„Macron heeft de meesterzet van Rishi Sunak gezien, dus toen moest hij ook wel”, sneerde het Britse tijdschrift The Critic na het besluit van de Franse president om vervroegde parlementsverkiezingen uit te schrijven.
Naar het waarom van de Britse snap elections op 4 juli blijft het gissen. Had premier Sunak het niet op een veel gunstiger moment kunnen doen, nadat hij – zonder verkiezingen – eind 2022 het stokje van de binnen twee maanden verlepte Liz Truss had overgenomen? Intussen hoor je nu zelfs in zijn eigen kring dat het beter is om de Conservatieve Partij uit haar lijden te verlossen.
Macron, die al vaker grote risico’s heeft genomen, kan er in theorie op 30 juni (of in een tweede ronde op 7 juli) nog goed uitspringen. Al speelt hij wel alles of niets, denken vriend en vijand. Het kan hem het nieuwe mandaat opleveren waarop hij gokt, of juist het tegendeel: na de Europese doorbraak van Marine Le Pens radicaal-rechtse Rassemblement National kan de partij ook landelijk doorbreken.
Het afkondigen van vervroegde verkiezingen is binnen Europa een beproefde overvaltactiek. Ze worden om verschillende redenen uitgeschreven. Zoals de vraag naar een nieuw mandaat na een belangrijke politieke gebeurtenis of een andere crisis, de vraag naar een persoonlijk mandaat bij een tussentijdse premierswissel, of om een parlementaire impasse te doorbreken of na een regeringsval.
Kalme cultuur
Maar in de cynische praktijk komen vervroegde verkiezingen volgens de Leidse staatsrechtgeleerde Wim Voermans meestal neer op een poging „de peilingen te verzilveren”.
In het Verenigd Koninkrijk zijn snap elections meer regel dan uitzondering. Frankrijk heeft er een lange traditie in. En ook in Italië, Spanje, Polen en Griekenland kan het staatshoofd het parlement ontbinden als de premier het opportuun acht.
In Duitsland, België en de Scandinavische landen heeft de premier die macht niet. En ook in Nederland vinden vervroegde verkiezingen alleen plaats na het verstrijken van de zittingsduur van de Kamers of de val van een kabinet, al zegt de Grondwet er formeel niets over.
„Nederland heeft een kalme, technische cultuur rond verkiezingen opgebouwd die voorkomt dat er een politiek spelletje mee gespeeld wordt”, zegt Voermans. Zo waren de laatste Kamerverkiezingen in november nodig na de val van het kabinet-Rutte IV. En zo waren er ook verkiezingen na het uiteenvallen van Rutte I, het ‘gedoogkabinet’ met de PVV, ondanks een aanbod van PvdA-leider Diederik Samsom om met hem verder te gaan. „Dat had Rutte goed gezien”, aldus Voermans. „Nieuwe kabinetten met een andere politieke kleur in elkaar steken op basis van een en dezelfde verkiezing doen we niet meer sinds 1966.”
Een Britse premier kon tot voor kort verkiezingen uitschrijven wanneer de sterren gunstig leken. Pas in 2011 werd een wet van kracht die verkiezingen aan een vaste termijn en datum bond. Die wet is in 2022 ingetrokken, maar in de praktijk konden Britse premiers nog steeds gemakkelijk onder die fixed term uit.
Overigens met wisselend resultaat. Zo leidden de vervroegde verkiezingen van 2019 tot een meerderheid voor de Conservatieve Partij onder premier Boris Johnson, wat de weg plaveide voor een harde Brexit. Dat was na de poging van Theresa May in 2017 om mandaat te vragen voor haar eigen Brexit-variant. Daarbij verloor ze de meerderheid, wat haar dwong een coalitie met Noord-Ierse hardliners aan te gaan.
Soms leiden vervroegde verkiezingen tot een pyrrusoverwinning. Dat overkwam de Griekse premier Alexis Tsipras die in 2015 verkiezingen hield nadat hij de Europese voorwaarden voor een financieel reddingspakket had afgewezen. Hij won die verkiezingen riant, maar moest de eisen later alsnog accepteren.
Va banque
Macron zal hoop putten uit politieke waagstukken van zijn voorgangers die goed uitpakten. In 1962 behaalden Franse gaullisten bij vervroegde verkiezingen een absolute meerderheid. Na de opstand van ‘mei 1968’ zocht president De Gaulle via vervoegde parlementsverkiezingen naar een nieuw mandaat voor zijn partij. Hij won overtuigend, maar bleef onpopulair en trad in 1969 af.
In 1988 riep president Mitterrand verkiezingen uit om een einde te maken aan de cohabitation met het conservatieve kabinet van Jacques Chirac en won nipt. Nadat Chirac, nu zelf president, in 1997 de assemblee ontbond en verkiezingen uitschreef in de hoop zijn meerderheid te vergroten, won links, wat opnieuw tot cohabitation leidde.
Dat laatste kan dus ook Macron nu overkomen na zijn va banque, dat hoogleraar Voermans vergelijkt met de „enorme gok” die de Britse premier David Cameron in 2015 nam door een referendum over Brexit uit te schrijven in de hoop dat het voor eens en voor altijd ‘nee’ zou blijken. Al kan het ook tactiek zijn, denkt Voermans, om Le Pens partij „in de regering te laten leegbloeden”. Volgens het Britse tijdschrift The Economist „had Macron sowieso nauwelijks goede opties”, zonder parlementaire meerderheid en met het vooruitzicht op een motie van wantrouwen, dit najaar, waarna hij alsnog verkiezingen had moeten uitschrijven. „Door ze nu uit te schrijven houdt Macron greep op de timing, zij het op niet veel meer.”
Bij al hun onvoorspelbaarheid hebben vervroegde verkiezingen zo in elk geval één ding met elkaar gemeen: dat ze het Europese politieke landschap diepgaand kunnen beïnvloeden, ongeacht of ze het tegendeel opleveren van wat degene die ze uitschrijft ermee beoogde.