tien keer duurder dan goud.

Vanaf halverwege de 19de eeuw werd broom breder verkrijgbaar, omdat het een bijproduct was van de winning van een nieuw kunstmestproduct. Sindsdien werd de stof ingezet in parfums, als fotochemicaliën en als brandvertrager. Ook op de farmaceutische markt sloegen broomhoudende verbindingen aan. Vanwege het verlammende effect op het centrale zenuwstelsel werd broom gebruikt als verdovend middel. Het nadeel bleek te zijn dat bromisme, chronische broomvergiftiging, op de loer lag, met onder andere zenuwzwakte en een afnemend geheugen als gevolg.

Bromeren, het bestrijden van ongedierte met het giftige methylbromide, is onder andere vanwege zijn schadelijke effecten op organismes en milieu inmiddels verboden. Broom is op z’n retour.